00659130004

00659130004

PROJECTWIJZER 2 Leerjaar 1

Inspecties, onderhoud en onderdelenvoorziening

MOTORVOERTUIGENTECHNIEK

WERKPLAATSMANAGER/TECHNISCH SPECIALIST MOBILITEITSBRANCHE

Begeleidershandleiding leid r leidin

Projectwijzer 2 Inspecties, onderhoud en onderdelenvoorziening Motorvoertuigentechniek

Opleidingssoort

Werkplaatsmanager/Technisch Specialist mobiliteitsbranche

Kwalificatiestructuur Techniek

Niveau

BOL 4

Versie

3 2012- 2013

Artikelnummer 00659130004

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M.Wouters, L. Fine, B. Huijberts, I. Rabelink, A. Pijnenburg

Ontwikkelteamleider Bert Grutters

Ontwikkelteam Bert Grutters, Ab Pothmann

Redactie Marjo Brok

Ontwerp en opmaak Studio Blanche: HennyWitjes

Foto’s en afbeeldingen Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2012 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Stichting Consortium Beroepsonderwijs

3 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Inhoud

1

Thema

5

2

Project-Start- Up (PSU)

9

3

Project: Inspecties, onderhoud en onderdelenvoorziening

12

Fase 1

Oriëntatie

13

Fase 2

Plan vanAanpak

22

Fase 3

Realisatie

30

Fase 4

Evaluatie

45

Bijlagen >>

48

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10 Bijlage 11

Brainstormsessie

49 51 53 54 55 56 58 59 60 62 63 65 66 69 71

Het maken van notulen

Format Plan van Aanpak (fase 2)

Tijdsplanning Plan van Aanpak (deel)project

Criterialijst Presenteren Criterialijst verslagen

Beoordelingsformulier verslag Handreiking reflectieverslag Beoordelingsformulier Go – No-Go Onderlinge beoordeling projectgroep

Overzicht van activiteiten met bijbehorende componenten van het logistieke proces van de onderdelenvoorziening

Bijlage 12 Bijlage 13 Bijlage 14 Bijlage 15

Werkorder

Inspectielijst onderhoudsbeurt personenauto BPV-opdracht De onderdelenvoorziening

Beoordelingsmonitor PW2

4

TECHNIEK

5 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

1 < < Thema >>

Algemeen

Beste docent,

Voor u ligt de begeleiderversie bij projectwijzer 2 (PW2). Deze begeleiderversie helpt u om studenten te begeleiden en te ondersteunen bij het project en mogelijke deelprojecten. Alle informatie die u nodig heeft voor het werken met projectwijzers (afgekort PW’s) vindt u in de begeleiderhandleiding van het Basisdocument. Voor de student betekent dit dat hij weer verder werkt aan taken in realistische beroepssituaties. Kennis en vaardigheden worden het best geleerd en ontwikkeld door ze meteen toe te passen in de (gesimuleerde) beroepspraktijk. In de beroepspraktijk is het tonen van de juiste beroepshouding heel belangrijk. Naast vakinhoudelijke kennis en vaardigheden leert de student ook het werken in teamverband, het werken onder tijdsdruk en het zoeken naar een oplossing bij problemen. Een wezenlijk onderdeel van zijn functioneren is het nemen van eigen verant- woordelijkheid. De student is zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zijn studie verloopt en de resultaten die hij behaalt. Hij werkt gedurende zijn opleiding aan tal van competenties, net zolang tot hij in staat is te functioneren als een beginnend beroepsbeoefenaar. Het team op school en de begeleiders in de (beroeps)praktijk moeten de student daarbij coachen en terzijde staan. In de (deel)projecten van deze projectwijzer werken de studenten aan relatief eenvoudige opdrachten. De werkzaamheden die daarbij voorkomen, worden op gelijke wijze in de mobiliteitsbranche uitgevoerd. Omdat de studenten nog aan het begin van de opleiding staan zullen de begeleiders regelmatig sturing aan het proces moeten geven.

