006IPTD0011

006IPTD0011

N I V E A U 3

I N S T A L L E R E N Installeren gasinstallatie met rookgasafvoer

Uitstroom Eerste monteur werktuigk. inst. (Crebo 94282) 2

N I V E A U 3 INSTALLEREN

Installeren gasinstallatie met rookgasafvoer

2

Uitstroom Eerste monteur Dak (Crebo 94283)

69372481 Bestelnummer 006IPTD0011

© 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs De volgende docenten hebben meegewerkt aan de

totstandkoming van deze projecttaak J.M. Ramakers, ROC Gilde Opleidingen P. Ruijters, ROC Gilde Opleidingen M. v.d. Schaaf, ROC Friese Poort Ontwikkelteamleider W. van Dijk Redactie T. Zuijderduin, M. Brok en W. van Dijk Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s P. Ruijters

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat de stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. MicrowebEdu © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .12

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .20

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .24

BIJLAGE 2 FORMULIER URENVERANTWOORDING . . . . . .26

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER . . . . . . . . . . . . . . . . .27

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB . . . . . . . . . . . . . .29

BIJLAGE 5 LEERLIJN NEDERLANDS EN MVT . . . . . . . . . .33

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Inhoud van deze projecttaak Deze projecttaak is bestemd voor leerlingen die vanuit een ander vakgebied aan de opleiding Eerste Monteur Dak beginnen. De werkzaamheden voor deze projecttaak kunnen plaatsvinden in het bedrijf (BBL) of op school (BOL). In deze projecttaak In deze projecttaak ga je leren hoe een gasleidinginstallatie is opgebouwd en hoe je deze aanlegt. Na deze projecttaak In deze projecttaak heb je gewerkt aan de volgende competenties: • Samenwerken en overleggen • met de klant • met de opdrachtgever • met collega’s • met de werkgever • Plannen en organiseren • activiteitenplan • Op de behoefte en wensen van de klant gericht zijn • luisteren • tussentijds informeren • Kwaliteit leveren

• leidingwerk • beproeven • Vakdeskundigheid toepassen • veiligheid • normen

• afronden installatiewerkzaamheden • monteren toestellen en appendages • Materialen en middelen inzetten • standaard gereedschap • speciaal gereedschap zoals steigers, zware boorhamers e.d. • keuzes maken uit de geschikte toe te passen materialen • Formuleren en rapporteren • mondeling • op standaard bedrijfsformulieren

4

Deze competenties gebruik je bij het installeren van een gasinstallatie met rookgasafvoer.

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (op te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat wat je bij iedere stap moet doen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

• Onderzoek • Overzicht materialen en producten • Overzicht leren: wat heb ik geleerd?

2. Planning en voorbereiding • Activiteitenplan • Planning 3. Uitvoering en controle • Verslag maken over de opdrachten • Checklist controle 4. Oplevering en evaluatie • Mondelinge presentatie of demonstratie

• Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview • Evaluatieformulier • Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording project

5

Je krijgt les of informatie over: • Opzoeken van gegevens • Een activiteitenplan maken • Een verslag maken • Hoe je met deze projecttaak moet werken

6

7

STAP

oriëntatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP In deze stap zoek je uit en schrijf je op wat je al weet over de winning, productie en distributie van gas in Nederland. Vervolgens ga je je oriënteren op de aanleg van gasleidingen en de montage van een gastoestel. Ook ga je nadenken over wat je moet weten en wat je moet gaan vragen.

In deze stap komen verschillende soorten vragen bij je op: • Uitzoekwerk: • Wat is de opdracht, wat is het probleem? • Leren: • Wat ga ik hier leren, welke competenties ga ik hiermee ontwikkelen? • Welke theoretische kennis heb ik nodig? • Welke praktische vaardigheden heb je nodig? • Waar en wanneer ga je de ontbrekende praktische vaardigheden oefenen? • Houding: • Hoe verloopt de samenwerking? • Hoe werken we: als groep of alleen? Aan het einde van stap 1 beoordeelt je begeleider je portfolioproducten. Je krijgt dan een GO of NO-GO voor de volgende stap. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere leerlingen. Bespreek hier ook de uitdagingen en problemen die je tijdens de uitvoering van de projecttaak tegenkomt.

Houd vanaf de start van deze projecttaak je urenverantwoording bij op het formulier ‘Urenverantwoording’.

8

In stap 4 moet je de urenverantwoording inleveren. Dit formulier is beschikbaar op:

www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal

9

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken: • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak • Theorieboeken: • Relevante hoofdstukken NPR 3378 (1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10,11, 42, 43) • Gastoevoer Kenteq 050441-1 • Leidingaanleg Kenteq • Software: • Digitale leerstof Ben Pennings, ROC-deel • Internetsites: • http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardgaswinning • http://energie.startpagina.nl

Op te leveren resultaat

De activiteiten en opdrachten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. De uitwerkingen neem je op in je portfolio. • Onderzoek.

• Overzicht materialen en producten. • Overzicht leren: wat heb ik geleerd?

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 1 Oriëntatie.

