14ZW2HPFB1

Helpenden - Serie 2014 14ZW2HPFB1

1 Fase

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

serie 2014 Crebonummer 92640

Helpende Zorg & Welzijn

Niveau 2

Stichting Consortium Beroepsonderwijs Zorg & Welzijn (kwalificatiedossiers 2011, 2012, 2013 of 2014)

Fase 1 Crebonummer 92640

artikelnummer: 14ZW2HPFB1

Colofon

Dit is een uitgave van Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Manager Zorg & Welzijn I. Rabelink

Ontwikkelteam Helpende Zorg & Welzijn R. van der Hoek (ontwikkelteamleider) F. Koster-Holtman I. Kolen L. Wesseling M. Polman P. Mertens-Debats

Eindredactie A. Brink M. Brok

Ontwerp/DTP H. Aalbersberg R. Bokma appeltje-n grafische ontwerpen

© 2014 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Verantwoording Stichting Consortium Beroepsonderwijs heeft van alle haar bekende rechthebbenden op de in deze publicatie opgenomen teksten en afbeeldingen toestemming gekregen om deze te gebruiken.

www.consortiumbo.nl

Inhoud

Leerprestatie 1

4

Hoe leer ik?

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

12

Beroepsprestatie 1 Assisteren bij activiteiten (2014-hzw-2-bp1)

20

Beroepsprestatie 2

28

Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL (2014-hzw-2-bp2)

Beroepsprestatie 3

36

Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken (2014-hzw-2-bp3)

Beroepsprestatie 4 Reageren op emoties (2014-hzw-2-bp4)

44

Voortgangsgesprek

52

(2014-hzw-2-vg)

* Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. * Waar cliënt staat, kan ook worden gelezen: zorgvrager, deelnemer, kind.

* Voor plan van aanpak kan ook worden gelezen: ondersteuningsplan, handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, trajectplan, zorgplan en zorg- en ondersteuningsplan en omgekeerd.

Leerprestatie 1 Hoe leer ik?

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Leren begint niet voor iedereen op dezelfde manier. De een wil gewoon beginnen, de ander wil eerst over het onderwerp praten, lezen of uitleg krijgen. De manier waarop je met het leren begint, wordt een leerstijl genoemd. Om goed te kunnen leren is het belangrijk dat je, afhankelijk van de situatie, verschillende stijlen kunt toepassen. Je kunt je voorstellen dat wanneer je met mensen werkt, je niet zomaar iets kunt doen en dan maar zien hoe het uitpakt. In de beroepssituatie is het belangrijk dat je je werkzaamheden met het gewenste resultaat binnen een bepaalde tijd goed hebt afgerond.

4

Zorg & Welzijn serie 2014

Je leerstijl heeft te maken met je levenservaring en met de persoon die je bent. Ook je ervaringen op school en de situaties waarin je leert zijn van invloed. Een leerstijl is niet iets dat vaststaat. Door ervaringen in je leven en in je werk verander jij en dat kan dus ook je leerstijl veranderen. Tijdens de opleiding probeer je nieuwe manieren van leren uit; manieren die passen bij de situatie en bij dat wat je moet leren. Je kunt de gekozen manier van leren evalueren, benoemen wat je goed bevallen is, wat je opnieuw wilt gebruiken en wat je een volgende keer anders wilt doen. Het valt Yasmine op dat iedere student in de groep een eigen aanpak bij het leren heeft. Zelf vindt ze het prettig om eerst iets over het onderwerp te lezen. Ebel houdt er niet van met zijn neus in de boeken te zitten. Hij begint gewoon en ziet wel hoe het uitpakt. Gewoon lekker klooien. Als hij meer moet weten, dan verdiept hij zich er wel in. Hij vraagt anderen, googelt of zoekt het op. Fatima wil graag van tevoren weten wat ze precies moet doen. Ze vraagt veel aan de docent voordat ze ergens aan begint. Als iemand het haar vertelt, dan begrijpt ze het beter.

Opdrachten

A. Waar ben ik goed in? Schrijf vijf dingen op waar je goed in bent, die je kunt en waar je trots op bent. Dit kunnen verschillende dingen zijn: afwassen, luisteren, rekenen, sport, appeltaart bakken. Ga na wie of wat van invloed is geweest dat jij daar zo goed in bent geworden. Wat of wie heeft jou daarbij geholpen?

Bewijsstuk Collage WP 1.5: M

B. Wat mij helpt om te leren

Wat helpt jou om te leren? Denk aan: • een leraar die goed kan uitleggen of aandacht voor jou heeft • je ouders die je stimuleren

• het willen winnen van een wedstrijd • een tevreden klant in je bijbaantje ……

Wat kun je hiervan gebruiken voor je opleiding?

