006BTMS0016

006BTMS0016

BEROEPSTAAK

1 Plaatconstructiewerken 1 Gereedschapskist

Opleiding Metaalbewerken > Metaalbewerker [Crebo 94301]

BEROEPSTAAK Plaatconstructiewerken 1 Gereedschapskist

1

Opleiding Metaalbewerken > Metaalbewerker [Crebo 94301]

69364216 Bestelnummer 006BTMS0016

COLOFON

Leden werkgroep M.W. Flinsenberg, A.K. Tiemersma, T.A. Overdijk

Eindredactie M. Brok

Illustraties Kenteq en auteurs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.

INHOUD

Introductie op de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Stap 1 Stap 2 Stap 3

Oriënteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Invullen mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 1 Oefening Knippen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .12 2 Oefening zwenkbuigen (zetten) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19 3 Oefening Persbuigen (kanten). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28 4 Oefening Zwenkbuigen van dunwandige buis (handmatig) . . .30 5 Oefening Richten en strekken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 6 Oefening Puntlassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .40 7 Oefening Blindklinken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Oefening Werkvoorbereiding Gereedschapskist . . . . . . . . . . . . . .47 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .48 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .54 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57

Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7

Bronnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59

Beoordelingsmonitor. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .60

3

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

INTRODUCTIE OP DE BEROEPSTAAK

In deze beroepstaak Je gaat een product maken volgens de 7 stappen van BGL. Om dit te kunnen doen, moet je bepaalde kennis en vaardigheden beheersen. Tijdens je werkzaamheden zal je begeleider bekijken hoe je het werk uitvoert. Hij kan dan beoordelen hoe competent je al bent. De competenties die jij in je leven al ontwikkeld hebt, worden opgeschreven in een POP (Persoonlijk Ontwikkelings Plan). Dit doe je samen met je begeleider. Na deze beroepstaak Als je deze beroepstaak goed uitvoert, kun je: • aan de hand van een tekening een goede werkvoorbereiding maken • de juiste materialen opzoeken en controleren • de te gebruiken machines en gereedschappen controleren, afstellen en bedienen • in afwijkende situaties een oplossing bedenken • met alle betrokkenen in het werkproces overleggen, zodat de werkzaamheden vlot verlopen • een product maken dat aan de gestelde kwaliteitseisen voldoet • zorg dragen voor een goede werkuitvoering en werken volgens Arbo-voorschriften en geldende bedrijfsregels • metingen en controles uit voeren om te voldoen aan de eisen • gereedschappen, machines en werkplek opruimen en schoonhouden Laat na elke stap je beoordelingsmonitor bijwerken.

4

Portfolio In deze beroepstaak volg je de 7 stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriënteren

• Een kort verslag met de uitwerkingen van de activiteiten

• Tabel vaardigheden • Tabel werkvolgorde 2. Invullen mini-POP • Ingevuld mini-POP 3. Voorbereiden

• De beoordelingen van de verschillende oefeningen • Uitwerkingen van de diverse activiteiten • Werkvoorbereiding van de gereedschapskist

4. Uitvoeren

• Het gemaakte product: de gereedschapskist

5. Controleren

• Controlelijst van jezelf • Controlelijst van medeleerling

6. Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Demonstratie

7. Terugkijken

• Een afgevinkt mini-POP • Terugkijkverslag • Bijgewerkt portfolio

5

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Oriënteren

Or iënteren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een kort verslag met de uitwerkingen van de activiteiten.

• Tabel vaardigheden. • Tabel werkvolgorde.

In deze beroepstaak ga je verschillende onderdelen maken die samengesteld moeten worden tot een eindproduct: de gereedschapskist. Daarvoor is het nodig dat je verschillende vaardigheden beheerst. Om er zeker van te zijn dat je die vaardigheden beheerst, ga je eerst een aantal oefeningen maken. Bij stap 3, Voorbereiden, komen we daarop terug.

ACTIVITEITEN

1

De tekening 1 Bestudeer onderstaande tekening (ger-kist-01) goed. Probeer je voor te stellen hoe dit product eruit zal gaan zien. 2 Kijk eens om je heen in je bedrijf of je iets kunt vinden dat op dit product lijkt. 3 Maak er eventueel een foto van en doe deze bij het verslag. Bedenk een naam voor dit product.

Vaardigheid

Oefenen ja/nee

Tabel Vaardigheden

6

2

Werkvolgorde 1 Maak, in een tabel, een globale werkvolgorde voor het doorlo- pen van deze beroepstaak. 2 Bespreek met een van je medeleerlingen waar jullie in deze taak kunnen samenwerken.

Stap Wat doet een constructiewerker wanneer hij een product volgens tekening moet maken?

Moet altijd of soms

Heb ik wel eens gedaan

Heb ik wel een bij geholpen

1

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

2

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

3

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

4

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

5

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

6

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

Voorbeeld van een werkvolgorde in tabelvorm

7

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Samenstelling gereedschapskist

8

IN TE LEVEREN RESULTAAT Invul len mini -POP Invullen mini-POP

• Een ingevuld mini-POP.

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de beroepstaak in grote lijnen inhoudt. In deze stap ga je de beroepstaak gedetailleerd uitwerken. In deze beroepstaak ga je een gereedschapskist vervaardigen. Je hebt nog niet alle benodigde vaardigheden onder de knie. Je zult eerst een aantal oefeningen moeten maken. Hierbij moet je aan veel zaken denken. Het mini-POP moet je zorgvuldig invullen.

