Júlia Abreu de Souza - Basiscursus Portugees van Brazilië

júlia abreu de souza

basiscursus portugees van brazilië “é isso aí ! ”

Para Maurits e Daniel, meus filhos.

É isso aí!

Basiscursus Portugees van Brazilië

Júlia Abreu de Souza

Tweede, herziene druk

c u i t g e v e r ij

c o u t i n h o

bussum 2011

Webondersteuning De sleutel van de oefeningen in dit boek is te vinden op internet: www.coutinho.nl

© 2006 Uitgeverij Coutinho bv

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestem ming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www. reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl).

Eerste druk 2006 Tweede, herziene druk 2011

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Omslag: Bart van den Tooren, Amsterdam Opmaak: Linda van Putten, Maartensdijk Geluid: Studio Klanktank, Utrecht. Stemmen: Júlia Abreu de Souza (Rio), Neyde Lantyer (Bahia), Sérgio Pereira (São Paulo), Raymundo Prett (Espírito Santo). Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever.

ISBN: 978 90 469 0278 3 NUR: 630

Voorwoord

Als Braziliaanse die al jaren in Nederland woont, heb ik zelf ervaren hoe belang rijk het is om de nuances in een taal te begrijpen. Daarom heb ik destijds met veel enthousiasme en plezier deze cursus gemaakt: een cursus rechtdoet aan de nuances van Braziliaanse variant van het het Portugees. En met evenveel plezier heb ik de editie uit 2006 herzien. De cursus is helemaal geactualiseerd en de oefeningen zijn verduidelijkt en aangevuld. Deze nieuwe editie is op dit moment de enige actuele, Nederlandstalige basiscursus Portugees die uitsluitend op Brazilië is gericht. Ik wil de volgende mensen uit Brazilië, Portugal en Nederland bedanken voor hun waardevolle opmerkingen en adviezen: Ootje Oosterbaan, Mila Vidal, Maria do Carmo Lereno, LígiaVassallo, Marilene Nagle, Lídia Cordeiro, Elisabete Neves, David de Souza, Luci Zwager, Eleonora Zinovetz, Allard van der Ven en Heloisa Castello Branco . Verder wil ik Neyde Lantyer, Sérgio Pereira en Raymundo Prett hartelijk bedanken voor het inspreken van de cd. En uiteraard alle mensen aan wie ik in de loop van de jaren mijn moedertaal heb onderwezen en mijn cultuur heb mogen doorgeven.

Mocht u opmerkingen of suggesties hebben: deze zijn altijd welkom! U kunt ze doorgeven via de website van de uitgeverij: www.coutinho.nl.

Ik hoop dat u het boek met plezier zult doorwerken en vooral zult toepassen! De Brazilianen zullen u daarna zeker van harte welkom heten. Veel succes en… bem-vindos!

Júlia Abreu de Souza, najaar 2011

Inhoud

Bem-vindos!

13 13 15 15 16 17 19 20

1 Het Portugees van de Brazilianen 2 De onderdelen van deze cursus

3 Tips voor de cursisten

4 Het alfabet 5 De uitspraak

6 Brazilië: deelstaten en hoofdsteden

7 Om te beginnen

Unidade 1

21

Texto 1 Ser ou não ser? Muito prazer! 21 1.1 Persoonlijke voornaamwoorden I/De tegenwoordige tijd van ser 22 1.2 Het lidwoord 23 1.3 Het meervoud 24 1.4 Het geslacht: mannelijk of vrouwelijk 25 1.5 Bevestigen, vragen, ontkennen 27 1.6 Korte antwoorden 27 1.7 Tegenstellingen I 27 Texto 2 É fácil? 28 Exercícios 28 Unidade 2 31 Texto 1 Ter ou não ter? No hotel 31 2.1 De tegenwoordige tijd van ter en vir 32 2.2 Voorzetsels 32 2.3 Voorzetsels met lidwoorden 32 2.4 De telwoorden 33 2.5 Hoe laat is het? 34 2.6 Tijdsaanduiding 34 2.7 Landen, nationaliteiten, talen 35 Texto 2 A que horas? 36 Texto 3 Gente ( luistertekst ) 36 Exercícios 37 Unidade 3 40 Texto 1 Ser ou estar? No telefone 40 3.1 De tegenwoordige tijd van estar , dar en ir 41 3.2 Het gebruik van ser en estar 41 3.3 Het gebruik van estar com 42 3.4 Ser of estar ? Voorbeelden 43