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren WP 1.5: M, O

C. Wat is mijn leerstijl? Doe een test om je leerstijl te achterhalen. Wat herken je in de uitkomst en wat herken je niet? Als dit jouw leerstijl is, wat kun je dan verder ontwikkelen om optimaal te leren? Betrek hierin de overige leerstijlen.

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren WP 1.2: N

5

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

D. Wat heb ik nodig om mezelf te ontwikkelen? Bespreek de resultaten van je leerstijlentest met die van groepsgenoten. • Welke verschillen en overeenkomsten zijn er in de leerstijlen? • Welke leerstijlen ga je verder ontwikkelen? • Wat heb je daarvoor nodig aan ondersteuning van je begeleider(s) en op welke manier? • Geef tips en tops aan je begeleider(s).

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s) WP 1.2: O

E. Mijn manier van leren evalueren Je werkt in de opleiding aan verschillende opdrachten, zoals: • het schrijven van verslagen • het opdoen en toetsen van je kennis • het oefenen van vaardigheden

• het geven van presentaties • het maken van werkstukken • het werken aan (beroeps)prestaties.

Kies een aantal opdrachten die je al eens hebt uitgevoerd. Evalueer je manier van leren bij de uitvoering van iedere opdracht. Beschrijf per opdracht: • Wat nodigde je uit om deze opdracht te gaan doen? • Wat belemmerde jou in deze opdracht? • Wat was het resultaat van de opdracht? • Wat heb je geleerd van het uitvoeren van de opdracht? • Welke leerstijl heb je toegepast? • Wat had je anders kunnen doen voor een (nog) beter resultaat?

Bewijsstuk Evaluatieverslag WP 1.5: M, O

F. Mijn leerdoelen Welke persoonlijke leerdoelen haal je uit de uitgevoerde opdrachten in deze leerprestatie? Werk je leerdoelen uit in je persoonlijk ontwikkelplan en een plan van aanpak.

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP WP 1.1: J, M, N, W WP 1.3: A, M, O WP 1.4: A, Q

6

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je kent je persoonlijke doelen waaraan je gaat werken om optimaal de opleiding te kunnen volgen. Je weet wat je daarvoor moet ontwikkelen en welke taken je moet leren uitvoeren. Je weet wat daarvoor geschikte manieren van leren zijn. Met behulp van deze gegevens kun je jouw leerproces leren plannen en uitvoeren.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Collage • Overzicht van wat jou helpt om te leren • Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren • Tips en tops voor begeleider(s) • Evaluatieverslag • Persoonlijke leerdoelen in POP/PAP

7

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Hoe leer ik? Opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Collage

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

laat zien wie of wat haar ontwikkeling in positieve zin beïnvloed heeft laat zien wie of wat haar heeft geholpen in haar ontwikkeling

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Overzicht van wat jou helpt om te leren

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft wat haar heeft geholpen om te leren

  

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ervaringen bij het leren zij kan gebruiken voor de opleiding

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

8

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Leerstijlentest met conclusies en hoe je optimaal kunt leren

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

beschrijft haar leerstijl

  

beschrijft de andere leerstijlen

  

beschrijft hoe zij in de opleiding het beste kan leren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Tips en tops voor je begeleider(s)

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

O Creëren en innoveren

beschrijft welke ondersteuning zij nodig heeft bij het leren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Evaluatieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

toont haar successen in het leren

  

beschrijft wat haar helpt om te leren

  

beschrijft wat haar belemmert om te leren

  

beschrijft welke leerstijl zij heeft toegepast

  

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders had kunnen doen voor een beter resultaat

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

9

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Bewijsstuk Persoonlijke leerdoelen in -POP en PAP

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft in haar plan van aanpak duidelijk en concreet hoe ze gaat werken aan het realiseren van haar leerdoelen beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

  

M Analyseren

  

N Onderzoeken

  

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor opdrachten, taken en het bereiken van haar leerdoelen Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren beschrijft de activiteiten die ze gaat ondernemen om zich te ontwikkelen

  

G V O

  

M Analyseren

legt uit welke leerstijlen passen bij deze activiteiten

  

O Creëren en innoveren

beschrijft haar ideeën om zich te ontwikkelen

  

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren maakt een planning van leerdoelen die zij wil gaan ontwikkelen

  

toont haar verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van de planning toont in haar plan van aanpak de activiteiten die zij gaat ondernemen om haar leerdoelen te bereiken

  

Q Plannen en organiseren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

10

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Hoe leer ik?