In het mini-POP schrijf je op: • wat je wilt leren

• hoe je dat gaat doen • wat je wilt bereiken • je planning • de benodigde ondersteuning en faciliteiten.

ACTIVITEITEN

1

Mini-POP 1 Vul het mini-POP in.

2

Gesprek met je begeleider Je hebt nu een ingevuld mini-POP met een planning. Bespreek dit met je begeleider. Tijdens het gesprek krijg je vast en zeker opmerkingen of aanvullingen op je mini-POP. Verwerk deze opmerkingen eerst in je mini-POP, voordat je naar stap 3 gaat.

9

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tabel Mini-POP

1. De beroepstaak wordt afgesloten met een gesprek / beoordelingsopdracht /criteriumgericht interview / toets:

Onder toezicht van: ………………………….. op ……-……-…….

In ………………………………...…. (plaats). 2. Beschrijf in eigen woorden wat je gaat maken en uitvoeren in deze beroepstaak of beoordelingsopdracht.

3. Vul onderstaand schema met vaardigheden verder in. In deze beroepstaak [omschrijving beroeptaak] Waar? Hoe?

Wanneer? Met wie samen?

Paraaf TB/PB

4. Kijk in de beoordelingslijst (zie stap 6) wat je nog niet weet of kunt. Vul dat op dezelfde manier in als hier- boven.

5. Welke workshops vind jij dat er bij deze beroepstaak gegeven moeten worden?

6. Aan welke persoonlijke competenties ga je nog meer werken in deze beroepstaak? (Zie vorige beroeps- taak of je POP.)

10

Vul hieronder jouw planning in. Geef bij elke stap de geplande startdatum en einddatum aan. Vul later de werkelijke datum in. Zo kun je zien of je je aan de planning gehouden hebt.

Jouw plan

Stap 3

Stap 4

Stap 5

Stap 6

Stap 7

Geplande startdatum: Geplande einddatum:

Startdatum: Einddatum:

11

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Voorbereiden

Voorbereiden IN TE LEVEREN RESULTAAT

• De beoordelingen van de verschillende oefeningen. • Uitwerkingen van de diverse activiteiten. • Werkvoorbereiding van de gereedschapskist.

In de vorige stap heb je jouw planning uitgewerkt. Je beschrijft daarin gedetailleerd wat je gaat doen. Voordat je de gereedschapskist echt gaat maken, maak je eerst een aantal oefeningen. In de voorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. Je werkt aan de hand van de tekening van het product. Bij een goede voorbereiding denk je zeker aan de volgende punten: • Welke informatie uit de tekening heb ik nodig. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van de onderdelen. • Welke materialen, gereedschappen en beschermingsmiddelen heb ik nodig. • Welke werkvolgorde moet ik toepassen.

ACTIVITEITEN

OEFENING KNIPPEN

Je knipt profiel, plat of plaat, op je werk. Maar weet je ook waarvoor die geknipte materialen dienen? Zijn ze onderdeel van een samengesteld product, of is het een zelfstandig product?

1

Voorbereiding oefening Om de gereedschapskist en de oefeningen te kunnen maken, zul je plaatmateriaal op de juiste lengte en breedte moeten knippen. Strip- of buismateriaal moet je afkorten.

12

1 Leg uit in welk geval je plaatmateriaal op maat moet knippen. 2 Verklaar het principe van knippen. Maak hierbij gebruik van een afbeelding. 3 Welke gereedschappen en machines zijn er om het materiaal te knippen? 4 Welke typen knipmachines zijn er in jouw bedrijf beschikbaar? (Maak eventueel foto’s.) 5 Zet de gegevens van de knipmachines in onderstaande tabel.

Type knipmachine Max. te knippen afmetingen Handmatig / Mechanisch / Hydraulisch

Slaglengte regelbaar Ja/Nee

6 Bestudeer de tekeningen van de oefeningen knippen, zwenkbuigen en persbuigen goed. a Noteer voor het materiaal van elke oefening welke (han- dels)afmetingen je nodig hebt. b Zet deze in een tabel.

Stuknr.

Benaming onderdeel

Afmeting of Normaanduiding Handelsafmeting

1 2 3 4 5

7 Maak een kniplijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Kniplengte-breedte-dikte

Kniptoeslag

8 Met welke instellingen bij het knippen moet je rekening houden? 9 Zijn deze instellingen voor het knippen van alle materialen hetzelfde? 10 Worden de verschillende typen machines op dezelfde manier ingesteld?