6

TECHNIEK

Zoals in het Basisdocument is aangegeven maakt de student aan het einde van het tweede leerjaar een keuze tussenWerkplaatsmanager enTechnisch Specialist. Als hij voor de opleiding vanTechnisch Specialist (TS) kiest, dan ligt het accent op de technische activiteiten en in mindere mate op de bedrijfskundige activiteiten. Als hij voor de opleiding vanWerkplaatsmanager (WPM) kiest, dan is dat precies andersom. In het begin van deze opleiding ligt het accent vooral op de technische activiteiten (AT = Autotechnicus) maar na verloop van tijd verschuift het accent steeds meer naar de organisatorische activiteiten. Behalve met technische en organisatorische activiteiten komt hij ook in aanraking met sociale, economische, administratieve, juridische en commerciële activiteiten. Deze projectwijzer heeft twee hoofdthema’s: Onderhoudsbeurt en Onderdelenvoorziening. Voor u ligt de begeleiderversie behorende bij projectwijzer 2. Deze begeleider- versie is een ondersteuning bij het uitvoeren van het project en de eventuele deelprojecten. Alle informatie die de student nodig heeft voor het werken met projectwijzers (afgekort PW’s) kan hij in projectwijzer 0 (PW 0), het Basisdocument voor Technisch Specialist en Werkplaatsmanager, vinden. In dit Basisdocument kan hij lezen wat nu precies competentiegericht leren is, hoe de structuur van de opleiding eruit ziet en hoe hij moet werken met de projectwijzers. Het is dus belangrijk om het Basisdocument (PW 0) goed te bestuderen. In PW 2 gaat de student de wereld in en rondom de werkplaats van een autobe- drijf ontdekken. Hij maakt kennis met de verschillende functies binnen het autobedrijf en de bedrijven/instellingen waar het autobedrijf mee te maken heeft. Het hebben van de juiste kennis, vaardigheden en het tonen van de juiste attitude (beroepshouding) zal de student moeten leren ontwikkelen. Door zoveel mogelijk de opdrachten uit deze projectwijzer in de (gesimuleerde) beroepspraktijk uit te laten voeren, zal hij deze leren ontwikkelen. Bij deze competentiegerichte opleiding wordt ieder project in vier fasen doorlopen. Namelijk: Projectmatig werken Fase 1 Oriëntatie (op het probleem) Fase 2 Plan van Aanpak Fase 3 Realisatie (uitvoering en presentatie) Fase 4 Evaluatie (en beoordeling) Wij wensen u veel succes met het competentiegericht opleiden in uw ROC. Aanwijzingen voor de begeleider

7 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Bij het project, de mobiliteitsbranche, starten we direct met het projectmatig werken. Om de student aan deze vorm van leren te laten wennen, krijgt hij bij de eerste projectwijzers extra ondersteuning. In de projectwijzers 1a t/m 3 werkt hij bij het doorlopen van de projectfasen 1, 2 en 4 nauw samen met de begeleiders. Projectfase 3 doorloopt de student met minder begeleiding. In de resterende projectwijzers gaat de student steeds meer zelfstandiger werken.

Wij wensen u veel succes met de begeleiding bij het uitvoeren van dit project.

Beste student,

Voor je ligt projectwijzer 2 (PW2), een routebeschrijving die je de komende tijd de weg wijst door het project. Zoals je weet is de opleiding die je volgt competentiegericht, vandaar CGO: Competentie Gericht Onderwijs. Jouw kennis en vaardigheden en een goede werkhouding vormen samen de garantie dat je geschikt bent voor je (beroeps)taak. Je bent dan competent. Een wezenlijk onderdeel van je functioneren is het nemen van je eigen verant- woordelijkheid. Je bent zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop je studie verloopt en de resultaten die je behaalt. Je werkt gedurende je opleiding aan tal van competenties, net zolang tot je in staat is te functioneren als een beginnend beroepsbeoefenaar. Het team op school en de begeleiders in de (beroeps) praktijk zullen je allerlei manieren coachen en terzijde staan. Zoals in het Basisdocument is aangegeven maak je aan het einde van het tweede leerjaar een keuze tussenWerkplaatsmanager enTechnisch Specialist. Als je voor de opleiding vanTechnisch Specialist (TS) kiest, dan ligt het accent op de technische activiteiten en in mindere mate op de bedrijfskundige activiteiten. Als je voor de opleiding vanWerkplaatsmanager (WM) kiest, dan is dat precies andersom. In het begin van deze opleiding ligt het accent vooral op de technische activiteiten (AT = Autotechnicus) maar na verloop van tijd verschuift het accent steeds meer naar de organisatorische activiteiten. Behalve met technische en organisatorische activiteiten kom je ook in aanraking met sociale, economische, administratieve, juridische en commerciële activiteiten. Deze projectwijzer heeft twee hoofdthema’s: Inspecties- onderhoud (Onder- houdsbeurt) en Onderdelenvoorziening. Het onderhoud dat vroeger aan motorvoertuigen werd gepleegd, is niet meer te vergelijken met het onderhoud van nu. Deed je 20 jaar geleden ongeveer een dag over een onderhoudsbeurt (grote beurt zoals dat toen heette), nu is dat gemiddeld nog enkele uren. Hoewel de auto kwalitatief beter is geworden en steeds beter wordt, is er nog steeds onderhoud nodig. De fabrikant monteert onderdelen met een kortere levensduur dan die van de auto. Argumenten om tijdig onderhoud aan een auto te plegen zijn: veiligheid, betrouwbaarheid, kostenbesparing, langere levensduur van de auto enzovoort.