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

11

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Leerprestatie 2 Samenwerkend leren

Werkprocessen met de competenties van deze leerprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

M Analyseren

N Onderzoeken

W Gedrevenheid en ambitie tonen

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

N Onderzoeken

O Creëren en innoveren

1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren

A Beslissen en activiteiten initiëren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit

A Beslissen en activiteiten initiëren

Q Plannen en organiseren

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

M Analyseren

O Creëren en innoveren

Typering van deze leerprestatie

Samenwerken is belangrijk in je toekomstige beroep. Tijdens de opleiding werk je samen met medestudenten, collega’s en mensen uit je doelgroep. Omgaan met een medestudent, collega of cliënt is niet hetzelfde als omgaan met een vriend of vriendin. Soms klikt het, soms klikt het niet. Ook wanneer het niet klikt, moet je toch met elkaar samenwerken. Wanneer je dat kunt, dan ben je professioneel bezig. Samenwerken krijgt daarom veel aandacht binnen je opleiding, zowel op school als tijdens je BPV.

12

Zorg & Welzijn serie 2014

Yasmine zegt over haar opleiding: ‘Op school werken we veel in groepjes. Soms vind ik dit leuk, maar niet altijd. Voordat we de taken verdelen, wil ik eerst weten wat de opdracht is. Niet alle groepsgenoten willen dit. Zij gaan al direct aan de slag, terwijl ik nog niet begrijp wat precies de bedoeling is. Meestal is het werken in een groepje heel gezellig en leer ik mijn groepsgenoten goed kennen. Ook kan ik veel van hen leren.’

Opdrachten

A. Bijdragen aan de samenwerking Dit is een individuele opdracht. Schrijf op: • Waar je goed in bent als je samenwerkt. • Welke rol(len) neem jij op je in de samenwerking? • Wat vind je nog lastig of kun je nog niet zo goed als je samenwerkt?

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken WP 1.5: M

B. Een samenwerkingscontract opstellen Stel met elkaar een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van de opdrachten C., D., E. Dit doe je door: • uit te wisselen wat iedereen gaat bijdragen aan de samenwerking

• uit te wisselen wat iedereen nodig heeft om goed te kunnen samenwerken • informatie te zoeken over waar het samenwerkingscontract aan moet voldoen • met elkaar groepsregels op te stellen • afspraken te maken over de aanpak van de opdrachten.

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is WP 1.2: N, O

C. Een activiteit plannen en organiseren Organiseer samen een activiteit, bijvoorbeeld: ouderavond, oma-en-opa-dag, ‘eten met de buren’. Maak een plan van aanpak voor de voorbereiding en uitvoering van de activiteit. Dit doe je door: • met elkaar tot een keuze te komen voor een interessante en uitdagende activiteit • te onderzoeken wat er nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren, onderbouw de keuzes • de werkvolgorde en werkverdeling vast te stellen

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing WP 1.3: A, M, O

D. Het uitvoeren van de activiteit Voer de activiteit uit. Bewaak je eigen aandeel in de uitvoering. Kies samen een vorm voor het bewijsstuk waarmee je kunt voldoen aan de beoordelingscriteria.

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm WP 1.4: A, Q

13

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

E. Evalueren Evalueer met de groep onderstaande punten. • Het proces van samenwerken: -- Benoem de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep. -- Wat zouden jullie de volgende keer anders doen? • Het product van samenwerken (het resultaat):

-- Hebben jullie de doelen van de activiteit behaald? -- Wat zouden jullie de volgende keer anders doen?

Bewijsstuk Groepsevaluatie WP 1.5: M, O

F. Reflecteren Schrijf een reflectieverslag over je ervaring bij het uitvoeren van deze leerprestatie. Betrek hierin ook je individuele voorbereiding op de leerprestatie (opdracht A.). • In het verslag beschrijf je: -- De rol, taken en verantwoordelijkheden die jij hebt gehad bij de uitvoering van de opdrachten en leg uit waarom je die rol, taken en verantwoordelijkheid had. -- Jouw sterke en zwakke kanten in de samenwerking (het proces). -- Wat je de volgende keer anders zou doen. -- Wat je leerdoelen zijn in de samenwerking en waarom. -- Wat je kunt doen om aan deze doelen te werken en ze te bereiken.

Bewijsstuk Reflectieverslag WP 1.5: M, O WP 1.1: J, M, N, W

14

Zorg & Welzijn serie 2014

Resultaat van deze leerprestatie Je weet welke beroepsvaardigheden nodig zijn als je met anderen samenwerkt. Je hebt de vaardigheden toegepast bij de opdrachten in deze leerprestatie. Je weet welke vaardigheden jij bezit en benoemt welke je verder gaat ontwikkelen tijdens de opleiding.