10

 Activiteiten 1. Onderzoek

1 Omschrijf de opdracht in je eigen woorden. Denk hierbij aan het volgende: • Bronnen • Afspraken • Wat weet ik al? • Wie is de opdrachtgever? • De tekening van de praktische opdracht Materialen en producten 1 Maak een lijst van de producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. 2 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. 4 Geef aan wat je daarbij nodig hebt. • Praktijkhandelingen • Theoretische kennis • Communicatieve vaardigheden 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? 3 Zoek dit eventueel op in: • Het Basisdocument • De beoordelingsmonitor Evalueren en beoordelen • De begeleider/docent controleert of je alle punten van de opdracht correct hebt uitgewerkt. • Kijk in de beoordelingsmonitor na waarvoor je een beoordeling krijgt. • Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • In stap 2 ga je een activiteitenplan maken en je verder voorbereiden. Denk hierbij ook aan de volgende zaken: • Opdrachtformulieren • Computer, printer en scanner Leren 1 Wat ga je hier leren?

2.

3.

11

STAP

4 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden: • Het opstellen van een activiteitenlijst • Het maken van een planning • Het maken van afspraken

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden van de stap Oriëntatie ga je gebruiken om een activiteitenplan te maken. Je zet de opdracht om in een planning. Hierin geef je aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor nodig denk te hebben. Het moet duidelijk zijn aan welke producten en aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

ning en voorbereiding

Op te leveren resultaat

• Activiteitenplan. • Planning.

12

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken: • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak • Theorieboeken: • Gastoevoer Kenteq 050441-1 • Leidingaanleg Kenteq • Ontwerpen Kenteq 95103-1 • Normen: • NPR 3378 (1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10,11, 42 en 43) • GAVO NEN1078 • Software: • Digitale leerstof Ben Pennings, ROC-deel • Internetsites: • http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardgaswinning • http://energie.startpagina.nl Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 2 Planning en voorbereiding.

 Activiteiten 1.

Maken van het activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende onderdelen:

• Voorblad • Opdracht • Op te leveren resultaat • Activiteitenplan • Aanwezige kennis en vaardigheden

• Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten: computers, apparatuur enz. • Afspraken en begeleiding • Bijlagen activiteitenplan (voer de planning bij voorkeur in Excel uit) • Werkvoorbereiding 2 In het activiteitenplan geef je ook aan wat je bij de on- derdelen gaat invullen. 3 Vul de onderdelen in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Controleer met de checklist of je niets hebt vergeten. 5 Bespreek het concept met je begeleider, voordat je het definitieve plan inlevert.

13

2.

Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activiteitenplan heb je deze hoofdstukken ingevuld: • Activiteiten • Aanwezige kennis • Kennis die je nog moet ontwikkelen Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen. Evalueren en beoordelen De opdrachtgever, praktijkopleider of docent controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?

14

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK (Beschikbaar op: www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal) 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever 2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van het project 8. Afspraken en begeleiding 9. BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten - Werktekeningen

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal Is het voorblad compleet?  Bevat het de tekst: ‘Activiteitenplan’?  Bevat het de naam van de projecttaak?  Bevat het naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Bevat het de plaats en datum gereedkomen van het Activiteitenplan?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Bevat het de naam van de auteurs van het Activiteitenplan? Lay-out  Is een inhoudsopgave met paginanummers en bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken genummerd?  Zijn de paginanummers op bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik  Is het activiteitenplan goed te begrijpen?  Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij?  Worden niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht  Heeft het project een duidelijke, liefst originele, pakken¬de naam?  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Is de opdracht een gevolg van de doelstelling of probleemstelling?  Is exact duidelijk wat het eindproduct van het project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld?)  Is duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten  Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten?  Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd?  Zijn er geen activiteiten vergeten?  Zijn de activiteiten gegroepeerd?  Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde ‘orde van grootte’?  Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen?  Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten? De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DE STAP Het doel van deze stap is het uitvoeren van de opdrachten uit stap 2. Je gaat een binnengasinstallatie met rookgasafvoer aanleggen in een woning of in een utiliteitsge- bouw. Dit ga je doen onder begeleiding van een 1e monteur installatietechniek of een praktijkopleider. Na en ook tijdens de uitvoering controleer je het eigen werk. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.

Het liefst begin je direct aan de projecttaak. Maar het moet duidelijk zijn, dat goed werk niet zonder een goede voorbereiding kan. Onderdelen van een goede voorbereiding zijn: • De theorie leren die nodig is om de projecttaak goed uit te kunnen voeren. • Ervoor zorgen dat je de vaardigheden goed beheerst. • Een werkvoorbereiding maken. Natuurlijk kijk je ook naar de beste werkvolgorde. Aan het einde bekijk je het eigen product en controleer je het heel kritisch. Hierbij moet jij evaluerende vragen kunnen beantwoorden over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen? • Welke procedures heb je gebruikt?

17

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken: • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak • Theorieboeken: • Gastoevoer Kenteq 050441-1 • Leidingaanleg Kenteq • Normen: • Relevante hoofdstukken NPR 3378 (1, 2, 5, 6, 7, 8, 9, 10,11, 42 en 43) • Software: • Digitale leerstof Ben Pennings, ROC-deel • Internetsites: • http://nl.wikipedia.org/wiki/Aardgaswinning • http://energie.startpagina.nl

18

Op te leveren resultaat

• Verslag aanleg en werking van gasbinneninstallaties. • Praktische opdracht aanleg gasbinneninstallatie (uitgevoerd onder aanwijzingen van je praktijkopleider/praktijkbegeleider). • Checklist controle.

