CZW20120146

CZW20120146

K

Beroepsprestatie 2.3 Individuele didactische begeleiding

Onderwijsassistent | Niveau 4

Beroepsprestatie

2.3

Individuele didactische begeleiding (van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben zonder de diagnose: zorgleerling) (2012-oa-bp2.3)

Opleiding: Niveau Fase 4 2

Onderwijsassistent

Artikelnummer CZW20120146

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider S. Borkus

Ontwikkelaars van deze fase P. Hermans

S. de Koning S. Reijnders

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Beroepsprestatie 2.3 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................8

Het resultaat. ...................................................................9

Beoordelingslijst............................................................. 11

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd. Daar waar leraar staat, kan ook worden gelezen leerkracht of docent. Voor kinderen, de leerlingen, de cursisten, de studenten, de deelnemers is ook gekozen voor één woord: leerling.

Beroepsprestatie 2.3

Individuele didactische begeleiding (van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben zonder de diagnose: zorgleerling)

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.2

L

Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

1.3

A

Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen

Beslissen en activiteiten initiëren

B

Aansturen

K

Vakdeskundigheid toepassen

L

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

2.1

L

Voert werkzaamheden uit t.b.v. het primaire proces

Materialen en middelen inzetten

S

Kwaliteit leveren

Typering Op reguliere basisscholen ligt de groepsgrootte vaak boven de 25 leerlingen. Binnen het speciaal onderwijs zijn de groepen kleiner en is het onderwijs beter afgestemd op de individuele leerling. De verschillen tussen leerlingen zijn toegenomen. Je kunt hierbij denken aan niveauverschillen, maar ook qua gedrag zijn de verschillen vaak groot. Desondanks blijft het belangrijk dat de leerinhoud en de leerling centraal staan in het onderwijs. Hoe combineer je dit op een verantwoorde manier? Allemaal dezelfde les en toch rekening houden met de onderlinge verschillen tussen leerlingen. De overheid noemt dat: Passend onderwijs . Hoewel het passend onderwijs momenteel onder druk staat, blijft het een streven dat leerlingen zoveel mogelijk samen naar school gaan binnen het reguliere onderwijs. De leerkracht signaleert welke behoeften iedere leerling heeft en wat dit betekent voor de didactische begeleiding. Hierbij is jouw inbreng als onderwijsassistent van groot belang. Hoe geef je dit samen met de leerkracht vorm in de lessen en wat is daarin jouw specifieke rol? Typering PO/SO Meester Bart heeft drie grote taarten meegenomen in de klas, groep 6 van de basisschool ‘Op Weg’. Samen met de klas bekijkt hij hoe hij deze taarten over de klas kan verdelen. Hij tovert een grote taart op het SMART-board naar voren. Na geoefend te hebben met een paar verschillende taarten en verschillende aantallen kinderen, komen de echte taarten tevoorschijn. De taarten worden eerlijk verdeeld onder de leerlingen. Juf Kübra, de onderwijsassistent, helpt mee en heeft van tevoren al bordjes, servetjes en vorkjes klaargezet. Nu maar smullen van die lekkere taart. Het lijkt wel een echt feest! Maar ja, er moet ook weer gewerkt worden.

5

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

Meester Bart zet de leerlingen aan het werk met rekensommen en loopt ondertussen langs de tafeltjes om te kijken of het allemaal lukt. Op het bord staat wat ze mogen gaan doen als ze klaar zijn met hun werk. Juf Kübra loopt ook rond, ze helpt de leerlingen met vragen en observeert tussendoor hoe de kinderen aan het werk zijn. Ze ziet dat Burak, Aisha, Wendy en Bas het erg moeilijk vinden. Ze kijken veel rond en tekenen wat in hun schrift. Ze hoort Burak hardop zuchten en tegen zijn buurman fluisteren: “Ik snap er helemaal niets van.” Na tien minuten vraagt juf Kübra of Burak, Aisha, Wendy en Bas bij haar willen komen zitten aan de tafel achter in de klas. Daar heeft ze uit karton een aantal ronde vormen geknipt. “Kijk, dit zijn drie taarten die ik heb gemaakt voor de mensen in mijn lunchroom. Maar wat jammer nou! Ik heb er één te weinig en er is geen tijd meer om een extra taart te bakken, wat moet ik nu doen?” “U kunt de taarten in kleinere stukken verdelen,” stelt Burak voor. “Dat is een slim idee, zeg!” Samen verdelen ze de taarten in gelijke taartpunten. Na een kwartier heeft juf Kübra dit groepje leerlingen nog een keer instructie gegeven en hebben ze samen de eerste sommen gemaakt. “We hebben nu de eerste vier sommen gemaakt, probeer nu eens samen de volgende vijf sommen te maken. Ik ga verder met de leerlingen die hun vraagtekenkaartje op hun tafel hebben. Over tien minuten kom ik terug en dan kijken we ze samen na.” “Een echte taartpunt zit er niet meer in, hè juf?” zegt Wendy met een big smile. Het groepje gaat enthousiast aan de slag. In de pauze spreken Bart en Kübra de les na. “Zo’n goede voorbereiding is wel handig,” zegt Kübra, “ik wist precies wat we gingen doen en hoe we dat zouden doen. Zo verliep de les erg vlot en snapten de meeste leerlingen de lesstof.” “Juist,” zegt Bart, “en wat zo knap van jou was, was dat je snel door had wie er moeite hadden met de sommen en hen meteen goed kon helpen. In de volgende les kan je Burak, Aisha, Wendy en Bas meteen na de instructie weer bij elkaar zetten en de opdracht bespreken. Ik verwacht dat ze nog wel wat extra begeleiding kunnen gebruiken.”