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Individuele voorbereiding op de opdrachten in de leerprestatie • Het samenwerkingscontract met onderbouwing • Het plan van aanpak met onderbouwing

• Groepsevaluatie • Reflectieverslag

15

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Voortgangsbeoordelingslijst

Leerprestatie Samenwerkend leren Opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Bewijsstuk Beschrijving van je bijdrage aan samenwerken

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar sterke kanten bij samenwerken

  

beschrijft de rol(len) die zij op zich neemt bij samenwerken beschrijft haar leerpunten bij samenwerken

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Samenwerkingscontract met onderbouwing waarom dit een goed contract is

Werkproces 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren Competenties De student:

G V O

N Onderzoeken

geeft een onderbouwing waarom het samenwerkingscontract goed is

  

O Creëren en innoveren

stelt met de groepsleden groepsregels op voor de samenwerking stelt met de groepsleden een samenwerkingscontract op voor het uitvoeren van een activiteit

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

16

Zorg & Welzijn serie 2014

Bewijsstuk Plan van aanpak met onderbouwing

Werkproces 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren Competenties De student: A Beslissen en activiteiten initiëren heeft in het plan van aanpak de juiste activiteiten gekozen om de opdracht uit te voeren

G V O

  

M Analyseren

legt uit wat nodig is om de gekozen activiteit uit te voeren legt uit waarom de activiteit interessant en uitdagend is

  

O Creëren en innoveren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Zelfgekozen vorm

Werkproces 1.4 Plant het eigen leerproces en voert het uit Competenties De student:

G V O

A Beslissen en activiteiten initiëren toont haar bijdrage aan de uitvoering van de gekozen activiteit aan

  

toont haar verantwoordelijkheid voor een goede uitvoering van de activiteit aan toont haar bijdrage aan de planning en uitvoering van de activiteit aan

  

Q Plannen en organiseren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Groepsevaluatie

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

benoemt de sterke kanten en de leerpunten in de samenwerking als groep benoemt het resultaat van de activiteit en wat zij de volgende keer anders zou doen

  

O Creëren en innoveren

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

17

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Bewijsstuk Reflectieverslag

Werkproces 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Competenties De student:

G V O

M Analyseren

beschrijft haar rol in de samenwerking

  

beschrijft de taken die zij heeft uitgevoerd

  

beschrijft de verantwoordelijkheid die zij heeft gehad

  

beschrijft haar sterke en zwakke kanten

  

O Creëren en innoveren

beschrijft wat zij anders zou willen doen voor een beter resultaat en/of een betere samenwerking

  

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling Competenties De student:

G V O

J Formuleren en rapporteren

beschrijft duidelijk en concreet haar persoonlijke leerdoelen op het gebied van samenwerken beschrijft hoe zij tot haar leerdoelen is gekomen legt uit welke aanpak geschikt is om haar leerdoelen te kunnen bereiken

  

M Analyseren

  

N Onderzoeken

  

W Gedrevenheid en ambitie tonen beschrijft hoe zij verantwoordelijkheid neemt voor het bereiken van haar leerdoelen

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

18

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling leerprestatie Samenwerkend leren

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

19

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Beroepsprestatie 1 Assisteren bij activiteiten (2014-hzw-2-bp1)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan

Q Plannen en organiseren

1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren

L Materialen en middelen inzetten

T Instructies en procedures opvolgen

3.2 Stemt de werkzaamheden af

E Samenwerken en overleggen

J Formuleren en rapporteren

T Instructies en procedures opvolgen

20

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De Helpende Zorg en Welzijn biedt ondersteuning aan cliënten en werkt vaak in de persoonlijke leefsfeer. Je werkt met cliënten in verschillende doelgroepen: kinderen zijn nog niet zelfredzaam en ouderen hebben zelfzorgtekorten. Sommige cliënten hebben een beperkte zelfredzaamheid, zoals mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking. De helpende kijkt, samen met de cliënt, welke activiteiten er worden aangeboden, welke geschikt of gewenst zijn en welke hulp hierbij nodig is. In voorkomende gevallen zorg je ervoor dat vervoer naar de activiteit wordt geregeld. Je kunt een activiteit plannen in tijd en je gebruikt geschikte materialen en middelen. Bij de uitvoering van activiteiten houd je steeds rekening met de veiligheid van de cliënt. Je reageert kordaat in onvoorziene of onveilige situaties en wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag. Je brengt je begeleider of een collega op de hoogte wanneer er sprake is van onvoorziene, onveilige of grensoverschrijdende situaties. Dagopvang Mevrouw Van Rossum is dol op bloemen. Vandaag staat bloemschikken op het activiteitenprogramma van de dagopvang. “Kijk,” zegt mevrouw opeens, “die rode dahlia’s, die hadden wij vroeger ook in de tuin. Och, je moest eens weten, ik had vroeger zo’n mooie tuin.” Je vraagt of mevrouw bloemschikken leuk vindt. “Ach kind, ze horen buiten in de natuur, niet in een vaas binnen,” antwoordt mevrouw. Je vraagt je af of mevrouw Van Rossum mee zal doen met de activiteit. Alle materialen die nodig zijn, liggen klaar. Hoewel, niet alle materialen. De scherpe voorwerpen heb je nog even in de kast laten liggen. Die pak je als iedereen er is. Buurthuis “Weet jij hoeveel jongeren er straks naar de dansworkshops komen?” vraagt de BPV-begeleider aan Nese. “Ik reken op ongeveer dertig personen,” antwoordt Nese. “Ik heb eten, drinken en muziek klaargezet. De garderobe is ook in orde.” “Mooi, dat heb je goed gedaan.” “Gebruik je glazen of plastic bekers?” vraagt de BPV-begeleider. “Het lijkt mij verstandig om plastic bekers te gebruiken,” antwoordt Nese. Kinderopvang “Mmmmm, lekker weer vandaag,” zegt je begeleidster. “Echt voorjaar! Zullen we naar buiten gaan met de kinderen?” “Leuk idee! Wanneer gaan we? Vanochtend of vanmiddag?” “Na het slaapuurtje, dan zijn ze lekker fit. Wil jij een activiteit bedenken, zodat we een plan hebben?” “Graag, ik heb wel leuke ideeën. Kan ik zo meteen even apart gaan zitten om ze uit te werken?”