8

TECHNIEK

Na een onderhoudsbeurt is alles weer gecontroleerd en perfect afgesteld. Hierdoor verbruikt de auto minder brandstof en wordt de uitstoot van schade- lijke stoffen zo beperkt mogelijk gehouden. Voor het bedrijf is het van belang dat de juiste onderdelen op de juiste tijd op de juiste plaats zijn. Een andere belangrijk aspect is dat de prijs acceptabel is. Je hebt hier duidelijk niet te maken met technische maar met organisatorische en economische onderwerpen. Onderdelenvoorziening is het tweede thema dat in deze projectwijzer centraal staat.

Veel succes met deze projectwijzer.

9 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

2 < < Project-Start- Up (PSU) >>

Aanwijzingen voor de begeleider

Het uitvoeren van project A, Inspecties, onderhoud en het project B, Onderde- lenvoorziening, is het startpunt van dit project. In de nieuwe reeks projectwijzers is de wens van de klant steeds als uitgangspunt gekozen. De daaruit voortkomende werkzaamheden zijn de basis voor de projecten. Hierdoor is het mogelijk een strak gestructureerde opzet van een project c.q. deelproject te krijgen. Het verdient aanbeveling om het startpunt de eerste keer gezamenlijk met alle betrokken deelnemers en begeleiders door te nemen. De begeleider bepaalt, eventueel in overleg met de studenten, hoe de groeps- samenstelling voor deze projectwijzer eruit gaat zien. U kunt ervoor kiezen om zelf deelprojecten vrij te geven of om de studenten de deelprojecten te laten kiezen. De beste manier is om van tevoren zelf duidelijk te hebben welke deelprojecten mogelijk / wenselijk zijn voor een goed verloop van het project. Laat de studenten daarna zelf de deelprojecten benoemen en kijk hoe dat strookt met de lijst die u zelf heeft samengesteld. Maak dan samen een keuze waarbij met de wensen van beide partijen rekening wordt gehouden. In de fasen en stappen van dit startpuntproject creëert de projectgroep in principe zelf de opdrachten en deelprojecten. Bij aanvang van elke projectwijzer is het aan de begeleider de samenstelling van de projectgroepen te bepalen.Wellicht zijn de studenten in staat om dit zelf te doen. In de praktijk krijg jij de opdracht om aan de hand van een checklist een onder- houdsbeurt aan een voertuig te verrichten. Je meldt de eventueel geconsta- teerde tekortkomingen en na goedkeuring repareer je deze. De werkplaatsmanager geeft jou de werkorder waarop is vermeld welke onder- houdsbeurt het betreft. Daarnaast worden op de werkorder de reparaties vermeld die eventueel door de klant zijn opgegeven. Op deze werkorder noteer

