Hans-Jan Kuipers - Pedagogiek voor professionele opvoeders

Pedagogiek voor professionele opvoeders

Hans-JanKuipers

u i t g e v e r ij

c

c ou t i n ho

Pedagogiek voor professionele opvoeders

Hans-JanKuipers

Tweede, herziene druk

c

u i t g e v e r ij

c ou t i n ho

bussum2008

Bij dit boekhoort eenwebsitemet extramateriaal. Deze is te vinden via: www.coutinho.nl .

© 1999Uitgeverij Coutinhob.v. Alle rechten voorbehouden.

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgaveworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gege vensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vormof op enigewijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder vooraf gaande schriftelijke toestemming vande uitgever. Voor zover hetmaken van reprografische verveelvoudigingenuit deze uitgave is toege staan op grond van artikel 16 hAuteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk ver schuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912)kanmenzichwendentotStichtingPRO(StichtingPublicatie-enReproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130KBHoofddorp, www.cedar.nl/pro).

Eerste druk 1999 Tweede, herziene druk 2008

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400AHBussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl

Afbeelding omslag: Picasso, Moeder enKind , 1907,Musée PicassoParijs. ©P. Picasso, 2008 c/oPictoright, Amsterdam.

Noot vande uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemenmet de uitgever.

ISBN 978 90 469 0115 1 NUR 847

Woord van dank

In de zomer van 2007 vertelde Wouter Nalis van uitgeverij Coutinho dat Pedagogiek voor professionele opvoeders binnenkort uitverkocht zou zijn. Tot mijn vreugde vroeg hij een herziening van de tekst. Voormij was het een com pliment om te horendat de uitgever interesse toonde in eenopvolger. Omdat ik mijn boek in het originele voorwoord ‘een gebouw in de steigers’ noem, ben ikextra tevredenmetdekansomde tekst tebewerken. Inde tijd sinds de eerste editie is er op pedagogisch enmaatschappelijk vlak veel gebeurd. Dat leidt tot de vraag of de houdbaarheidsdatum van de oude tekst overschreden is. Het bijstellen van de tekst is met andere woorden een poging om de actualiteit vanmijnoude verhaal na te gaan. Veel heb ik anders verwoord. Oude fragmenten heb ik weggelaten. Nieuwe passages heb ik toegevoegd. Bij dat herschrijfwerk heb ik dankbaar gebruikge maakt vande reactiesopdeeersteeditie.Collega’s als Jessy laFaille,TonNotten, Jurjen Tak en Martin Valenkamp hebben suggesties gedaan die ik soms heb gebruikt.Demeestuitgebreide reactie isgeschrevendoorPaul Jeunhomme. Zijn discussiestuk van bijna vijftig pagina’s heb ik bij het herschrijven regelmatig ingezien. Ikwil echter speciaal de studenten bedanken die gereageerd hebben opmijn schrijfsels. Ikhebmet dit boekniet bij willendragen aan eendiscussie van vak lui.Vanaf het begin is hetmijnbedoelingomnieuwkomers opdehoogte te stel len vanpedagogischebegrippen.Daaromhecht ik veelwaarde aande commen tarendie studenten inde loopder tijd gegevenhebbenopmijnoriginele boek. Het zou oneerlijk zijn om te zeggen dat de veranderde situatie en de reacties van lezers tot radicale koersveranderingen hebben geleid. De lijn die ik in 1999 uitgezet heb, blijft indezenieuwe editie gehandhaafd.Mijnbouwvakarbeid aan de tekst heb ik voortgezet,maar de strekking vanhet betoog is onveranderd. Voor de steunbij het tot standkomen vandezenieuwe editie dank ikhet per soneel vanuitgeverijCoutinho, datmij vriendelijk enprofessioneel ondersteund heeft. Speciaaldank ik JacquelineGerritsmadiemijnherschreven tekstengedul dig en kritisch van commentaar heeft voorzien.