3.5 De vragende voornaamwoorden

43 44 44 44 45 45 46 48 48 50 50 51 51 52 52 53 53 53 54 56 56 58 59 59 60 60 61 62 64 64 65 66 66 67 67 68 68 68 69

3.6 Het gebruik van É que…?

3.7 Aan de telefoon

3.8 Beroepen

Texto 2 Fome ou sede?

Texto 3 Como vai?

Exercícios

Unidade 4

Texto 1 Transporte e comida

4.1 De tegenwoordige tijd van achar

4.2 Werkwoorden op -ar

4.3 Het werkwoord ir met voorzetsels

4.4 Het werkwoord tomar 4.5 Het voorzetsel por

4.6 De aanwijzende voornaamwoorden

4.7 De rangtelwoorden 4.8 De dagen van de week

Texto 2 O trânsito

Exercícios

Unidade 5

Texto 1 Paulo no Rio de Janeiro

5.1 Voorzetsels met voornaamwoorden 5.2 Het gebruik van muito en pouco 5.3 De trappen van vergelijking I 5.4 De maanden en de jaargetijden

Texto 2 De manhã, na padaria

Texto 3 Chove chuva

Exercícios

Unidade 6

Texto 1 Na Praia

6.1 De bezittelijke voornaamwoorden 6.2 De toekomende tijd met ir 6.3 De trappen van vergelijking II 6.4 De werkwoorden andar en ir 6.5 Het gebruik van ter que en ter de

6.6 Het gebruik van a gente 6.7 Gevoelens uitdrukken Texto 2 Uma empresa brasileira

Exercícios

Unidade 7

71 71 73 73 73 74 74 75 76 77 78 81 82 83 83 83 84 84 85 85 85 86 86 86 87 89 89 90 90 94 94 95 96 96 96 97 81 91 91

Texto 1 Uma conversa no bar

7.1 De tegenwoordige tijd van beber en abrir

7.2 Werkwoorden op -er 7.3 Werkwoorden op -ir

7.4 Estar met -ando , -endo , -indo 7.5 Het gebruik van bom en mau

7.6 De menukaart

7.7 De familie, het gezin

Texto 2 A família

Exercícios

Unidade 8

Texto 1 Viajando pela Bahia

8.1 De tegenwoordige tijd van pôr / Estar met -ondo

8.2 Werkwoorden op -or 8.3 Het werkwoord haver I

8.4 De onbepaalde voornaamwoorden 8.5 Het gebruik van tão en tanto 8.6 Het gebruik van para en por

8.7 Richtingen 8.8 Adressen

8.9 Brazilië op internet 8.10 Tegenstellingen II

8.11 Kleding

Texto 2 Mais compras ainda?

Exercícios

Unidade 9

Texto 1 Numa cidade grande Texto 2 Na agência de viagens

Texto 3 Na farmácia

Texto 4 Na banca de jornal

Exercícios

Unidade 10

Texto 1 Onde fica?

