Broddelen - Yvonne van Zaalen en Coen Winkelman

Definities, begrippen en modellen

1.2

gende neurolinguïstische processen (Weiss, 1968; St.Louis, 1992; Myers & Bradley, 1992; Daly, 1996; Daly & Burnett, 1999). Weiss (1964) beschreef broddelen als een stoornis in de vloeiendheid van de communicatie. Vaak zien we als bijkomend verschijnsel een stoor nis in taalplanning op linguïstisch of pragmatisch niveau. Deze versto ringen resulteren weliswaar in een verminderde natuurlijkheid, maar worden niet altijd gezien als primair kenmerk van broddelen (Scripture, 1912; Voelker, 1935; Weiss, 1964; Damsté, 1984; Mensink-Ypma, 1990; St. Louis, 1992; St. Louis et al., 2003; Ward, 2006; Curlee & Conture, 2007; Van Zaalen, 2009). De meeste mensen hebben wel een idee wat stotteren is, maar zijn nau welijks bekend met kenmerken van de vloeiendheidsstoornis broddelen. Toch kent iedereen wel personen die een heel verhaal kunnen vertellen waarbij je als luisteraar moeite hebt om het geheel te begrijpen. Andere sprekers spreken zo snel dat het verstaan – en daardoor het begrijpen – echt onder druk staat. Als de verminderde verstaanbaarheid of vloeiend heid een relatie heeft met het spreektempo van de cliënt kan er sprake zijn van broddelen. Maar wat is broddelen nu precies? In de laatste anderhalve eeuw is het fenomeen broddelen veelvuldig gedefinieerd. Veel van deze definities zijn eigenlijk beschrijvingen van het fenomeen. Bijlage 15 achterin dit boek bevat een chronologisch overzicht van verschillende definities van broddelen, dat ook laat zien hoe de kennis over broddelen in de loop der jaren heeft geleid tot een voortschrijdend inzicht in dit fenomeen. Hier volstaan we met de volgende definitie.

Broddelen Een stoornis in de vloeiendheid van het spreken waarbij de spreker niet in staat is zijn tempo aan te passen aan de lin guïstische (grammaticale encodering) of motorische (fono logische encodering) eisen van het moment (Van Zaalen, 2009).

1.2.1 Symptomen St. Louis et al. (2011) stellen dat bij broddelen segmenten van de con versatie (in de moedertaal van de spreker) in het algemeen ervaren wor den als te snel, onregelmatig of beide. De segmenten van haastig spreken gaan, aldus St. Louis, bij broddelen samen met een van de volgende drie symptomen: 1 een hoog en/of onregelmatig articulatietempo (Weiss, 1964; Damsté, 1984; Daly, 1986; St. Louis, 1992; St.Louis et al., 1996; St. Louis et al., 2003; Dinger et al., 2008);

17

Made with FlippingBook Ebook Creator