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 3 Uitvoering.

 Activiteiten 1. Verslag

Bij deze stap hoort maar één hoofdactiviteit, namelijk het uitvoeren van de projecttaak. Gebruik je activiteitenplan als basis. 1 Maak een verslag over de uitvoering van het project ‘Aanleg en werking van gasbinneninstallaties’ 2 Geef ook aan op welke manier de communicatie met de opdrachtgever en collega’s is verlopen. 3 Denk aan het volgende: • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Overleg met opdrachtgever en collega’s • Kwaliteit • Controle van het gemaakte werk Controle 1 Beschrijf hoe je de controle uitvoert. Houd daarbij rekening met: • Welke procedures heb je gevolgd? • Welke hulpmiddelen ga je hiervoor gebruiken?

2.

19

STAP

3

OPLEVERING EN EVALUATIEPLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP De leerling: • Laat zien dat hij de juiste werkzaamheden heeft uitgevoerd. • Kan aantonen en verwoorden waarom hij de werkzaamheden op deze manier heeft uitgevoerd. • Krijgt een beoordeling voor:

• Het product • Het resultaat • Het proces • De kerntaken, de werkprocessen en competenties

plevering en evaluatie

Je hebt de projecttaak al uitgevoerd. In deze stap ga je het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider/vakdocent) presenteren. Je licht toe hoe je tot dit resultaat bent gekomen. In deze stap gaan jullie samen met de klant of opdrachtgever kijken of je aan zijn wensen en eisen hebt voldaan. Ook ga je evalueren HOE je hebt gefunctioneerd. In de tabel bij deze stap is aangegeven aan welke werkprocessen en competenties je gaat werken. Leerproces Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren wordt een beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je producten worden beoordeeld. Je moet kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Er komen bijvoorbeeld vragen over het eigen leerproces komen aan bod: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden?

20

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

Evaluatie Deze evaluatie wordt vastgelegd in een

evaluatieformulier. Dit wordt met de begeleider besproken en beoordeeld op het moment dat jij tevreden bent. Tijdens dit gesprek wordt er een koppeling gemaakt met het POP-gesprek, waarin mogelijke aandachtspunten voor de uitvoering van de volgende projectaak worden vastgelegd. De projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent vullen de beoordelingsmonitor in en beoordelen of de projecttaak voldoende is. Daarna volgt een criteriumgericht interview. Ten slotte moet je nog je urenverantwoordingsformulier invullen en laten ondertekenen.

21

Bronnen Hieronder staan verschillende studiebronnen en informatiebronnen die gebruikt kunnen worden: • Beoordelingsmonitor (is digitaal beschikbaar op de bestelsite van www.consortiumbo.nl) • Basisdocument Projecttaken (zie hoofdstuk Beoordelen) • Evaluatieformulier(en) • Urenverantwoordingsformulier (bijlage 3) Formulieren zijn beschikbaar via: www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal

Op te leveren resultaat

• Mondelinge presentatie of demonstratie. • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview. • Evaluatieformulier. • Beoordelingsmonitor. • Urenverantwoording project.

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 4 Oplevering en evaluatie.

22

 Activiteiten 1.

Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Je hebt alle bewijsstukken verzameld in je portfolio. 2 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmoni- tor. 3 Je moet kunnen aantonen dat je de projecttaak goed hebt uitgevoerd. 4 Laat de evaluatieformulieren invullen door begelei- ders, opdrachtgever en medemonteurs.

2.

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij. 1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier bij stap 4 in.

3.

Demonstratie of presentatie 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie of

presentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie of presentatie uit.

4.

Het criteriumgericht interview 1 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 2 Voer dit beoordelingsgesprek met je begeleider. Evalueren Je gaat met je met de praktijkopleider/BPV-docent/ vakdocent terugkijken op: • Hoe je hebt gewerkt. • Hoe je met de materialen bent omgegaan. • Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. • Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. • Plan dit gesprek.

5.

23

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

A B C D pmer ngen

1e monteur Dak - 94283 Leerling: Complexiteit m O ki

- G

ing tijkople ent e D - A

leerli prakt doce score

eider

ne nekrewnemaSE arp/v P G keozrednO overleggen 1 1.1 Voorbereiden installatiewerken Overzicht materialen en producten ,nelairetam edneodlov ne etsiuj ed ne eitamrofni etnaveler ella tad roovre tgroZneresinagro ne nennalPQ arp/v PDNI gereedschappen en materieel aanwezig zijn en overtuigt zich ervan dat de en ma e eel aan ig j ui t zich r n da werkomgeving veilig is. Overzicht leren: wat heb ik l d? ne etfeoheb ed pOR arp/v EDNI hti d Informeert de klant over de werkzaamheden, geeft duidelijk aan wat deze kan ht b kt ll di f d id lijk k d ht t d geleer verwac ngen van de klant richten verwac en en espree een onvo e ge of ondu el ke wer op racht me e klant. M Analyseren Kiest een manier van leren die past bij de eigen leerstijl en de leeromgeving. 1 1.3 Kiest bij de situatie M Kiest r 1.3 Kiest b s en bij zichzelf passende manieren van leren issen ac ivit iten initiëren n t de gekoz n m nie van l ren aa sluit b j het ei n ee doel. van leren. u Verslag maken over de opdrachten IND P v/pra 1 1.3 Demonteren van componenten en leidingen K Vakdeskundigheid toepassen 1 1.4 Bepalen van positie van componen en en rou e van leidingen van de "klant" richten pl s . Bespreekt de werkopdracht, vraagt bij onduidelijkheid uitleg of aanvullende informatie en stemt de aanpak van werken af met de leidinggevende en/of d b t kk

W k C t ti P t ti i di t f er proces Compe en es Presta ie-in ca or o verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator e Code an ere be ro enen.

