00645160019

00645160019

BEROEPSTAAK

5 Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

Opleiding Autotechnicus

BEROEPSTAAK Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

5

Opleiding Autotechnicus

Bestelnummer 00645160019 0693148797

Colofon

Teksten Leden werkgroep Leermiddelen: Ab Pothmann, Richel Dongor

Werkgroepleider Bert Grutters

Eindredactie Marjo Brok

Afbeeldingen Schrijvers en internet

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2011 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.

INHOUD

Introductie 5

Stap 1

Oriënteren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Taak 1 Waarom en wat controleer je van de wielophanging en stuurinrichting?. . . . . . . . . . . . . . 7 Plannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Taak 2 Het mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Taak 3 De opbouw van de wielophanging en stuurinrichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Taak 4 Zo bereid ik me voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Taak 5 Diagnostische toets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Taak 6 Wieldraagarm controleren en vervangen . . . . . . . 19 Taak 7 Bevestigingspunten van de wielophanging repareren/vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Taak 8 Stuurhuis controleren , vervangen en afstellen . . . 23 Taak 9 Stuuruitslag controleren en afstellen. . . . . . . . . . . 25 Taak 10 Wielstanden (Uitlijnen) controleren / afstellen . . . 26 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Taak 11 Gereedschap controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Taak 12 Uitvoeren eindcontrole en evaluatie . . . . . . . . . . . 31 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Taak 13 Beoordelen van de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . 33 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 Taak 14 Het terugkijkgesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35

Stap 2

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Studiebronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37

3

Bijlage 1 Tabel met werkzaamheden en leerpunten. . . . . . . . . 39 Bijlage 2 Mini-POP. . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Bijlage 3 Stappenplan . . . . . . . . . . . . . . . . 43 Bijlage 4 Werkvoorbereiding en planning. . . . . . . . . 45 Bijlage 5 Gereedschapgebruik. . . . . . . . . . . . . 47 Bijlage 6 Milieumaatregelen en milieueisen . . . . . . . . 49 Bijlage 7 Verslagen maken. . . . . . . . . . . . . . . 51 Bijlage 8 Presentatie . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Bijlage 9 Beoordeling Presentatie (vakinhoud). . . . . . . 55 Bijlage 10 Beoordeling Presentatie (communicatie/ Nederlands) . . . . . . . . . 57 Bijlage 11 Samenvatting maken . . . . . . . . . . . . 59 Bijlage 12 Beoordelingsformulier. . . . . . . . . . . . 61 Bijlage 13 Beoordelingsmonitor. . . . . . . . . . . . . 63

4



Introductie

De Suzuki Alto van mevrouw De Graaf krijgt vandaag de jaarlijkse controlebeurt. Mevrouw De Graaf woont aan de andere kant van de stad en wil daarom wachten. De receptionist heeft haar in de koffiehoek plaats laten nemen en haar van koffie voorzien. Hij heeft haar ook al gevraagd of ze nog klachten had. Ja, die had ze: ”Als ik over een slechte weg of een verkeersdrempel rijd, dan lijkt het of er iets onder tegen de auto aanslaat. Ook is de besturing een beetje zweverig.” Coen, de werkplaatschef, heeft de opmerking ook gehoord en zegt: “Ik zal de wielophanging en stuurinrichting laten controleren en zelf even meekijken.” Tijdens de controle blijkt dat de onderste fuseekogel meer dan 3 mm speling heeft. Zo’n grote speling op een fuseekogel is natuurlijk levensgevaarlijk en daarom krijg jij de opdracht om de draagarm met de defecte fuseekogel te vervangen. Voordat je verantwoord deze klus kunt uitvoeren, moet je eerst weten hoe de wielophanging en stuurinrichting in elkaar zitten.

Je leert ook wat er belangrijk is bij een controle en reparatie aan de wielophanging of stuurinrichting.

• Je kent de volgende constructies en begrippen: – wielophanging – stuurinrichting

– uitvoeringsvormen, functie en werking van de wielophanging – uitvoeringsvormen, functie en werking van de stuurinrichting • Je kunt technische gegevens van de wielophanging en stuurinrichting opzoeken en hanteren.

Wat moet je kunnen in de praktijk:

– wielophanging controleren / vervangen – bevestigingspunten wielophanging repareren en vervangen – stuurhuis controleren en afstellen

– spoorstangen controleren en vervangen – wielstanden controleren en afstellen

Als je deze taken goed uitvoert, werk je vanzelf aan de competenties die je moet bezitten om een goed vakman te worden. In de monitor kun je zien aan welke werkprocessen en competenties je in de verschillende stappen werkt. In iedere stap letten de beoordelaars vooral op de competenties die vet gedrukt zijn .

5

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

Als je moeilijke woorden tegenkomt, zoek je de betekenis op. Je schrijft ze op en bewaart ze op alfabetische volgorde in je map.

Opmerking: Als er staat ‘overleg met je basisgroep’ overleg je dat met je begeleider. Hij geeft aan of je alleen, met zijn tweeën of met je basisgroep moet samenwerken.

6

orIënteren

oriënteren

Werkproces 2.1 Bereidt reparatieopdracht personenauto voor

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld. E Samenwerken en overleggen K Vakkundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen

Waarom en wat controleer je van de wielophanging en stuurinrichting?

Taak 1

Inteleverenresultaat • Een tabel met werkzaamheden en leerpunten.

Jouw begeleider observeert of je de juiste informatie verzamelt voor de uitvoering van de beroepstaak. Bij onduidelijkheden overleg je met je begeleider en je basisgroep. Je houdt rekening met hun aanwijzingen en adviezen. In deze beroepstaak ga je onderdelen van de wielophanging en stuurinrichting van een auto controleren, repareren en eventueel vervangen. Je zoekt uit wat je controleert en hoe je dat repareert. Overleg met je begeleider of je alleen gaat werken of samenwerkt met de basisgroep.

