00640840005

00640840005

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker

5 Samenstellen utiliteitsbouw

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 MEtAAlbEwErkEN Constructiewerker [Crebo 94312]

5

project taak

Samenstellen Utiliteitsbouw

0693146226

bestelnummer 00640840005

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Auteur

W. Emons

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep W. Emons, T.A. Overdijk , D. Gelissen

Eindredactie M. Brok, J. Berghs, H.M.F. van den Berg

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

Fotografie basisfoto omslag: Smeot Hengelo

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto´s

ROC Nijmegen Staalbouw Mook Smeot Hengelo

© 2010 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

InhoUd

Introductie ..................................................... 5

Oriëntatie .................................................... 17 Planning en Voorbereiding ......................... 25 Uitvoering en Controle ............................... 35

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

Oplevering en Evaluatie ............................. 45 BIJLAGE 1 Beoordelingsmonitor ................................... 54 BIJLAGE 2 Urenverantwoording .................................... 56 BIJLAGE 3 Evaluatieformulier ........................................ 57 BIJLAGE 4 Planner .......................................................... 62

4

Constructiewerker

IntrodUCt I e

Utiliteitsbouw beslaat alle bouwwerken die geen woonbestemming hebben. Enkele voorbeelden:

• Gebouwen om in te werken zoals fabrieken, scholen, kantoren en opslagruimtes. • Gebouwen voor commerciële dienstverlening zoals winkels en garages. • Verzorgingsinstellingen zoals ziekenhuizen. • Recreatievoorzieningen zoals bioscopen, vakantieoorden en sportgebouwen. • Nutsvoorzieningen zoals energiecentrales en rioolwaterzuiveringsinstallaties. Zagen, boren, buigen, verbinden en bewerken van metaal is een onmisbaar onderdeel van het bouwproces dat leidt tot deze bouwwerken. Bij jouw vak als constructiewerker ligt de nadruk op het vervaardigen, repareren en modificeren van (stalen) constructies, waaronder ook schepen (afhankelijk van het bedrijf waar je werkt). Je werkt zowel binnen het bedrijf als op locatie bij opdrachtgevers. Je vervaardigt onderdelen van constructies. Je plaatst, monteert en verbindt deze onderdelen aan elkaar, ook op locatie. Je werkt met diverse soorten materialen: ferro, non-ferro en kunststoffen. In deze taak ga je leren om als constructiewerker onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies te monteren en te demonteren. Dat doe je door het maken of laten maken van meerdere producten binnen een project die je ook samenbouwt. Daarnaast leer je om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken.

5

Samenstellen Utiliteitsbouw

Aan de orde komt o.a.: • onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies pasmaken voor montage • onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies monteren en demonteren • staalconstructies en/of dakconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren • verschillende montagetechnieken • veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • boutverbindingen en/of lasverbindingen toepassen in staalconstructies en/of dakconstructies • conserveren van staalconstructies • meten en keuren • het maken van planning/activiteitenplan • het maken van verslagen • presenteren: voeren van gesprekken en een criteriumgericht interview • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen In deze projecttaak werk je aan een gedeelte van kerntaak 1 ‘Vervaardigen producten’. Daarin komen onderstaande werkprocessen aan de orde. 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal 1.4 Verbinden van onderdelen 1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten 1.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t. productvervaardiging Ook werk je aan kerntaak 2 ‘Samenbouwen van deelproducten’. Daarin komen onderstaande werkprocessen aan de orde. 2.1 Voorbereiden samenbouwen van deelproducten 2.2 Controleren van materialen en gereedschappen 2.3 Assembleren en monteren van deelproducten 2.4 Reparaties en modificaties uitvoeren 2.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s 2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoerde werkzaamheden 2.7 Afronden van werkzaamheden met betrekking tot het samenbouwen van deelproducten

6

Constructiewerker

Vanuit Leren, Loopbaan en Burgerschap werk je aan: • Kerntaak 1 ‘Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken’ • Kerntaak 2 ‘Stuurt de eigen loopbaan’

De bewijsstukken voor talen kunnen opgenomen worden in een taalportfolio.

Portfolio en afsluiting van de projecttaak In je portfolio zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien. Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • eigen werk in de praktijk of op school • recent gemaakt • uitgevoerd bij deze projecttaak • zichtbaar welk werkproces of welke competenties per bewijs worden aangetoond (minimaal complexiteit C) • in overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • met ondertekende beoordelingen Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘ GO ’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken. De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met minimaal ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Tenslotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. Voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio draag je zelf de verantwoordelijkheid.