Hans-JanKuipers, Krommenie,maart 2008

▶ 7

Inhoud

Aan de lezer 11 1 Pedagogisch doen en denken 13 1.1 Pedagogisch erfgoed 13 1.2 Hoe is opvoeding georganiseerd? 14 Ouders enmedeopvoeders 17 Scholen en erbuiten 19 1.3 Erfgoed voor professionals 25 Techniek enoordeel 26 Alleen- en samenspraak 27 Pedagogische blik 28 Werkwijze 30 2 Grondbegrip opvoeding 33 2.1 Inleiding 33 2.2 Begripsbepaling 33 Een speciaal soort omgang 34 Een afhankelijkwezen 35 Gehechtheid 37

Vermaatschappelijking vande opvoeding 22

Kennis en regels 38 Mondigworden 40 Twee dimensies 41 Redenerende opvoeders 44 2.3 Opvattingenover opvoeding 48 Noodzaak 49 Omgang 51 Invloed 56 2.4 Vandenkennaar doen? 58 Willens enwetens 58 Al doende 62 Samenvatting 67

8 ◀ Pedagogiek voor professionele opvoeders

3 Opvoedingsdoel 69 3.1 Inleiding 69 3.2 Drie eindpunten 70

Individu, samenleving, toekomst 71 Drievoudig eindpunt in context 72 Betekenis vanhet drievoudige eindpunt 78

3.3 Nieuwe deelnemers 81 Prestatievermogen 81 Kruispunten 84 Organisatievormen 86 Commentaar 88 3.4 Opvoeding tot persoonlijkheid 91 Tegenbruikbaarheid 92 Vorming door cultuur 94 Tegenstellingen gladstrijken 96 Samenvatting 99 4 Opvoeding en ontwikkeling 101 4.1 Inleiding 101 4.2 Meer danopvoeding 101 Nog eens omgang 102 Zakelijkmilieu 104 Eigen activiteit 108 4.3 Twee lezingen vanLangeveld 110 Eerste lezing 111 Tweede lezing 113 Leefwereldonderzoek 115 4.4 Van vier naar veel factoren 117 Sociale ecologie 118

Micro- enmesosysteem 119 Exo- enmacrosysteem 124 Gebruiksmogelijkheden 127 Samenvatting 129

5 Identiteitsvorming 131 5.1 Inleiding 131 5.2 Samen veranderen 132 Wie enwaar? 134 Sociaal tot ophet bot 135 5.3 Inoverleghandelen 138

Inhoudelijkproces 139 Relationeel proces 142

Inhoud ▶ 9

Gesitueerdproces 143 Definitie vande situatie 145 5.4 Levenslang communiceren 149

Primaire groep en significante ander 149 Buitende primaire groep 152 Loyaliteitsconflicten 155 Gesprekkenover identiteit 156 Samenvatting 159

6 Opvoeding enmoderniteit 161 6.1 Inleiding 161 6.2 Samenhang indemoderniteit 161 Moderniteit 162 Onderzoeksrecept 164 6.3 Samenhang in eenhomogene gemeenschap 166 Leven in eenvormigheid 169 Bestudering van sociale verschijnselen 172 6.4 Van samenhangnaar los zand? 174 Onderling afhankelijke specialisten 175 Samenhang bij verscheidenheid 179 Ideaal, angst en feit 182 Samenvatting 187 7 Denkende professionals 189 7.1 Inleiding 189 7.2 Dienstbare kennis 189 Dubbele afwijzing 191 Alternatief 195 7.3 Voortzetting of breuk? 198

Wie is wie? 203 Illustratieverantwoording 207 Geraadpleegde bronnen 209 Zakenregister 217 Personenregister 223

