00640850004

00640850004

NIVEAU 3 FIJNMECHANISCHE TECHNIEK Allround verspaner

10 Draaien CAD

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 FIJNMECHANISCHE TECHNIEK Allround Verspaner [Crebo 94351]

10

project taak

Draaien CAD

Artikelnummer: 00640850004

COLOFON Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directeur en managementteam M. Wouters en L. Fine, B. Huijberts, M. Pelgrum, A. Pijnenburg

Ontwikkelteamleider J. Berghs

Leden werkgroep T. Overdijk, D. Gelissen en W. Emons

Eindredactie A. Brok, M. Brok, T. Zuijderduin

Foto´s

D. Gelissen

© Stichting Consortium Beroepsonderwijs Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degenen die menen alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting MicrowebEdu © 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting.

INHOUD

Introductie ..................................................... 5

Oriëntatie .................................................... 21 Planning en Voorbereiding ......................... 27 Uitvoering en Controle ............................... 35 Oplevering en Evaluatie ............................. 41

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

BIJLAGE 1 Beoordelingsmonitor ................................... 48 BIJLAGE 2 Urenverantwoording .................................... 50 BIJLAGE 3 Evaluatieformulier ........................................ 51 BIJLAGE 4 Planner ......................................................... 52 BIJLAGE 5 Beoordelingformulier tekeningen ............... 54

4

Allround Verspaner

INTRODUCT I E

Draaiproducten kunnen eenvoudige tot ingewikkelde contouren hebben. Je kunt deze contouren tekenen met behulp van een CAD- programma. De tekeningen moeten dan wel aan de eisen van het CAM-pakket voldoen. In deze projecttaak ga je met een CAD-programma werken. Met dit programma ga je tekeningen uitwerken en invoeren. Er zijn verschillende soorten CAD-programma’s. Een aantal is gebaseerd zijn op Solid-models, andere programma’s werken met vectoren. De contouren in de tekening dienen om de gereedschapsbanen voor CNC-programma’s te genereren.

Aan de orde komen o.a.: • Basisfuncties van het CAD-programma

• Bestandsbeheer en archivering • Bestandsconversie en -uitvoer • Maken van een planning/plan van aanpak • Maken van verslagen • Presenteren: voeren van gesprekken • Portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsformulieren invullen

5

Draaien CAD

In deze projecttaak werk je aan: • Kerntaak 2: Maken van CNC-programma’s

Daarin komen de volgende werkprocessen aan de orde: 2.1 Voorbereiden CNC-programma schrijven 2.2 Schrijven van CNC-programma’s 2.3Testen van CNC-programma’s 2.4 Administreren en archiveren van projectgegevens

Vanuit Leren, Loopbaan en Burgerschap werk je aan: • Kerntaak 1 ‘Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken’ • Kerntaak 2 ‘Stuurt de eigen loopbaan’

De bewijsstukken voor talen kunnen opgenomen worden in een taalportfolio.

6

Allround Verspaner

Portfolio en afsluiting van de projecttaak In je portfolio van dit project zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien. Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • Eigen werk: gemaakt in de praktijk of op school • Recent gemaakt • Uitgevoerd bij deze projecttaak • Zichtbaar welk werkproces of welke competenties worden aangetoond • Aangegeven complexiteit (A/B/C/D) • In overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • Met ondertekende beoordelingen Je bent zelf de verantwoordelijk voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio. Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘GO’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken. De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Tenslotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen.

7

Draaien CAD

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

 Producten portfolio

Stap

1 Oriëntatie

• Productanalyse • Overzicht tekeningen en opdrachten • Beschrijving logische volgorde en opbouw productietekeningen • Richtlijnen voor het archiveren van bestanden • Overzicht leeractiviteiten en POP

2 Planning en

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • Werkvoorbereiding • Urenverantwoording

Voorbereiding

3 Uitvoering en Controle

• Tekeningen van de projecttaak • Verslag totstandkoming tekeningen

• Beoordeling praktijk • Urenverantwoording

4 Oplevering en Evaluatie

• Bijgewerkt portfolio • Beoordelingsformulieren • Oplevering met beoordelingsgesprek • Evaluatieformulier

8

Allround Verspaner

BEGELEIDERSINFORMATIE

Organisatie

Uitvoeren projecttaak Deze projecttaak zal in hoofdzaak uitgevoerd worden binnen het leerbedrijf.

Het kan gebeuren dat deze taak niet bij het bedrijf uitgevoerd kan worden i.v.m. computerbezetting e.d. In dat geval kan, in overleg met de school (ROC), besloten worden om enkele opdrachten op school uit te voeren. Voor de verzorging van de ondersteunende theorie wordt een beroep gedaan op het ROC. De student kan deze kennis op doen tijdens workshops, lessen, excursies etc. Inhoud van deze projecttaak In deze taak leert de student om te gaan met een CAD-pakket. Hiervoor moet de student voldoende basiskennis van CAD opdoen om tekeningen van draaiproducten te kunnen uitwerken. Dit doet de student aan de hand van tekeningen van draaiproducten die aan meerdere zijden eenvoudige tot ingewikkelde contouren bevatten. Elke tekening moet voldoen aan gestelde eisen voor het invoeren in een later stadium in het CAD/CAM-systeem waar men mee werkt. Een voorbeeld van een tekening van een product dat het niveau aangeeft bij deze taak is hieronder weergegeven.