10

TECHNIEK

je de gebruikte materialen en onderdelen (of je laat dit doen), de gewerkte tijd (klokken) en belangrijke opmerkingen. Vaak gaat het uitreiken van de werkorder vergezeld van een toelichting. Dit kan zijn: reparaties die uitgevoerd mogen worden, binnen welk kostenplaatje of wanneer het voertuig klaar moet zijn. Op de uitgereikte checklist moet je de uitgevoerde controles afvinken en eventueel aantekeningen maken. Er wordt van je verwacht dat je kleine reparaties die uit de onderhoudsbeurt voortvloeien of de door de klant opgegeven reparaties volgens fabrieksvoor- schriften uitvoert. Als je deze opdracht alleen moet uitvoeren, dan ben jij verantwoordelijk voor: • de kwaliteit van de werkzaamheden • het opleveren van het werk binnen de vastgestelde tijd • het melden van onvoorziene zaken en dreigende overschrijding van kosten en/of tijd. Wanneer de onderhoudsbeurt en de eventuele vervolgreparaties samen met een eerste autotechnicus of leermeester gedaan worden, dan wordt verwacht dat jullie samenwerken. Hij heeft de supervisie over het werk en is daarmee de verantwoordelijke persoon tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden. Samen met hem of met de werkplaatsmanager (de eindverantwoordelijke) controleer je of deze werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd. De proefrit is hier meestal een onderdeel van. In dit project moet je ook activiteiten rond het thema Onderdelenvoorziening uitvoeren. Als technicus kom je hier vaak mee in aanraking en als werkplaatsma- nager heb je hier veel invloed op. Dit logistieke proces heeft een belangrijke invloed op het kwaliteitssysteem dat in het bedrijf wordt gehanteerd en waar de klant de nodige eisen aan stelt. In de projecten kun je gebruik maken van een aantal hulpmiddelen zoals: werkorder, inspectielijst, standaard en speciale gereedschappen, vloeistoffen en vervangingsonderdelen, universele en/of merkgebonden (diagnose)apparatuur, fabrieksgegevens (papier, digitaal of online), persoonlijke beschermingsmiddelen. Wat wordt er van je verwacht? Zoals je in projectwijzer 1a gelezen hebt, start je met de vraag van de klant. De klant heeft dus zijn/haar auto aangeboden voor een onderhoudsbeurt. Een onderhoudsbeurt bestaat uit inspectie en onderhoud aan een voertuig. Bij dit project is het jullie opdracht ervoor te zorgen dat de auto een perfect uitgevoerde onderhoudsbeurt ondergaat. Je gaat in dit project onderzoeken hoe en wat er nodig is om een onderhouds- beurt aan een auto uit te voeren. Aan het eind van het project presenteert de projectgroep de bevindingen aan de medestudenten.

11 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Voor het project Onderdelenvoorziening is het van belang dat je het volledige logistieke proces in kaart brengt. Alle activiteiten behorende bij de Onderdelen- voorziening zul je uit moeten werken. Internet kan informatie verschaffen, maar ook het benaderen van het bedrijfsleven kan belangrijke (praktische) informatie opleveren.

Wat zijn de verwachtingen en hoe weet je waaraan je moet voldoen?

Zoals je in projectwijzer 1a en 1b hebt gelezen heb je in de opleidingWerkplaats- manager/Technisch Specialist te maken met twee ‘soorten’ competenties: • vakmatige competenties; de competenties uit het Kwalificatiedossier • competenties uit het Brondocument Loopbaan en Burgerschap. • In dit project werk je aan kerntaken, werkprocessen en competenties uit het Brondocument LB en het Kwalificatiedossier Autotechniek. Je werkt aan kerntaak 1 en 3 met de werkprocessen 1.4, 3.1, 3.2, 3.3 en 3.4. Deze kun je terugvinden in het Basisdocument (tabel 3 blz.15). Dit project voer je uit met je projectgroep volgens de fasen en stappen zoals hierna wordt aangegeven. Informatiebronnen Gedurende de looptijd van dit project zal je diverse informatiebronnen moeten raadplegen om de gewenste/vereiste informatie te verkrijgen. Als je bij een fase specifieke informatiebronnen hebt gevonden, voeg je die aan je groepslogboek of aan je persoonlijk logboek toe. In te leveren beroepsproducten De beroepsproducten die aan het einde van ieder project en deelproject ingeleverd moeten worden, staan benoemd aan het einde van elke fase. Aan het einde van elke fase en elk deelproject moeten deze beroepsproducten aan je begeleider getoond kunnen worden. Hoe je een project kunt aanpakken In het Basisdocument zijn de projectorganisatie en de methode van aanpak voor het oplossen van uitgebreide projecten beschreven. Omdat de informatie daarin te groot is om dit in een korte tijd ‘je eigen te maken’, worden daarom in de eerste projectwijzers deze zaken stapsgewijs en soms onopgemerkt ingebracht. Je begint eenvoudig en gedurende de opleiding worden er steeds nieuwe elementen ingebracht. In het kort komt het er steeds op neer dat je bij deze competentiegerichte opleiding (CGO) elk probleem gaat verwerken in vier fasen namelijk:

Projectmatig werken

Fase 1

Oriëntatie (op het probleem)

Fase 2 Plan van Aanpak Fase 3 Realisatie (Uitvoering en presentatie) Fase 4 Evaluatie (en beoordeling)

12

TECHNIEK

3 < < Project: Inspecties, onderhoud en

onderdelenvoorziening >>

Aanwijzingen voor de begeleider

Ook dit project heeft een tweeledig karakter. 1. Voor de student bedoeld als een verdere kennismaking met de technische aspecten bij het uitvoeren van een onderhoudsbeurt. Ook zal de student kennismaken met het logistieke proces van de onderdelenvoorziening. 2. Het kennismaken en leren werken met de vier projectfasen. In de eerder ontwikkelde projectwijzers werd al gewerkt vanuit specifieke beroepscom- petenties, behorend bij ieder van de vier projectfasen. Binnen de context van het nieuwe Kwalificatiedossier moet er nu gewerkt worden vanuit kerntaken, met daarbij behorende werkprocessen en competenties. Naast puur vakmatige kennis zijn ook Loopbaan en Burgerschap enTalen belangrijke onderwerpen waar aandacht aan geschonken moet worden. In projectwijzer 2 ligt de nadruk op technische kennis en vaardigheden, maar moeten de werkprocessen uit het Brondocument LB ook zeker aan de orde komen. Om projectmatig te kunnen werken moeten de projectleden over de daaraan gerelateerde competenties beschikken. Die competenties maken ook weer deel uit van hun, voor de beroepspraktijk noodzakelijke, beroepscompetenties. In projectwijzer 1a t/m PW3 zal in elke fase naast het project ook het deelproject worden aangeboden. Aan de begeleider de taak de projectgroep en de deelprojectgroep uitleg aan te geven. Na PW3 zal de uitwerking van het deelproject verdwijnen en zal de projectgroep meer zelfsturing moeten tonen.

13 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Oriëntatie

Oriëntatie

Fase 1

Aanwijzingen voor de begeleider

In projectwijzer 2, Inspecties, onderhoud en onderdelenvoorziening, mag gesteld worden dat inspecties en onderhoud als een onderhoudsbeurt (project A) gezien mogen worden. Project B is de Onderdelenvoorziening. Opmerking: Elke projectgroep krijgt beide projecten door de begeleider toegewezen. Advies aan de projectgroepen is de projecten afzonderlijk één voor één uit te voeren en apart van elkaar te laten presenteren. Houd bij het toewijzen rekening met de bezetting van de werkplaats. De ene projectgroep begint bijvoorbeeld met project A en de andere met project B. De begeleiding van de begeleider in de fase Oriëntatie zal bestaan uit het sturen in het vinden van de deelprojecten voor beide projecten door de projectgroepen. Aan de begeleider de taak de onderstaande activiteiten nauwlettend te begeleiden. Hij zal er op moeten aansturen dat de studenten veelvuldig hun vragen in het Basisdocument beantwoord kunnen krijgen. De verwijzingen naar het Basisdocument zullen daarom veelvuldig benoemd worden. De projecten worden door de begeleider onder de verschillende projectgroepen verdeeld.Wanneer de projectgroepen afzonderlijk van elkaar met de projecten beginnen, is het aan de begeleider de taak de studenten bij onderstaande activiteiten intensief te begeleiden. De projectgroepen zullen de door hen gevonden deelprojecten evenredig moeten verdelen onder de subgroepen.Taak aan de begeleider toe te zien dat dit gebeurt.

14

TECHNIEK

Mogelijke deelprojecten project A (inspecties en onderhoud): • Inspecties onder de motorkap / onderstel • Inspecties interieur / exterieur • Onderhoud motor

• Onderhoud remmen • Onderhoud onderstel • Enz.