O Creëren en innoveren Heeft zich op de hoogte gesteld van geschikte en nieuwe manieren van leren. A Beslissen en activiteiten Kan aantonen dat de gekozen manier van leren aansluit bij het eigen leerdoel netietivitca ne nessilseBA ba EDNI nalpnetietivitcA initiëren Kijken of het leerproces bijgesteld moet worden om de leerdoelen te bereiken. Planning praktijk en theorie IND E v/pra Q Plannen en organiseren Plannen van eigen leeractiviteiten in samenhang met de eigen 1 1. 4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit e organiser van eigen leer ct i ei n i s menh g met de eigen vakbekwaamheid. Stelt de installatie zodanig buiten bedrijf, dat er geen risico voor gezondheid ontstaat en demonteert toestellen, appendages en installatieleidingen zonder de installatie te beschadigen te beschadigen. diehgidnuksedkaVK arp/v PDNI elortnoc tsilkcehC toepassen Interpreteert tekeningen en stelt vervolgens de positie van toestellen en appendages vast en bepaalt de route van installatieleidingen volgens deze t k i ld d t t eken ngen en ge den e normen. R Op de behoefte en verwachtingen van de Positioneert toestellen en appendages op esthetisch verantwoorde, logische en bereikbare plaatsen.

Monitor Beoordeling Product rs LB PT-02

ntaak LL ntaak Kernt Kernt

No-Go

beoo BPV Go -

ordelaar

gsvorm

ordeling beoo

kvorm

werkv

p

Gasinstallatie met rookgasafvoer Stap 1 Oriëntatie p

Stap 2 Planning en voorbereiding

Stap 3 Uitvoering en controle

24

Mondelinge presentatie of demonstatie ne nerelumroFJ arp/v pE G rapporteren Vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in en rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen adequaat. Bewijsstukken voor het IND CI v/pra L Materialen en middelen Voert afvalmaterialen (gescheiden) overgebleven materialen gereedschappen 1 1.10 Afronden installatiewerkzaam- heden k e h criteriumgericht interview pra teri en en middelen inzetten oe v lm (gesc ), ergeble n materia en, gereedschap en en materieel af. ed nav kiurbeg teh ne gnineideb ed tot gnikkerteb tem tnalk ed treemrofnI ne etfeoheb ed pOR arp/v EDNI reilumrofeitaulavE p p verwachtingen van de klant richten g g installatie, beantwoordt vragen van de klant op correcte wijze en vraagt of de klant tevreden is over de werkzaamheden. Urenverantwoording IND CI v/pra P Leren Is in staat na feedback over de leerstijl deze aan te passen 1 1 5 Evalueert de in s aat, na feedback ov r de l erstijl, deze aan te assen. ni teh fo tlaapeb ne negnerb traak ni nerel ne nekrew nav reinam negie njiz naK neresylanAM baGFDNI rotinomsgniledrooeB volgende opdrachten nodig is deze aan te passen. .5 Evaluee de gekozen manier van leren .negjirk et flezhciz nav dleeb nee ,nekeinhcet ielrella nav leddim rood ,taats ni sI nekeozrednON p EDNI oiloftrop tkrewegjiB 2 2.1 Reflecteert op s, door gesprekken met anderen, in s at inzicht te k jgen in eigen k al te en motieven en deze af te stemmen op de eigen loopbaan. M Analyseren Bepaalt welke competenties, wensen en waarden belangrijk zijn voor de a e e e co pete t es, se e a de be a g j o e loopbaanontwikkeling. D Aandacht en begrip tonen