9

Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Wijz.Dat: Formaat: A3

Stuk- Nr. Benaming onderdeel / Uigangsmateriaal Materiaalsoort Afmetingen / Normaanduiding Opmerking Rond Brons Scherpe kanten breken 129 P Benaming: Naam Kandidaat: Aan- tal 1

19-10-2011

Get: AG 08-Jun-11 Schaal 1:1 Aanm.Datum: Alg. tol. volgens

01 Tekeningnummer:

Iso 2768- mk

Octroo2011

Projectie-Methode

34

60,2(6x)

29

11,9

20 P

17

55°

61,4

R2,7 (4x)

R5

(6x)

G 1/8 - (6x)

25,6

Q

R6,5(3x)

(6x)

12,5 P

10 Allround Verspaner

BEGELEIDERSINFORMATIE

Praktijk en Theorie De onderwerpen voor theorie en praktijk zijn te vinden in de planners en het ‘Overallschema voor de Allround verspaner 94351’ op de bestelsite: • www.consortiumbo.nl > kies Bestellen > • Na login kies voor menu Downloads > MEI > Niveau 3 • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding.

Materiaal voor studenten is downloadbaar via: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html.

Rekenen en wiskunde

Werken met het referentiekader Meijerink Taal en Rekenen Voor Mbo-opleidingen geldt het Referentiekader Taal en Rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten. Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist. Domeinen Binnen het gebied van Rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden Elk domein is opgebouwd uit de onderdelen: • Notatie, taal en betekenis , waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal. • Met elkaar in verband brengen , waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik. • Gebruiken , waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen.

11 Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren: • Paraat hebben : kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken. • Functioneel gebruiken : kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak. • Weten waarom : begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht. Aanvullende informatie over het referentiekader Meijerink en de toepassing ervan in de Mbo-opleidingen is te vinden op de site www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl . Werken met de drieslag rekenen/wiskunde Het leren van rekenen/wiskunde kan - in analogie met het taalonderwijs - in de vorm van een drieslag plaatsvinden: • Een deel van het leerproces vindt plaats in aansluiting op de vaktheoretische lessen en de dagelijkse praktijk. • Een deel van het leerproces vindt plaats in afzonderlijke reken/wiskundelessen. • Een deel van het leerproces vindt plaats in individuele remediëringstrajecten.

Informatie voor docenten Nederlands

Nederlands in projecttaken Aan het einde van zijn opleiding moet de student het vereiste taalniveau beheersen. Hulpmiddelen daarbij zijn: • Een leerlijn Nederland die de ontwikkelingsgerichte activiteiten voor de beroepstaken aangeeft. • De ontwikkelingsgerichte taalkaarten Nederlands die de student en de docent achtergrondinformatie geven.

Vereist taalniveau In het kwalificatiedossier staat het vereiste taalniveau gericht op burgerschap en doorstroom. MBO-1 MBO-2 MBO-3

MBO-4

2F

2F

2F

3F

Nederlands

Wat dit niveau inhoudt, is vastgelegd in het Referentiekader Taal en Rekenen (http://www.steunpunttaalenrekenenmbo.nl/nl/home/kaders-en-regels/referentiekader). Beheersing van Nederlands is óók van belang voor de beroepsuitoefening. Daarom staan in het kwalificatiedossier ook beroepsgerelateerde eisen aan taal. Deze eisen zijn te vinden in deel C en D. Voor Mbo-opleidingen geldt het Referentiekader Taal en Rekenen van de commissie Meijerink. Hierin staat beschreven wat studenten op verschillende momenten in hun schoolloopbaan op het gebied van taal en rekenen moeten kennen en kunnen. Daarmee wordt het referentiekader een leidraad voor docenten en onderwijsprogramma’s en vormt het de basis voor doorlopende leerlijnen taal en rekenen. Het doel van de invoering van de referentieniveaus is het verbeteren van de taal- en rekenvaardigheden bij studenten. Voor de beroeps- en projecttaken is niveau 2F vereist.

12 Allround Verspaner

BEGELEIDERSINFORMATIE

Nederlandse Taal: een samenwerking tussen de taaldocent en de rest van het team De ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent Nederlands, maar van het hele opleidingsteam. Door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen het hele opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen studenten ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun taalniveau op peil brengen en houden. Dit noemen we de ‘Drieslag Taalontwikkeling’.

1e Slag De studenten moeten de kans krijgen hun Nederlands te verbeteren. Daarom moeten zij veel lezen,schrijven, luisteren en spreken. • Bij alle docenten • In alle lessen • Op de werkvloer Het is de bedoeling dat de student in deze situaties op zijn taalgebruik feedback krijgt. 2e Slag Elke MBO’er heeft begeleiding nodig van een docent Nederlands. Zo kan hij zich voorbereiden op goed taalgebruik in allerlei beroepssituaties. In deze slag komen de specifieke taalvaardigheden aan bod.