▶ 11

Aan de lezer

Dit boek gaat over het pedagogische denken.Natuurlijk is het niet nieuwomna te denken over opvoeding en ontwikkeling. Hoewel het woord ‘nieuw’ de ver koop van veel producten bevordert, gebruik ik bestaande denkbeelden. Ik behandel een aantal klassiekpedagogischebegrippen.Diebegrippen zijnniet in de laatste jarenbedacht door piepjonge pedagogische denkers. Metmijn sprong terug inde tijdhoop ik iedereen tebereikendiepedagogische functies vervult of zich op dergelijke beroepsfuncties voorbereidt. Een pedago gische taak dient in mijn ogen oordeelkundig en beredeneerd uitgevoerd te worden.Omdie reden zijnandermansoordelen en redeneringenhet beluisteren waard.Onzevoorgangershebbenmisschiengelijkgehad,maarwe lerenook iets van hun argumenten als we er niet mee instemmen. Omdat ons huidige werk velddivers is, vraag ikgeregeldwat eenbegripuit het verledenoplevert voor het actuele pedagogischewerk. Mijn boek is grotendeels ontstaan bij het onderwijs dat ik aanhet voormalige Nutsseminarium voor Pedagogiek gaf, dat nudeel uitmaakt vandeHogeschool van Amsterdam. Zijdelings heeft ook onderwijs aan de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit Leiden en de Hogeschool Inhollandmeegespeeld. De inhoudvanhet boekheeft langzaamvormgekregen. Ikblijf ernaarkijkenals een gebouw inde steigers, waaraanmetsel- en schilderwerkplaatsvindt. Aandezevergelijkingmetbouwvakarbeidben ikgehecht. Ikweetnamelijkdat de begrippendie ik behandel niet in een oogopslag duidelijk zijn. Om te volgen hoe voorgangers geredeneerd hebben, is inspanning vereist. Nog lastiger is het gebruik van andermans concepten bij het zelf beoordelen vanopvoedingssitua ties.Mijn streven is echter precies ompedagogische begrippen zowel toeganke lijk als toepasbaar te maken. Met de consumentenhouding waarmee we een fastfoodrestaurant binnenlopen, krijgen we theoretische concepten niet onder de knie, laat staan dat we erin slagen ze te gebruiken. Denken is hardwerken, zelfs als je probeertmee te denkenmet anderen. Het lijkt wat dat betreft opdat metsel- en schilderwerk vanbouwvakarbeiders. Omhet denkproces over de begrippen indit boek te ondersteunen, bevattede eerste editie een didactische bijlage. De literatuur- en praktijkopdrachten daar uit heb ik aangevuldmet studievragen. Dat ondersteunendemateriaal voor de lezer is niet te vinden inhet boek zelf,maar toegankelijk via www.coutinho.nl. Inmijnogenblijft het onderstaandeonafgerond.Daaromnodig ik lezers uit om reacties en commentaar te geven.