21

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

2

Plannen

Lees de werkprocessen en bijbehorende competenties goed door. Waar ben je al goed in en waar wil je aan gaan werken? Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

3 3 gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

{ { open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie De planning die je hebt opgesteld voor jouw ondersteuning bij (sociale) activiteiten is een goed uitgangspunt voor je werk. Je sluit aan bij de wensen, behoeften en gewoonten van de cliënt en de instelling. Daarnaast heb je op een professionele manier een bijdrage geleverd aan de voorbereiding en de uitvoering van (sociale) activiteiten. Je hebt de cliënt geholpen om een keus te maken uit het aanbod. Je hebt de cliënt gestimuleerd om mee te doen aan de gekozen activiteit. Bij de uitvoering van activiteiten heb je gebruik gemaakt van goed gekozen materialen en middelen. Je hebt rekening gehouden met de voorschriften van de instelling. Je hebt jouw aandeel aan de (sociale) activiteit afgestemd met je collega’s, vrijwilligers of leidinggevende. Je functioneert op een professionele manier in het werk- of teamoverleg.

22

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten

A. Het oefenen van ondersteuning bij een activiteit Je ondersteunt niet alleen de individuele cliënt maar ook een groep cliënten. • Oefen het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit met één cliënt. • Oefen het voorbereiden en uitvoeren van een activiteit met een groepje cliënten.

Gedragsbeoordeling: WP1.4: L, T en WP 3.2: E , J, T

B. Een verslag over je ondersteuning bij een activiteit Je werkt de voorbereiding en uitvoering van een activiteit uit in een verslag. Je beschrijft hierin: • Welke activiteit je gaat doen en waarom. • De werkplanning die je hebt gebruikt. • Hoe je de cliënt(en) en je begeleider hebt betrokken bij de keuze voor de activiteit. • Welke instructies je hebt opgevolgd.

• Welke (veiligheids)voorschriften van de instelling je hebt toegepast. • Welke materialen en middelen je nodig hebt voor de activiteit. • Wat jouw aandeel is bij de uitvoering van de activiteit.

Verslag: WP 1.1: J, Q en WP1.4: L, T

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Verslag over de voorbereiding en uitvoering van een activiteit met een cliënt en met een groepje cliënten

23

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 1 Assisteren bij activiteiten (2014-hzw-2-bp1) Opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling

Werkproces 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren Competenties De student:

G V O

L Materialen en middelen inzetten maakt de juiste keuze voor de te gebruiken middelen, materialen en methoden

  

gaat professioneel om met de materialen en middelen

  

T Instructies en procedures opvolgen kan instructies opvolgen

  

werkt volgens een werkplanning

  

werkt volgens (veiligheids)voorschriften van de instelling

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

24

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 3.2 Stemt de werkzaamheden af Werkproces De student:

G V O

E Samenwerken en overleggen

meldt belangrijke zaken

  

overlegt tijdig en regelmatig met anderen over de uitvoering van activiteiten vraagt naar de mening en ideeën van anderen over haar werkzaamheden kan haar eigen mening over de geboden hulp bij activiteiten kort en bondig rapporteren

  

  

J Formuleren en rapporteren

  

T Instructies en procedures opvolgen bereidt zich voor op het werk- en/of teamoverleg

  

is op tijd aanwezig om professioneel te kunnen functioneren tijdens het werk- en/of teamoverleg

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Verslag over de voorbereiding en uitvoering van een activiteit met een cliënt en met een groepje cliënten Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan Competenties De student: G V O J Formuleren en rapporteren heeft haar werkplanning scherp en kernachtig geformuleerd    heeft de juiste woorden en uitdrukkingen gebruikt    Q Plannen en organiseren heeft prioriteiten gesteld in haar werkzaamheden    heeft de werkzaamheden gepland en kan aangeven hoeveel tijd deze kosten    Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