3e Slag Een aantal studenten heeft specifieke problemen met het Nederlands van de opleiding. Aparte lessen zijn dan nodig. In overleg met zijn begeleiders gaat de student dan lessen volgen om zijn tekorten weg te werken. De studenten werken onder begeleiding van een taaldocent aan deze problemen. Taalkaarten Nederlands Voor de beroeps- en projecttaken heeft Consortium taalkaarten ontwikkeld, die aansluiten op de vaardigheden en subvaardigheden van het referentiekader Meijerink. De taalkaarten geven de student en docent een beknopt overzicht aan welke eisen de talige producten van de beroeps- en projecttaken moeten voldoen. Ze bieden ook een aanknopingspunt voor het ontwikkelen van lesprogramma’s en toetsing. In de begeleidershandleiding zijn per stap suggesties voor het gebruik van taalkaarten aangegeven. De taalkaarten Nederlands zijn ontwikkeld voor de volgende taalvaardigheden:

Spreken/Gesprekken voeren 1. Reflectiegesprek 2. Functioneringsgesprek 3. Telefoneren 4. Werkoverleg en vergaderen 5. Discussie

13 Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

6. Presenteren 7. Sollicitatiegesprek

Luisteren 8. Luisteren naar mondelinge instructies 9. Luisteren bij werkoverleg/vergadering

Lezen 10. Samenvatten (hoofd- en bijzaken) 11. Lezen van handleidingen en instructies 12. Schema’s /tabellen en grafieken

Schrijven 13. Zakelijke e-mail 14. Zakelijke brief 15. De sollicitatiebrief 16. Het CV 17. Besluitenlijst/notulen 18. Het verslag 19. Het logboek 20. Het woordenschrift

Taalbeschouwing/taalverzorging

Grammatica 21. Woordsoorten benoemen 22. Zinsdelen benoemen

Spelling 23. Schema werkwoordspelling 24. Leestekens

Hulpmiddelen 25. Hulpmiddelen

14 Allround Verspaner

BEGELEIDERSINFORMATIE

Suggesties toepassing taalvaardigheden met behulp van taalkaarten Stap Portfolioproduct(en) Taalkaart

Vaardigheid

Gesprekken voeren Lezen Lezen Schrijven Gesprekken/Schrijven Woordkennis Gesprekken voeren Schrijven Spreken Luisteren/Schrijven Lezen Gesprekken voeren Schrijven Spreken Lezen Gesprekken/Schrijven Schrijven Gesprekken voeren Gesprekken voeren Schrijven

5 10 10-11 18 15-16 20

1

Oriëntatie

Overleg, discussie Lezen informatie Informatie samenvatten

Oriëntatieverslag Solliciteren/Stage Woordenschat Overleg, discussie Een plan opstellen

2

Planning en voorbereiding

4-5 18

Een plan presenteren Weergeven instructies Lezen instructies

6 8 11

9-17 18 6 11 6 18

3

Uitvoering en Controle

Werkoverleg Verslag uitvoering Instructies geven

Informatie lezen Informatie geven Controlelijst opstellen Beoordelingsgesprek Reflectiegesprek Reflectieverslag

2 1 18

4

Oplevering en evaluatie

Suggesties voor algemene ondersteunende activiteiten Vaardigheid Activiteit

Taalkaart(en)

Gesprek voeren

Telefoongesprek Sollicitatiegesprek

3 7

Spreken

Presentatie Woordenschrift/Woordenschat

6 20 10 12 14 13 15 16 21 22 23 24 25

Lezen

Lezen samenvatten Grafieken en tabellen

Schrijven

Zakelijke brief Zakelijke e-mail Sollicitatiebrief Het CV

Taalverzorging

Grammatica Woordsoorten Zinsdelen Werkwoordspelling Leestekens Hulpmiddelen

15 Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Informatie voor docenten LLB (Leren, Loopbaan en Burgerschap) Leren, Loopbaan en Burgerschap kan integraal aangeboden worden in de projecttaken. De eisen voor LLB zijn uitgewerkt in het brondocument LLB. Ter ondersteuning heeft Consortium de volgende LLB-kaarten ontwikkeld:

1. Wie ben ik? 2. Wat wil ik ? 3. POP en mini-POP

4. Mijn leerstijl 5. Mijn planning 6. Ik kijk terug

7. Waar ben ik goed in? 8. Hoe bevalt jouw werk? 9. Hoe ziet mijn beroep eruit? 10. Mijn sollicitatiebrief 11. Mijn CV en portfolio 12. Ik ga solliciteren 13. Ik als werknemer 14. Wat zijn mijn rechten? 15. Ik als collega

• Bij de stappen van de projecttaak staan suggesties voor de toepassing van LLB-kaarten. • De uitwerking is op basis van het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap voor de kerntaken 1, 2 en 4. • In de stappen van de projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van LLB als volgt aan de orde: LLB-kaart Stap 1 Oriëntatie LLB kerntaak 1 1.1. Benoemt

Communicatie over de • Oriëntatie (mondeling of schriftelijk) N.B. Zorg voor afwisseling in de communicatievormen. Communicatie over de • Werkvoorbereiding • Wat moet je vooraf kennen en kunnen? Opstellen van een plan van aanpak.

1. Wie ben ik? 2. Wat wil ik? 3. POP en mini-POP 7. Waar ben ik goed in? 9. Hoe ziet mijn beroep eruit?

leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

1.3. Kiest bij de situatie een passende manier van leren LLB Kerntaak 1 1.4. Plant zijn leerproces en voert het uit

4. Mijn leerstijl 5. Mijn planning

Stap 2 Planning en voorbereiding

16 Allround Verspaner

BEGELEIDERSINFORMATIE

8. Hoe bevalt jouw werk?

Communicatie over de • Uitvoering van

LLB Kerntaak 4 4.1. Functioneert als een werknemer

Stap 3 Uitvoering en controle

de projecttaak (mondeling en schriftelijk)

N.B. Zorg voor afwisseling in de communicatievormen. Communicatie over • Reflectie • De toepassing van het geleerde in de volgende projecttaak Beoordelingsformulier

6. Ik kijk terug 11. Mijn CV en portfolio

Stap 4 Oplevering en evaluatie

LLB Kerntaak 1 1.5. Evalueert de gekozen manier van leren LLB Kerntaak 2 2.1. Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven

en beoordelings- monitor invullen.