▶ 13

1 Pedagogisch doen en denken

1.1 Pedagogisch erfgoed Pedagogiek gaat over opvoeding. In dit boek staat het grootbrengen van kinde ren ook centraal,maar tijd enplaats spelenmee.Mijn vertrekpunt is demanier waaropde recente generaties inEuropa zijn opgevoed. Datmeervoudigheiddie opvoedingkenmerkt, leg ikdadelijkuit (paragraaf 1.2). Een ander kenmerk van dit boek is dat de opvoeding indirect aan bod komt. Ik ga uit vanpedagogische begrippen. Uiteraard is ‘opvoeding’ een duidelijk voorbeeld van een begrip dat ouders, leraren en politici continu gebruiken. Ook in kranten, nota’s en onderzoeken kom je het regelmatig tegen. Onzeker is of alle gebruikers hetzelfdemet ‘opvoe ding’ bedoelen. Dat is een reden om dit begrip en andere begrippen te ontrafe len.Hoe aandacht voor begrippendeprofessionaliteit vergroot, leg ikuit indeel twee vandit hoofdstuk (paragraaf 1.3).Daar geef ikook aanwelke begrippen ik indit boekbehandel. Direct na de TweedeWereldoorlog verscheen Beknopte theoretische pedagogiek (Langeveld, 1945).De auteur vandat boekbeheerstedepedagogiek inde tweede helft vande vorige eeuw. Zijnopmerking dat hij over opvoeding schrijft, klinkt nu misschien als een open deur. Al te gemakkelijk denk je dat deze woorden typerend zijn voor iemanddie in 1972met pensioen is gegaan. Langevelds voorgangers hadden echter minder oog voor de opvoeding dan voorde eigen levensbeschouwing. Sterkvereenvoudigdgingen zij nahoeprotes tants-christelijke of rooms-katholieke opvoeders hun kinderen in overeenstem ming met de eigen godsdienst moesten grootbrengen. Langeveld gaat niet uit van een overtuiging, maar van een alledaags verschijnsel. Zijn interesse in de opvoeding vind ik van belang zolang de neiging bestaat om de opvoeding te bepalen vanuit de christelijke of islamitische godsdienst of vanuit een andere overtuiging. VanHulst noemde Langeveld eind 2007 een goudmijn. Deze oud-hoogleraar pedagogiek voegde eraan toe dat je Langevelds opvattingen steedsmoet toetsen aande realiteit.Die raadneem ik ter harte.Met Langevelds erfenis ga ikvaak in gesprekomdat je er nog genoeg van kunt leren.

14 ◀ Pedagogiek voor professionele opvoeders

Bij zijn oproep om de opvoeding te bespreken vermeldt hij bijvoorbeeld dat opvoedingvoor elkopgroeiend lidvanonze soort vereist is.Dezegedachteblijkt ookuit zijn laatste boek, Mensenwordenniet geboren (Langeveld, 1979).De titel ervan verwijst naar Erasmus. Die schreef aan het begin van de zestiende eeuw: ‘Mensen worden niet geboren, ze worden gemaakt.’ Langeveld erkent 450 jaar later dat iedere pasgeborene opopvoeding is aangewezen. Een verschijnsel dat even oud is als demenselijke soort, vormt dus het object van pedagogen. Deze keus verraadt Langevelds filosofische interesse. Hij wil achterhalenwat de tijdloze kenmerken zijn van een verschijnsel dat universeel voorkomt enwezenlijk is voormens-zijn. Mij boeit de plaats- en tijdgebonden variatie in de opvoeding. Zonder twijfel is het opvoeden vankinderen eenuniverseel verschijnsel.Het komt net zo alge meenvoor als eten, drinken enhet dragenvankleding.Watmensen eten enhoe ze hunmaaltijden bereiden, varieert echter naar tijd en plaats. Hetzelfde geldt voor kleding enmode. Opvoeding is net zodivers als die andere verschijnselen. Daarom vestig ik de aandacht op de actuele inrichting van de opvoeding in Europa. 1.2 Hoe is opvoeding georganiseerd? Omdatopvoedingnaarplaats en tijdverschilt, isdevraaggerechtvaardigdwatde kenmerken ervan zijn inhet huidigeEuropa. Bij het behandelenvandie vraagga ikuit vande stellingdat de hoofdrol vaak voor oudersweggelegd is,maar dat er ook medespelers zijn. Voor ouders spreekt het niet vanzelf dat figuranten zich met hunkinderenbemoeien.Dat blijkt uit onderstaand verhaal vanCarmiggelt. Omdat Freddie uit onze straat jarig was, kwam hij mij vorige week trots tegemoet rijden, op een fietsje dat hij van zijn pa gekregen had. Vanmiddag zag ikhet ding terug.Hetwas al eenbeetje bemodderd en het werd heen enweer getrokken door een bleke jongen, die wou dat eenmeisje eraf ging. Freddie zélf zat bovendeaffaireverheven, op een geparkeerde handwagen en keek naar iets héél ver’s. ‘Meneer!’ riep het twistende jongetje. ‘Laat die meid er nou eens af gaan. Zemochtmaar effe.’ ‘Effe is nog niet om,’ zei het kind, zich aanhet stuur vastklemmend. ‘Ze moet er af meneer,’ riep de jongen jengelig. Hij zag er uit als het type, dat later tóch zo’n vrouw krijgt. Daar het bezitsprincipe de rug genstreng van onze samenleving is, liep ik naar de eigenaar op zijn handkar en vroeg: ‘Is effe al om, Fred?’ Hij keekmij verdroomd, dochniet onwelwillendaan,maar deed geen uitspraak.

