Taal een zaak van alle vakken - Wim van Beek en Marianne Verhallen

14

Taal, een zaak van alle vakken

zullenwe ons licht laten schijnen op die nieuwe kansen door te kijken hoekinderen taal- énzaakvakinhouden leren.Waar ligt deoverlap?Wat zijnde raakvlakken?Webekijkende taal en zaakvakken eerst afzonder lijk. Te beginnenbij het leren van taal: welke principes zijndaarbij aan de orde?

1.2 Taalontwikkeling en kennisverwerving

De hele dag door zijn kinderen op school met taal bezig; dus op elk moment, in iedere les kan de taalontwikkeling nieuwe impulsen krij gen. Taal leer je niet uit een boekje,maar taal leer je vooral door taal te gebruiken . Dat geldt voor kleine kinderen, die thuis de dagelijkse taal leren en voor oudere kinderen, die inde klas schooltaal leren. Al doen de - al pratend, luisterend, lezend, schrijvend - kan de taalvaardigheid steeds op eenhoger planworden gebracht. Alswenaar de taalverwerving vanheel jonge kinderenkijken, dan zien we dat ouders en opvoeders er niet voor gaan zitten om taallesjes te geven. Ouders weten intuïtief de goede toon te treffen om hun kinde ren steeds een stapje vooruit te helpen. Ze passen ‘onbewust’ de drie principes van taalontwikkelende interactie toe: 1 Ze geven een goed passend taalaanbod , afgestemd op het taalniveau vanhet kind. 2Zegevenhet kind veel ruimte om terug tepraten, zodat het uitgebreid met taal kan oefenen en experimenteren. 3 Ze luisteren goednaarwat de kinderen bedoelen te zeggen en geven opnatuurlijkewijze feedback op de uitingen vanhet kind.

Deze drie principes werken als taalgroei middelen. Taal ontwikkelt zich niet vol gens een vast programma, maar groeit spelenderwijs in dagelijkse gesprekjes. Hiernaast zien we hoe ouders, in gewone alledaagse interacties, de taalontwikkeling van hun kinderen stimuleren. Ze geven ongemerkt een precies passend taalaanbod, waarmee de kinderen verder kunnen. Ze reiken de juiste woorden/zinsconstructies aan, en kinderen krijgen alle ruimte om terug te praten en zelf met taaluitingen te

Vader: kijk daar, de eendjes, mamma eend en kuikentjes Kind: eentes, eentes beebie-eentes Vader: baby-eendjes? Ja, kuikentjes, lief, hè? Daar ismamma-eend en daar de kuikentjes. Kijk, lieve kuikentjes... (pauze) Kind: kui... kuikes, lief, kuikes... Vader: ja lieve kuikens, én een lieve grote eend.

Made with FlippingBook Online newsletter creator