6

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2

Typering (v)mbo Vera loopt stage bij Rosita op het Commanderij College. Rosita is lerares Nederlands en Vera heeft met haar afgesproken dat zij Rosita zal ondersteunen bij de lessen Nederlands. Vera: “Op het lesschema heb ik gezien dat we volgende week een les hebben over werkwoordspelling.” “Wij hebben dit pas nog op school gehad en ik heb voor mijn toetsen goed gescoord. Ik wil je graag helpen bij deze les.” “Prima, lijkt me een goed plan,” zegt Rosita. Samen spreken ze de les door en Vera maakt hier een didactische analyse van. “Ik gebruik altijd het didactische analysemodel van Van Gelder, dat hebben we op school gehad.” Wat goed van haar om uit zichzelf de theorie erbij te betrekken, denkt Rosita. Rosita heeft zojuist de leerlingen van 1J instructie gegeven over de werkwoordspelling en de leerlingen gaan aan de slag met hun werk. Vera loopt, zoals afgesproken, de eerste vijf minuten door de klas om de leerlingen aan de gang te houden en te helpen met vragen. Ze merkt dat Djenny erg veel moeite heeft met de opdracht. Vera loopt naar Rosita en fluistert: “Djenny heeft het volgens mij nog niet helemaal begrepen, ze lijkt maar wat in de vullen want ongeveer de helft van haar antwoorden is fout. Ik neem haar even apart.” Vera loopt naar Djenny en gaat bij haar zitten “Ik wil graag een aantal zinnen samen met je maken,” zegt Vera. Djenny kijkt even op en krijgt een glimlach op haar gezicht. “Fijn,” zegt ze, ”ik snap er helemaal niets van.” Vera: “Dan help ik je toch. Vertel me eens, hoe heb je de eerste zin aangepakt?” Samen doorlopen ze de eerste zin en Vera heeft snel door waar de fout zit. Ze pakt een stroomschema en ze gaan zin voor zin volgens het stroomschema te werk. Aan het eind van de les zegt Djenny: “Fijn juf, ik snap het nu al veel beter, je moet gewoon de juiste stappen zetten!”

Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

GO / NO GO

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

7

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk.

In beroepsprestatie 1.2 heb je al kennis gemaakt met het observeren van leerlingen die moeite hebben met de leerstof of juiste de leerstof juist te makkelijk vinden. In beroepsprestatie 1.4 heb je al kennis gemaakt met het didactische analysemodel. In deze kwalificerende beroepsprestatie ondersteun je individuele leerlingen bij het leerproces. Je competenties op het gebied van het assisteren bij de voorbereiding, uitvoering en afronding van de didactische begeleiding worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars. B. Didactische analyse Je bespreekt met de leerkracht bij welke vier lessen je leerlingen individueel ondersteunt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan: Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde en wereldoriëntatie. Je stelt vast wat de beginsituatie is en wat je wilt bereiken (het doel) binnen de beschikbare tijd. Je bedenkt ook welke materialen en middelen je nodig hebt en welke werkvorm je gaat gebruiken. Bereid je lessen schriftelijk goed voor volgens het didactische analysemodel. Zorg dat je duidelijke afspraken maakt met de leerkracht over de taken: wie geeft de klassikale instructie; welke leerlingen krijgen individuele begeleiding; welke lesmaterialen worden ingezet? Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

Bespreek je schriftelijke uitwerking met de leerkracht en verwerk de feedback.

8

ONDERWIJSASSISTENT - FASE 2

C. Uitvoeren en evalueren van de vier lessen volgens de didactische analyse Je assisteert bij de vier lessen die je in opdracht B . hebt voorbereid. De nadruk ligt hierbij op de didactische begeleiding van individuele leerlingen. Na elke les evalueer je de voorbereiding en de uitvoering met de leerkracht. Wat ging er goed, wat ging er minder goed en wat zou je anders doen en waarom?