1 Pedagogisch doen en denken ▶ 15

Na enigwachten vervolgde ik: ‘Die jongenwil er op, maar datmeisje wil er niet af.Watmoet er nou gebeuren, volgens jou?’ Nu de zaak zo concreet gesteld werd, hoefde hij er niet lang over te peinzen,want na één ernstigeblikopde situatie, viel zijnbeslissingal: ‘Datmeisjemag er op.’ Aldus geautoriseerd, keerde ik terug bij het twistende tweetal, datmij vol verwachting zag naderen. ‘Het spijtme, jô,maar zijmag er op en jij niet,’ zei ik. ‘Lekker!’ riep het meisje fel en spoot een klein, roze tongetje uit. De jongen werd nog een tikje bleker. Er kwam een harde trek om zijn mond enwoedend greep hij haar bij haar vlechtje. ‘Rotmeid, ga je er af!’ schreeuwdehij. Als jehem zo zag staan,was het onvoorstelbaar, dat hij ooit nog eens “schatje” en “liefje” tegen iemand van het vrouwelijk geslacht zou fluisteren. Aan d’r haar achterover getrokken, riep het kind voor het eerst benard: ‘Meneer…’ ‘Hé jô, wil je dat wel eens laten,’ zei ik en rukte hem zo krachtig ach teruit, dat de vlecht uit zijn hand gleed. Het bevrijde meisje zette er meteen een spurt in en reed triomfantelijkopde fietsde straatuit.Met tranen vanwoede in zijn ogen keek de jongenhaar na. ‘Ja, zemág nou eenmaal…,’ zei ik, een beetje beschaamd. ‘Vuile rotterd!’ huildede jongen. “Ikgamevaderhalen, hoor.Die slaat je allebei je bolle ogendicht.’ Met zijn hand over zijn gezicht wrijvend, stak hij op een sukkeldrafje de straat over en begon, aan de overkant, tegen de deur van zijn ouderlijkhuis te schoppen. Freddiewas inmiddelsvanzijnhandwagen afgeklommen en slenterde naderbij. ‘Wat een rare jongen,’ zei ik, ‘hij doet net, of die fiets vanhém is.’ ‘’t Is ook zijn fietsje,’ sprak Freddie vriendelijk. ‘En waar is de jouwe dan?’ riep ik. ‘Thuis,’ zei hij, ‘kijk daar komt zijn papa…’ Een grote opgewondenman kwam uit het pand gelopen. Nou ja, wat heb je aandie drukte?De bus stondnet stil, dus ik staptemaar in. ‘Komer eensaf!’ schreeuwdedeman.Maarwe redenal.Ach, het beste is, je overal buiten te houden, maar “de wereld heeft geen wachtka mer” (Carmiggelt, 1972). Dit stukje is kort na 1950 geschreven ende auteur ervanoverleed twee jaar eer der dan Langeveld. Desondanks herkent iedereen de beschreven situatie. Eventueel is het fietsje te vervangen door een BMX-crossfiets of een product naar keuze uit het assortiment vanNintendo. Actualisering laat demoraal van het verhaal intact: zelden geven ouders hun opvoedende rol zonder strijd uit handen.

Made with FlippingBook - Online catalogs