E Samenwerken en 1 1.5 Aanleggen l idi overleggen lei inggevende, n ormeer zijn col ega en stemt de werkzaamheden adequaa met hem af. L Materialen en middelen Gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, lei ingen L Materialen n middelen inzetten Gebruikt e iënt aag e o a en materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om installatieleidingen aan te leggen. S K lit it l L t i t ll ti l idi l t k i ld d A b Kwalite t leveren Legt ins a atieleidingen aan volgens tekeningen, ge dende normen, Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfvoorschriften en binnen de afgesproken tijd. K Vakdeskundigheid Plaatst en monteert toestellen en appendages volgens tekeningen, 1 1.6 Plaatsen en Vakdes un i i toepassen Pl tst t el e installatievoorschriften, geldende normen, Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfvoorschriften. L M t i l idd l G b ikt ffi ië t d t d d t i l d h 1. l monteren componenten Mater a en en m e en inzetten Ge rui e ciën en raag goed zorg voor e materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om toestellen en appendages te plaatsen en monteren. en a S Kwaliteit leveren Plaatst en monteert toestellen en appendages vlot en zorgvuldig. K Vakdeskundigheid toepassen Beproeft werktuigkundige installaties volgens geldende normen, Arbo-, veiligheid milieu en bedrijfvoorschriften 1 1.7 Beproeven van installatie oepassen veil g id-, milieu- en bedrijfvoorschri t . L Materialen en middelen inzetten ns a ti p j g g j komt met haalbare oplossingen bij problemen. S Kwaliteit leveren Stelt werktuigkundige installaties zorgvuldig in. .8 In t componenten en installatie g E Samenwerken en overleggen collegiaal op sch en i t r handelen s eerl j bet ouwbaar t genover zijn collega e ande ied ee gelijkwaardig. l Vraagt bij onduidelijkheid uitleg of aanvullende informatie aan een collega of l idi d i f t ij ll t t d k h d d t Gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om werktuigkundige installaties te beproeven. S Kwaliteit leveren Beproeft werktuigkundige installaties systematisch. K Vakdeskundigheid Stelt toestellen en appendages in volgens specificaties doet waarnemingen 1 1 8 Instellen van ak n i id toepassen t toe telle en appendages in olgens sp cificaties , oe waarn ingen, eigen kwaliteiten en motieven bo e netwerken Overlegt met alle relevante betrokkenen over het uit te voeren werk. F Ethisch en integer Is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega’s en behandelt iedereen

Verwoordt de eigen kwaliteiten, wensen en waarden en is zich bewust hoe deze invloed kunnen hebben op de eigen loopbaanontwikkeling on nvl kunnen hebben op de eigen loopbaanontwikkeling.

G Relaties bouwen en Is door gesprekken met anderen in staat inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten

4 4.2 Stelt zich

Stap 4 Oplevering en evaluatie

25

BIJLAGE 2 FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar via: www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam Nr.

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

Paraaf:

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werkzaamheden

Totaal gewerkte uren

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER

Evaluatieformulier - Invullen door klant, opdrachtgever, (mede)leerling enz.

Naam leerling:

Installeren van een gasinstallatie met rookgasafvoer

Projecttaak 2:

Datum:

Naam:

Functie:

Werkprocessen en prestatie-indicatoren:

onv. vold. Opmerkingen

1.1 Voorbereiden installatie- werkzaamheden

Bespreekt werkopdracht met leidinggevende Stemt de aanpak van werken af met leiding- gevende en/of andere betrokkenen Verzamelt alle relevante informatie en materialen Zorgt voor een veilige werkomgeving Overlegt met de klant over de uit te voeren werkzaamheden Stelt de installatie juist buiten bedrijf Demonteert toestellen, appendages en leidin- gen zonder de installatie te beschadigen Controleert toestellen en appendages op slijtage en reinigt deze volgens de instructies van de fabrikant Werkt volgens gegevens op de tekeningen Positioneert huishoudelijke en sanitaire toestellen op verantwoorde, logische en bereikbare plaatsten Overlegt met collega monteur Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen Meld of hersteld gebreken Werkt volgens kwaliteitseisen en verwachtingen van de klant Werkt volgens geplant tijdschema Plaatst en monteert volgens tekening, installatievoorschriften en geldende normen Plaatst en monteert volgens Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfsvoorschriften Voorkomt verspilling van materialen Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen, gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen Monteert de huishoudelijke en sanitaire toestellen en appendages zonder gebreken binnen de afgesproken tijd

1.3 Demonteren van componenten en leidingen

1.4 Bepalen van positie van compo- nenten en route van leidingen

1.5 Aanleggen leidingen

1.6 Plaatsen en monteren compo- nenten

27

1.7 Beproeven van installatie

Beproeft leidingsystemen volgens de geldende normen Werkt veilig en volgens de milieu- voorschriften

Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen en gereedschappen nodig voor het beproeven van de installatie Beproeft systematisch ter voorkoming van te- kortkomingen en lekkages Stelt toestellen en appendages in volgens specificaties Zorgt dat de installatie volgens specificaties werkt Begeleidt (leerling)monteurs op duidelijke wijze Beantwoordt vragen van (leerling)monteurs duidelijk Overlegt met de klant over de uit te voeren werkzaamheden Overlegt met de onderaannemers/leveran- ciers over de uit te voeren werkzaamheden Maakt taakverdeling Bewaakt de voortgang Rapporteert klachten en incidenten Rapporteert verbetervoorstellen Voert afval op een milieuvriendelijke manier af Laat een opgeruimde en schone werkplek achter Ruimt gereedschap netjes op Overlegt met de klant over het geleverde werk Informeert de klant over het gebruik van het geleverde werk

1.8 Instellen van componenten en installatie

1.9 begeleiden installatie- werkzaamheden

1.10 Afronden installatie- werkzaamheden

(Beschikbaar op: www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal)

28

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB

Evaluatieformulier - Leren, Loopbaan en Burgerschap Invullen door klant, opdrachtgever, (mede)leerling enz.