25

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Werkproces 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren Competenties De student:

G V O

L Materialen en middelen inzetten heeft de juiste keuze voor de te gebruiken middelen, materialen en methoden omschreven T Instructies en procedures opvolgen heeft omschreven welke instructies ze heeft opgevolgd

  

  

heeft omschreven hoe ze volgens een werkplanning heeft gewerkt heeft omschreven hoe ze volgens (veiligheids) voorschriften van de instelling heeft gewerkt

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

26

Zorg & Welzijn serie 2014

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 1 Assisteren bij activiteiten

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

27

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Beroepsprestatie 2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL (2014-hzw-2-bp2)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het leef-, zorg, begeleidings- of activiteitenplan

R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten T Instructies en procedures opvolgen

1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ADL

D Aandacht en begrip tonen

K Vakdeskundigheid toepassen

28

Zorg & Welzijn serie 2014

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie De Helpende Zorg en Welzijn ondersteunt cliënten bij hun persoonlijke verzorging en de algemene dagelijkse levensbehoeften (ADL). Je helpt bij het wassen, aankleden, de maaltijd en het bewegen en verplaatsen. Je plant je werkzaamheden. Je houdt bij die planning rekening met de instructies en voorschriften van de instelling. Je let op eventuele veranderingen in de gezondheidstoestand van de cliënt en meldt het aan je leidinggevende wanneer hier sprake van is. Je zorgt ervoor dat het welzijn van de cliënt zo optimaal mogelijk is. Dit doe je onder andere door te luisteren en zo aandacht en begrip te tonen voor jouw cliënt. Gebruik geschikte materialen en middelen bij de ondersteuning. Gastoudergezin Je hoort Vanessa huilen en je loopt naar de slaapkamer. “Och meisje, ik ruik het al, een vieze luier!” Je legt Vanessa op de commode. “Jij krijgt van mij een schone luier. Kijk, we doen eerst je broekje uit. Ik pak een oliedoekje en maak je billetjes mooi schoon. Die vieze luier gaat in de luieremmer.” “In de planning staat dat ik vanmiddag mee zou gaan met mevrouw Pineda naar het zwembad om haar te helpen met aan- en uitkleden. Maar nu ik hoor net van Jannie dat ze gisteravond is gevallen. Is het erg?” vraagt Dilek. “Ze was wel geschrokken en wij ook want ze huilde zo hard. Het viel uiteindelijk wel mee. Ze heeft wel iets aan haar enkel. De dokter zou er vanmiddag even naar kijken. Loop jij dan even met haar mee? Heb je tijd of past het niet in je planning?” vraagt de werkbegeleidster aan Dilek. “Hoe laat is die afspraak dan? Ik wil graag mee als het in mijn werkplanning past want ik ben benieuwd hoe het nu met haar is.” Kleinschalige woonvorm voor cliënten met een verstandelijke beperking “Kom Jan, het is tijd om in bad te gaan.” Je roept Jan, maar je ziet hem weglopen, richting de deur. Je weet dat Jan een hekel heeft aan natte haren. Jullie hebben in het team afgesproken dat hij in plaats van onder de douche twee keer per week in bad gaat. Toch vindt Jan het een vervelend gedoe. Je probeert hem te ondersteunen door hem zelf zo veel mogelijk te laten doen. Verpleeghuis PG-afdeling, licht dementerende ouderen

29

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

2

Plannen

Lees de werkprocessen en bijbehorende competenties goed door. Waar ben je al goed in en waar wil je aan gaan werken? Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt een planning opgesteld voor jouw ondersteuning bij de persoonlijke zorg. De planning is een goed uitgangspunt voor je werk en sluit aan bij de wensen, behoeften en gewoonten van de cliënt en de instelling. Je hebt op een professionele manier een bijdrage geleverd aan de persoonlijke zorg. Dat wil zeggen dat je handig bent, uithoudingsvermogen hebt en snel kunt reageren. Bij de ondersteuning heb je gebruik gemaakt van goed gekozen materialen en middelen. Je hebt rekening gehouden met de voorschriften van de instelling. Je hebt naar de wensen en de behoeften van de cliënt geluisterd. Je hebt rekening gehouden met de mogelijkheden van de cliënt en je hebt je werkzaamheden hierop afgestemd. Je hebt aandacht en begrip getoond door te luisteren en je in te leven in de cliënt of zijn naasten.