AANWIJZINGEN VOOR BEGELEIDERS Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de student van de demonstratie en eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • Beslissen Go of No-Go. • Boordelen van het proces in de projecttaak. • Controleren van het portfolio. Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiden van student in het bedrijf. • Invullen van de beoordelingsformulieren. • Beoordelen van ingeleverde producten. • Plannen met de student van de demonstratie en eindgesprek.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen van ingeleverde producten.

17 Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij verschillende rollen kunnen vervullen. Laat de student in het activiteitenplan de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten gelden dat ze alle bovengenoemde taken kunnen uitvoeren zoals: • Verzorgen van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • Beslissen Go of No-Go. • Boordelen van plannen van demonstratie en eindgesprek. • Voeren van het evaluatiegesprek. • Beoordelen van de projecttaak: voldoende of onvoldoende. Portfolio • In deze projecttaak volgt de student de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde doorlopen. De producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio. • Na elke stap moet de student zijn beoordelingsmonitor laten bijwerken door de begeleider of de praktijkbegeleider. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar de Introductietaak Allround Verspaner . Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. Gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

18 Allround Verspaner

19 Draaien CAD

STAP 1 Jouw competentieontwikkeling in deze stap In te leveren producten

WP/Competentie O-V-G

Productanalyse

2.1 K, E 2.1 K, E 2.1 K, E

Overzicht tekeningen en opdrachten

Beschrijving logische volgorde en opbouw productietekeningen Richtlijnen voor het archiveren van bestanden

2.1 K, E 2.1 K, E

Overzicht leeractiviteiten en POP

Taalkaarten nummer: 10, 11,15, 16, 18, 20 LLB-kaarten nummer: 1, 2, 3, 7, 9 Kerntaak 2 Maken van CNC programma’s Werkproces 2.1 Voorbereiden CNC programma schrijven Competentiebeoordeling K. Vakdeskundigheid toepassen Je past technische kennis en inzicht toe, zodat de werkopdracht vlot kan worden uitgevoerd. E. Samenwerken en overleggen Je kijkt samen met een collega of praktijkbegeleider welke tekeningen je gaat maken van een product.

D-A-G

Verantwoording van de beoordeling Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven of onder de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hiernaast. GO

NO-GO

Beoordeling competent uitvoeren werkproces

D-A-G

2.1 Voorbereiden CNC-programma schrijven Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

20 Allround Verspaner

STAP 1 ORIËNTATIE

ORIËNTATIE

In deze stap informeer je bij je praktijkopleider of er een geschikt product beschikbaar is voor dit project. Het gaat er bij deze projecttaak om dat je leert werken met een CAD-pakket om de tekeningen van het draaiproduct uit te werken. Het draaiproduct kan eenvoudige tot ingewikkelde contouren bevatten en aan meerdere zijden bewerkt worden. De tekeningen voor je projecttaak gebruik je ook om het gebruik van een CAD- pakket systematisch te leren hanteren en te verklaren hoe efficiënt mogelijk je de tekeningen met een CAD-pakket uitwerkt. Vervolgens

omschrijf je de werkwijze van de handelingen. Je moet denken aan het volgende draaiproduct.

21 Draaien CAD

ACTIVITEITEN

1. Productanalyse Maak een overzicht van de tekeningen van de producten die je gaat opleveren. Beschrijf duidelijk van elke tekening waarvoor deze gebruikt wordt. (Tip: werk met behulp van foto’s, tekeningen, folders enz.) Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze. Je maakt ook kenbaar met welk CAD-pakket je de tekeningen maakt. Overzicht tekeningen en opdrachten Maak een lijst met tekeningen die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per tekening aan met wie je te maken hebt (school, werk). Geef per tekening aan met welk CAD-pakket je dit gaat uitvoeren. Omschrijf de werkwijze van het tekenen van elk draaiproduct (plan van aanpak). 2.

3.

Beschrijving logische volgorde en opbouw productietekeningen

Beschrijf in het overzicht per tekening welke volgorde je hanteert om het product te tekenen. Leg uit hoe je de tekening hebt opgebouwd en waarom je voor deze volgorde van opbouw hebt gekozen.

4. Richtlijnen voor het archiveren van bestanden Voeg een lijst bij met afspraken voor het archiveren van bestanden.

22 Allround Verspaner

STAP 1 ORIËNTATIE

5. Overzicht van leeractiviteiten (POP) Onderzoek wat je voor deze opdracht al weet en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren. Probeer op de volgende vragen een antwoord te formuleren. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en eventueel met je medecursisten (deelnemers aan het project). Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke kennis heb je per werkproces nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken? • Welke werkprocessen ga je in deze projecttaak toepassen?

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsformulieren, de planner.

De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap.

Evalueren en beoordelen

De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsformulieren. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO. Hiermee is je oriëntatie afgerond.