Naam leerling:

Installeren gasinstallatie met rookgasafvoer

Projecttaak 2:

Datum:

Naam:

Functie:

Werkprocessen en prestatie-indicatoren:

onv. vold. Opmerkingen

1.1 Benoemt leer- doelen voor de ei- gen ontwikkeling

Uitdagingen aanvaarden om leerdoel te ontdekken. Tijd en energie investeren om tot een keuze te komen. Op de hoogte stellen van veranderingen in de samenleving en werkomgeving. Analyseren van verschillende leerbehoeften, ambities en veranderingen in de omgeving. Bekijken welk leerdoel het beste aansluit bij je zelf, zodat je een afgewogen keuze kunt maken. Gestructureerd formuleren van je leerkansen en leerdoelen, zodat de toekomstige ontwikkeling begrijpelijk is voor anderen. Verzamelen van informatie over verschillende manieren van leren, zodat je hier een overzicht van hebt. Met voorstellen komen om andere leerstijlen te ontwikkelen en andere leeractiviteiten dan gebruikelijk uit te proberen om je eigen leerdoelen te bereiken. Bij het selecteren van een geschikte manier van leren rekening houden met de kenmerken van de situatie en met je eigen kenmerken. Creëren van een duidelijk beeld van leren, daarbij rekening gehouden met nieuwe aspecten van leren. Een onderbouwde keuze maken voor de geschiktste manier van leren. Laten zien dat je achter je eigen keuze van leren staat.

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

1.3 Kiest bij de si- tuatie en bij zich- zelf passende manieren van leren

29

1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Plannen van eigen leeractiviteiten in samenhang met de eigen vakbekwaamheid. Eigen leerdoelen in de gaten houden. Besluiten om de eigen leerdoelen in te zetten in de praktijk. Kijken of het leerproces bijgesteld moet worden om de leerdoelen te bereiken. Fouten en feedback gebruiken om de leerbekwaamheid voor de gekozen manier van leren te verbeteren. Bekijken of de gekozen leeractiviteiten ijgedragen hebben aan je verdere ontwikkeling. Conclusies trekken om verbeteringen aan te brengen. Door gesprekken reactieve technieken verzamelen. Door testen nieuwe informatie verzamelen. Overleggen met anderen over het eigen zelfbeeld Bij anderen informeren naar de noodzakelijke kwaliteiten en motieven voor werk. Analyseren vanuit eigen ervaringen welke wensen en waarden van belang zijn voor de verdere loopbaan ontwikkeling. Bewust zijn dat je manier van verwoorden van eigen kwaliteiten, wensen en waarden van invloed zijn op de ontwikkeling van je loopbaan. Zoeken en beoordelen van informatie over gevraagde waarden en persoonlijke kwaliteiten voor werk Overleggen met anderen over eigen waarden en kwaliteiten in relatie tot soorten werk en vraagt hen hierover advies. Vergelijken van persoonlijke waarden en kwaliteiten met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Concluderen wat passend werk zou zijn. Verwoorden hoe je persoonlijke waarden en kwaliteiten van invloed zijn op het zoeken naar passend werk.

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven

2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past

30

2.3 Stuurt de eigen loopbaan en on- derneemt acties die daarbij nodig zijn

Onderzoeken van de consequenties van je toekomstige keuze en acties. De consequenties betrekken in de sturing van je loopbaan. Plan van aanpak voor leggen aan je eigen relaties, zodat deze je kunnen helpen met het vinden van passend werk. Onderkennen en accepteren van voordurende veranderingen in beroepseisen en beroepsuitoefening, en het plan van aanpak hier op aanpassen. Initiatief nemen in het sturen van je loopbaan tijdens functioneringsgesprekken. Je zelf melden als er nieuwe ontwikkelingen zijn Een keuze maken om je eigen loopbaan verder te ontwikkelen. Laten zien dat je achter je keuze staat, door acties te ondernemen zoals solliciteren. De tijd nemen om regels en procedures te leren kennen. Handelen naar regels en procedures, zodat anderen tevreden zijn over je werk. Aangeven wanneer gangbare waarden en normen overschreden worden. Kwaliteitseisen van de organisatie kennen Je eigen werk aan de kwaliteitseisen laten voldoen Feedback vragen van collega’s om het eigen gedrag en functioneren aan te passen. Productief blijven in een stressvolle omgeving. Kritiek zien als een suggestie voor verbetering Je grenzen bij kritiek aangeven. Verwoorden van het belang van je zelf en van het werk. Op de hoogte blijven van veranderingen in de arbeidsorganisatie en onderkent hierbij de gevolgen voor jezelf.

4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk

31

4.2 Maakt gebruik van werknemers- rechten

Relevante informatie verzamelen over eigen rechten en vastgelegde procedures. Open staan voor nieuwe informatie en andere standpunten, zodat de werknemersrechten gebruikt kunnen worden. Advies vragen aan collega’s of relevante organisaties om de werknemersrechten eventueel te beschermen Zich aan de procedures houden die zijn vastgelegd in de CAO en andere contracten en reglementen Je geeft je mening over besluitvorming en werknemersrechten. Je neemt initiatief om voor je werknemers- rechten op te komen indien dat nodig is. Je neemt ook initiatieven in vertegenwoor- digende organen van werknemers om belangen van werknemers veilig te stellen. Je overlegt met collega’s en andere betrokkene over het uitvoeren van het werk. Je vraagt hulp en geeft informatie op de juiste momenten; niet te vaak en niet te weinig, zodat er samenwerking ontstaat. Je ben eerlijk en betrouwbaar tegenover je collega’s en behandelt iedereen gelijkwaardig.. Je draagt bij aan een positieve sfeer tijdens het werk en informele contacten.