7

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

Opmerking: Bekijk voor je begint eerst alle opdrachten van deze beroepstaak. Bedenk voor je begint op welke manier je de antwoorden kunt vinden: • Vragen stellen aan een collega. • Kijken bij een collega. • Vragen stellen aan de begeleider. • Kijken naar de begeleider die het voordoet. • Vragen stellen aan een andere leerling die de antwoorden al weet. • Kijken naar andere leerlingen die wielophanging en stuurinrichting controleren. • Een PowerPoint of dvd over de controle van de wielophanging en stuurinrichting bekijken. • Het hoofdstuk hierover in je leerboek bestuderen.

1.1

Vraag aan je begeleider om informatie (PowerPoint/dvd) over de wielophanging en de stuurinrichting. Bekijk deze informatie in groepsverband. Bespreek samen de informatie aan de hand van de volgende vragen.

1 Welke onderdelen horen bij de wielophanging? 2 Welke onderdelen horen bij de stuurinrichting?

1.2

Defecten aan de wielophanging en stuurinrichting worden meestal ontdekt bij een onderhoudsbeurt of keuring. Bespreek samen de onderstaande vragen. 1 Waarom moet een reparatie zo snel mogelijk worden uitgevoerd en mag er niet worden doorgereden met een defect aan de wielophanging of stuurinrichting? 2 Welke onderdelen worden gecontroleerd en hoe worden die controles uitgevoerd?

1.3

Ga met je basisgroep bij elkaar zitten en bespreek de onderstaande vragen.

1 Waarop en hoe controleer je in de praktijk de onderdelen van de wielophanging? 2 Welke apparatuur en gereedschappen ga je gebruiken bij de controle van de wielophanging? 3 Waarop en hoe controleer je in de praktijk de stuurinrichting? 4 Welke apparatuur en gereedschappen ga je gebruiken bij de controle van de stuurinrichting?

8

Oriënteren

1.4

Je hebt nu samen met je basisgroep vastgesteld wat je moet controleren en wat je moet weten om het werk vakkundig uit te voeren. 1 Zet alle controles en werkzaamheden in een tabel en schrijf op wat je nog moet leren (leerpunten). Gebruik hiervoor bijlage 1. (Jouw begeleider kan de tabel downloaden.)

Opmerking: Werk je (nog) niet in een autobedrijf? Vraag dan de informatie op in de werkplaats op school.

9

beroepstaak WIelophangIng/uItlIjnIngcontroleren-vervangen-repareren

plannen

Werkproces 2.1 Bereidt reparatieopdracht aan personenauto voor

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld: E Samenwerken en overleggen K Vakkundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen W Gedrevenheid en ambitie tonen

Je zoekt uit wat je moet leren om de beroepstaak goed uit te voeren en je schrijft dat op. Je ziet je leerdoelen als een uitdaging en laat zien dat je voldoende tijd en energie wil besteden om je doel te bereiken. Je maakt samen met je begeleider een planning en je houdt je eraan. Je voert deze taak zelfstandig uit.

Het mini-POP

Taak 2

Inteleverenresultaat • Een ingevuld mini-POP.

Maak een afspraak met je begeleider voor een plangesprek. Voer met hem het plangesprek.

2.1

1 1. Bespreek met de begeleider: a de resultaten en afspraken van de vorige beroepstaak b de aandachtspunten uit je POP. 2 Vul samen je mini-POP in. Doe dit op de computer, zodat je het mini-POP verder kunt aanvullen. Gebruik daarbij je eigen tabel uit taak 1 en tabel 2 (gebruik hiervoor bijlage 2). 3 Plan het afsluitende gesprek voor deze beroepstaak.

10

voorbereIden

voorbereiden

Werkproces 2.1 Bereidt reparatieopdracht personenauto voor

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld: E Samenwerken en overleggen K Vakkundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken T Instructies en procedures opvolgen In stap 3 leer je aan de hand van opdrachten wat je moet kunnen (vaardigheden) en kennen (kennis). Als je de opdrachten op een juiste manier uitvoert, kun je op een verantwoorde en vakdeskundige manier aan wielophanging en de stuurinrichting werken. Inteleverenresultaat • Een afbeelding van een voorwielophanging van de auto met voorwielaandrijving. • Een afbeelding van een achterwielophanging van de auto met voorwielaandrijving. • Een afbeelding van een directe stuurinrichting zonder bekrachtiging. • Een afbeelding van een directe stuurinrichting met bekrachtiging. • Een tabel met benoemde onderdelen. • Een werkvoorbereiding en planning. • Een stappenplan. • Een beschrijving van de gereedschappen en apparatuur. De wielophanging en stuurinrichting zijn delen van de auto waarin veel verschillende storingen of defecten kunnen optreden. Om er op een goede manier aan te kunnen werken, moet je weten welke constructies er zijn en hoe die zijn opgebouwd. De opbouw van de wielophanging en stuurinrichting

Taak 3

11

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

3.1

Je begeleider wijst twee auto’s aan met verschillende soorten wielophanging (voorwiel- en achterwielaandrijving).

1 Welke auto’s (merk en type) heb je aangewezen gekregen? 2 Waar kun je informatie over wielophanging en stuurinrichtingen vinden? 3 Zoek een afbeelding van een voorwielophanging van een auto met voorwielaandrijving. 4 Zoek een afbeelding van een achterwielophanging van een auto met voorwielaandrijving. 5 Wat zijn de zichtbare verschillen tussen de wielophanging van een auto met voorwielaandrijving en een auto met achterwielaandrijving?

3.2

Hieronder zie je een voorbeeld van een wielophanging. Bekijk deze goed.

1 Benoem de onderdelen uit figuur 3. 2 Omschrijf de functie of taak van de benoemde onderdelen uit vraag 1. 3 Schrijf op van welk type deze wielophanging is. 4 Welke kenmerken zijn typerend voor deze wielophanging? 5 Vaak wordt de wielophanging uitgevoerd met silent-blocks. Waarom past de fabrikant silent-blocks toe? 6 Zijn er ook andere manieren om deze trillingen/schokken op te vangen? 7 Zoek een afbeelding op internet van de bevestiging van een silent-block waarin duidelijk te zien is hoe deze aan het subframe/bodemplaat is bevestigd.

12

Voorbereiden

8 Van welke materialen wordt een silent-block gemaakt? 9 Welke defecten kunnen zich voordoen aan de wielophanging? 10 Wat zal de bestuurder van de auto merken van deze defecten?