30

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdracht

A. Het oefenen van helpen bij de persoonlijke zorg In overleg met je begeleider kies je enkele cliënten die jij gaat helpen bij hun persoonlijke zorg. Bedenk van tevoren wat en hoe je dit gaat doen. Maak hiervan een werkplanning. Houd bij je planning rekening met de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt, de instructies en voorschriften van de instelling en de afspraken in het zorgplan (indien aanwezig). Werk volgens de voorschriften, protocollen, instructies en procedures van de instelling. Gedragsbeoordeling: WP 1.1: R, T en WP 1.3: D, K Werkplanning:: WP 1.1: R, T

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Werkplanning van de ondersteuning bij persoonlijke zorg

31

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL (2014-hzw-2-bp2)

Opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan Competenties De student: G V O R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten houdt rekening met de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt bij de ondersteuning   

toont aandacht en begrip voor de cliënt tijdens de uitvoering van de persoonlijke zorg

  

T Instructies en procedures opvolgen kan prioriteiten stellen in de werkzaamheden

  

plant de werkzaamheden en kan aangeven hoeveel tijd deze kosten werkt volgens de voorschriften, protocollen, instructies en procedures van de instelling

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

32

Zorg & Welzijn serie 2014

Werkproces 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke zorg/ADL

Competenties

De student:

G V O

D Aandacht en begrip tonen

toont aandacht en begrip voor de cliënt tijdens de uitvoering van de persoonlijke zorg luistert naar de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt

  

  

K Vakdeskundigheid toepassen

werkt volgens een werkplanning

  

werkt volgens (veiligheids)voorschriften van de instelling is handig, heeft uithoudingsvermogen en reageert snel

  

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

Bewijsstuk Werkplanning van de ondersteuning bij persoonlijke zorg

Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidings- of activiteitenplan

Competenties

De student:

G V O

R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten

heeft in haar planning rekening gehouden met de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt bij de ondersteuning

  

T Instructies en procedures opvolgen heeft in haar planning prioriteiten gesteld in haar werkzaamheden

  

heeft de werkzaamheden gepland en heeft aangegeven hoeveel tijd deze kosten

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

33

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Afspraken met betrekking tot acties die de student gaat ondernemen om zichzelf verder te ontwikkelen (POP/PAP)

Beoordeling beroepsprestatie 2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL

 G oed aangetoond  V oldoende aangetoond  O nvoldoende aangetoond

(s.v.p. aankruisen wat van toepassing is)

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

Naam begeleider: (s.v.p. voluit schrijven in blokletters)

Functie:

Instelling:  BPV

 Opleiding

Datum:

Handtekening:

34

Zorg & Welzijn serie 2014

35

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

Beroepsprestatie 3 Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken (2014-hzw-2-bp3)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer van het werkproces

Titel van het werkproces

Competenties die bij het werkproces horen J Formuleren en rapporteren

1.1 Maakt een werkplanning op basis van het leef-, zorg, begeleidings- of activiteitenplan

Q Plannen en organiseren

R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten T Instructies en procedures opvolgen

1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving

L Materialen en middelen inzetten

R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten T Instructies en procedures opvolgen

36

Zorg & Welzijn serie 2014

3.3 Evalueert de werkzaamheden

J Formuleren en rapporteren

R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten

1

Oriënteren

Typering van deze beroepsprestatie Als helpende ondersteun je de cliënt bij het huishouden. Je kunt een planning maken van jouw taken en je gebruikt de juiste materialen en middelen. Je gaat zorgvuldig om met de materialen die je gebruikt. Je overlegt met je cliënt wat deze verwacht van jouw hulp. Je verdiept je in de mogelijkheden van jouw cliënt door hierover met je begeleider te spreken of door het zorg-, leef- begeleidings- of activiteitenplan te lezen. Je houdt in je werk rekening met de instructies en procedures die gelden binnen jouw instelling. De basisschool “Mieke, wil je de vaatwasser uitruimen en deze stapel voor de les van vanmiddag kopiëren?” vraagt je werk- begeleider. “Dat is goed,” reageert Mieke. Mieke heeft het er maar druk mee, want ook op de basisschool heb je allerlei huishoudelijke werkzaamheden. De kasten op orde houden, vegen, verfpotten bijhouden, potloden slijpen, toiletten controleren. Maar goed, het is ook een onderdeel van je werkzaamheden! De begeleidster zei in het begin: “Probeer de kinderen op een leuke manier bij het opruimen te betrekken. Het is fijn om in een opgeruimde omgeving te werken.” Daar heeft ze wel gelijk in! Kleinschalig wonen “Wat zullen we vanavond eten?” vraagt Esmee tijdens het koffiedrinken met de woongroep voor lichtdemente- rende ouderen. “Bami?” stelt mevrouw Van Osdorp voor. “Zout, zout, zout, dat mag ik niet van de dokter,” reageert meneer Janssen. “Goed dat u dat even zegt, dan houden we daar rekening mee,” zegt Esmee. “Bami met kroepoek lijkt me wel lekker,” gaat mevrouw Van Osdorp verder. “Zullen we nu eerst een boodschappenlijstje maken?” vraagt Esmee. “Wilt u misschien opschrijven wat we nodig hebben, meneer Janssen? Dan kunnen we daarna boodschappen gaan doen.”