Mogelijke deelprojecten project B (onderdelenvoorziening): • Inkoop onderdelen, materialen en vloeistoffen • Opslag onderdelen, materialen en vloeistoffen • Afgifte en verkoop van onderdelen, materialen en vloeistoffen. • Administratie voeren in een magazijn • Enz.

Deelprojecten zijn ook samen te voegen tot grotere deelprojecten.

Aanwijzingen voor de begeleider

Het project Onderdelenvoorziening vereist een eigen benadering. Belangrijk is het project op voorhand op te delen in een aantal duidelijke afgebakende deelprojecten.

Mogelijke deelprojecten project B (Onderdelenvoorziening): • Inkoop onderdelen, materialen en vloeistoffen • Opslag onderdelen, materialen en vloeistoffen • Afgifte en verkoop van onderdelen, materialen en vloeistoffen • Administratie voeren in een magazijn • Enz.

Het verdient aanbeveling de deelprojecten te koppelen aan de activiteiten logistiek proces uit bijlage 11. Voorbeeld: • Inkoop onderdelen, materialen en vloeistoffen koppelen aan de activiteiten 1 t/m 6 • Opslag onderdelen, materialen en vloeistoffen koppelen aan de activiteiten 9 en 11 • Afgifte en verkoop van onderdelen, materialen en vloeistoffen koppelen aan de activiteiten 7 en 10. Voordeel van de koppeling aan de activiteiten van het logistiek proces is dat dit overzichtelijk en sturend is voor zowel begeleider als de student. Het niveau van het op te leveren product bepaalt u als team zelf. Bij de project- wijzers in het 3e en 4e leerjaar zal dieper op de materie ingegaan worden.

15 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Belangrijk is het dat de student inzicht heeft in de opbouw van het logistieke proces van de onderdelenvoorziening. Bepaal als team ook op voorhand welke theorie als vakleer aangeboden zal worden. Bij fase 3, de realisatie van het project Onderdelenvoorziening, zal het totale logistieke proces van de onderdelenvoorziening en de daarbij behorende activiteiten als product opgeleverd moeten worden.

Aanwijzingen voor de begeleider

Doel van de fase Oriëntatie • Eerste kennismaking met de techniek behorende bij het uitvoeren van een onderhoudsbeurt en het in kaart brengen van de bijbehorende activiteiten. • Deelprojecten onderhoudsbeurt bedenken. • Kennismaking met het logistieke proces van de onderdelenvoorziening. • Deelprojecten onderdelenvoorziening bedenken. • Doorontwikkelen van het projectmatig werken a.d.h.v. het Basisdocument. • Informatie verzamelen en bespreken. • Verdelen van de deelprojecten. Elke subgroep krijgt een economisch en een technisch deelproject. • Mondeling en schriftelijk communiceren (rapportage). • Werken met Office. In deze projectwijzer nemen we aan dat het uitvoeren van inspecties en onder- houd aan een voertuig een onderhoudsbeurt betreft (project A) . Naast een onderhoudsbeurt ga je je ook verdiepen in het logistieke proces van de onderde- lenvoorziening (project B) . Net als bij de voorgaande projectwijzers wordt een project in deelprojecten opge- deeld. Bij de uitvoering van fase 1, ga je als projectgroep een aantal deelprojecten bedenken die bij het project horen. Deze deelprojecten worden onder de sub- groepen verdeeld. Deze deelprojecten zijn stukjes project die elk op dezelfde wijze als het gehele project worden uitgevoerd. Dat wil dus zeggen: bij elk deelproject doorloop je de fasen Oriëntatie, Plan van Aanpak, Realisatie en Evaluatie. Aan het einde van de fase Realisatie voegt de projectgroep alle deelprojecten weer samen tot één project. Natuurlijk moet elke fase afzonderlijk ook op een specifieke manier benaderd worden. Dit doe je in stappen. Je maakt hiervoor per fase een stappenplan. Deze kun je vinden in het Basisdocument (PW 0) in bijlage 5a (Uitwerking TOKIO-methode) en bijlage 5b (Uitwerking stappenplan per fase). In figuur 6 is deze procesgang zichtbaar gemaakt.

16

TECHNIEK

Maar hoe nu verder? Welke afspraken ga je nu maken en wie doet wat? Er zal overleg gepleegd moeten worden. Dit doe je door het beleggen van een brain- stormsessie (bijlage 1, PW 2).