3.3

Je begeleider wijst je twee auto’s aan waarvan één zonder en één met stuurbekrachtiging.

1 Aan welke auto’s (merk en type) ga je werken? 2 Waar kun je informatie over stuurinrichtingen vinden? 3 Zoek een afbeelding van een directe stuurinrichting zonder bekrachtiging. 4 Zoek een afbeelding van een directe stuurinrichting met bekrachtiging. 5 Schrijf bij de afbeeldingen de namen van de verschillende onderdelen. 6 Noem drie defecten die kunnen ontstaan aan een stuurinrichting. 7 Wat zal de bestuurder van de auto merken van deze defecten? 8 Schrijf de onderdelen op die wel op een auto met een stuurinrichting met stuurbekrachtiging zitten, maar niet op een auto zonder stuurbekrachtiging.

13

beroepstaak WIelophangIng/uItlIjnIngcontroleren-vervangen-repareren

Zo bereid ik me voor

Taak 4

Inteleverenresultaat • Een stappenplan. • Een werkvoorbereiding met planning.

Voordat je de wielophanging/stuurinrichting controleert of repareert, maak je eerst een werkplan. We noemen dit een werkvoorbereiding en planning . De werkvoorbereiding bevat alle stappen die je moet doorlopen. Je kijkt naar zaken zoals: wat je gaat controleren, waarmee je dat doet en hoe je dat doet. Ook ga je bij de auto onderzoeken wat de oorzaak van het defect is.

4.1

Je kunt op verschillende manieren informatie verkrijgen over hoe en waarop je de wielophanging gaat controleren. Vraag aan de begeleider van welk voertuig je de wielophanging moet controleren. Werk samen met iemand uit de basisgroep. Overleg met elkaar, aan de hand van onderstaande vragen, wat er zoal defect kan zijn en hoe je dit kunt vaststellen. 1 Zoek samen eerst de juiste gegevens op die horen bij de aangewezen auto. 2 Maak een werkvoorbereiding en planning. Gebruik hiervoor bijlage 4. 3 Vergelijk de werkvoorbereiding en planning met die van een andere groep en overleg over de verschillen. Schrijf deze op. 4 Voer de controle van de wielophanging aan de auto uit. 5 Vul tabel 3 in.

Tabel 3

Merk en type voertuig:

Naam onderdeel dat defect is:

Hoe geconstateerd

Vervangen of repareren

14

Voorbereiden

4.2

In activiteit 4.1 heb je onderdelen ingevuld in tabel 3. 1 Wat kunnen eventuele gevolgen zijn als de klant doorrijdt met een defect onderdeel? 2 Vul tabel 4 in.

Tabel 4

Onderdeel/functie

Verklaring voor vervolgschade bij doorrijden

4.3

De begeleider heeft geconstateerd dat hij aan de voorkant van de auto een rammelend geluid hoort als hij over een hobbelige weg rijdt. Bij controle is gebleken dat de onderste fuseekogel is versleten. De kogel zit geklonken in de draagarm. Jij krijgt de opdracht de draagarm te demonteren en te vervangen. De auto is door je begeleider al op de brug gezet en de onderdelen liggen klaar. 1 Bedenk samen hoe je de draagarm moet demonteren. 2 Benoem de stappen die je moet nemen en maak een stappenplan. Gebruik hiervoor bijlage 3. 3 Overleg welke gereedschappen en apparatuur je denkt te moeten gebruiken. Schrijf op welke gereedschappen je daarbij nodig hebt. Gebruik hiervoor bijlage 5. 4 Overleg hoe je de draagarm gaat vervangen en noteer dit in het stappenplan in bijlage 3. 5 Heb je daarbij nog speciaal gereedschap nodig? Zo ja, noteer dit in bijlage 5. 6 Welke stappen denk je te moeten maken voor de montage van de draagarm? Noteer dit in het stappenplan in bijlage 3. 7 Vergelijk het stappenplan met dat van anderen of overleg met je begeleider.

15

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

4.4

Bereid je voor op het controleren van de stuurinrichting van de aangewezen auto. Overleg met elkaar aan de hand van onderstaande vragen wat er zoal defect kan zijn en hoe je dit kunt vaststellen. 1 Zoek samen eerst de juiste gegevens op die horen bij de aangewezen auto. 2 Maak een werkvoorbereiding en een planning. Gebruik hiervoor bijlage 5. 3 Vergelijk de werkvoorbereiding en planning met die van anderen en overleg over de verschillen. Schrijf deze op. 4 Voer de controle van de stuurinrichting aan de auto uit. 5 Vul nu onderstaande tabel 5 in.

Tabel 5

Merk en type voertuig:

Naam onderdeel dat defect is:

Hoe geconstateerd

Vervangen of repareren

4.5

In activiteit 4.4 heb je onderdelen ingevuld in tabel 5.

1 Wat kunnen eventuele gevolgen zijn als de klant doorrijdt met een defect onderdeel? 2 Vul tabel 6 in.

16

Voorbereiden

Tabel 6

Onderdeel/functie

Verklaring voor vervolgschade bij doorrijden

17

beroepstaak WIelophangIng/uItlIjnIngcontroleren-vervangen-repareren

Diagnostische toets

Taak 5

Inteleverenresultaat • Scorelijst met opmerkingen en paraaf begeleider.

5.1

Maak een afspraak voor het maken van een diagnostische toets. In deze toets laat je zien dat je: • De volgende constructies en begrippen kent:

• voorwielophanging • achterwielophanging

• stuurinrichting zonder stuurbekrachtiging • stuurinrichting met stuurbekrachtiging • wielgeometrie • De technische gegevens van de wielophanging en stuurinrichting kunt opzoeken en hanteren.

5.2

1 Maak de diagnostische toets. 2 Bespreek het resultaat met de begeleider.

18

uItvoeren

uitvoeren

Werkproces 2.2 Voert reparatie uit aan personenauto’s

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld: J Formuleren en rapporteren K Vakkundigheid toepassen

L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen

Wieldraagarm controleren en vervangen

Taak 6

Inteleverenresultaat • Een werkvoorbereiding en planning. • Een stappenplan van de demontage en montage van de wieldraagarm. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. Je hebt van verschillende auto’s de wielophanging bekeken. Je hebt geleerd dat je de controle en reparatie moet voorbereiden. In deze taak ga je zelfstandig een wielophanging controleren en vervangen. Vraag aan je begeleider een werkorder en overleg aan welke auto je deze opdracht gaat uitvoeren.