7

Samenstellen Utiliteitsbouw

De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen.

Deze taak moet minimaal op complexiteit C worden uitgevoerd.

C

deels zelfstandig Voor een deel voer je zelfstandig de taak uit. Je kunt bij problemen je begeleider raadplegen.

Standaard De taak bestaat uit verschillende werkzaamheden

die je in een normale werksituatie uitvoert.

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

1 Portfolio met bewijzen • Productanalyse • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leeractiviteiten, POP

stap

1 oriëntatie

2 Planning en

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • werkvoorbereiding

Voorbereiding

3 Uitvoering en Controle

• Producten van de projecttaak • Fotoverslag productieproces • Instructiebeschrijving • Eindcontroleformulieren • Urenverantwoording • beoordeling door de praktijk

4 oplevering en evaluatie

• Mondelinge presentatie of demonstratie • Ingevulde en beoordeelde beoordelingsmonitor • Portfolio met producten (in te leveren resultaten) • beoordelingsgesprek • Evaluatieformulier

8

Constructiewerker

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

organISatIe

Uitvoeren projecttaak De student gaat de projecttaak uitvoeren op het leerbedrijf en op school. De praktische oefeningen en opdrachten worden op het leerbedrijf uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is kan, in overleg met de school (rOC), besloten worden om enkele opdrachten op school te laten uitvoeren. De theoretische opdrachten worden op school onder begeleiding van de vakdocent gemaakt. De student gaat de projecttaak volgens de 4 stappen van beroepstaak gestuurd leren uitvoeren. Inhoud van deze projecttaak In deze taak gaat de student leren om als constructiewerker onderdelen van staalconstructies te monteren en te demonteren. Dat doet hij door het maken of laten maken van meerdere producten binnen een project die hij ook samenbouwt. Daarnaast leert de student om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. De volgende onderdelen komen aan de orde: • onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies pasmaken voor montage • onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies monteren en demonteren • staalconstructies en/of dakconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren • verschillende montagetechnieken • veiligheids- en milieuvoorschriften toepassen bij de werkzaamheden • boutverbindingen en/of lasverbindingen toepassen in staalconstructies en/of dakconstructies • conserveren van staalconstructies • meten en keuren • het maken van planning/activiteitenplan • het maken van verslagen • presenteren: voeren van gesprekken en een criteriumgericht interview • portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsmonitor invullen Praktijk en theorie De onderwerpen, theorie en praktijk zijn te vinden in de planners en ‘Overallschema voor de Constructiewerker 94312’ op de bestelsite: • www.consortiumbo.nl > kies bestellen > • Na login kies voor menu ‘Downloads’-> ‘Niveau 3’ • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding.

9

Samenstellen Utiliteitsbouw

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

(Staal)constructies maken, opbouwen en stellen. Daarbij rekening houden met de stabiliteit van de constructie en sterkte van de afzonderlijke onderdelen, (montage)werkzaamheden uitvoeren zoals o.a. • het monteren van profielen e.d. en daarin onderscheiden: wandregels, kolommen, kolomovergangen, aansluiting van liggers tegen kolommen, verankeringen, windverbanden, scharnierverbindingen, momentverbindingen, hoekstaalverbindingen • het samenstellen van knooppunten in constructies, rekening houdend met de zwaartelijnen in het materiaal nederlands De ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent Nederlands, maar van het hele opleidingsteam. Door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun taalniveau op peil brengen en houden. Dit noemen we de ‘Drieslag taalontwikkeling’.

1e Slag De studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren. Daarom moeten zij veel lezen,schrijven, luisteren en spreken. • bij alle docenten • In alle lessen • Op de werkvloer Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt. 2e Slag Elke MbO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands. Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties. In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod.

3e Slag Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding. Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student dan lessen volgen om zijn tekorten weg te werken. De studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen. Werken met het referentiekader Meijerink taal en rekenen Voor MbO-opleidingen geldt het referentiekader taal en rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten. Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist.

10 Constructiewerker

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

taalkaarten nederlands Voor de beroeps- en projecttaken heeft Consortium taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de vaardigheden en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink. De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht aan welke eisen de talige producten van de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van lesprogramma’s en toetsing. In de begeleidershandleiding zijn suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven.

De taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:

Spreken/gesprekken voeren 1. reflectiegesprek 2. Functioneringsgesprek 3. telefoneren 4. werkoverleg en vergaderen 5. Discussie 6. Presenteren 7. Sollicitatiegesprek luisteren

8. luisteren naar mondelinge instructies 9. luisteren bij werkoverleg/vergadering lezen 10. Samenvatten (hoofd- en bijzaken) 11. lezen van handleidingen en instructies 12. Schema’s /tabellen en grafieken Schrijven

13. Zakelijke e-mail 14. Zakelijke brief 15. De sollicitatiebrief 16. Het CV 17. besluitenlijst/notulen 18. Het verslag 19. Het logboek 20. Het woordenschrift

11 Samenstellen Utiliteitsbouw

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

taalbeschouwing/taalverzorging grammatica 21. woordsoorten benoemen 22. Zinsdelen benoemen Spelling 23. Schema werkwoordspelling 24. leestekens hulpmiddelen 25. Hulpmiddelen

Moderne vreemde talen (MVt) bij de moderne vreemde talen kan het onderwijsteam ook de drieslag taalontwikkeling toepassen. Een uitwerking daarvan moet nog ontwikkeld worden.

rekenen en WISkUnde referentiekader rekenen Meijerink Met het formuleren van de referentieniveaus voor het domein rekenen is helder in kaart gebracht wat studenten in het mbo moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen. Voor beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist. Werken met de drieslag rekenen/wiskunde Het leren van rekenen/wiskunde kan - in analogie met het taalonderwijs - in de vorm van een drieslag plaats vinden: • Een deel van het leerproces vindt plaats in en nauw aansluitend op de integrale opdrachten. • Een deel van het leerproces vindt plaats in afzonderlijke reken/wiskundelessen. • Een deel van het leerproces vindt plaats in individuele remediëringstrajecten

domeinen binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken:

1. getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden

12 Constructiewerker

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen:

• notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal • met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik • gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.

Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren:

• paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken • functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak • weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht.

Aanvullende informatie over het referentiekader Meijerink en de toepassing ervan in de MbO-opleidingen is te vinden op de site www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl .

llB (leren, looPBaan en BUrgerSChaP)

leren, loopbaan en burgerschap kan integraal aangeboden worden in de projecttaken. • De uitwerking is op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. • In de stappen van de beroeps- en projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van llb als volgt aan de orde:

Oriënteren/Oriëntatie

1.1 benoemt leerdoelen voor eigen ontwikkeling

Planning en Voorbereiding

1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Oplevering en

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

Evaluatie

2.3 Stuurt zijn eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn

13 Samenstellen Utiliteitsbouw

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

llb kaarten Consortium heeft voor llb kaarten ontwikkeld die een koppeling maken tussen de beroeps- en projecttaken en de kerntaken enerzijds en de toegepaste methode anderzijds.

De onderwerpen van deze llb-kaarten geven aanknopingspunten voor de integrale toepassing van burgerschapscompetenties. De volgende onderwerpen komen aan bod:

-01 WIE BEN IK? -02 WAT WIL IK?

-03 POP EN MINI-POP -04 MIJN LEERSTIJL -05 MIJN PLANNING -06 IK KIJK TERUG -07 WAAR BEN IK GOED IN? -08 HOE BEVALT JOUW WERK? -09 HOE ZIET MIJN BEROEP ERUIT? -10 MIJN SOLLICITATIEBRIEF -11 MIJN CV EN PORTFOLIO -12 IK GA SOLLICITEREN -13 IK ALS WERKNEMER -14 WAT ZIJN MIJN RECHTEN? -15 IK ALS COLLEGA

14 Constructiewerker

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

aanWIjzIngen BegeleIderS Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de student van de demonstratie en het eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • bepaalt go/No-go. • boordeling van het proces in de projecttaak. • Controleert portfolio. Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de student in het bedrijf. • Invullen van de beoordelingsmonitor. • Ingeleverde resultaten beoordelen. • Plannen met de student van de demonstratie en eindgesprek

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk verschillende rollen kunnen vervullen. laat de student in het

activiteitenplan de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze taken kunnen uitvoeren zoals: • geven van (vak)lessen • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor • vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak • bepaalt go/No-go • boordeling van Plannen van demonstratie een eindgesprek • voeren van evaluatiegesprek.

Portfolio • In deze projecttaak volgt de leerling de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. De producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. • Na elke stap moet de leerling zijn beoordelingsmonitor/-formulieren laten bijwerken door de begeleider of de praktijkbegeleider. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het basisdocument voor docenten Constructiewerker. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

15 Samenstellen Utiliteitsbouw

StaP 1 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

d a g

2.1 Voorbereiden samenbouwen van deel- producten 2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoer- de werkzaam- heden

l Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen.

j. formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op relevante formulieren, zodat de leidinggevende de eindcontrole kan uitvoeren.