37

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

2

Plannen

Lees de werkprocessen en bijbehorende competenties goed door. Waar ben je al goed in en waar wil je aan gaan werken? Stel doelen op in je POP. Overleg met je begeleider over de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdrachten in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de voortgangsbeoordelingslijst. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

{ { gesloten context

{ { geleid

{ { uitvoeren van het eigen takenpakket

3 3 open context

3 3 begeleid

3 3 jouw samenwerking met collega’s

{ { complexe context

{ { zelfstandig*

{ { de hele zorg- en begeleidingscyclus

{ { aansturen van collega’s op hetzelfde of lager niveau

* zelfstandig is niet van toepassing omdat de beroepsprestatie ontwikkelgericht is

Het gewenste resultaat van deze beroepsprestatie Je hebt een planning opgesteld voor jouw ondersteuning bij het huishouden. De planning is een goed uitgangspunt voor je werk en sluit aan bij de wensen, behoeften en gewoonten van de cliënt en de richtlijnen van de instelling. Je hebt op professionele wijze gezorgd voor een schone, verzorgde en functionele leefomgeving. Je hebt de werkzaamheden uitgevoerd volgens planning. De werkzaamhedenzijn afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de cliënt. Je hebt je werkzaamheden op een professionele wijze geëvalueerd. Zo nodig is de werkplanning of zijn je werkzaamheden bijgesteld.

38

Zorg & Welzijn serie 2014

3

Uitvoeren

De opdrachten uit deze beroepsprestatie worden beoordeeld met behulp van de voortgangsbeoordelingslijst. De beoordelingsvormen zijn: gedragsbeoordeling en/of specifieke bewijsstukken. Maak hierover afspraken met je begeleider(s).

Opdrachten A. Het oefenen van het ondersteunen bij huishoudelijke werkzaamheden Oefen het bieden van ondersteuning aan cliënten in de persoonlijke leefomgeving. Je houdt deze leefomgeving schoon en zorgt voor een gezellige en prettige leefomgeving. Je controleert regelmatig of de cliënt tevreden is met jouw hulp. Om de omgeving schoon, netjes en gezellig te houden, oefen je het werken volgens een duidelijke planning. Hierover maak je afspraken met je begeleider(s). Gedragsbeoordeling: WP: 1.1 J, Q, R, T en WP 1.2: L, R, T en WP 3.3: J, R B. Schema huishoudelijke taken Zet in een schema welke dagelijkse, wekelijkse en periodieke huishoudelijke taken jij uitvoert. In het schema geef je aan: • welke zaken voorrang hebben • welke materialen en middelen je nodig hebt • hoeveel tijd je voor de verschillende onderdelen van je planning nodig hebt. Beschrijf in een aparte kolom van het schema hoe je rekening hebt gehouden met de behoeften en verwachting van je cliënt(en). Schema: WP 1.1: J, Q, R, T en WP 1.2: L

Bewijsstukken

Lever de volgende bewijsstukken aan: • Volledig ingevulde voortgangsbeoordelingslijst • Planningsschema van de dagelijkse, wekelijkse en periodieke huishoudelijke werkzaamheden

39

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn

4/5 Controleren/Evalueren

Deze stappen zijn onderdeel van de voortgangsbeoordelingslijst.

Voortgangsbeoordelingslijst

Beroepsprestatie 3 Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken (2014-hzw-2-bp3)

Opleiding Helpende Zorg en Welzijn niveau 2

Naam student:

Cohort:

G : Goed V : Voldoende O : Onvoldoende

Beoordelingscriteria

Gedragsbeoordeling

Werkproces 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het leef-, zorg-, begeleidings- of activiteitenplan Competenties De student: G V O J Formuleren en rapporteren kan haar schriftelijke en mondelinge werkplanning scherp en kernachtig formuleren    gebruikt de juiste woorden en uitdrukkingen    Q Plannen en organiseren kan prioriteiten stellen in haar werkzaamheden    plant de werkzaamheden en kan aangeven hoeveel tijd deze kosten    R Op de behoeften en verwachtingen van de cliënt richten houdt bij de huishoudelijke werkzaamheden rekening met de behoeften, wensen en gewoonten van de cliënt   

geeft duidelijk aan wat de cliënt wel of niet mag of kan verwachten bespreekt eventuele wijzigingen en controleert de instemming van de cliënt

  

  

T Instructies en procedures opvolgen houdt bij het opstellen van de werkplanning rekening met de richtlijnen, standaarden en procedures van de instelling

  

Feedback aan de hand van bovengenoemde beoordelingscriteria

40

Zorg & Welzijn serie 2014

Made with