17 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

In het Basisdocument (PW 0), onder paragraaf 2.6 (rollen en taken in de project- groep) en 2.7 (documentatie), kun je vinden welke rollen en taken er binnen een projectgroep te verdelen zijn.

Aanwijzingen voor de begeleider

Laat de groep door overleg vaststellen wat men al weet of denkt te weten wat het uitvoeren van een onderhoudsbeurt inhoudt of wat de onderdelenvoor- ziening inhoudt. Stel vervolgens vast wat men er inhoudelijk al van weet. Vooral het hoe en waarom . Er bestaat een gerede kans dat hier een grote hoeveelheid vragen uit voortvloeien. Laat de studenten de vragen noteren en groeperen. Het is verstandig op voorhand de hoofdonderdelen op te delen in deelprojecten. Natuurlijk met inbegrip van basiskennis van taal, wis- en natuurkundige zaken, organisatie en beheer. Zie hiervoor ook het grijze vlak ‘Flankerende onder- steuning’ aan het eind van elke stap. • Tip 1 : Laat ze eventueel op zoek gaan naar diverse checklisten. • Tip 2 : Hierbij vergelijkingen laten maken en verschillen laten aangeven. Noot : Het is zeer waarschijnlijk dat meerdere sessies nodig zijn om tot een bepaald resultaat te komen. Bovendien is het normaal dat er een zekere ‘incubatietijd’ nodig is om e.e.a. te laten bezinken en tot nieuwe ideeën en oplossingen te komen. Welke onderhoudsbeurt je gaat uitvoeren hangt natuurlijk af van het soort auto en bijvoorbeeld de kilometerstand. Denk daarbij aan een auto met een benzine- of dieselmotor. Het samenstellen van een inspectielijst kan natuurlijk een activiteit zijn ter ondersteuning van het project. De werkzaamheden die hieruit voortkomen, passen prima bij de werkprocessen en competenties bij deze fase. Die hebben vooral betrekking op het inventarise- ren en onderzoeken. Het project, Onderdelenvoorziening, vraagt natuurlijk ook een eigen benade- ring. Het stellen van de vragen: hoe kan ik onderdelen bestellen, wat doe ik met de bestelde onderdelen als deze binnenkomen, hoe houd ik de voorraad bij en andere vragen zullen bijdragen tot het verkrijgen van de juiste informatie.

Waar zou je informatie kunnen vinden? • Bij een autobedrijf • In de werkplaatsinformatie op school • In de kwalificatiedossiers Autotechnicus • Op school bij de begeleiders • Vakblad AM • Internet • Enz.

18

TECHNIEK

In de oriëntatiefase moet heel wat afgepraat en voorbereid worden. Er moet werk verdeeld en materiaal verzameld worden. Je moet dan ook gemotiveerd zijn, inzet tonen en rekening houden met en kunnen luisteren naar collega’s in de projectgroep. Ook deze aspecten worden tijdens de opleiding steeds beoordeeld. Project A: Inspecties en onderhoud Door het stellen van de goede vragen kun je de juiste antwoorden krijgen. Bespreek binnen de projectgroep onderstaande vragen over het project Inspec- ties en onderhoud. 1. Welke werkzaamheden en inspecties vallen onder inspecties en onderhoud? 2. Waar kan ik hier informatie over vinden? 3. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 4. Wie gaan de informatie verzamelen? 5. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 6. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 7. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 8. Welke deelprojecten wijden wij aan de onderhoudsbeurt of onderdelenvoor- ziening ? 9. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 10. Welke begeleiders ondersteunen ons?

19 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Project B: Onderdelenvoorziening Door het stellen van de goede vragen kun je ook de juiste antwoorden krijgen voor de invulling van project B. Bespreek binnen de projectgroep onderstaande vragen over het project Onder- delenvoorziening. 1. Waar kan ik informatie vinden over het beheren van een onderdelenmaga- zijn? 2. Wie kunnen we benaderen voor het stellen van vragen? 3. Wie gaan de informatie verzamelen? 4. Doen we dat alleen of met meerdere personen? 5. Hoeveel tijd hebben we nodig om de informatie te verzamelen? 6. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan? 7. Welke deelprojecten wijden wij aan de onderdelenvoorziening? 8. Hoe zal de verdeling van de deelprojecten eruit zien? 9. Welke begeleiders ondersteunen ons? 10. Wat weten we van de inkoop, opslag, uitgifte en verkoop van onderdelen?