13

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

11 Leg uit wat er met snijspeling (snijspleet) wordt bedoeld. Maak gebruik van een schets. 12 Waarvan is de grootte van de snijspleet afhankelijk? 13 Beschrijf de gevolgen van een te grote en een te kleine snijspleet. 14 Leg uit wat er met kniphoek wordt bedoeld. Maak gebruik van een schets. 15 Waarvan is de grootte van de kniphoek afhankelijk? 16 Wat zijn de gevolgen als de kniphoek niet goed is ingesteld? 17 Bij sommige machines kun je ook de kniplengte instellen. Wat is daarvan het voordeel? 18 Stel, je hebt een guillotineschaar zonder aanslag. Schrijf op hoe je te werk moet gaan als je precies over een lijn moet knippen. 19 Waarvoor dient/dienen de neerhouder(s) tijdens het knippen? 20 Wat gebeurt er als het materiaal dat je knipt, op de guillotineschaar, niet goed door de neerhouder wordt geklemd? 21 Leg uit waarvoor een hoekschaar wordt gebruikt. Voeg een afbeelding van dit apparaat toe. 22 Wanneer spreekt men van dunne plaat en wanneer van dikke plaat? 23 Noteer de veiligheidsmaatregelen die je moet nemen bij het knippen. 24 Beschrijf de betekenis van 25 Welke soorten aanslagen kunnen er op een guillotineschaar aanwezig zijn? 26 Wat bedoelt men met een zo economisch mogelijke plaatindeling? 27 Welke soorten vervormingen kunnen er zijn ontstaan aan de geknipte plaatdelen? 28 Op welke manier kunnen deze voorkomen of hersteld worden? Er zijn 3 knipoefeningen. Je vindt ze op de tekeningen 108112-01, 108113-01 en 108114-01. Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet snijbranden. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekeningen. Bekijk de tekeningen van de oefeningen die je gaat maken. Voer onderstaande activiteiten per oefening uit voordat je begint met snijbranden. 29 Schrijf in het kort op hoe je de onderdelen gaat maken. 30 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt. 31 Maak een materiaal-/kniplijst aan de hand van de tekening van de oefening.

14

2

Uitvoeren oefening 1 Je gaat nu aan de slag. Je hebt voldoende informatie verzameld en een kniplijst gemaakt. 2 Zoek nu in het magazijn de verschillende materialen op die je nodig hebt voor het knippen of afkorten. Leg deze bij de machine klaar. 3 Je hebt nu alle onderdelen doorgewerkt en afgehandeld. Ga naar je praktijkopleider en vraag hem er bij te zijn als je de machine instelt en je gaat beginnen met knippen. 4 Ga het materiaal knippen dat je nodig hebt voor de oefening(en). 5 Werk het materiaal netjes af. Dus: afbramen en scherpe kanten wegwerken. 6 Controleer het (geknipte) materiaal. Eventueel kun je het ook door je praktijkopleider laten controleren. 7 Breng het materiaal, dat je over hebt gehouden, weer naar het magazijn. 8 Zorg dat je de machine netjes achterlaat. Zorg ervoor dat eventuele afvalstukjes in de juiste afvalbak terechtkomen. Controle oefening 1 Maak een controlelijst van de gemaakte oefeningen. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

3

4

Beoordeling 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

15

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Knipoefening 1 Knip volgens tekening de diverse plaatdelen zo economisch mogelijk. Ga uit van de handelsafmetingen 2000 x 1000 x 1 mm.

16

Tekening Knippen 1

Knipoefening 2 Neem de voorgeknipte platen van oefening 1. Knip dit materiaal volgens onderstaande tekening.

17

Tekening Knippen 2

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Knipoefening 3 Neem de voorgeknipte platen van oefening 1. Knip dit materiaal volgens onderstaande tekening.

18

Tekening Knippen 3

OEFENING ZWENKBUIGEN (ZETTEN)

Het zwenkbuigen van plaatmateriaal wordt ook wel ‘zetten’ genoemd. Je kunt deze bewerking met de hand doen. Hiervoor klem je het materiaal tussen twee lange strippen en sla je het met een hamer om. Helaas geeft dit niet zo’n mooi resultaat. Het is beter en gemakkelijker om deze bewerking te doen op een zwenkbuigmachine ofwel zetbank. Om te leren werken met een zetbank ga je de volgende opdrachten maken. Overleg vooraf met je praktijkopleider. Voorbereiding oefening 1 Omschrijf het principe van zwenkbuigen. Verduidelijk je om- schrijving met een afbeelding of schets. 2 Zwenkbuigmachines zijn er in verschillende uitvoeringen. Zoek op welke uitvoeringen er zijn. Verzamel er afbeeldingen van. 3 Verzamel gegevens van de buigmachines uit de werkplaats waar je werkt. Maak er, indien mogelijk, foto’s van. 4 Noem de hoofdonderdelen van een zetbank. 5 Beschrijf het voordeel van een buigbalk die opgedeeld is in meerdere stukken. 6 Op welke manier kan een zetbank worden ingesteld voor verschillende materiaaldikten? 7 Wat gebeurt er met de neutrale lijn als de inwendige buigstraal kleiner is dan 3,8 keer de materiaaldikte? 8 Als je materiaal gaat zetten zal het altijd iets terugveren. Waar is dit terugveren van afhankelijk ? Noem er een aantal. 9 Leg uit waarvoor een bombeerinrichting dient. 10 Met welk(e) meetinstrument(en) kan een hoek worden gemeten? 11 Noteer de veiligheidsmaatregelen waarmee je rekening moet houden bij het zetten. 12 Het is niet verstandig om op een zetbank rond, vierkant, plat of strip materiaal te buigen. Leg uit waarom. 13 Wat gebeurt er als je materiaal van 2 mm dik gaat zetten, terwijl de zetbank is ingesteld voor het zetten van materiaal 0,7 mm? Er zijn 7 oefeningen voor zwenkbuigen. Je vindt ze op de tekeningen 330-322-2/1 tot en met 2/7. Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet zetten. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekeningen. Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende zwenkbuigoefeningen. Bekijk de tekening van de oefening(en) die je nu gaat maken.