10.1 Onregelmatige werkwoorden op -er

10.2 De bijwoorden van plaats 10.3 Geld en bankzaken 10.4 Het werkwoord ficar 10.5 Het werkwoord fazer

10.6 Het gebruik van poder en saber

97 97 98 99

10.7 De werkwoorden brincar , jogar en tocar

Texto 2 A empregada doméstica

Exercícios

Unidade 11

101 101 102 103 103 104 104 104 105 105

Texto 1 Música Brasileira I

11.1 Onregelmatige werkwoorden op -ir 11.2 De wederkerende werkwoorden 11.3 Het gebruik van het woord coisa

11.4 Het werkwoord dar

11.5 Het gebruik van pedir en perguntar

11.6 Werkwoorden en zelfstandige naamwoorden I

Texto 2 Música Brasileira II

Exercícios

Unidade 12

108

Texto 1 Ecoturismo Texto 2 Bons motivos

108 110 110 111

Texto 3 Um e-mail do Pantanal

Exercícios

Unidade 13

114

Texto 1 Um fim de semana em São Paulo

114 115 115 115 116 116 117 117 118 118

13.1 De verleden tijd I

13.2 De perfeito van ser , ir , ter , estar

13.3 Het gebruik van haver II

13.4 Het gebruik van já

13.5 Het lichaam

13.6 Informeel en formeel taalgebruik

Texto 2 Que susto! Texto 3 Que azar!

Exercícios

Unidade 14

120 120 121 122 122 122 123 123

Texto 1 Um pouco de História do Brasil

14.1 De perfeito van de werkwoorden op -ar , -er , -ir 14.2 De werkwoorden vir en ir , levar en trazer

14.3 Het voltooid deelwoord I

14.4 Werkwoorden met vaste voorzetsels

14.5 Bijwoorden op -mente 14.6 Belangstelling tonen

Texto 2 Nunca é tarde

123 124

Exercícios

Unidade 15

126 126 127 127 129 129 129 129 130 131 134 134 135 135 136 136 136 136 137 140 140 141 142 142 142 143 143 144 144 145 146 148 148 149 149 150

Texto 1 Apartamentos para alugar

15.1 Onregelmatige vormen van de perfeito 15.2 Persoonlijke voornaamwoorden II

15.3 De verkleinwoorden

15.4 Versterking van bijvoeglijke naamwoorden 15.5 De perfeito van werkwoorden op -car en -gar

Texto 2 Nordeste Rápido

Texto 3 Novelas

Exercícios

Unidade 16

Texto 1 Cotidiano

16.1 De samengestelde perfeito 16.2 Het voltooid deelwoord II

16.3 Het gebruik van comigo en conosco 16.4 Het persoonlijk voornaamwoord mim

16.5 Tegenwoordige tijd en perfeito van ir , ver en vir

Texto 2 Esportes

Exercícios

Unidade 17

Texto 1 É Carnaval! 17.1 De verleden tijd II

17.2 De imperfeito van ser , ter , vir en estar 17.3 De plaats van de bijvoeglijke naamwoorden

17.4 Tegenstellingen III

17.5 De werkwoorden deixar en mandar

17.6 De kleuren

17.7 Het gebruik van het woord jeito

Texto 2 Ai, que saudades!

Texto 3 Mais festas

Exercícios

Unidade 18

Texto 1 Um final feliz

18.1 De imperfeito van de werkwoorden op -er , -ir , -or 18.2 Het gebruik van de imperfeito en de perfeito

18.3 De perfeito en de imperfeito in één zin

18.4 Werkwoorden en zelfstandige naamwoorden II

151 151 152 152 153 155 155 156 156 157 157 157 158 158 159 161 162 163 164 165 166 167 167 161

18.5 Een afspraak maken

18.6 Uitdrukkingen met seu , sua

Texto 2 É de manhã

Exercícios

Unidade 19

Texto 1 Brasileiros na Europa I

19.1 Een alternatief voor de gebiedende wijs

19.2 Meer bijwoorden

19.3 Tegenstellingen met i- , im- , in-

19.4 Bijvoeglijke naamwoorden met vaste voorzetsels 19.5 Werkwoorden, zelfstandige naamwoorden en bijvoeglijke naamwoorden

19.6 ‘Slang'

Texto 2 Brasileiros na Europa II

Exercícios

Unidade 20

Texto 1 Dados Gerais I

Exercícios

Texto 2 Dados Gerais II

Exercícios

Texto 3 Dados Gerais III

Exercícios

Bijlagen

Bijlage 1 Vertalingen van de liedfragmenten

Bijlage 2 Werkwoorden

170

Illustratieverantwoording

171

Bem-vindos!