6.1

Je hebt een opdracht gekregen om een draagarm te controleren en te vervangen.

1 Welke vragen heb je in het overleg met je begeleider gesteld om precies te weten te komen wat je moest doen? 2 Waar kun je de technische informatie vinden voor deze opdracht? 3 Zoek alle benodigde technische informatie op over de wielophanging van het aangewezen voertuig.

19

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

6.2

1 Maak een werkvoorbereiding en planning voor het controleren en de- en monteren van de wieldraagarm. Gebruik hiervoor bijlage 4. 2 Maak een stappenplan voor het de- en monteren van de wieldraagarm. Gebruik hiervoor bijlage 3. 1 Welke gereedschappen gebruik je bij het controleren en het de- en monteren van de wieldraagarm? 2 Bedenk welke (meet)apparatuur en hulpgereedschappen je gaat inzetten en noteer dit in een overzicht. Gebruik hiervoor bijlage 5.

6.3

6.4

Je hebt nu voldoende voorkennis en informatie om de reparatie goed uit te kunnen voeren.

1 Vervang de wieldraagarm van de aangewezen auto.

20

uItvoeren

Bevestigingspunten van de wielophanging repareren/vervangen Inteleverenresultaat • Een werkvoorbereiding en planning van de controle en de- en montage van de silent-blocks. • Een stappenplan voor de de- en montage van de silent- blocks. • Een beschrijving van de gereedschappen en (meet) apparatuur. • Een afbeelding van de bevestiging van de silent-blocks aan het chassis. Tijdens een onderhoudsbeurt heeft men een defect geconstateerd aan de silent-blocks. De silent-blocks moeten zo spoedig vervangen worden. Vraag aan je begeleider een werkorder en aan welke auto je deze opdracht moet uitvoeren. Voer de opdracht zelfstandig uit.

Taak 7

7.1

Zoek eerst informatie voor het beantwoorden van onderstaande vragen.

1 Waar is de wielophanging bij het voertuig waaraan je nu werkt aan het chassis/bodemplaat bevestigd? 2 Wat kan de oorzaak zijn dat het silent-block uitgeslagen is?

21

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

7.2

De wielophanging zorgt voor de stabiliteit van het voertuig. Verzamel informatie om onderstaande vragen te beantwoorden. Ga hierbij vooral uit van de fabrieksdocumentatie. 1 Wat geeft de fabrikant aan als toelaatbare speling? 2 Wat kan de gevolgschade zijn van een uitgeslagen silent- block? Noem drie mogelijkheden. 3 Welk negatief effect heeft een uitgeslagen silent-block op het rij en- stuurgedrag van de auto? 1 Maak een werkvoorbereiding en planning voor het controleren en de- en monteren van het silent-block. Gebruik hiervoor bijlage 4. 2 Maak een stappenplan voor het de- en monteren van het silent-block. Gebruik hiervoor bijlage 3. 1 Welke gereedschappen gebruik je bij het controleren en het de- en monteren van een silent-block? 2 Bedenk welke (meet)apparatuur en hulpgereedschappen je gaat inzetten. Noteer dit in een overzicht. Gebruik hiervoor bijlage 5.

7.3

7.4

7.5

Je hebt nu voldoende voorkennis en informatie om de reparatie goed uit te kunnen voeren.

1 Vervang het silent-block van de aangewezen auto.

22

uItvoeren

Stuurhuis controleren , vervangen en afstellen

Taak 8

Inteleverenresultaat • Een werkvoorbereiding en planning voor de controle en vervanging van een stuurhuis. • Een stappenplan voor de vervanging van een stuurhuis. • Een tabel met de gereedschappen en (meet)apparatuur. Het zal duidelijk zijn dat een stuurhuis spelingvrij moet zijn. Ook is het van belang dat het op de juiste wijze aan de auto gemonteerd is. In deze opdracht zoek je uit hoe je een stuurhuis controleert, vervangt en afstelt. Vraag aan je begeleider een werkorder en een voertuig om de opdracht uit te voeren. Voer deze opdracht zelfstandig uit.

8.1

We kennen twee typen stuurhuizen en ook stuurinrichtingen met en zonder bekrachtiging.

1 Welk type stuurhuis heeft de auto waar je aan werkt? 2 Heeft deze auto stuurbekrachtiging? 3 Waaraan kun je zien dat een auto voorzien is van stuurbekrachtiging?

8.2

1 Noteer van het stuurhuis (van de aangewezen auto) het merk en het type. Zoek de afstelgegevens op in de fabriekgegevens. 2 Zoek informatie of overleg met je begeleider hoe je de controle en vervanging van een stuurhuis moet uitvoeren. (Denk aan een werkplaatshandleiding.) 3 Maak een werkvoorbereiding en planning voor de controle en vervanging van het stuurhuis. Gebruik hiervoor bijlage 4. 1 Welke gereedschappen gebruik je bij het controleren en het de- en monteren van een stuurhuis? 2 Bedenk welke (meet)apparatuur en hulpgereedschappen je gaat inzetten. Noteer dit in een overzicht. Gebruik hiervoor bijlage 5. 3 Voer de controle aan het stuurhuis uit en laat dit door je begeleider controleren.

8.3

23

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

8.4

Als uit de gegevens blijkt dat er iets niet in orde is met een stuurhuis, moet het stuurhuis worden afgesteld, gerepareerd of vervangen. Ga in de werkplaatshandleiding na hoe de afstelling gecorrigeerd kan worden.

1 Maak een stappenplan voor de de- en montage van het stuurhuis. Gebruik hiervoor bijlage 3.

8.5

Nadat alle defecte onderdelen vervangen/gerepareerd en afgesteld zijn, kan alles weer worden gemonteerd. Denk bij de montage aan de afstelgegevens, aanhaalmomenten en volgorde van monteren.