4.3 Stelt zich collegiaal op

www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal

32

BIJLAGE 5 LEERLIJN NEDERLANDS EN MVT

Nederlands en moderne vreemde talen (MVT)

1 Taalniveaus Aan het einde van je opleiding moet je laten zien dat je Nederlands, Engels en een andere vreemde taal op een bepaald niveau beheerst. Deze niveaus kun je vinden in: • Het Kwalificatiedossier van je opleiding. • Het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. De eisen voor taalvaardigheid 1 kunnen in beide documenten van elkaar verschillen. De hoogste eis geldt. Voor de opleiding Eerste Monteur Dak gelden de volgende niveau-eisen:

Taal

Luisteren Lezen

Spreken

Gesprekken voeren

Schrijven

Nederlands

B2

B2

B2

B2

B2

Engels

A2

A2

A2

A2

A2

Andere vreemde taal

A2

A2

A2

A2

A2

Wat je precies moet kunnen voor die niveaus, kun je lezen in bijlagen voor Nederlands en MVT. Kijk vooral naar het onderdeel: Kenmerken van de taakuitvoering. 2 De drieslagmethode Tijdens je opleiding luister, lees, spreek en schrijf je heel veel. Niet alleen bij de taallessen, maar eigenlijk bij alle stappen van een projecttaak Er zijn dus meer dan genoeg mogelijkheden om aan te tonen op welk niveau je presteert. De ontwikkeling van jouw taalvaardigheid is dan ook niet alleen een zaak van de docent talen, maar van iedereen die jou in je opleiding begeleidt.

1. Informatie over taalniveaus is te vinden in de volgende documenten: - Het Europese Referentiekader - Het Raamwerk Nederlands - Het Raamwerk Moderne Vreemde Talen

33

Je gaat je taalvaardigheid ontwikkelen volgens de drieslagmethode: 1 Je gebruikt taal tijdens je werk/stage en op school • Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken met zinvolle kritiek op je taalgebruik. 2 Taalles van een ervaren taaldocent • Je oefent op het vak gericht Nederlands en vreemde talen onder begeleiding van een ervaren taaldocent tijdens lessen of workshops. 3 Taalondersteuning en oefening individueel. • Bij persoonlijke taalproblemen krijg je extra hulp en ondersteuning. Bij het invullen van je mini-POP kun je samen met je begeleider bepalen hoeveel ondersteuning je nodig hebt. 3 Werken met het communicatieschema Het niveau van je taalvaardigheid geeft aan in hoeverre je in staat bent om: • Uit een boodschap onderwerp, doel en thema’s te halen (lees- en luistervaardigheid). • Je boodschap af te stemmen op doel en publiek (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid). • Je boodschap goed op te bouwen, verbanden aan te brengen (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid). Dat moet je dus leren. Om je daarbij te helpen werk je stapsgewijs volgens het communicatieschema.

Schema communicatie

34

a Je bepaalt onderwerp, doel en thema’s van wat je gelezen of gehoord hebt of je bepaalt onderwerp, doel en thema’s van wat je wilt zeggen of schrijven. • Waarover gaat het? • Wat wordt er over dat onderwerp gezegd? • Met welk doel? b Daarna bepaal je het publiek. • Voor wie is de tekst die je gelezen of gehoord hebt? • Wie wil jij bereiken met je boodschap? • Welke functie, welke voorkennis, welk niveau, welke interesses heeft de ontvanger? • Wat betekent dit voor je taalgebruik, woord- gebruik, informatie etc. c Op basis van de voorgaande twee stappen bepaal je welke informatie er dus in de boodschap komt. d Dan kun je kijken op welke manier je de boodschap gaat overbrengen. • Welk medium (brief, mail, memo, telefoonge- sprek etc.) is het beste om dat te doen? • Welke regels (conventies) heeft dat medium? e In de regels (conventies) van het medium staat meestal ook iets over de opbouw van de boodschap. Meestal is er een inleiding, kern en slot. • Wat zet je daar in? • Hoe bouw je dat logisch op? f Heb je dit allemaal goed overdacht, dan kan er nog ruis optreden omdat je: • Verkeerde woorden gebruikt

• Verkeerde zinnen maakt • Een slechte uitspraak hebt Dat moet je zoveel mogelijk voorkomen.

35

Deze invullijst is een hulpmiddel om een communicatieproduct uit een projecttaak voor te bereiden. Als je deze punten één voor één afwerkt, heb je een complete voorbereiding voor zo’n communicatieproduct gemaakt.

a. Onderwerp van de boodschap Doel van de boodschap Thema(’s) van de boodschap

Waarover ga ja als zender iets zeggen? Wat wil je als zender bereiken met deze boodschap? Wat wil je als zender over dit onderwerp zeggen als je rekening houdt met het doel? Wie is de ontvanger van de boodschap? Bij wie wil je als zender je doel bereiken? Wat kun je zeggen over de ontvanger? Welke voorkennis heeft de ontvanger? Welke taal moet ik toepassen? Wie is de zender van de boodschap? Wat kun je over de zender zeggen?

b. Publiek: de ander(en)

Publiek: jij zelf

Welke informatie moet ik in de boodschap zetten? Welk onderwerp moet de boodschap hebben? Hoe houd ik het beste rekening met de ontvanger van mijn boodschap?