16 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

orIëntatIe

In deze stap ga je eerst samen met je praktijkopleider van je leerbedrijf of met je studiebegeleider op school op zoek naar een project waarin je onderdelen van staalconstructies en/of dakconstructies kunt monteren en demonteren. Dat doe je aan de hand van tekeningen. Vervolgens ga je per product de bewerkingsmethode en de werktuig- of machinekeuze bepalen. Dit doe je op basis van product, materiaalsoort en wijze van bewerking en montage. Om je keuze te verklaren moet je de toepassingsmogelijkheid van de gekozen technieken met voor- en nadelen aangeven. Tenslotte beschrijf je de werkwijze van de bewerkingen en montagetechnieken die je gaat uitvoeren. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere studenten. Bespreek met hen je successen en je problemen die je tijdens de uitvoering bent tegengekomen. Ook deze collegiale samenwerking vormt een bewijsstuk tijdens deze projecttaak (Samenwerken en overleggen).

17 Samenstellen Utiliteitsbouw

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten

Competentie o V g

Productanalyse

2.1 l 2.6 J 2.1 l 2.6 J

Overzicht materialen, gereedschappen en producten Overzicht leeractiviteiten, POP

llb (kt1 en 2) 2.1 l 2.6 J

Verantwoording van de beoordeling Datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

ACTIVITEITEN

1. Productanalyse Maak een lijst van een of meer producten die je gaat opleveren. Beschrijf duidelijk per product waarvoor het gebruikt wordt en hoe het werkt (tip: werk met behulp van foto’s, tekeningen, folders enz.). Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze.

18 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

Beschrijf in deze lijst per product welke technische bewerkingen en montagetechnieken noodzakelijk zijn om dit product te kunnen vervaardigen en monteren. Leg uit waarom je voor deze bewerking(en) en montagetechnieken gekozen hebt. Onderzoek wat je voor deze opdracht al weet en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren. overzicht van producten, materialen en gereedschappen Maak een lijst met producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per product aan met wie je te maken hebt (school, werk, klanten, medestudenten). Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren (plan van aanpak). Maak met behulp van de tekening(en) per product een lijst van gereedschappen en hulpstukken die nodig zijn om deze bewerkingen uit te kunnen voeren. 2.

Geef aan of er nog extra hulpstukken en/of mallen gemaakt moeten worden.

3. overzicht van je leeractiviteiten (PoP) Formuleer op de volgende vragen een antwoord. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en met je medecursisten (deelnemers aan het project). Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke werkprocessen (WP) ga je in deze projecttaak (kerntaak 1 en 2) toepassen?

• Welke kennis heb je per WP nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken?

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsmonitor, de planner.

19 Samenstellen Utiliteitsbouw

Evalueren en beoordelen

De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Daarvoor wordt de competentiescoretabel ingevuld. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordelingen voldoende zijn, krijg je een GO. Hiermee is je oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • Hanteren van relevante Arbo-,veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen en monteren van producten worden toegepast. • Kennis van vakjargon binnen de branche. • Lezen van technische tekeningen en schema’s. Vakkennis en vaardigheden

20 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

BegeleIdIng

de stabiliteit van staalconstructies, normen en richtlijnen Praktijk 1. De montagevolgorde bepalen in relatie met de stabiliteit van de (staal)constructie.

theorie 1. De montagevolgorde beschrijven rekening houdend met de stabiliteit van de (staal)constructie.

lassen Praktijk 1. De kwaliteit van het laswerk beoordelen door het lasuiterlijk en meting van de geometrie van de las(vorm). 2. Het lasuiterlijk beoordelen van lasconstructies m.b.t. het verbinden van plaat, plat, profiel en/of pijp en verbindingsmethoden van ongelijke profielen (doorsneden) e.d. in elkaars verlengde, ofwel in knooppunten van de constructie. Boutverbindingen toepassen in staalconstructies Praktijk 1. Montagewerk uitvoeren, gebruik makend van boutverbindingen, voorspanbouten en van de daarvoor geëigende gereedschappen, zoals: momentsleutels, elektrisch en pneumatisch aangedreven moeraanzetters. 2. Sluitringen, hellingsluitplaten e.d. toepassen bij boutverbindingen.