23 Draaien CAD

BEGELEIDERSINFORMATIE

Vakleer • Herkennen van verschillende zijden en contouren aan producten die getekend worden. • Het maken van een productanalyse om een tekening uit te kunnen uitwerken conform de eisen van het CAM-pakket.

Aanwijzingen voor begeleiders

Begeleider: bij BOL en BBL projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Beslissen Go of No-Go. • Beoordelen van de werkprocessen met de ingeleverde producten.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • Begeleiden van de student in het bedrijf. • Beoordelen van ingeleverde producten.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het ROC • Begeleiden van praktijkonderdelen. • Beoordelen ingeleverde producten.

Vakdocenten •

Verzorgen van lessen Vaktheorie.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Beslissen Go of No-Go.

24 Allround Verspaner

STAP 1 ORIËNTATIE

25 Draaien CAD

STAP 2 Jouw competentieontwikkeling in deze stap In te leveren producten

WP/Competentie O-V-G

Plan van aanpak met planning

2.1 E, K 2.1 E, K 2.1 E, K

Werkvoorbereiding

Urenverantwoording

Taalkaarten nummer: 4, 5, 8, 11, 18 LLB-kaarten nummer: 4, 5 Kerntaak 2 Maken van CNC programma’s Werkproces 2.1 Voorbereiden CNCprogramma schrijven Competentiebeoordeling E. Samenwerken en overleggen Je kijkt samen met een collega of begeleider hoe je een complex product op de juiste

D-A-G

manier in het CAD-pakket invoert. K. Vakdeskundigheid toepassen Je werkt de tekeningen volgens de school- of bedrijfsnormen uit.

Verantwoording van de beoordeling Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven of onder de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hiernaast. GO

NO-GO

D-A-G

Beoordeling competent uitvoeren werkproces

2.1 Voorbereiden CNC-programma schrijven Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

26 Allround Verspaner

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING

PLANNING EN VOORBEREIDING

Je hebt de Oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De resultaten uit de stap Oriëntatie ga je gebruiken om een plan van aanpak te maken. Je zet daarvoor de opdracht om in een plan met een planning. Hierin geef je aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor nodig denkt te hebben. Het moet duidelijk zijn aan welke producten, maar ook aan welke competenties je gaat werken. Daarom neem je in het plan op welke kennis en vaardigheden je nodig hebt en hoe je die gaat leren om deze projecttaak goed uit te kunnen voeren. Dit plan van aanpak ga je de komende periode echt gebruiken om alle werkzaamheden uit te kunnen voeren. Het moet een duidelijk overzicht zijn, waarin staat wie en wat je nodig hebt, waar en wanneer. Het resultaat hiervan is: • dat je voldoende kennis en vaardigheden hebt om het project te kunnen uitvoeren • dat alle benodigde gegevens aanwezig zijn Hierdoor kunnen de werkzaamheden in stap 3 vlot en goed worden uitgevoerd.

27 Draaien CAD

ACTIVITEITEN

De activiteiten en opdrachten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. Dat doe je zo dat je aan anderen duidelijk maakt welke competenties je daarbij hebt ontwikkeld. Deze uitwerkingen doe je als resultaat in je portfolio. Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van het overzicht van producten dat je gemaakt hebt in de oriëntatie: • Overzicht tekeningen • Overzicht van leeractiviteiten Plan van aanpak met planning Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project. 1.

28 Allround Verspaner

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING

Plan van aanpak: indeling en inhoud

0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden Kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) Activiteit Competenties 6. Faciliteiten < Omschrijf welke faciliteiten je nodig hebt om het project uit te voeren. Geef aan wat wel en wat niet aanwezig is en ook hoe je ontbrekende faciliteiten gaat organiseren.> 7. Oplevering van project 8. Afspraken en begeleiding BIJLAGEN: a. Lijst met in te leveren beroepsproducten

b. Werktekeningen c. Planning in tijd

29 Draaien CAD

Als het klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

Checklist Plan van Aanpak Is het voorblad compleet?  Tekst: ‘Plan van aanpak’?  Naam van de projecttaak?  Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Plaats en einddatum van het Plan van aanpak?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Jouw eigen naam?

Lay-out  Inhoudsopgave met paginanummers?  Hoofdstukken genummerd?  Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik)  Spellingsfouten, punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Aan welke eisen moet het product voldoen? (lijst)  Naam van de opdrachtgever? (bedrijf)  Naam van de projectleider?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten  Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde?  Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid?  Is de oplevering van het project beschreven? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten?

De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

Het Plan van Aanpak en de Checklist zijn digitaal beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

30 Allround Verspaner

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING

Bespreek ten slotte je Plan van Aanpak en Planning met je begeleiders van bedrijf en school. Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd? Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. Werkvoorbereiding Maak een werkvoorbereiding voor de uitvoering van het project. Hierin moeten deze onderwerpen naar voren komen: • Werkvolgorde/stappenplan • Welke aanzichten je gaat tekenen die aan de CAM-eisen voldoen 2. • Hoe zet je een tekening op • Tekst en dimensionering • Juiste aansluitingen van lijnen en contouren • Rechteronderhoek (stuklijst conform school/ bedrijf) • Bestandsbeheer en bestandsformaat • Aantal tekeningen • Oplevertermijn Je tekening moet altijd voorzien zijn van een aantal zaken: • Rechteronderhoek • Naam, datum, naam product, materiaal en schaal Voor CAD-werkzaamheden moet je de volgende dingen weten: Welke CAM-eisen er worden gesteld. • Welke CAM-eisen er worden gesteld. • Beschrijf hoe je DXF-formaat aanmaakt. • Beschrijf hoe je een block aanmaakt en invoegt. • Beschrijf hoe je een gesloten contour tekent of wijzigt.