Het Portugees van de Brazilianen Met een inwonertal van bijna 200 miljoen inwoners is Brazilië het vijfde groot ste land ter wereld (bijna even groot als de VS of Europa) en de economische grootmacht van Latijns-Amerika. Het Portugees van deze Bralianen heeft zich in de loop van ruim vijf eeuwen ontwikkeld tot een heel eigen variant van het Portugees. Toen de Portugezen in 1500 in Brazilië aankwamen, woonden er al eeuwen een paar miljoen indianen. Zij spraken honderden verschillende talen, waarvan het Tupi-Guarani de belangrijkste was. In de eerste periode van het koloniale tijdperk werd deze taal het meest gesproken en de Jezuïeten hebben de grammatica ervan vastgelegd. Langzaamaan heeft het Portugees, de taal van de machthebbers en de handel, de overhand gekregen. Maar de indianentalen hebben wel hun sporen nagelaten in het Portugees van Brazilië. We zien ze bijvoorbeeld terug in namen van planten: abacaxi (ananas) en dieren: jacaré (krokodil) en in geografische namen: Ipanema (het beroemde strand van Rio de Janeiro).

1

13

Van het begin van de zestiende eeuw tot het eind van de negentiende eeuw werden er zo’n vier miljoen Afrikaanse slaven naar Brazilië gebracht om op de suikerrietplantages en de koffieplantages te werken. Ook hun talen hebben invloed gehad op het Portugees van Brazilië. Vooral het Yoruba uit Nigeria en het Kimbundu uit Angola zijn erin terug te vinden. Voorbeelden daarvan zijn dendê (palmolie), quitanda ( groentewinkel) en niet te vergeten de wereldberoemde samba ! Het Yoruba wordt nog steeds gebruikt in Afro-Braziliaanse religieuze ceremonieën, de candomblés. Los van deze concrete invloeden hebben het Portugees van Portugal en dat van Brazilië zich, ver van elkaar vandaan, elk op hun eigen manier ontwikkeld. Zo zijn verschillen in woordenschat ontstaan. Om een paar voorbeelden te geven: de Braziliaanse woorden trem (trein), ônibus (bus) en fila (rij) zijn in Portugal co mboio, autocarro en bicha. Ook op het gebied van woordvorming en grammatica zijn er verschillen ont staan. Het Portugese persoonlijk voornaamwoord tu (jij) met de bijbehorende werkwoordsvormen wordt in Brazilië bijna niet gebruikt, net zo min als het bezittelijk voornaamwoord vosso . Er zijn verschillen in het gebruik van de werk woordsvormen, in de woordvolgorde en in veel zinsconstructies. Verder is er natuurlijk een belangrijk verschil in uitspraak en intonatie. In het Portugees van Brazilië worden de klinkers meer gearticuleerd en de Braziliaanse uitspraak wordt veel ‘zangeriger’ genoemd dan de Portugese uitspraak. Ten slotte zijn er verschillen in spelling, maar die zijn in beweging. In 1990 is een akkoord gesloten tussen de Portugeestalige landen, waarin is afgesproken tot één gemeenschappelijke spelling te komen. Voor Brazilie is de hervorming niet erg ingrijpend en inmiddels zijn alle wijzigingen al doorgevoerd. Voor Portugal betekent het akkoord wel een grote spellingshervorming, die geleidelijk aan wordt ingevoerd. Er is tot 2015 een overgangsperiode ingesteld, waarin beide spellingen naast elkaar gebruikt mogen worden. Toch zijn er woorden die ook na 2015 nog verschillend geschreven zullen wor den in Portugal en Brazilie. Het zijn de woorden die ook verschillend uitgespro ken worden. Het Braziliaanse ótimo (uitstekend) werd in Portugal geschreven als óptimo , maar dat verandert nu. Het Braziliaans fato (feit) wordt in Portugal geschreven én uitgesproken als facto , en dat blijft dus zo. In dit boek houden we ons uiteraard aan de nieuwe spellingsregels.