theorie Schroefdraad bevestigingsschroefdraad: • metrische schroefdraad • unieschroefdraad •

bevestigingspijp-schroefdraad

bewegingsschroefdraad

losneembare verbindingen: • zeskant bouten •

cilinderkopschroeven met binnenzeskant

• • •

voorspanbouten

tapeind

flensverbindingen

21 Samenstellen Utiliteitsbouw

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

• • • • •

kolombouten

verbindingen voor opnemen dwarskrachten

stelschroeven

blindklinkmoeren snelbevestigers

Borgingen •

borgmethoden

testen van borgmiddelen

Borgmiddelen •

zetborgmiddelen

• •

verliesborgmiddelen losdraaiborgmiddelen

Mechanische eigenschappen van bouten en moeren noemen.

normen en richtlijnen • Normen die betrekking hebben op de berekening van staalbouwkundige constructie noemen/beschrijven en berekeningen uitvoeren.

• Normen die betrekking hebben op de fabricage van een staalbouwkundige constructie noemen/beschrijven.

• Normen die betrekking hebben op het tekenen van een staalbouwkundige constructie noemen/beschrijven.

• Normen die betrekking hebben op de bevestigingsartikelen van een staalbouwkundige constructie noemen/ beschrijven.

• richtlijnen voor de keuze van de staalkwaliteit voor overwegend statisch belaste bouwconstructies noemen/ beschrijven.

nederlands Zie introductie

Moderne vreemde talen (MVt) Zie introductie

rekenen en Wiskunde Zie introductie

22 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

leren, loopbaan en Burgerschap (llB) Zie introductie

aanWIjzIngen BegeleIderS Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go. • beoordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen van de ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go.

23 Samenstellen Utiliteitsbouw

StaP 2 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

d a g

2.1 Voorbereiden en samen- bouwen van deelproducten

e. Samenwerken en overleggen Je stemt in overleg met de leidinggevende de uit te voeren werkzaamheden af, zodat de werkzaamheden efficiënt en effectief worden voorbereid. k. Vakdeskundigheid toepassen Je neemt de verzamelde informatie voor het samenbouwen van deelproducten door en interpreteert deze, zodat je een duidelijk beeld hebt van alle relevante gegevens die betrekking hebben op het samen te bouwen product.

24 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

PlannIng en VoorBereIdIng

In deze stap ga je met behulp van de gegevens die je hebt verzameld in de stap Oriëntatie een plan van aanpak maken met een planning in tijd en een werkvoorbereiding. Dit plan ga je de komende periode daadwerkelijk gebruiken om alle werkzaamheden uit te kunnen voeren. Daarvoor moet je goed weten wat je allemaal wil doen, oefenen en leren. Ook moet het duidelijk zijn wie je daarvoor nodig hebt, waar en wanneer. Een overzicht hiervan krijg je door steeds vooraf een plan van aanpak met een planning te maken.

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten

Competentie o V g

Plan van aanpak Ingevulde planning werkvoorbereiding

2.1 E, k (+llb) 2.1 E, k (+llb)

2.1 E, k Verantwoording van de beoordeling Datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

ACTIVITEITEN

Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van de producten die je gemaakt hebt in de Oriëntatie: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten

25 Samenstellen Utiliteitsbouw

Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project.

26 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

Plan van aanpak: indeling en inhoud

0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) activiteit Competenties 6. Faciliteiten 7. Oplevering van project 8. Afspraken en begeleiding

praktijkopleider en jezelf. Maak een overlegschema.> BIJLAGEN: a. Lijst met in te leveren beroepsproducten

b. Werktekeningen c. Planning in tijd

Als het klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

27 Samenstellen Utiliteitsbouw

Checklist Plan van aanpak Is het voorblad compleet?  Tekst: ‘Plan van aanpak’?  Naam van de projecttaak?  Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Plaats en einddatum van het Plan van aanpak?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Je eigen naam?

Lay-out  Inhoudsopgave met paginanummers?  Hoofdstukken genummerd?  Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik)  Spellingsfouten? Punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Aan welke eisen moet het product voldoen (lijst)?  Naam van de opdrachtgever (persoon)?  Naam van de projectleider?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten  Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde?  Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid?  Is de oplevering van het project beschreven? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten?

De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

de Checklist Plan van aanpak is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/techniek_ICt_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

28 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

Bespreek tenslotte je plan van aanpak en planning met je begeleiders van bedrijf en school. Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd? (minimaal complexiteit C) Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. Werkvoorbereiding Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen moet je een werkvoorbereiding gemaakt hebben. Beschrijf voor elk product: • Het op te leveren resultaat. Maak daarbij duidelijk voor welke techniek je kiest en waarom. 3.