• Beschrijf hoe je een laag (layer) aanmaakt. • Beschrijf hoe je tekst en bemating plaatst.

31 Draaien CAD

3. Urenverantwoording Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning. Maak zelf een formulier om de uren bij te houden.

Evalueren en beoordelen

Je begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO. Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap.

32 Allround Verspaner

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING

BEGELEIDERSINFORMATIE

In deze stap gaat de student de werkzaamheden plannen en voorbereiden. Het is nu duidelijk wat de opdracht inhoudt. In deze stap gaat de student de opdracht omzetten in een activiteitenplan.

Vakleer •

Basiskennis CAD.

• • • •

Basiskennis editeer- en tekenfuncties Keuze formaat en schaal tekening Gebruik en aanmaak van layers Parameters voor tekst en dimensionering

• Tekenen van juiste aansluitingen en gesloten contouren • Beheren, archiveren en printen van tekeningen • Blocks aanmaken • Opslaan van bestanden in een uitwisselingsformaat • Herkennen van bestandsnamen en bestandstypen van het CAD-pakket • Bedrijfscultuur of afspraken voor het opslaan van bestanden • Aanmaak, gebruik van rechteronderhoek van school of bedrijf De student moet bij de productanalyse denken aan: • Welke aanzichten getekend moeten worden. • Welke geometrieën of features zich bevinden in een bepaald aanzicht.

33 Draaien CAD

STAP 3 Jouw competentieontwikkeling in deze stap In te leveren producten

WP/Competentie O-V-G

Tekeningen van de projecttaak

2.2 K 2.3 K,S

Verslag totstandkoming tekeningen

2.2 T

Beoordeling praktijk

2.2 K 2.3 K,S

Urenverantwoording

2.2 T

Taalkaarten nummer: 6, 9, 11, 17, 18 LLB-kaarten nummer: 8 Kerntaak 2 Maken van CNC programma’s Werkproces 2.2 Schrijven van CNC-programma’s Competentiebeoordeling

D-A-G

K. Vakdeskundigheid toepassen Je maakt gebruik van een CAM-systeem, zodat je aan de hand van verkregen informatie een CNC-programma schrijft. T. Instructies en procedures opvolgen Je stelt de machine in en af volgens voorgeschreven procedures en na gebruik archi-

veer je het CNC-programma volgens bedrijfsprocedures. Werkproces 2.3 Testen CNC-programma’s Competentiebeoordeling

D-A-G

E. Samenwerken en overleggen Je overlegt met je leidinggevende over het wijzigen van het CNC-programma, als de simulatie daar aanleiding toe geeft. K. Vakdeskundigheid toepassen Je test door middel van een grafische simulatie het CNC-programma, zodat het pro- gramma klaar om in de CNC-machine te gebruiken. S. Kwaliteit leveren Je test door middel van een grafische simulatie het CNC-programma, zodat je de kwali- teits- en productiviteitsniveaus kan halen.

Verantwoording van de beoordeling Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven of onder de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hiernaast.. GO

NO-GO

34 Allround Verspaner

STAP 3 UITVOERING EN CONTROLE

UITVOERING EN CONTROLE

Beoordeling competent uitvoeren werkproces 2.2 Schrijven van CNC-programma’s 2.3 Testen van CNC-programma’s Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

In deze stap teken je de producten in een CAD/CAM-pakket volgens de geldende school- of bedrijfsnormen. Bij het tekenen moet je controleren: • of er geen onregelmatigheden in de aansluitingen van de contouren staan • of alle elementen op de goede lagen (layers) staan.

35 Draaien CAD

Je kunt dan nog fouten herstellen en onregelmatigheden aanpassen. Aan het einde van deze stap controleer je de tekeningen. Je maakt een onderscheid tussen producttekeningen en tekeningen voor het CAM-pakket. De tekeningen die voldoen aan de school- of bedrijfsnormen moet je dan volgens de bedrijfsvoorschriften archiveren.

ACTIVITEITEN

1.

Tekeningen van de projecttaak

• Produceer de CAM-tekeningen. • Print deze tekeningen (ook in de uitwisselingsformaten). • Vraag aan je begeleiders een stuklijst voor de werktekeningen. • Vul de stuklijst in (rechteronderhoek).