1

19

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

14 Bereken de gestrekte lengte van het werkstuk/de werkstukken. 15 Maak een kniplijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Kniplengte-breedte-dikte

Kniptoeslag

1 2 3 4 5 6 7

Contoleer of er bij de oefening(en) zwenkbuigen materiaal gebruikt kan worden van de oefening knippen!

16 Maak een tekening van de uitslag. Geef daarin de buiglijnen en of de buigtrajecten aan. 17 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 18 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt.

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

20

Tekening Zwenkbuigen 1

21

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Zwenkbuigen 2

22

Tekening Zwenkbuigen 3

23

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Zwenkbuigen 4

24

Tekening Zwenkbuigen 5

25

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Zwenkbuigen 6

26

Tekening Zwenkbuigen 7

27

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

OEFENING PERSBUIGEN (KANTEN)

Bij de vorige oefeningen heb je plaatmateriaal omgevormd met een zwenkbuigmachine. Het persbuigen of kanten is een andere methode van zetten. Het plaatmateriaal wordt in een matrijs geperst waardoor het de gewenste vorm krijgt. Om met de kantbank (kantpers) te leren werken, ga je een aantal oefeningen maken. De instelling van de machine is daarbij natuurlijk heel belangrijk. Bij de kantbank is het nog belangrijker om op de veiligheid te letten dan bij de zwenkbuigmachine. Moderne hydraulische kantbanken zijn meestal goed beveiligd. Toch moet je ervoor zorgen dat je vingers of handen niet tussen stempel en matrijs bekneld raken.

Beveiligingen werken niet altijd even goed, dus vertrouw daar niet op!

1

Voorbereiding oefening 1 Ga na welk type kantpers in het bedrijf/werkplaats staat waar je werkt. Maak een korte omschrijving over de werking van de machine. Licht een en ander toe met tekeningen en/of foto’s. 2 Zoek op internet, in boeken of in documentatie van machineleveranciers welke types kantpersen er nog meer zijn. Probeer de verschillen tussen de machines aan te geven. 3 Waarvan is de keuze van het bovenstempel afhankelijk? 4 Leg ook uit waarvan de keuze van de ondermatrijs afhankelijk is. 5 Hoe wordt de benodigde groefwijdte van de matrijs bepaald? 6 In vorige buigoefeningen heb je al moeten werken met de correctiewaarde om de uitslagenlengte bepalen. Door welke factoren wordt de correctiewaarde beïnvloed? 7 Bij welke groefwijdte is de correctiewaarde 0? 8 Bij het instellen van een kantbank moet de buigdiepte en de perskracht ingesteld worden. Waar zijn deze van afhankelijk? 9 Beschrijf de gevolgen van een te kleine groefwijdte. 10 Wat zijn de gevolgen van een te grote groefwijdte? 11 Beschrijf de functie van de achteraanslag. 12 Als er meerdere buigingen aan een product gedaan moeten worden, is het belangrijk om van tevoren de buigvolgorde vast te stellen. Leg uit waarom. Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet persbuigen. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekeningen. Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende buigoefeningen. Bekijk de tekening van de oefening die je nu gaat maken. Er zijn 7 oefeningen voor het persbuigen. Je vindt ze op de tekeningen: 330-322-2/1 tot en met 2/7.

28

Contoleer of je bij de oefening(en) persbuigen het materiaal van de oefening knippen kunt gebruiken!

13 Bereken de gestrekte lengte van het werkstuk. 14 Maak een tekening van de uitslag en geef daarin de buiglijnen en/of de buigtrajecten aan. 15 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 16 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt.

17 Maak een kniplijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Kniplengte-breedte-dikte

Kniptoeslag

1 2 3 4 5 6 7

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

5

Tekeningen Persbuigen (kanten) Gebruik voor de oefeningen de tekeningen 330-322-2/1 t/m 330-322-2/7 uit de oefening Zwenkbuigen.

29

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

OEFENING ZWENKBUIGEN VAN DUNWANDIGE BUIS (HANDMATIG)

Bij de vorige oefeningen heb je vorm gegeven aan het plaatmateriaal door gebruik te maken van een zwenkbuigmachine en kantpers. Pijpbuigen behoort tot de vormende bewerkingen waarbij gebruik wordt gemaakt van pijpenbuigers/buigtangen.

1

Voorbereiding oefening 1 Ga na welk(e) buigtangen in je bedrijf/werkplaats zijn. Maak een korte omschrijving over de werking van de buigtang. Licht een en ander toe met tekeningen en/of foto’s. 2 Zoek op internet, in boeken of in documentatie van leveranciers welke typen buigtangen er nog meer zijn. Probeer de verschillen aan te geven. 3 Tot welke maat is het nog mogelijk dunwandige buis te buigen? 4 In vorige buigoefeningen heb je al moeten werken met de correctiewaarde om de uitgeslagen lengte bepalen. Op welke manier wordt de uitgeslagen/gestrekte lengte bepaald bij buismateriaal? 5 Door welke factoren wordt de correctiewaarde beïnvloed? 6 Wat gebeurt er als je niet de juiste buigmal gebruikt bij de daarbij horende buisdiameter? 7 Beschrijf de functie van de aanslag op de buigtang. 8 Als er meerdere buigingen aan een product gedaan moeten worden, is het belangrijk om van tevoren de buigvolgorde vast te stellen. Leg uit waarom Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet buigen. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekeningen. Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende buigoefeningen. Bekijk de tekening van de oefening die je nu gaat maken. 9 Bereken de gestrekte lengte van het werkstuk. 10 Maak een tekening van de uitslag. Geef daarin de buiglijnen en/of de buigtrajecten aan. 11 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 12 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt. Er zijn 3 buigoefeningen voor dunwandige buis. Je vindt ze op de tekeningen: 510-322-3/1-2 en 510-363-8/10.