• De werkvolgorde: met wie je werkt en wie wat doet. • Van welke tekeningen, procedures, materialen en gereedschappen je gebruik gaat maken.

Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

29 Samenstellen Utiliteitsbouw

Evalueren en beoordelen

Je begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsmonitor. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO . Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap. • Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften • Kennis van materialen en middelen die bij het samenbouwen van deelproducten worden toegepast • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen • Kennis van vakjargon binnen de branche • Lezen van technische tekeningen en schema’s • Specialistische kennis en vaardigheden voor het beroep • Theoretische kennis van het werkveld van het beroep Vakkennis en vaardigheden

30 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

BegeleIdIng

Staalconstructies maken, opbouwen, stellen, controleren en repareren

Praktijk Algemene doelen 1. De werkmethode en volgorde bepalen. 2. Het geëigende gereedschap en de apparatuur kiezen volgens normen, bestellen c.q. doorgeven van de te vervangen onderdelen. 3. Maatregelen treffen voor het veilig en ordelijk werken op de werkplek. 4. werkuitvoering. 5. beschadigde delen van constructies vervangen door middel van uit-/afbranden of -slijpen, waarbij de volgende onderdelen deel uitmaken van de werkvolgorde: – de beschadigde onderdelen aftekenen – de beschadigde onderdelen uit- of afbranden – brandnaden afwerken – merkpunten ten behoeve van de vorm van het te vernieuwen onderdeel aanbrengen – de vorm en afmetingen van het te vervangen onderdeel bepalen – platen en/of profielen met behulp van meetgegevens en al of niet met behulp van mallen aftekenen – nieuwe onderdelen positioneren, stroken en zichten – de gepositioneerde onderdelen hechten – de onderdelen aflassen door middel van booglassen met beklede elektrode of MIg/MAg of tIg – factoren onderkennen die krimp bij het lassen beïnvloeden – volgens aanwijzingen noodzakelijke (tijdelijke) verstijvingen aanbrengen 6. gescheurde lasverbindingen herstellen door middel van uitbranden en/of uitslijpen en het opnieuw aanbrengen van een lasverbinding, al dan niet met versteviging.

theorie Profielen • warm- en koudgewalste gewalste stalen profielen kunnen noemen en beschrijven.

buisprofielen noemen en beschrijven.

Platte producten noemen en beschrijven.

Profielen herkennen en beschrijven, zoals: – INP-balken – IPE-balken – H-balken

31 Samenstellen Utiliteitsbouw

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

– HE-balken – U-balken – t-Staven – Hoekprofielen – Plat, rond en vierkant – buisprofielen

• Aanduidingen, handelslengte en normenoverzicht van profielen noemen en beschrijven.

Uitvoeringsvoorbeelden beschrijven van bouwkundige details, betrekking hebbend op onderdelen waar ‘staal en bouw’ direct met elkaar verbonden zijn, zoals:

Staalconstructies • dakbedekking •

wandbedekking

• •

windverband in de gevel

chemische ankers

dakconstructies • gordingen •

constructie gordingbevestiging

• • • • •

hoofdliggers

constructie volle-wandliggers constructie vakwerkliggers constructie ruimtevakwerken windverband in het dakvlak

onderdelen van staalconstructies • begrippen als: stramienlijnen, peil stabiliteit en statisch bepaalde en statisch onbepaalde constructies kunnen verklaren en beschrijven.

nederlands Zie introductie

leren, loopbaan en Burgerschap (llB) Zie introductie

Moderne vreemde talen (MVt) Zie introductie.

32 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorBereIdIng

bEgElEIDErSINFOrMAtIE

rekenen en Wiskunde Zie introductie

aanWIjzIngen BegeleIderS Begeleider: bij Bol en BBl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt gO/NO-gO. • beoordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt go/No-go.