14

Basiscursus Portugees van Brazilië

De onderdelen van deze cursus Deze basiscursus presenteert het Portugees van Brazilië in twintig lessen. De cur sus biedt een beknopt overzicht dat genoeg is voor de dagelijkse communicatie. Aan het begin van elke les staat een opsomming van de belangrijkste onder werpen die aan bod komen. Daarna volgen korte dialogen en verhalen over dagelijkse situaties in Brazilië. Ook worden er tips en weetjes gegeven over gewoonten en bezienswaardigheden (dicas e fatos) . In elke les wordt grammatica aangeboden en geoefend. Verder wordt er veel aandacht besteed aan de opbouw van de woordenschat. Elke les bevat oefeningen waarin woordenschat en zaken als werkwoordsvormen, voorzetsels en voornaamwoorden geoefend worden. Achter in het boek staan een overzicht van werkwoordsvormen en vertalingen van de korte fragmenten van de liedjes die vanaf de tweede les zijn opgenomen. Op de bijbehorende cd zijn deze liedfragmenten ook te beluisteren. Het zijn bekende Braziliaanse liedjes, de klassiekers van de música popular . De liedjes illustreren de inhoud van de lessen en geven meteen een voorproefje van een heel belangrijk onderdeel van de Braziliaanse cultuur. De cd bevat bovendien teksten en dialogen uit de lessen. Deze zijn ingesproken door stemmen uit verschillende streken van Brazilië, elk met zijn eigen uitspraak. De eerste tien teksten zijn tweemaal ingesproken; de eerste keer in een gewoon tempo en de tweede keer met pauzes zodat de cursisten tijd hebben om de zin nen te herhalen. Ten slotte is op internet ( www.coutinho.nl ) de sleutel van de oefeningen te vinden. De onderdelen op een rijtje: • inleiding met informatie over de taal, het alfabet en de uitspraak; • twintig lessen die de volgende structuur hebben: lees-/luistertekst, weetjes en tips, woordenschat, grammatica, uitgebreidere woordenschat, uitdrukkingen, lees-/luistertekst en oefeningen; • een overzicht van de werkwoordsvormen en -tijden die in dit boek voorkomen; • vertalingen van de fragmenten van de liedjes die in de lessen voorkomen;

2

• cd met ingesproken teksten en originele liedfragmenten; • de sleutel met de antwoorden bij de oefeningen op internet.

Tips voor de cursisten • U kunt het beste eerst luisteren en pas daarna lezen. Beluister de les twee keer voordat u de tekst gaat lezen. Probeer de zinnen na te zeggen. Pas daarna leest u de tekst en bekijkt u de woordenlijst. Luister nog een keer en zeg de zinnen na (dit bevordert de luister- en spreekvaardigheid).

3

15

Inleiding

• Lees de teksten of de dialogen een paar keer hardop (dit is goed voor de spreekvaardigheid).

• Bij de laatste oefening van elke les moeten de woorden van de tekst worden ingevuld. Doe dit nadat u de tekst een paar keer hebt beluisterd en eventueel de woordenschat geleerd hebt. Hiermee werkt u aan uw luistervaardigheid en uw woordenschat. • De woorden van de vocabulário moet u uit uw hoofd leren, maar het is belan grijk om ook de andere woorden in de les te leren, bijvoorbeeld de woorden in de onderdelen over grammatica.

• Veelvoorkomende termen in dit boek zijn:

atenção exemplo exercícios

let op

(bij)voorbeeld oefeningen feiten en tips woordenschat

fatos e dicas vocabulário

Het alfabet

4 1

a a

asa, ato

b bê c cê d dê

bobo, bicho

cama, caco, açúcar

dado, dica

e é

leve, breve, ileso

f efe g guê

faca, fora

gelo, gago, guaraná

h agá hospital, hora i í liso, ainda j

jota jaboticaba, jambo

l lento, lenha, mulher m eme mar, homem, limpo n ene nada, naco, nenhum o ó polo, por, cor p pê puro, pinhão, parada q quê quente, quinto, quarto r erre carro, forró, rato, rio, cara, aro s esse asa, samba, abismo, aceso, acesso t tê taco, tempo, tumba, tio, abacate ele

16

Basiscursus Portugees van Brazilië

u ú v vê x xis z zê

uso, abuso vento, vaca

exame, complexo, caixa, próximo

zero, azar

k (ka) , w (dabliu) , en y (ípsilon) worden alleen in buitenlandse woorden gebruikt.