30

13 Maak een kniplijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Kniplengte-breedte-dikte

Kniptoeslag

1 2 3 4 5 6 7

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

31

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Zwenkbuigen dunwandige buis 1

32

Tekening Zwenkbuigen dunwandige buis 2

33

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Zwenkbuigen dunwandige buis 3

34

OEFENING RICHTEN EN STREKKEN

Materiaal kan vervormd raken. Zo kan het gebeuren dat een staaf of buis niet meer recht is, terwijl het wel recht moet zijn. Plaatmateriaal is niet meer vlak terwijl het wel vlak moet zijn. In beide gevallen moet hier iets aan gedaan worden. Bij het vlak maken van een plaat spreken we van strekken. Staaf- en profielmateriaal dat krom is, moet men richten. Ook kan het voorkomen dat een gelast product na het lassen krom is getrokken. De verschillende delen staan niet meer in de goede stand ten opzichte van elkaar. Door het werkstuk te richten moet er voor gezorgd worden dat dit voldoet aan de eisen die op de tekening vermeld zijn. Voorbereiding oefening 1 Welke machines zouden bij het richten kunnen worden ge- bruikt? 2 Als materiaal gericht wordt, zal de grootte van de spanning in het materiaal boven een bepaalde grens moeten uitkomen. Welke grens is dat? 3 Hoe kun je deze grens verlagen, waarboven je materiaal kunt omvormen? 4 Soms maakt men bij het richten een bepaald gedeelte van het te richten werkstuk warm en koelt het daarna vrij snel af. Omschrijf wat er dan met het materiaal gebeurt. 5 Wanneer strekken of richten gebeurt met warmte, wanneer past men dan: 6 Welke hamer gebruik je als je materiaal moet rekken? 7 Welke hamer gebruik je als je materiaal moet stuiken? 8 Maak een verslag van een gesprek dat je voert met een vakman over hoe hij te werk gaat als een werkstuk gericht moet worden. Bijvoorbeeld een hoekprofiel dat krom is en recht moet worden gemaakt. 9 Wat is de betekenis van de aanduiding a warmtepunten toe? b warmtebaan toe? c warmtewig toe?

1

10 Wat is de betekenis van de aanduiding

35

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Er zijn 3 oefeningen voor richten en strekken. Je vindt ze op drie tekeningen met de code DRIJ-2/1 – DRIJ-2/2 en DRIJ-2/3. Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende richt- en/of strekoefeningen. Door middel van rekken en stuiken kun je materiaal recht maken. Met deze technieken kun je materiaal ook in een bepaalde vorm brengen. Denk maar aan het smeden van een kromzwaard.

Bekijk de tekening van de oefening die je nu gaat maken.

11 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 12 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt. 13 Maak een kniplijst aan de hand van de tekeningen van de oefeningen.

Tekening nr.

Benaming onderdeel

Kniplengte-breedte- dikte

Kniptoeslag

1 2 3 4 5 6 7

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

36

OEFENING RICHTEN/STREKKEN 1

Probeer in de opdracht de geknipte strip(pen): a 25 mm langer te maken. Zorg er wel voor dat de strip recht blijft! b de strip volgens de aangegeven radius te vervormen.

37

Tekening Richten/strekken 1

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

OEFENING RICHTEN/STREKKEN 2

Las twee stukken hoekprofiel 50 x 50 x 5 van 350 lang aan elkaar tot een lengte van 700. Richt na het lassen het gemaakte werk tot een rechtheid van 1 mm.

Tekening Richten/strekken 2

38

OEFENING RICHTEN/STREKKEN 3

Las op een plaat van 250 x 250 x 4 in het midden een buisje rond 40 en de verstevigingsruggen. Na het lassen zal de plaat niet meer vlak zijn. Richt de plaat zodanig dat deze vlak is, tolerantie 1 mm.

39

Tekening Richten/strekken 3

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

OEFENING PUNTLASSEN

Om van losse onderdelen een eindproduct te kunnen maken, moeten deze onderdelen aan elkaar worden bevestigd. Dit kan onder andere door op bepaalde plaatsen puntlassen aan te brengen.

1

Voorbereiding oefening 1 Ga na welk(e) puntlasmachine(s) er in je bedrijf of werkplaats zijn. 2 Maak een korte omschrijving van de werking van de puntlasmachine. Licht een en ander toe met tekeningen en of foto’s. 3 Zoek op internet, in boeken of in documentatie van leveranciers welke typen puntlasmachines er nog meer zijn. Probeer de verschillen aan te geven. 4 Beschrijf de functie van de elektroden van de puntlasmachine. 5 Leg uit waarom deze gekoeld worden. 6 Tot welke plaatdikte in staal is puntlassen nog mogelijk? 7 Waardoor wordt de sterkte van een puntlas bepaald? 8 Welke drie lasparameters zijn van belang bij het puntlassen? Leg uit waar deze van afhankelijk zijn. 9 Op welke manier(en) kun je een puntlas op kwaliteit controleren? 10 Waarommag de afstand tussen de puntlassen onderling niet te klein zijn? Er zijn 2 oefeningen voor puntlassen. Je vindt ze beide op de tekening: 510-363-5 /10. Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet puntlassen. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van bovengenoemde tekeningen. Voer onderstaande activiteiten uit voor de verschillende oefeningen. Bekijk de tekening van de oefening die je nu gaat maken.