1 Vervang het stuurhuis van de aangewezen auto.

24

uItvoeren

Stuuruitslag controleren en afstellen

Taak 9

Inteleverenresultaat • Een werkvoorbereiding en planning voor de controle van de stuuruitslag. • Een stappenplan voor de controle van de stuuruitslag. • Een tabel van de gereedschappen en (meet)apparatuur. Door de theorie te bestuderen, ben je te weten gekomen dat het belangrijk is dat de stuuruitslag van een voertuig naar links en rechts gelijk moet zijn. Dit omdat de draaicirkel naar links en naar recht niet mag verschillen. In deze taak ga je de stuuruitslag controleren en afstellen. Vraag aan je begeleider een werkorder en een auto waarbij je deze taak kunt uitvoeren. Voer deze opdracht zelfstandig uit. 1 Welke vragen heb je aan de begeleider gesteld om voldoende informatie over de opdracht te krijgen? 2 Zoek informatie of overleg met je begeleider hoe je de controle van de stuuruitslag moet uitvoeren. (Denk aan een werkplaatshandleiding.) 3 Maak een werkvoorbereiding en planning voor de controle van de stuuruitslag. Gebruik hiervoor bijlage 4. 1 Welke gereedschappen gebruik je bij het controleren en het de- en monteren een stuurhuis? Gebruik hiervoor bijlage 5. 2 Bedenk welke (meet)apparatuur en hulpgereedschappen je gaat inzetten. Noteer dit in een overzicht. Gebruik hiervoor bijlage 5.

9.1

9.2

9.3

1 Maak een stappenplan voor de controle van de stuuruitslag. Gebruik hiervoor bijlage 3. 2 Controleer en stel de stuuruitslag van de stuurinrichting af.

25

beroepstaak WIelophangIng/uItlIjnIngcontroleren-vervangen-repareren

Wielstanden (Uitlijnen) controleren / afstellen

Taak 10

Inteleverenresultaat • Een werkvoorbereiding en planning voor de controle en de afstelling van het toe(uit)spoor. • Een stappenplan voor het opmeten en afstellen van alle wiel- en fuseestanden. • Een tabel met de fabrieksgegevens en meetwaarden. • Een samenvatting van de gebruikershandleiding van het uitlijnapparaat. • Een uitdraai met de uitlijngegevens (meting).

Je controleert de wielstanden van de auto na bijvoorbeeld het afstellen of vervangen van het stuurhuis, stuur- of fuseekogels. De wielstand wordt ook wel wielgeometrie genoemd. De juiste stand van het wiel is van het grootste belang. Daarom is het na een reparatie noodzakelijk dat de auto wordt uitgelijnd. In deze opdracht ga je uitzoeken hoe je de wielgeometrie controleert en afstelt. Vraag aan je begeleider een auto en een werkorder en voer de opdracht uit.

Bij het uitlijnen van voertuigen wordt gebruik gemaakt van uitlijnapparatuur. Deze uitlijnapparatuur is kwetsbaar en duur. Een uitlijnapparaat is een nauwkeurig meetinstrument. Ga uiterst zorgvuldig en voorzichtig met dit apparaat om.

26

Uitvoeren

10.1

1 Met welke apparatuur wordt op school de uitlijning uitgevoerd? Noteer merk en type. 2 Waarom heeft de school gekozen voor deze apparatuur? 3 Als er bij jou op school geen uitlijnapparatuur aanwezig is, heeft dat een reden. Vraag aan je begeleider wat de reden daarvan is. 4 Maak een samenvatting (één A4) van de gebruikershandleiding van het uitlijnapparaat waar je mee gaat werken of van het apparaat dat gebruikt wordt bij de specialist. 5 Welke gereedschappen gebruik je bij het controleren en uitlijnen? Gebruik hiervoor bijlage 5. Ook aan de slijtage van de banden kan men al een beeld krijgen of de wielen ‘goed op de weg staan’. Bij de voorgaande taken heb je diverse controles aan draagarmen en stuurinrichting uitgevoerd ter voorbereiding van het uitlijnen. 1 Maak een werkvoorbereiding en planning voor het uitlijnen van de auto. Gebruik hiervoor bijlage 4. 2 Voer eerst een controle aan de stuurinrichting en wielophanging uit. 3 Maak een stappenplan voor het uitlijnen. Gebruik hiervoor bijlage 3. Je hebt het uitlijnen voorbereid. Vraag aan de begeleider of hij de auto op de brug wil rijden. Mogelijk heb je nog geen rijbewijs, wat inhoudt dat je nog geen voertuig mag besturen. 1 Zoek de nodige fabrieksgegevens op en noteer deze in onderstaand tabel. 2 Wat bedoelt men met de minimale en maximale waarde? 3 Monteer de uitlijnapparatuur op de auto. 4 Voer de metingen uit. 5 Noteer in onderstaande tabel de gemeten waarden en vergelijk deze met de fabrieksgegevens.

10.2

10.3

27

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

Merk : …………………..

Gemeten waarde

Fabrieksgegevens

Type : …………………..

CAMBER

........° ……. ’

........° ……. ’ ± ……

CASTER

........° ……. ’

........° ……. ’ ± ……

TOE-/UITSPOOR

........° ……. ’

........° ……. ’ ± ……

KPI

........° ……. ’

........° ……. ’ ± ……

10.4

Als uit de gegevens blijkt dat er iets niet in orde is met de uitlijning, moet deze worden gecorrigeerd. Kijk in de werkplaatsdocumentatie hoe de wielstanden gecorrigeerd kunnen worden. 1 Zijn voor deze opdracht nog speciale gereedschappen nodig? Gebruik hiervoor bijlage 5. 2 Kunnen de afwijkende wielstanden wel afgesteld worden? Welke wielstanden kunnen wel/niet gewijzigd worden? 3 Stel de sporing af. Nadat de sporing is afgesteld, moet de stelinrichting weer geborgd worden. Laat de begeleider de uitgevoerde werkzaamheden controleren. 1 Maak een uitdraai van het resultaat. 2 Welke problemen kun je tegenkomen tijdens het uitlijnen? 3 Heb je er ook een collega bijgehaald om je te helpen bij deze problemen? 4 Hoe hebben jullie het opgelost? Schrijf dit op in je verslag.