33 Samenstellen Utiliteitsbouw

StaP 3 je competentieontwikkeling bij deze stap Werkprocessen en competenties

d a g

1.2 Machines en gereedschap- pen in- en afstellen 1.3 bewerken en vervormen van materiaal 1.4 Verbinden van onderdelen

t. Instructies en procedures opvolgen Je past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in- en afstellen van machines en gereedschappen. Het resultaat is zo geconstrueerd dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product. kwaliteit leveren Je bewerkt en vervormt het materiaal efficiënt en accuraat door toepassen van de juiste bewerkingstechnieken, zodat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering, levertijd en aantallen. Samenwerken en overleggen Je raadpleegt en betrekt anderen bij het verbinden van complexe onderdelen. Je zorgt er voor dat de onderdelen correct gepositioneerd worden voordat ze aan elkaar verbonden worden. k. Vakdeskundigheid toepassen Je verbindt de onderdelen vakkundig en accuraat volgens werktekeningen. Je volgt de lasvolgorde- en lasmethodebeschrijving en werkt de lasverbindingen af. Je zorgt ervoor dat de vervaardigde producten voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen ten aanzien van maatvoering en vormgeving. l. Materialen en middelen inzetten Je gebruikt materialen, middelen en gereedschappen efficiënt die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal. Je zorgt dat er zo min mogelijk materiaal wordt verspild en het werk veilig kan worden uitgevoerd. t. Instructies en procedures opvolgen Je volgt de voorgeschreven procedures (lMb) op, zodat het werk conform veiligheids- en milieuvoorschriften wordt uitgevoerd. S. e.

1.6 Meten,testen en controleren van vervaar- digde produc- ten 1.7 Afronden van werkzaam- heden m.b.t. product- vervaardiging

j. formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren.

f. ethisch en integer handelen Je houdt rekening met jouw omgeving en maakt je werkplek schoon en voert het afvalmateriaal gescheiden af (neem Arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften in acht).

34 Constructiewerker

StAP 3 UItVoerIng en Controle

UItVoerIng en Controle

2.2 Controleren van materialen en gereed- schappen 2.3 Assembleren en monteren van deel- producten

k. Vakdeskundigheid toepassen Je controleert visueel te gebruiken machines, materialen en gereedschappen op bruikbaarheid, zodat het samenbouwen van deelproducten volgens bedrijfsvoorschriften veilig wordt uitgevoerd. l. Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen en kiest de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen en hijsapparatuur. kwaliteit leveren Je assembleert en monteert deelproducten efficiënt en accuraat, zodat de samenbouw van het geheel voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. l. Materialen en middelen inzetten Je assembleert, monteert en gebruikt deelproducten (materialen en middelen) correct door de juiste verbindingstechnieken toe te passen. k. Vakdeskundigheid toepassen Je demonteert delen van deelproducten, assembleert en monteert nieuwe delen door handmatig de meest geschikte verbindende technieken toe te passen. Begeleiden Je geeft naar aanleiding van de uitgevoerde reparaties/modificaties bij verantwoording adviezen op basis van je vakmanschap hoe de werkzaamheden beter uit te voeren. l. Materialen en middelen inzetten Je repareert/modificeert constructiedelen door effectief en veilig gebruik van materialen en technische middelen. k. Vakdeskundigheid toepassen Je repareert/modificeert constructiedelen door vakkundig toepassen van relevante scheidende en verbindende technieken. S. kwaliteit leveren Je voert de reparaties/modificaties uit aan constructies volgens tekeningen en kwaliteitsnormen. S. C.

2.4 reparaties en modificaties uitvoeren

2.5 begeleiden van minder ervaren collega’s

C. Begeleiden Je geeft stellige adviezen over hoe de werkzaamheden aan te pakken. Je geeft duidelijke instructies en uitleg en aan minder ervaren collega’s. k. Vakdeskundigheid toepassen Je legt het samenbouwen en reparatie van deelproducten begrijpelijk uit. Je demonstreert deze en controleert of het begrepen is.

2.6 Meten, testen en controleren van uitgevoer- de werkzaam- heden

l. Materialen en middelen inzetten Je gebruikt en draagt efficiënt zorg voor meetgereedschappen en materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten. t. Instructies en procedures opvolgen Je hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten, zodat de producten volgens tekening gecontroleerd zijn en eindcontrole kan worden uitgevoerd.

35 Samenstellen Utiliteitsbouw

2.7 Afronden van werkzaamhe- den m.b.t. het samenbouwen van deelpro- ducten

f. ethisch en integer handelen Je houdt rekening met de omgeving en maakt jouw werkplek schoon en voert het afvalmateriaal gescheiden (je neemt Arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften in acht) af. l. Materialen en middelen inzetten Je zorgt goed voor het product ,gebruikt de juiste middelen om de producten en de werkplek schoon te maken, zodat de producten niet worden aangetast.