11 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 12 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt.

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

40

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

41

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Puntlassen

42

OEFENING BLINDKLINKEN

Er bestaan verschillende methoden om een vaste verbinding te maken tussen onderdelen van profiel- en plaatmateriaal. De methoden lijmen, lassen en solderen zijn je natuurlijk al bekend. Bovendien heb je in het voorgaande geoefend met de methode puntlassen. Een andere methode om een vaste verbinding te maken, is het blindklinken. Voorbereiding oefening 1 Ga na welk(e) blindklinkgereedschap(pen) in je bedrijf of werk- plaats zijn. 2 Maak een korte omschrijving over de werking van een blindklinktang. Licht een en ander toe met tekeningen en/of foto’s. 3 Zoek op internet, in boeken of in documentatie van leveranciers welke typen blindklinkgereedschappen er nog meer zijn. Probeer de verschillen aan te geven. 4 Noteer tenminste 3 toepassingen van blindklinken. 5 Het blindklinken biedt verschillende voordelen ten opzichte van andere verbindingstechnieken. Schrijf tenminste 5 voordelen op. 6 Zoek op internet, in boeken of in documentatie van leveranciers welke typen blindklinknagels er zijn. Verzamel afbeeldingen van 4 typen en vul onderstaande tabel in.

1

Blindklinknagels Type (naam) Afbeelding

Materiaal

Toepassing

7 Er zijn verschillende gereedschappen om de onderdelen tijdens het blindklinken te klemmen. Noteer de naam van 3 klemgereedschappen 8 Leg uit hoe je de boordiameter voor een blindklinknagel bepaalt. 9 Leg ook uit hoe je de juiste lengte van een blindklinknagel kunt vinden. Je kunt ook aan de praktijkopleider tekeningen vragen van werkstukken die jij moet blindklinken. Als er geen werkstukken voorhanden zijn, maak dan gebruik van de hieronder genoemde tekeningen.

43

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Er zijn 2 oefeningen voor blindklinken. Je vindt ze op de tekeningen: 510-322-2/1 en 510-322-2/2. Bekijk de tekeningen van de oefeningen die je gaat maken. Voer onderstaande activiteiten per oefening uit voordat je begint met de oefeningen.

10 Schrijf in het kort op hoe je dit product gaat maken. 11 Noteer welke hulpstukken en gereedschappen je nodig hebt.

2

Uitvoering oefening Je hebt nu alle onderdelen van deze oefeningen doorlopen. Ga na overleg met je praktijkopleider de oefeningen maken.

3

Controle oefening 1 Maak een controlelijst van elke gemaakte oefening. 2 Ga na of je aan de gestelde veiligheidsvoorwaarden hebt voldaan. 3 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 4 Ruim je werkplek op.

4

Beoordeling en nabespreking oefening 1 Laat je praktijkopleider het gemaakte werk zien en controleren. Bespreek wat er goed ging en wat er minder goed is gegaan.

44

Tekening Blindklinken 1

45

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Tekening Blindklinken 2

46

WERKVOORBEREIDING GEREEDSCHAPSKIST

Je hebt nu alle oefeningen gedaan. Alle vaardigheden die je nodig hebt voor het maken van het product heb je je eigen gemaakt. Nu kun je een werkvoorbereiding opstellen voor het maken van de gereedschapskist. In de werkvoorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. De tekening van het product is daarbij je belangrijkste informatiebron. De volgende punten zijn daarbij van groot belang: • Welke informatie uit de tekening heb ik nodig. • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het maken van de verschillende onderdelen. • Welke materialen, gereedschappen, hulpmiddelen en bescher- mingsmiddelen heb ik nodig. • Welke volgorde moet ik toepassen. • Welke veiligheidsmaatregelen moet ik nemen. 2 Maak een tekening van de gestrekte lengte van stuknummer 1. Laat daarin zien hoe deze afgetekend en uitwerkt moet worden voordat deze gebogen kan worden. Schrijf de maten in van de totale lengte en de plaats van het buigtraject. 3 Maak een tekening van de uitslag van stuknummer 13. Geef hierin aan waar de buiglijnen moeten liggen. Schrijf de maten in van de buiglijnen. Laat in een berekening zien hoe je aan de maat bent gekomen tussen de twee buiglijnen. 4 Maak een tekening van de uitslag van stuknummer 7. Geef hierin aan waar de buiglijnen moeten liggen. Schrijf de maten in van de buiglijnen. Laat in een berekening zien hoe je aan de maat bent gekomen tussen de twee buiglijnen. 5 Beschrijf de betekenis van Maken van de werkvoorbereiding 1 Maak de stuklijst compleet.

1

6 Beschrijf de betekenis van

7 Maak van de stuknummers 7 en 13 tabel waarin de volgorde van zetten is aangegeven. 8 Maak een bewerkingsvolgorde. Zet in een tabel welke onderdelen je eerst gaat maken en welke gereedschappen en hulpmiddelen je daarvoor nodig hebt.

47

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Uitvoeren

Ui tvoeren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Product.

Je gaat nu aan de slag met het maken van de gereedschapskist. Alle informatie heb je inmiddels verzameld. Gebruik je bewerkingsvolgorde als basis voor de uitvoering van de opdracht.