10.5

28

controleren

controleren

Werkproces 2.3 Controleert zijn reparatiewerkzaamheden en rondt de opdracht af

Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld: E Samenwerken en overleggen J Formuleren en rapporteren L Materialen en middelen inzetten S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen Jouw docenten observeren of je de uitgevoerde werkzaamheden controleert, het gebruikte gereedschap en apparatuur controleert op defecten en daarbij milieuvriendelijk werkt. Inteleverenresultaat • Informatiemateriaal met doorsnedetekening van een pneumatische moersleutel (luchtsleutel). • Gebruiksaanwijzing (kopie) van een pneumatische moersleutel. • Tabel met aandachtspunten en opmerkingen. Wanneer je klaar bent met de werkzaamheden, ruim je niet alleen op, maar kijk je ook goed naar de conditie van je gereedschap. Je controleert het gereedschap op defecten. Als het defect is, kijk je of je het vervangt of laat repareren. Meestal moet je daarover overleggen met je begeleider. Bij deze taak ga je de luchtsleutel behandelen. Samen met de basisgroep probeer je antwoorden te vinden op de vragen. Gereedschap controleren

Taak 11

11.1

1 Informeer of er een gebruiksaanwijzing is van een luchtsleutel. 2 Maak een kopie van de gebruiksaanwijzing. 3 Zoek een afbeelding van een doorsnede van een luchtsleutel. 4 Vraag ook of er wel eens een luchtsleutel defect is geraakt. Wat was er defect?

29

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

11.2

Ga met de basisgroep bij elkaar zitten. Vraag aan je begeleider welke luchtsleutel je moet behandelen. Bespreek de luchtsleutel met de basisgroep en gebruik daarbij onderstaande vragen. a Wat zijn de ‘zwakke punten’ van een luchtsleutel? b Hoe kunnen er beschadigingen ontstaan? c Hoe had men dit kunnen voorkomen? d Welke onderhoud heeft een luchtsleutel nodig?

11.3

1 Maak een tabel met punten waarop je moet letten als je een luchtsleutel gebruikt. 2 Schrijf de opmerkingen van je basisgroep op (eventueel toegelicht met foto’s of afbeeldingen).

30

controleren

Uitvoeren eindcontrole en evaluatie

Taak 12

Inteleverenresultaat • Een verslag over de uitvoering van je beroepstaak met daarin: • Alle in te leveren resultaten. • Hoe je de taak hebt uitgevoerd en wat je er van hebt geleerd. • Een samenvatting van het overleg met je begeleider of basisgroep. • Beoordelingsoverzicht van de presentatie door de basisgroep (groepsbeoordeling). • Een presentatie over de uitvoering van de opdracht.

Aan het einde van deze beroepstaak ga je na of je de taak volgens de specificaties hebt kunnen maken. Je gaat na hoe je gewerkt hebt en of je daarover tevreden bent.

12.1

Na het beëindigen van alle werkzaamheden kun je een evaluatie maken van de toegepaste werkzaamheden.

1 Benoem datgene wat je hebt geleerd in deze beroepstaak. 2 Benoem wat goed ging en wat niet goed ging bij deze beroepstaak.

12.2

Je bent nu, op de presentatie of eindpresentatie, beoordeling, verslag en evaluatie na, klaar met je beroepstaak.

Maak een verslag met daarin: • Alle in te leveren resultaten.

• Hoe je de taak hebt uitgevoerd en wat je er van hebt geleerd. • Een samenvatting van het overleg met je leidinggevende of collega’s. • Beoordelingsoverzicht van de basisgroep Wat belangrijk is voor het maken van een verslag staat in bijlage 7.

31

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

12.3

Voor de andere leerlingen in de basisgroep is het ook belangrijk om te zien en te horen hoe jij de beroepstaak hebt uitgevoerd. 1 Bedenk hoe je presentatie er uit gaat zien en werk deze uit. Gebruik hiervoor bijlage 8. 2 Plan met je coach een moment voor de presentatie. 3 Laat je medeleerlingen jouw presentatie beoordelen. Gebruik hiervoor bijlage 9 en 10.

32

beoordelen

beoordelen

Werkproces 2.1 Bereidt reparatieopdracht aan personenauto voor Werkproces 2.2 Voert reparatie uit aan personenauto Werkproces 2.3 Controleert zijn reparatiewerkzaamheden en rondt de opdracht af Competenties waarop je in deze stap wordt beoordeeld: E Samenwerken en overleggen J Formuleren en rapporteren K Vakkundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten N Onderzoeken S Kwaliteit leveren T Instructies en procedures opvolgen

Beoordelen van de beroepstaak

Taak 13

Inteleverenresultaat • Een ingevulde beoordelingsformulier (kopie).

Maak een afspraak met je begeleider voor het uitvoeren van de praktijkbeoordeling. Zorg dat je weet aan welke eisen het werk moet voldoen.

33

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

13.1

Beoordelingsopdracht Voer een reparatie of vervanging uit aan het wielophanging / stuurinrichting met alles wat erbij hoort. Je krijgt van de begeleider een werkopdracht. Je voert de opdracht zelfstandig uit. 1 Doe de voorbereiding: a Lees de informatie. b Verzamel de onderdelen en gereedschappen die je nodig hebt voor de opdracht. 2 Voer de werkzaamheden uit. 3 Controleer je werk. 4 Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden stelt de begeleider vragen over je werkwijze. Deze beantwoord je mondeling. De begeleider observeert jou tijdens de uitvoering van de opdracht en vult een beoordelingsformulier (bijlage 12) in. Na het controleren van jezelf, bespreek je samen met de begeleider de beoordelingslijst.

34

terugkIjken

terugkijken

Inteleverenresultaat

LLB 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Samen met je begeleider evalueer je jouw functioneren tijdens de beroepstaak en stel je jouw POP bij.

Het terugkijkgesprek

Taak 14

Inteleverenresultaat • Bijgesteld POP. • Bijgewerkt portfolio.