De uitspraak Het Portugees kent een aantal klanken (zoals de neusklanken) die voor Nederlanders ongewoon zijn. Bovendien zijn er duidelijke verschillen in uit spraak tussen het Portugees van Brazilië en het Portugees van Portugal. Deze cursus richt zich uitsluitend op het Portugees van Brazilië. Het is vrijwel onmogelijk de uitspraak van alle klinkers en medeklinkers schrif telijk weer te geven. We beperken ons hier daarom tot een kort overzicht van de belangrijkste zaken met betrekking tot de klemtoon en de uitspraak. De klemtoon In het Portugees kan de klemtoon op drie plaatsen vallen: op de laatste, de voor laatste of de op twee-na-laatste lettergreep. Er zijn gelukkig duidelijke regels om te bepalen waar de klemtoon valt: 1 als een woord eindigt op -l , -r , -z , een tweeklank, -i(m) of -u(m) , valt de klemtoon op de laatste lettergreep: Bras il , senh or , cap az , danc ei , al i , jard im , Per u , at um; 2 als een woord een accent heeft, valt de klemtoon altijd op het accent: dif í cil, irm ã , p ú blico; 3 in alle andere gevallen (en dit is de grootste groep) valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep: cin e ma, trab a lho.

5

17

Inleiding

Klanken De uitspraak van een aantal klanken vraagt extra aandacht:

2

ã

lã, irmã

ç

aço, cabeça chato, chefe jantar, hoje gagá, gringo agir, registro

ang

s

ãe(s)

mãe, pães, não, lição

ch

ajng(s)

sj zj

ão ou

j

aung oouw

sou, dou

g g h

(Engelse go )

õe(s)

oojng(s) põe, ações

zj

em, en

também, sendo

niet uitgesproken hospital

enj inj eej

im

jardim, sim

lh

olho, trabalho linho, minha quanto, quarto que, querido quintal, quimera

lj

ei

brasileiro, estrangeiro nh

nj

eu

adeus, europeu

qua kwa

eeuw

om, on

som, onda

que ke qui ki

onj

ou

sou, dou

oouw

l een l aan het woordeinde klinkt als u : jornal [ ‘jornau '] r klinkt hard aan het begin van een woord of als dubbele medeklinker: rua , carro ; zacht in andere gevallen: caro , ouro q wordt altijd gevolgd door een u : que , querido s klinkt als s aan het begin van een woord of na een medeklinker: só , esse ; als

z tussen twee klinkers: casa , coisa x kan klinken als sj : caixa , texto ; als s : máximo , próximo ; als ks : sexo , fixo ; als z : exato , exame

De enige dubbele medeklinkers die het Portugees kent, zijn ss en rr .

Regionale verschillen in uitspraak In veel gebieden in Brazilië klinkt de onbeklemtoonde e aan het woordeind als i : livre [ ‘livri ']. De onbeklemtoonde o klinkt als oe : livro [ ‘livru '] In veel gebieden (maar bijvoorbeeld niet in het noordoosten) klinken de d en t voor een i en e als dzj , resp. tsj : dia [ ‘dzja '], tio [ ‘tsjo '], idade [ ‘idadzj '] , limite [ ‘limitsj '], idiota [ ‘idzjota '].

In Rio de Janeiro klinkt de r aan het begin van een woord of als dubbele mede klinker bijna als een Nederlandse g: rua , carro .

De s aan het woordeinde klinkt in de uitspraak van Rio als s j : casas [ ‘casasj '].