ACTIVITEITEN

1

Voorbereiding 1 Verzamel de materialen die je nodig hebt. Controleer de afme- tingen. 2 Verzamel de hulpstukken en gereedschappen die je nodig hebt. Uitvoering 1 De tekening a Bestudeer de tekening en teken de onderdelen af volgens de maten die op de tekening staan. 2 Uitvoeren oefening a Maakt de onderdelen één voor één. b Hecht de onderdelen aan elkaar en controleer of de maten, haaksheid en vlakheid voldoen aan de eisen van die op de tekening staan. c Las het werkstuk af volgens de lasaanduidingen op de teke- ning.

2

48

49

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

50

51

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

52

53

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

Controleren

Controle

IN TE LEVEREN RESULTAAT IN TE LEVEREN RESULTA T ren

• Controlelijst.

Je hebt je beroepstaak uitgevoerd. Nu ga je je eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je zelf herstellen.

ACTIVITEITEN

1

Controle 1 Maak een controlelijst. 2 Schrijf op hoe je dit gaat aanpakken. Denk aan de volgende punten: • maatvoering; • vorm- en plaatstoleranties; • afwerking. 3 Noteer de veiligheidsvoorwaarden waaraan je hebt voldaan. 4 Controleer je gemaakte werk aan de hand van je eigen controlelijsten. 5 Ruim je werkplek op.

54

IN TE LEVEREN RESULTAAT Beoordelen Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor. • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview. • Eindpresentatie. • Demonstratie.

In deze stap word je beoordeeld met een beoordelingsmonitor (zie bijlage 1). Met de beoordelingsmonitor word je beoordeeld op: • wat je hebt gemaakt • hoe je dit hebt uitgevoerd. Er wordt speciaal gelet op je vakkennis, vaardigheid en beroepshouding bij Basisvaardigheden Metaal. Tijdens het uitvoeren van de beroepstaak houden jij en je beoordelaars de beoordelingmonitor bij.

ACTIVITEITEN

1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden.

2 Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Verzamel alle bewijsstukken. 2 Je moet kunnen aantonen dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider. 3

55

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

4

Eindpresentatie (in overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de eindpresentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de presentatie voor. 3 Voer de presentatie uit. Demonstratie (in overleg met je begeleider) 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie met je be- oordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie uit.

5

56

Terugkijken

Terugki jken IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een afgevinkt mini-POP. • Terugkijkverslag. • Bijgewerkt portfolio.

Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende beroepstaak.

Maak een afspraak met je trajectbegeleider voor dit gesprek.

57

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

ACTIVITEITEN

1

Terugkijkverslag 1 Maak een terugkijkverslag aan de hand van onderstaand sche- ma.

Naam: Datum: Beroepstaak: Naam trajectbegeleider:

Stap

Wat ging goed

Wat kon beter

1 Oriënteren 2 Invullen Mini-POP 3 Voorbereiden 4 Uitvoeren

5 Controleren 6 Beoordelen

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Wie

Wat heb ik geleerd

Waar moet ik nog aan werken

Trajectbegeleider Medeleerling Praktijkopleider Zelf

58

BRONNEN

• Cd-rom Basisvaardigheden Metaal • Cd-rom Basisvaardigheden Constructie • Basisvaardigheden constructie – KENTEQ – 9065257195 • Basisvaardigheden constructie KENTEQ - 300-321-0 • Basisvaardigheden constructie – KENTEQ – 300-101-1 • Tekeninglezen COO KENTEQ - 100-301-2 (Schalen en maatinschrijvingen) • Buigen met hoekbuigapparatuur Kenteq 300-322-3 • Integratie plat- en profielconstructies kenteq 300-343-2 • www.leren.nl • www.techniekstad.nl • www.consortiumbo.nl • Verbindingstechnieken blindklinken, zachtsolderen en hechtlassen – KENTEQ – 510-322-2 • Basisvaardigheden Plaatwerk - KENTEQ – 906 5257 209 • Dunne Plaat technologie – KENTEQ – 906 5257 187 • http://www.dunneplaat-online.nl/ smartsite9719.htm?goto=10787 • http://aluminium.matter.org.uk/content/html/dut/ default.asp?catid=48&pageid=2144416966 • http://www.onkenhout.nl/onkenhout/ klinksystemen.html?intGroupId=1 • Via internet Google (metaalzaagmachines) • Buigen met handgereedschap 300-322-2.

59

BEROEPSTAAK PLAATCONSTRUCTIEWERKEN 1 GEREEDSCHAPSKIST

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Opmerkingen

Complexiteit

Beoordeling B

score D - A - G

docent

praktijkopleider

leerling

Prestatie-indicator of

verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

A Beslissen en activiteiten E Analyseren Formuleert de eigen leerkansen en leerdoelen op een duidelijke en begrijpelijke wijze. 1.1 Benoemt leerdoelen voor eigen ontwikkeling Onderzoeken N M 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert uit 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren 1.1 Voorbereiden werkzaamheden initiëren W Gedrevenheid en ambitie tonen J Kan aandachtig en ijverig bepalen welke veranderingen in de leef- en werkomgeving het beste aansluiten bij de eigen ambitie. Is daarbij in staat de juiste leerbehoefte vast te stellen. Formuleren en rapporteren

Is in staat de leeractiviteiten in de praktijk uit te voeren en zo nodig bij te stellen. Aanvaardt de uitdaging om de eigen leerdoelen te ont-dekken en investeert tijd en energie om tot een keuze te komen. Stelt zich op de hoogte van veranderingen in de samen-leving en werkomgeving en maakt hiervan gebruik om duidelijke leerdoelen te stellen.