c. Consequenties (gevolgen)

Met welk communicatiemiddel kan ik mijn boodschap het beste overbrengen? Welke regels moet ik voor dit communicatiemiddel toepassen?

d. Medium: (welk communicatiemiddel?) Conventies: (spel)regels

Hoe bouw ik de boodschap zo logisch mogelijk op? Welk bouwplan maak ik voor mijn boodschap?

e. Opbouw van de boodschap • Inleiding • Kern • Slot

Wat zou storend kunnen werken op het overbrengen van mijn boodschap? Wat kan misverstanden opleveren?

f. Ruis: Storingen in het overbrengen van de boodschap

Die producten kunnen ook beoordeeld worden op basis van deze invullijst. Kijk maar eens naar de invullijsten 1 en 2: Beoordeling (communicatie)product. Je taaldocent kan gebruik maken van invullijst 1. Je vakdocent kan met invullijst 2. jouw communicatieproduct beoordelen.

36

Invullijst 1: Beoordeling (communicatie)product (Communicatie/ Nederlands/MVT)

Naam leerling: Naam product:

Projecttaak:

Onderwerp:

Doel/doelen: Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s, publiek. Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet. • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt.

e. Opbouw van de boodschap Inleiding : • is volledig. • (minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd). Kern : • Er is een goede, logische volgorde van de thema’s. • De boodschap wordt goed onderbouwd. Slot : • De inhoud van de boodschap wordt correct samengevat. • De conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap. f. Ruis • Non-verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Fouten in spelling/ taalgebruik leiden af van de boodschap. • Fouten in formulering leiden af van de boodschap. • Wel/geen gebruik vaktaal • Fatsoensnormen

37

Invullijst 2: Beoordeling (communicatie)product op vakinhoud

Naam leerling: Naam product:

Projecttaak:

Onderwerp:

Doel/doelen: Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

a. Onderwerp, doel, thema’s Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht. Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vormen). Alle benodigde thema’s (om doel te bereiken) zijn behandeld. b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/ de juiste persoon. Thema’s zijn juist gekozen bij dit publiek/deze persoon. o.a. te veel/ te weinig thema’s i.v.m. • voorkennis van de ontvanger. • interesse van de ontvanger.

• functie van de ontvanger. • mening van de ontvanger.

Bij de beoordeling van je taalvaardigheid nemen de beoordelaars het gewenste eindniveau als uitgangspunt. Je hoeft niet meteen op dat niveau te presteren, maar krijgt door dit beoordelingsformulier een heel duidelijk beeld waar je nog aan zult moeten werken. Dit gebeurt in aparte taallessen, maar soms is het probleem daarvoor te groot en heb je individuele ondersteuning en oefening nodig. In je POP geef je aan hoe je je niveau gaat verbeteren. Als je voor een beroepsproducten op alle onderdelen een voldoende beoordeling hebt gekregen, kun je deze opnemen in je portfolio. Je hebt dan een bewijs van je taalvaardigheid op het gewenste eindniveau. Soms schrijft het ROC voor welke producten je moet opnemen.

38

4 Leerlijn Nederlands in de projecttaken Vooral in het begin van je opleiding zullen de

taalproducten van je projecttaken nog niet helemaal voldoen aan de eisen. Want dan zou je de stappen a t/m f in één keer helemaal correct uitvoeren. Tijdens de uitvoering van je projecttaken werk je aan de verbetering van je taalvaardigheden. Die verbetering moet zichtbaar worden in de producten die je bij de projecttaak oplevert. In het schema van de Leerlijn Nederlands kun je zien hoe de taalvaardigheden in de projecttaken aan bod komen. In de eerste taken is een leerlijn uitgezet voor de ontwikkeling van je taalvaardigheden. In deze taken komt steeds één stap aan bod. In de eerste projecttaak beoordelen je begeleiders je taalproducten alleen op stap a. Doel en Thema. In de tweede projecttaak komt daar b. Doelgroep bij. Na 6 projecttaken heb je alle stappen verwerkt en kun je ze voor al je taalproducten toepassen. Niet alleen je docent Nederlands besteedt aandacht aan je taalvaardigheden, maar je vakdocenten zullen je ook bij je taalproducten begeleiden.

39

40

PROJECTTAKEN NIVEAU 3

Voor de studierichting Installatietechniek worden projecttaken voor niveau 3 ontwikkeld. De projecttaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Basisdocument 0 Introductie Installatietechniek en Daken * 1 Installeren verwarmingsinstallatie * 2 Installeren gasinstallatie met rookgasafvoer * 3 Installeren waterleidinginstallatie * 6 Bepalen en uitvoeren reparatieplan 7 Voorbereiden en aanbrengen bitumen dakbedekking 8 Voorbereiden en aanbrengen kunststof dakbedekking 9 Vervaardigen en aanbrengen van goten en hemelwaterafvoer 10 Installeren hemelwaterafvoer volvulsysteem 11 Onderhoud dak en gevel 4 Installeren sanitairinstallatie * 5 Installeren ventilatiesysteem *

* Deze projecttaak is bedoeld voor deelnemers die instromen van een opleiding zonder installatietechniek

69372480

Bestelnummer 006IPTD0011

Made with