36 Allround Verspaner

STAP 3 UITVOERING EN CONTROLE

2. Verslag totstandkoming van de tekeningen Maak een verslag van je tekenwerkzaamheden. Verwerk daarin de volgende vragen: • Heb je met je praktijkopleider overlegd over welk CAD-pakket je gaat toepassen? • Hoe heb je de tekeningen opgebouwd? • Welke stappen heb je gevolgd? • Hoeveel aanzichten heb je moeten tekenen voor het product? • Welke problemen kwam je tijdens het tekenen tegen? • Wat heb je van je fouten geleerd? 3. Beoordeling praktijk Als alle resultaten ingeleverd zijn en het project klaar is, beoordeelt de praktijkopleider (opdrachtgever): a. de kwaliteit van de producten b. jouw competenties per werkproces die hij heeft waargenomen tijdens de uitvoering. Ten slotte geeft de praktijkopleider op basis van deze twee beoordelingen een eindoordeel over jouw competenties tijdens de praktijkuitvoering van het project. De beoordeling wordt door de praktijkopleider ondertekend. De beoordeling bewaar je als bewijs in je portfolio. 4. Controleformulieren Vul de controleformulieren in. Controleer of je de planning hebt gehaald. Als je die niet hebt gehaald, vermeld dan hoe dat gekomen is. 5. Controle van de tekeningen Controleer de tekeningen op de volgende punten: • dubbele lijnen • gesloten contouren • de juiste plaats voor de oorsprong • of alle elementen in de juiste layers staan • ontwerp zelf een beoordelingsformulier voor de tekeningen en de kwaliteit van de tekeningen. Aansluitend voert de opdrachtgever met jou een eindgesprek.

37 Draaien CAD

6.

Urenverantwoording (zie bijlage 2: Urenverantwoording)

Je hebt gedurende de projecttaak een urenverantwoording bijgehouden. Laat het formulier ondertekenen door de praktijkopleider en begeleider van school. Lever het formulier bij stap 4 in.

De digitale versie van de Urenverantwoording is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

38 Allround Verspaner

STAP 3 UITVOERING EN CONTROLE

BEGELEIDERSINFORMATIE

Het liefst zou de student direct aan de projecttaak beginnen. Maak hem duidelijk dat goed werk niet zonder een goede voorbereiding kan.

Voorbereiding Onderdelen van een goede voorbereiding zijn: • De theorie leren die nodig is om de projecttaak goed uit te kunnen voeren. • Ervoor zorgen dat de student de vaardigheden goed beheerst. • Laat de student de lijsten van gereedschappen en materialen gebruiken uit stap 1 om een werkvoorbereiding te maken. • Natuurlijk kijkt de student ook naar de beste werkvolgorde. Uitvoering Laat de student niet eerder met de uivoering beginnen voordat er een goedgekeurd activiteitenplan en een goede voorbereiding zijn. Een goede voorbereiding betekent voldoende theorie en praktijk om de projecttaak geslaagd uit te voeren met de juiste kennis en vaardigheid. Controle Bij controleren bekijkt de student zijn eigen tekeningen en onderwerpt ze aan een kritische controle. Hierbij moet hij evaluerende vragen kunnen beantwoorden over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: voldoen de tekeningen aan de gestelde eisen; hoe controleer je dat; welk proces heb je doorlopen en wat voor procedures zijn er gebruikt? De vaardigheden die hierbij worden beoefend, zijn: • Juiste en benodigde aanzichten herkennen • Basis CAD-tekenfuncties • Editeer-functies • Geldende tekennormen toegepast • Controle dubbele lijnen. • Juiste aansluitingen en gesloten contouren • Elementen op de juiste layers Vakleer De vaardigheden die hierbij worden beoefend, zijn basis CAD-functies met de volgende onderdelen: • Kunnen uitwerken van producttekeningen en tekeningen die geschikt zijn voor invoer van een CAM-pakket. • Hanteren van normen school/ bedrijf t.a.v. tekenwerk. • Kunnen instellen en plaatsen van maatvoering en tekst volgens norm. • Beheren en uitvoeren van bestanden volgens normen school/ bedrijf.

39 Draaien CAD

STAP 4 Jouw competentieontwikkeling in deze stap In te leveren producten

WP/Competentie O-V-G

Bijgewerkt portfolio

2.4 T 2.4 T 2.4 T 2.4 T

Beoordelingsformulieren

Oplevering met een beoordelingsgesprek

Evaluatieformulier

Taalkaarten Nederlands: 1, 2, 18 LLB-kaarten: 4, 5 Kerntaak 2 Maken van CNC programma’s Werkproces 2.4 Administreren en archiveren van projectgegevens Competentiebeoordeling D-A-G T. Instructies en procedures opvolgen Je archiveert de CNC-programma’s volgens de voorgeschreven procedures.

Verantwoording van de beoordeling Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven of onder de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hiernaast.. GO

NO-GO

D-A-G

Beoordeling competent uitvoeren werkproces

2.4 Administreren en archiveren van projectgegevens Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam Functie Datum Handtekening

40 Allround Verspaner

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE

OPLEVERING EN EVALUATIE

In deze laatste stap wordt een beroep gedaan op jouw evaluatie- en reflectievermogen. Je moet daarvoor kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden, zoals: • Voldoen de CAD-tekeningen aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Hoe verliep het overleg met collega’s?

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties heb je ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

41 Draaien CAD

ACTIVITEITEN

1.

Bijgewerkt Portfolio

Zorg dat: • alle in te leveren resultaten (met beoordeling) in het portfolio aanwezig zijn • alle werkprocessen en competenties in de stappen beoordeeld zijn • formulieren ondertekend in het portfolio aanwezig zijn.

2. Beoordelingsformulieren Stel vast dat de beoordelingsformulieren volledig zijn ingevuld.

3.