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B. Een bewijs van de voorbereiding: vier maal een didactische analyse. WP 1.2: L en WP 2.1: S. C. Een bewijs van de uitvoering en evaluatie van de vier didactische analysemodellen. WP 1.3: A, B, K.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

9

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

10

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 2.3 Individuele didactische begeleiding (2012-oa-bp2.3)

Naam student:

Opleiding: Onderwijsassistent

Fase:

Cohort:

Datum:

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

onvoldoende

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 1.2 Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen voor

P Dit betekent dat: • je materialen en middelen kiest die je nodig hebt bij de voorbereiding en uitvoering van de didactische ondersteuning • je kostenbewust en efficiënt te werk gaat zodat: • je de juiste middelen inzet en je geen materialen of middelen onnodig gebruikt. R Dit betekent dat: • je de voorbereiding en uitvoering uitvoert volgens de instructies van de leraar/leraren/het team • je dit doet op basis van de gemaakte afspraken en geldende procedures zodat: • je de voorbereiding en uitvoering aanpakt zoals de leraar/ leraren/het team dat wil of voorschrijft.

L Materialen en

middelen inzetten

– geschikte materialen en middelen kiezen

T Instructies en

procedures opvolgen

– instructies opvolgen – werken conform

voorgeschreven procedures

Werkproces 1.3 Assisteert bij de uitvoering van programmaonderdelen A Beslissen en activiteiten initiëren

P Dit betekent dat: • je, binnen de gestelde kaders, op tijd de nodige eenvoudige didactische beslissingen neemt tijdens het geven van de ondersteuning

– beslissingen nemen

zodat: • de leerling die je begeleidt weer verder kan met het werk.

11

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties B Aansturen

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

T Dit betekent dat: • je de leerlingen heldere en duidelijke instructies geeft • je daarbij het juiste tempo en een logische volgorde hanteert • je controleert of de uitleg begrepen is zodat: • de leerlingen weten wat ze moeten doen en aan het werk kunnen. • je een groep (groepje) leerlingen overziet • je daarnaast oog hebt voor de individuele leerlingen • je makkelijk onthoudt en vlot associeert tijdens het geven van uitleg en instructie zodat: • de leerlingen goed geïnstrueerd aan het werk kunnen en je het signaleert als leerlingen vastlopen. R Dit betekent dat: • je materialen en middelen kiest die je nodig hebt bij de voorbereiding van het handelingsplan • je kostenbewust en efficiënt te werk gaat p Dit betekent dat: R Dit betekent dat: • je de voorbereiding uitvoert volgens de instructies van de leraar/leraren/het team • je dit doet op basis van de gemaakte afspraken en geldende procedures • je de veiligheidsregels hanteert en er op toeziet dat ook de leerlingen de veiligheidsregels toepassen zodat: • je de voorbereiding aanpakt zoals de leraar/leraren/het team dat wil of voorschrijft • de leerling verantwoord en veilig te werk gaat. p Dit betekent dat: • je de materialen en middelen die je gebruikt/gaat gebruiken controleert • je netjes en zorgvuldig omgaat met de materialen en middelen zodat: • de materialen en middelen die je inzet goed verzorgd en compleet zijn en er geen sprake is van verspilling. p Dit betekent dat: • je de voorbereidende en afrondende werkzaamheden ordelijk en efficiënt aanpakt zodat: • je de juiste middelen inzet en je geen materialen of middelen onnodig gebruikt.

–– instructies en aanwijzingen geven

K Vakdeskundigheid toepassen

–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden

L Materialen en

middelen inzetten

–– materialen en middelen doelmatig gebruiken

T Instructies en

procedures opvolgen

–– instructies opvolgen –– werken conform

veiligheidsvoorschriften

Werkproces 2.1 Voert werkzaamheden uit t.b.v. het primaire proces

L Materialen en

middelen inzetten

–– goed zorgdragen voor materialen en middelen

S Kwaliteit leveren

–– systematisch werken

zodat: • je voorbereiding en afronding goed verlopen.

12

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2

onvoldoende

voldoende goed

Bewijsstukken Kwalificerend

A.

De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

1.2 2.1

L S

B. Een bewijs van de voorbereiding: vier maal een didactische analyse. C. Een bewijs van de uitvoering en evaluatie van de vier didactische analysemodellen.

1.3

A - B - K

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

13

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 2.3 Individuele didactische begeleiding (2012-oa-bp2.3) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

14

ONDERWIJSASSISTENT - Fase 2

15

INDIVIDUELE DIDACTISCHE BEGELEIDING

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Zorghulp Niveau 1

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Kompas Kompas Competentiewijzer 1.1 Uitvoeren van lesonderdelen (kringgesprek, voorlezen, ondersteunen bij taal- en rekenvaardigheden) 1.2 Observeren en rapporteren 1.3 (Buiten) surveilleren 1.4 Voorbereiden en assisteren bij lessen 1.5 Verzorgende taken uitvoeren Proeve Fase 2 2.1 Thematisch onderwijs 2.2 Assisteren bij een activiteit en een evenement 2.3 Individuele didactische begeleiding 2.4 Begeleiden van kleine groepen Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Professionaliseren 3.2 Oriënteren op kwaliteitszorg 3.3 Begeleiden van probleemgedrag 3.4 Didactische begeleiding bij leerproblemen Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer

Onderwijsassistent Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

Een uitgave van:

Artikelnummer: CZW20120146

Made with