18

Basiscursus Portugees van Brazilië

Brazilië: deelstaten en hoofdsteden 6

Boa Vista

Amapá

Macapá

Roraima

Amazonas

Fortaleza

Belém do Pará

Rio Grande do Norte

Manaus

São Luís

Recife João Pessoa Natal

Piauí Ceará

Maranhão

Pará

Paraíba

Teresina

Acre

Palmas

Port Velho

Alagoas Pernambuco

Maceió

Rio Branco

Sergipe Aracaju

Rondônia

Tocantins

Salvador

Mato Grosso

Bahia

Distrito Federal

Cuiabá

Brasília

Goiás

Minas Gerais

Goiânia

Belo Horizonte

Mato Grosso do Sul

Espírito Santo

São Paulo São Paulo

Vitória

Campo Grande

Rio de Janeiro

Rio de Janeiro

Curitiba

Paraná

Santa Catarina

Florianópolis

Rio Grande do Sul

Porto Alegre

Brasil: os estados e as capitais

Distâncias: Brasília - São Paulo = 1015 km. Brasília - Salvador = 1446 km. Brasília - Rio = 1148 km. Brasília - Manaus = 3490 km. Porto Alegre - Manaus = 4563 km.

País: Área:

Brasil

8.511.965 km 2

Língua: Moeda:

Português

Real Organização Política: República Federativa Capital: Brasília

19

Inleiding

Om te beginnen

7 3

bom dia boa tarde boa noite boa sorte

goedemorgen goedemiddag

goedenavond, goedenacht

succes

como vai? vou bem tudo bem? tudo bem tudo bom? tudo bom

hoe gaat het? goed alles goed? ja (hoor) alles goed? ja (hoor)

oi

hoi

até logo, até mais

tot straks tot morgen

até amanhã

tchau

dag (bij het weggaan)

obrigado(a)

bedankt

por nada, de nada

geen dank

desculpe

sorry, neem me niet kwalijk

com licença

mag ik? sorry

faz favor, por favor

alstublieft

pois não

natuurlijk, gaat uw gang het is niet erg, het geeft niet

não faz mal

não se incomode

doe geen moeite

parabéns, felicidades lembranças para ... um abraço para ...

gelukwensen, gefeliciteerd

de groeten aan ... de groeten aan ... prettig kerstfeest gelukkig nieuwjaar

feliz Natal

feliz Ano Novo

saúde!

gezondheid!

Alguém fala inglês?

Spreekt er iemand Engels? Hoe zeg je ... in het Portugees? Ik spreek maar een beetje Portugees. Kunt u het alstublieft herhalen?

Como se diz ... em português? Eu só falo um pouco de português.

Podia repetir, por favor? Mais devagar, por favor!

Langzamer, alstublieft!

Desculpe, não entendo português.

Sorry, ik versta geen Portugees.

Não sei.

Ik weet het niet.

De onde você é?

Waar kom je vandaan?

O que é isso?

Wat is dat?

20

Basiscursus Portugees van Brazilië

Unidade 1

begroeten – werkwoord ser – lidwoord – meervoud – geslacht – ja, nee, noch

4

Texto 1 Ser ou não ser? Muito prazer!

5

– Tudo bem? Vocês são turistas? – Somos, sim. – São ingleses? – Não, nós somos holandeses.

– Como é seu nome? – Meu nome é Chico. Eu sou brasileiro. Sou carioca, isto é, sou do Rio de Janeiro. – E eu sou a Ana, de Amsterdã. – Ah, Ana? De Amsterdã? É uma cidade grande e bonita, não é? – É bonita, mas não é muito grande. Chico, esta é Bárbara, uma amiga de Antuérpia. – Muito prazer, Bárbara.

Fatos e dicas

Bij het voorstellen wordt meestal de voornaam gebruikt en niet de achternaam.

Wanneer iemand ouder is of een hogere positie heeft, wordt bij dames de term dona en bij heren de term seu of senhor (sr.) of doutor (dr.) vóór de voornaam gezet: a dona Heloisa e o doutor Luis, o senhor (sr.) Miguel, a doutora (dra.) Teresa .