Oplevering door het voeren van een beoordelingsgesprek

De oplevering van de projecttaak kan ook gebeuren door middel van een beoordelingsgesprek. Dit is een aanvulling op je portfolio en op jouw beroepsgericht handelen. Je vertelt zo duidelijk mogelijk hoe je instructies en procedures hebt gevolgd en hoe je vakdeskundigheid daarbij hebt toegepast. 1. Maak hieronder een keuze in overleg met je begeleider hoe je projecttaak oplevert. 2. Geef dit aan door het hokje aan te vinken.  Presentatie of demonstratie – Ik presenteer mijn projecttaak. – Ik presenteer of demonstreer het product en proces. – Ik licht toe welke werkprocessen en competenties hiermee aangetoond zijn en met welke bewijsstukken. – Mijn presentatie of demonstratie met hand-outs voldoet aan de gestelde eisen.  Met een beoordelingsgesprek – Ik word beoordeeld op mijn werkprocessen en competenties. – Ik weet welke werkprocessen en competenties en bewijsstukken beoordeeld worden. – Dit gebeurt volgens de een vastgestelde methode (bv. STARRT-)methode).

42 Allround Verspaner

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE

 Eindgesprek of beoordelingsgesprek – Ik bespreek mijn functioneren en mijn projecttaak. – Ik verantwoord mijn bewijsstukken. – In een gesprek wordt een toelichting gevraagd op mijn portfolio, bewijsstukken en functioneren.  Situatie – Betrokkenen

– Datum – Plaats – Zorg dat alles klaar is. – Kom op tijd!

4.

Controle: de beoordeling van de projecttaak

a. Het beoordelen van de presentatie. b. Het beoordelen van de competenties in de bewijzen uit het portfolio en de beoordelingsformulieren. c. Een eindgesprek volgens de STARRT-methodiek. In dit gesprek staan die werkprocessen centraal waarin bepaalde competenties van jou nog niet voldoende zijn gezien. Tijdens dit gesprek kun je die aantonen. d. Eindbeoordeling Op basis van deze beoordelingen krijg je een eindoordeel over jouw werkprocessen en competenties tijdens de uitvoering van het project. Evaluatieformulier Tot slot vul je het evaluatieformulier in. Bij evalueren wordt een krachtig beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Daarbij komen ook vragen over jouw eigen leerproces aan bod • Welke werkprocessen en competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen? 5.

• Waar ga je aan werken? • Wat moet je nog leren?

43 Draaien CAD

Deze evaluatie wordt besproken en beoordeeld in een gesprek met jou en je begeleider op school. Tijdens dit gesprek wordt er een koppeling gemaakt met het POP-gesprek. Daarin worden aandachtspunten voor voortgezette competentieontwikkeling in de volgende projecttaak vastgelegd.

Het Evaluatieformulier is digitaal beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/Techniek MEI /niveau 3/Fijnmechanische Techniek/Allround Verspaner/Evaluatieformulier

Evalueren en beoordelen

Hiermee is je project afgerond en beoordeeld. Je nieuwe POP neem je mee naar je volgende project.

Bronnen • Map voor de projecttaken • Planner met de lesstof (in overleg met docent) • Reader Basis CAD- tekenen • Kenteq Programmeren Draaien CNC

Handige links Vakvaardigheden: • http://nl.wikipedia.org/wiki/Verspanen • www.verspanen.tk • Formulieren beschikbaar via http://www.consortiumbo.nl/site/ Techniek_en_ICT/niveau_3/materiaal.html

Leren en Loopbaan: • www.leren.nl

• http://leren.startpagina.nl/ • http://www.loopbaan.nl

Aanvullende informatie op: • www.consortiumbo.nl (http://www.consortiumbo.nl/site/ Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html) • www.kenteq.nl

44 Allround Verspaner

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE

BEGELEIDERSINFORMATIE

Tijdens de laatste stap vindt de beoordeling en evaluatie plaats. We gaan terugkijken HOE het werk is gedaan en WAT de student heeft gedaan. Het resultaat van de opdracht wordt aan de werkgever (projectbegeleider / vakdocent) gepresenteerd. Hierbij laat de student zien wat er gedaan is. Verder geef de student aan HOE men tot dit resultaat is gekomen. Vragen over het eigen leerproces komen aan bod. Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? Welke werkwijze is toegepast en waarom? Wat ging er goed of niet zo goed? Wat zou een volgende keer anders moeten? Deze evaluatie wordt vastgelegd in het POP. De presentatie van WAT de student gedaan heeft, kan apart van een presentatie HOE hij het gedaan heeft. Een samenvatting van dit gesprek wordt vastgelegd in het POP. Tevens wordt vastgelegd welke competenties er ontwikkeld moeten worden in de volgende projecttaak. Tenslotte moet het formulier van de urenverantwoording nog ondertekend worden. Toelichting bij de beoordeling In deze stap volgt de beoordeling van de complete projecttaak. Daarbij beoordeelt de begeleider het werk: • van de groep • van iedere student apart

Beoordelaars kunnen zijn: • de begeleiders van de school: de begeleider en andere docenten • de praktijkopleider van het leerbedrijf • andere studenten

De praktijkopleider beoordeelt het werk dat in de praktijk is uitgevoerd. Hij kijkt naar: • het product (het eindresultaat) • het proces (hoe is er gewerkt?)

De student krijgt een beoordeling voor: • zijn vakmatig handelen • zijn sociale vaardigheden • zijn werkhouding

Tijdens de opleiding ontwikkelt de student zijn competenties. Daarin moet wel vooruitgang te zien zijn. De competenties moeten uiteindelijk voldoen aan de eisen van het eindniveau van de opleiding. In het kwalificatiedossier staan deze vermeld.

45 Draaien CAD

Made with