In deze stap ga je de projecttaak uitvoeren door een of meer producten uit de projecttaak te maken (of te laten maken) en samen te bouwen. Je gebruikt daarvoor je werkvoorbereiding uit stap 2. Bij het maken van de producten pas je scheidende en/of verspanende bewerkingen toe.De afzonderlijke onderdelen moeten met de door jou gekozen montagetechnieken samengebouwd worden. Tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden moet je je werk regelmatig en kritisch controleren. Voldoet het product aan de gestelde eisen? Welk proces heb je tot zover doorlopen en van welke procedures heb je gebruik gemaakt? Als het nodig is en je nog vragen hebt, overleg je met degene aan wie je verantwoording schuldig bent. Eventuele aanpassingen of fouten kun je dan tijdig signaleren en bijstellen. Houd vanaf de voorbereiding tot en met de controle de urenverantwoording bij om te controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

de urenverantwoording is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/techniek_ICt_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

36 Constructiewerker

StAP 3 UItVoerIng en Controle

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren producten

Competentie o V g

Fotoverslag van het productieproces 1.2 t

1.3 S 1.7 F

Producten van de projecttaak

1.6 J

2.2 k en l 2.3 S, l en k 2.4 l, k, S 2.6 l en t 1.4 k, l 2.5 C en k 2.4 C 2.3 l 2.4 k 2.6 t 2.7 F en l 2.1 E 1.4 E

beoordeling door de praktijk geschreven instructie Eindcontroleformulieren

Urenverantwoording

2.6 J

2.7 F en l

1.4 t Verantwoording van de beoordeling Datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

37 Samenstellen Utiliteitsbouw

ACTIVITEITEN

In de voorafgaande stappen zijn de werkvoorbereidingen gedaan en vastgelegd in het plan van aanpak en de werkvoorbereiding. Nu ga je aan de slag met het maken van de producten. fotoverslag van het productieproces Maak aan de hand van je werkzaamheden een fotoverslag. Je fotoverslag moet voldoen aan: • Werkproces 2.3 Assembleren en monteren van deelproducten – Maak foto’s en schrijf daarbij waarom je bij het monteren juist voor die materialen en middelen hebt gekozen. – Schrijf erbij wanneer en op welke wijze je bedrijfsregels en procedures hebt opgevolgd. – Schrijf wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. • Werkproces 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal – Maak foto’s en schrijf daarbij hoe je gewerkt hebt met behulp van tekeningen, bewerkingsinstructies en Arbo-voorschriften (voeg eventueel kopieën van gebruikte documenten toe). – Schrijf op welke wijze je het werk veilig hebt uitgevoerd. – Schrijf op wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. Producten van de projecttaak Laat de producten die je gemaakt en gemonteerd hebt door je begeleider controleren en beoordelen. Hij doet dat door te kijken of het materiaal op de juiste wijze is bewerkt, vervormd en gemonteerd is volgens specificaties. Instructie schrijven Schrijf een instructie voor het samenbouwen van deelproducten voor een minder ervaren collega. De instructie moet stapsgewijs en in goede volgorde opgebouwd en volledig zijn. Je collega moet de instructie kunnen begrijpen en ermee kunnen werken. 1. 2. 3.

38 Constructiewerker

StAP 3 UItVoerIng en Controle

4. Controleformulieren en -lijst Verzamel je formulieren waarin de meetresultaten zijn vastgelegd. Deze formulieren moeten zijn ondertekend en gecontroleerd door je leidinggevende. Maak een lijst met de meetgereedschappen en beschermingsmiddelen die je voor de controle hebt gebruikt.

5.

Urenverantwoording (zie bijlage 2 Urenverantwoording)

Je hebt gedurende de projecttaak een urenverantwoording bijgehouden. Laat het formulier ondertekenen door de praktijkopleider en de begeleider van school. Lever het formulier bij stap 4 in.

de urenverantwoording is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/techniek_ICt_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

6. Beoordeling door de praktijk Als alle resultaten ingeleverd zijn en het project klaar is, beoordeelt de opdrachtgever: a. de kwaliteit van de producten b. jouw competenties per werkproces Aansluitend voert de opdrachtgever met jou een eindgesprek. Tijdens dit gesprek staan die werkprocessen centraal waarin hij bepaalde competenties van jou nog niet voldoende heeft gezien. Tenslotte geeft de praktijkopleider op basis van deze twee beoordelingen een eindoordeel over jouw competenties tijdens de praktijkuitvoering van het project. De beoordeling wordt door de praktijkopleider ondertekend. De beoordeling bewaar je als bewijs in je portfolio.

39 Samenstellen Utiliteitsbouw

Made with