Een dame van wie u de naam niet weet, spreekt u aan met ( minha) senhora.

Van veel voornamen wordt in de spreektaal alleen de afgekorte versie, de roep naam (apelido) gebruikt: Chico in plaats van Francisco , Zeca of Zé in plaats van José. De achternaam ( sobrenome) bestaat over het algemeen uit een combinatie van de achternaam van de moeder en de vader, waarbij de naam van de moeder vóór de naam van de vader komt: Ana Cruz Lima .

21

Unidade 1

Vocabulário

ser ou não ser muito prazer

zijn of niet zijn

aangenaam

tudo bem? vocês são?

alles goed? hoe is het?

zijn jullie?

turistas

toeristen wij zijn

(nós) somos

sim

ja

ingleses

Engelsen

não

nee (ook: niet , geen )

holandeses

Nederlanders

como é o seu nome?

wat is jouw (uw) naam?

meu nome ... sou brasileiro

mijn naam ...

ik ben Braziliaan

carioca isto é de, do

inwoner van Rio de Janeiro

dat wil zeggen

uit, van

sou do (de) uma cidade

ik kom uit ...

een stad

e en bonita(o)

mooi maar

mas

muito grande

erg, heel

groot deze

esta

amiga

vriendin

Antuérpia

Antwerpen

Brasil, meu Brasil brasileiro, … Vou cantar-te nos meus versos, …

6 Aquarela do Brasil Ary Barroso

Pronomes pessoais I  Persoonlijke voornaamwoorden I O presente de ser De tegenwoordige tijd van ser

1.1

zijn

ser

nós vocês eles, elas

eu você ele, ela o senhor (sr.) a senhora (sra.)

s omos são são são são

sou é é é é

wij zijn jullie zijn zij zijn u bent (m/v mv.) u bent (v mv.)

ik ben jij bent hij, zij is u bent (m) u bent (v)

os senhores as senhoras

22

Basiscursus Portugees van Brazilië

Fatos e dicas

De vorm tu (jij) wordt maar in een paar deelstaten van Brazilië gebruikt, en wordt hier verder niet behandeld.

De meest gebruikelijke manier om iemand aan te spreken is você . Alleen als iemand ouder is, of veel respect geniet, gebruikt u de vorm o senhor, a senhora. Vaak worden de persoonlijke voornaamwoorden weggelaten: Sou carioca.

O artigo  Het lidwoord Het lidwoord kent twee vormen, mannelijk en vrouwelijk. Het bepaalde lidwoord (de, het) is o voor het mannelijk, a voor het vrouwelijk. Het onbepaalde lidwoord (een) heeft de vorm um (mannelijk) of uma (vrouwelijk). Alle vormen kunnen in het meervoud worden gezet door er een -s achter te zetten. De meervoudsvorm van het onbepaalde lidwoord ( uns, umas ) betekent enige, een aantal.

1.2

Vorm

enkelvoud:

meervoud:

mannelijk:

o livro

os livros

het boek, de boeken

vrouwelijk:

a língua

as línguas

de taal, de talen

mannelijk:

um carro

uns carros

een auto, een aantal auto’s

vrouwelijk:

uma casa

umas casas

een huis, een aantal huizen

Gebruik Het gebruik van het lidwoord is in het Portugees niet veel anders dan in het Nederlands. Behalve het meervoud van het onbepaald lidwoord, dat we in het Nederlands niet kennen, zijn er nog een paar opvallende verschillen: • bij de meeste landen en werelddelen gebruikt het Portugees een lidwoord: a Europa, o Brasil, a Holanda, a Bélgica ; • namen van mensen krijgen ook vaak een lidwoord: a Helena, o Zeca ; • bezittelijke voornaamwoorden krijgen ook vaak een lidwoord: o meu carro, a minha casa ; • bij enkele steden wordt een lidwoord gebruikt: o Rio (de rivier), o Recife (het rif).

23

Unidade 1

Made with FlippingBook Online newsletter creator