Maak een afspraak met je begeleider voor een terugkijkgesprek. Voer met je begeleider een terugkijkgesprek.

35

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

14.1

1 Hoe is het repareren of vervangen van wielophangsystemen en stuurinrichtingen gegaan? Bekijk voor jezelf of in overleg met collega(‘s) of met de basisgroep: a Ben je tevreden over jouw rol binnen de basisgroep? b Denk je dat je deze beroepstaak voldoende hebt uitgevoerd? c Ben je tevreden met het resultaat van deze beroepstaak? d Benoem wat je in de volgende beroepstaak wil verbeteren. e Waar was je begeleider of collega tevreden over? Waarover niet? 2 Maak een nieuwe tabel. a Neem de eerste kolom van je mini-POP (bijlage 2) over in deze tabel. b Vul in de kolommen je eigen oordeel in over wat je geleerd hebt. 1 Bespreek de antwoorden uit deze beroepstaak met je begeleider. 2 Bespreek met je begeleider of je de beroepstaak af kunt sluiten: was de uitvoering voldoende of moet je het nog een keer doen? 3 Laat aan je begeleider zien dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. ‘Bewijzen’ stop je in jouw portfolio. Voorbeelden van bewijzen zijn: a hoe tevreden waren je collega’s b kun je laten zien dat het product voldoet aan de eisen 4 Laat het werk beoordelen door de begeleider. 5 Kun je de andere onderdelen van je mini-POP afsluiten? Doe de bewijzen in je portfolio. 6 Bespreek met je begeleider ook waarom je het een leuke beroepstaak vond of waarom niet. 7 Bespreek met je begeleider je POP en overleg wat blijft staan om aan te werken in de volgende beroepstaak.

14.2

36

Studiebronnen

Bij stap 1. Oriënteren • Inhoud beroep en beroepstaak • Tabel praktijkhandelingen en opdrachten • Waar mogelijk een digitale camera

Bij stap 2. Plannen • Tabel planning

Bij stap 3. Voorbereiden boeken: • Leerstof BGL voor de voertuigtechnicus • Documentatiemap

cd-rom: • Kluwer ATH • Veiligheid • Programma ‘de auto 3D’ • H-base

internet • www.Mobikit.nl • www.kennisnet.nl • www.davindi.nl

Bij stap 4. Uitvoeren • Leerwerkplek (garagebedrijf) • Simulatie op school Afhankelijk van de opdracht • Checklist/inspectierapport • Facturen

Bij stap 5. Controleren • Mini-POP • Checklist • Beoordelingsformulier

37

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

38

Bijlage 1 Tabel met werkzaamheden en leerpunten

Nr.

Werkzaamheden:

Leerpunten:

1.

Wielophanging

Wat moet ik allemaal controleren?

2.

Wielophanging vervangen

Uit welke delen bestaat een wielophanging?

3 Stuurinrichting

Wat moet ik allemaal controleren?

4 Stuurinrichting

Uit welke delen bestaat een stuurinrinrchting?

5

Uitlijnen

Wat moet ik weten over uitlijnen?

39

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

40

Bijlage 2 Mini-POP

Tabel 2 Mini-POP voor de beroepstaak ‘Uitlaatsystemen controleren/vervangen/repareren’

1 = Waar: 2 = Hoe:

school - bedrijf

opdracht uitvoeren productietaak - practicum - workshop - training.

3 = Wanneer:

start- en einddatum

4 = Met wie samen:

begeleider - collega’s - andere deelnemers

Waar:

Hoe:

Wanneer:

Met wie:

taak 3

taak 4

taak 5

taak 6

taak 7

taak 8

taak 9

taak 10

taak 11

taak 12

De beroepstaak wordt afgesloten met een beoordelingsopdracht (taak 13) onder toezicht van …………………….. op …………………… in ………………. (plaats). De beroepstaak wordt afgesloten in een terugkijkgesprek (taak 14) met ……………………….. op …………. in ………………… (plaats).

41

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

42

Bijlage 3 Stappenplan

Werkzaamheden: Wielophanging de- en monteren Stappen:

43

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

44

Bijlage 4 Werkvoorbereiding en planning

Welk (speciaal) gereed- schap heb ik nodig.

Hoe lang denk ik hiermee bezig te zijn. (tijdsplanning)

Welke gegevens/ werkplaats documentatie heb ik hierbij nodig.

Welke werkzaamheden ga ik uitvoeren. (juiste volgorde) 1 controle

2

3

4

5

45

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

46

Bijlage 5 Gereedschapgebruik

Bewerkingen

Benodigd (hulp)gereedschap

Reden voor gebruik

47

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

48

Bijlage 6 Milieumaatregelen en milieueisen

Uitgevoerde werkzaamheden en vervangen onderdelen

Wat doe ik met de vervangen onderdelen?

49

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

50

Bijlage 7 Verslagen maken

Wat is het doel van het verslag In een aantal stappen van een beroepstaak krijg je de opdracht om een verslag te maken. Voorbeelden: bij stap 1 een oriëntatieverslag en bij stap 7 een terugkijkverslag. In het verslag zul je vaak een overzicht moeten geven van de handelingen die je verricht hebt tijdens de uitvoering van de taak. Je zult ook geregeld moeten verantwoorden waarom je iets wel of niet gedaan hebt. Voor wie schrijf je het verslag? Meestal schrijf je het verslag voor één van je begeleiders of beoordelaars. Spreek met hen goed af wat ze van jouw verslag verwachten. De indeling van een verslag 1 Titel Dit moet een titel zijn, waarmee je de stap van de beroepstaak duidelijk aangeeft. 2 Algemene gegevens: Naam: Je volledige voor- en achternaam. Naam leden basisgroep: De volledige voor- en achternamen van iedereen, waarmee je de beroepstaak uitgevoerd hebt. Klas: De klas waarin je zit. Gegevens beroepstaak: Geef duidelijk de beroepstaak en de stap ervan aan. Datum van uitvoering: De datum waarop je de beroepstaak uitgevoerd hebt. Datum van inlevering: De uiteindelijke datum waarop je het verslag bij je begeleider inlevert. 3 Inleiding Schrijf hier een korte inleiding op wat komen gaat. Noem de reden waarom je de opdracht uitvoert en beschrijf heel kort wat de opdracht inhoudt. 4 Doel(en) De hoofdvragen die je in deze stap van de beroepstaak gaat beantwoorden. Schrijf ze puntsgewijs op. Let goed op tijdens de beroepstaak, wat je docenten, praktijkopleiders ter plekke nog melden. Samenhang en logische opbouw