Q Plannen en organiseren Heeft op basis van zijn leerdoelen een planning gemaakt van zijn leeractiviteiten. N Onderzoeken Verzamelt, overzichtelijk, informatie over de verschillen-de (nieuwe) manieren van leren. O Creëren en innoveren Durft voor te stellen de leeractiviteiten op een andere manier dan gebruikelijk, uit te voeren. toepassen L Materialen en middelen inzetten T Instructies en procedures opvolgen K Vakdeskundigheid toepassen L Materialen en middelen inzetten L Materialen en middelen inzetten inzetten T Instructies en Materialen en middelen inzetten Samenwerken en overleggen Overlegt met relevante betrokkenen over de voorbereiding en de uitvoering van de werkzaamheden. Heeft de verzamelde informatie zodanig geïnterpreteerd dat er een duidelijk beeld is van de werkopdracht. Draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen. K L Vakdeskundigheid toepassen

Ingevulde beoordelingsmonitor ind Ci/Ep ab M Analyseren Kan zijn eigen manier van werken en leren in kaart brengen en bepaalt of het in volgende opdrachten nodig is deze aan te passen. Bewijsstukken criteriumgericht interview ind Ci/Ep ab P Leren Is in staat, na feedback over de leerstijl, deze aan te passen. Eindpresentatie / demonstratie ind Ci/Ep ab

Onderkent en accepteert dat beroepseisen en beroepsuitoefening veranderen en kan zijn plan van aanpak hierop aanpassen. Terugkijkverslag ind E t W Gedrevenheid en ambitie tonen Is geïnteresseerd in het vak en is bereid zich in te zetten voor nieuwe ontwikkelingen. Bijgewerkt portfolio ind FG ab

Controlelijst van jezelf ind P l 1 1.6 Meten, testen en Gebruikt efficiënt de meetgereedschappen, materiaal en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten. Controlelijst mededeelnemer G2 P l F Ethisch en integer handelen L Materialen en middelen procedures opvolgen Een ingevuld mini-POP ind E t U Omgaan met verand. en aanpassen 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren 1 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn 1 1.7 Afronden werkzaamheden 2 controleren van vervaardigde producten

Houdt rekening met zijn omgeving en maakt zijn werkplek schoon en voert het afvalmateriaal volgens de voorschriften af. Gebruikt de juiste middelen om de producten en zijn werkplek schoon te maken. Vult alle relevante formulieren correct in volgens de voorgeschreven bedrijfsprocedures

Gebruikt zijn kennis van machines en gereedschappen om deze vakkundig te kunnen in- en afstellen. Kiest, controleert en gebruikt materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het verplaatsen, bewerken en vervormen van het materiaal. Draagt zorg voor het goed in en afstellen van machines en gereedschappen. Past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in en afstellen van machines en gereedschappen. Bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en accuraat volgens tekeningen, bewerkingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften. Gebruikt efficiënt de materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal.

Competenties

Code

Kennistoets vakdeskundigheid ind K v Werkvoorbereiding van de gereedschapkist ind P pra/v Het product, de gereedsachpkist ind Ci pra K Vakdeskundigheid 1.2 Machine en gereedschappen in- en afstellen 1.3 Bewerken en vervormen van het materiaal 1 1

Werkproces

Kerntaak

1

1

Kerntaak LLB

ok

Leerling:

BPV

beoordelaars

beoordelingsvorm

werkvorm

Ingevulde planning ind E t

Oefening zwenkbuigen ind P pra/v Oefening kanten ind P pra/v

Oefening buigen dunwandig buis ind P pra/v Oefening richten en strekken ind P pra/v Oefening puntlassen ind P pra/v

Oefening knippen ind P pra/v

Tabel bewerkingen gereedschapkist BG E v Verslag G2,3 P v Tabel vaardigheden G2,3 P v Tabel werkvolgorde G2,3 P v

Product

Stap 7 Terugkijken

Stap 6 Beoordelen

Stap 5 Controleren

Stap 1 Oriënteren

Stap 2 Invullen mini-POP

Stap 4 Uitvoeren

Stap 3 Voorbereiden

Plaatconstructiewerken 1

Metaalbewerker [94301] Monitor

60

Deze beroepstaak is uitgebracht in een serie voor de kwalificatie Metaalbewerken, uitstroom Metaalbewerker. Beroepstaken zijn gebaseerd op het didactisch model BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren). De beroepstaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

OvERziChT BEROEPSTAKEn METAALBEwERKER

Basisdocument Beroepstaakgestuurd Leren introductie Metaalbewerker 1 Plaatconstructiewerken 1 2 Plaatconstructiewerken 2 3 Plaatconstructiewerken 3

4 Constructiewerken 1 5 Constructiewerken 2 6 Constructiewerken 3

7 CnC operationeel maken 8 Metaalbewerker in bedrijf 9 MiG/MAG1 10 MiG/MAG 2 11 TiG 1 12 TiG 2 Aluminium 13 TiG 2 RvS

14 BMBE 1 15 BMBE 2

69364215 Bestelnummer 006BTMS0016

Made with