51

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

5 Je verwachting Wat verwacht je in deze stap van de beroepstaak te leren? Denk daarbij aan de theorie en de praktijk. 6 Benodigdheden Alle benodigdheden voor deze stap van de beroepstaak op een rijtje. Omschrijf de benodigdheden zo precies mogelijk. Gebruik de juiste namen. Schrijf ze altijd op terwijl je nog met het beroepstaak bezig bent, zodat je niets vergeet. 7 Conclusie(s) Schrijf ook op wat je geleerd hebt in de theorie en de praktijk. 8 Logboek Vertel hier, wanneer je wat gedaan hebt en hoeveel tijd je daarbij aan de opdracht besteed hebt. Doe dit altijd in de vorm van een tabel en tel je uren alvast even bij elkaar op. Omschrijf wat je gedaan hebt redelijk uitgebreid, maar ook weer niet te lang. 10 Bronvermelding Maak hier een lijst van boeken en internetadressen en andere informatiebronnen, die je bij deze opdracht gebruikt hebt. Wees hierin zo uitgebreid mogelijk! Woordgebruik en woordenschat Verklaar de vaktermen en afkortingen als ze niet door iedereen gebruikt worden. Blijf zakelijk, laat je gevoelens en emoties niet meespelen in het verslag. Spelling, interpunctie en grammatica Zorg voor correcte spelling en zinsbouw. Laat je verslag eerst door een ander nalezen als je jezelf onzeker voelt op dit punt. Leesbaarheid Schrijf je verslag kort en puntsgewijs op. Houd een logische gedachtegang vast.

52

Bijlage 8 Presentatie

Wat is het doel van de presentatie? Bedenk van tevoren wat je wilt bereiken met je presentatie. Er zijn drie doelen die geschikt zijn voor het houden van een mondelinge presentatie: • Informeren Je draagt kennis over die bij het publiek niet aanwezig is. • Overtuigen Je probeert ervoor te zorgen dat het publiek aan het einde van je presentatie jouw mening deelt over een onderwerp. Dit doe je door goede argumenten te geven. • Activeren Je probeert je publiek ertoe aan te zetten om iets te gaan doen: een actie te ondernemen. Voor wie houd je de presentatie? Zorg ervoor dat je weet wie je toehoorders zijn. Stem de presentatie op ze af. Dit is belangrijk voor de keuze van je taalgebruik. Formeel of informeel? Vakmensen of amateurs? Veel of weinig vaktermen? Kunnen de toehoorders zich slecht of goed concentreren? Is het onderwerp aantrekkelijk genoeg voor de meeste toehoorders?

Met welke regels moet je rekening houden? • Spreek niet te snel. • Pauzeer tussendoor. • Lees niet voor. • Richt je gezicht naar de groep. • Wees geloofwaardig. • Sta open voor je publiek.

Hoe is de presentatie opgebouwd?

Stappenplan presentatie 1 Voorbereiding

a Bepaal eerst de inhoud: Wat ga ik vertellen? b Hoe zorg ik ervoor dat ik niets vergeet? c Bepaal de vorm: hoe ga ik de informatie indelen? d Hulpmiddelen: welke hulpmiddelen ga ik gebruiken? e Hoe ga ik vooraf mijn presentatie oefenen?

53

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

2 Uitvoering

a Met welke zin begin ik mijn presentatie? b Hoe gedraag ik me tijdens de presentatie (zitten, staan, rondlopen, gebaren)? c Welk materiaal gebruik ik tijdens de presentatie? d Hoe zorg ik voor afwisseling tijdens de presentatie? e Beantwoord ik tussendoor vragen van de luisteraars? 3 Afronding a Hoe sluit ik mijn presentatie af? b Hoe ga ik om met vragen uit het publiek? Hoe voorkom je ruis? • Spreek duidelijk. • Werk met een duidelijk plan. • Gebruik duidelijke termen en begrippen. • Geef goed antwoorden op de vragen van het publiek.

54

Bijlage 9 Beoordeling Presentatie (vakinhoud)

Naam student: �����������������������������������������������������������������������������������������

Beroepstaak: ��������������������������������������������������������������������������������������������

Onderwerp: �����������������������������������������������������������������������������������������������

Doel/doelen: ��������������������������������������������������������������������������������������������

Publiek: �����������������������������������������������������������������������������������������������������

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

a. Onderwerp, doel, thema’s Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vormen) Alle benodigde thema’s (om doel te bereiken) zijn behandeld b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/de juiste persoon Thema’s zijn juist gekozen bij dit publiek/ deze persoon o.a. te veel/ te weinig thema’s i.v.m. • functie v.d. ontvanger • mening v.d. ontvanger c. De informatie in de thema’s Informatie in de thema’s is voldoende o.a.: • voorkennis v.d. ontvanger • interesse v.d. ontvanger

• volledig om doel te bereiken • afgestemd op dit publiek

f. Ruis: • er ontbreekt informatie • er is overbodige informatie • er is onjuiste informatie • ……………………….

55

beroepstaak Wielophanging / uitlijning controleren - vervangen - repareren

56

Bijlage 10 Beoordeling Presentatie (communicatie/ Nederlands)

Naam student: �����������������������������������������������������������������������������������������

Beroepstaak: ��������������������������������������������������������������������������������������������

Onderwerp: �����������������������������������������������������������������������������������������������

Doel/doelen: ��������������������������������������������������������������������������������������������

Publiek: �����������������������������������������������������������������������������������������������������

OPMERKINGEN

Goed Vold. Onv.

d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s, publiek Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt e. Opbouw van de boodschap Inleiding: is volledig. ( minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd) Kern: • er is een goede, logische volgorde van de thema’s • de boodschap wordt goed onderbouwd Slot: • de inhoud van de boodschap wordt correct samengevat • de conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap

57

Made with