Zonder onderdelen kunnen we een auto niet onderhouden.

20

TECHNIEK

Aanwijzingen voor de begeleider

Bij de uitvoering van de activiteiten binnen de projectwijzer kunnen studenten besluiten informatie te verzamelen door bijvoorbeeld bezoeken af teleggen bij bedrijven in de autobranche. Als begeleider is het raadzaam de student aan te geven dit in overleg met de begeleider te doen. De begeleider heeft dan inzicht welke bedrijven er bezocht worden en kan voorkomen dat bedrijven teveel bezocht worden wat de relatie met het bedrijfsleven negatief kan beïnvloeden. Leer de studenten vanaf het begin dat de subgroepen pas mogen starten met de oriëntatiefase van het deelproject als het Plan vanAanpak van het project, door de projectgroep, is afgerond. Opmerking: In deze projectwijzer PW2 is dus sprake van twee projecten, nl.: Project A Inspecties en onderhoud en project B Onderdelenvoorziening. Bij het uitwerken van de beide projecten is het zaak onderstaande activitei- ten bij elk project uit te voeren. 1. Vraag aan je begeleider aan welk project jullie projectgroep gaat werken. 2. Ga met je projectgroep bij elkaar zitten en verdeel de rollen en taken. Welke rollen en taken er zijn kun je vinden in paragraaf 2.6 van het Basisdocument. Nodig bij dit overleg ook je begeleider uit, zodat deze het proces kan begelei- den. 3. Het is gebruikelijk dat de verschillende vormen van documentatie worden vastgelegd en bewaard. Wie en hoe je dat doet kun je vinden in het Basisdo- cument bij paragraaf 2.7 (Documentatie). Maak hier afspraken over binnen je projectgroep. 4. Beleg een vergadering en maak een stappenplan voor fase 1. Maak gebruik van bijlage 5a en 5b van het Basisdocument . 5. Stel d.m.v. van een brainstormsessie (zie bijlage 1 PW2) vast welke werk- zaamheden er uitgevoerd moeten worden om te kunnen starten met het project (stap1) . Maak bij project 2 Onderdelenvoorziening gebruik van bijlage 11 PW2 (tabel 1 Activiteiten onderdelenvoorziening). 6. Bepaal in de brainstormsessie welke deelprojecten er bij de projecten Inspec- tie, onderhoud en Onderdelenvoorziening horen en wanneer deze opgele- verd moeten worden (stap 2/3) . 7. Verdeel gezamenlijk de deelprojecten onder de groepsleden, zodanig dat ieder een evenredig deel uitwerkt. Verplicht deel is: Onderdelenvoorziening en Inspectie en onderhoud. Dit betekent dat je zowel een economisch als technisch deelproject gaat uitvoeren. 8. Overleg of kijk terug wat goed of minder goed ging in fase 1 (stap 4) . 9. Laat de notulist de notulen (zie bijlage 2 PW2) maken en bewaar deze in het groepslogboek. Activiteiten

21 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Zo zie je maar weer dat in de oriëntatiefase veel overlegd en voorbereid wordt. Er moet werk verdeeld worden en materiaal verzameld worden. Laat zien dat je gemotiveerd bent, inzet toont en rekening houdt met en luistert naar collega’s in de projectgroep. Afsluiting fase 1. Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 1 van het project , dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 2 van het project. 1. Laat je begeleider het format Go – No-Go. Fase 1 (bijlage 9 PW2) invullen en doe dit in je groepslogboek. Wat er in het groepslogboek en persoonlijk logboek moet worden vastge- legd, staat in het Basisdocument in de paragrafen 2.7.1 en 2.7.3.

Bronnen • workshop Word • workshop vergadertechniek • workshop verslaglegging en notuleren • workshop Burgerschap omgaan met mensen

• bijlage 1: Brainstormsessie • bijlage 2: Maken van notulen

In te leveren producten • Projectgroep: Vragenlijst en aantekeningen, gemaakt tijdens de gesprekken

• Projectgroep: Resultaat van de brainstormsessie; notulen • Projectgroep: Lijst met gekozen deelprojecten (project A+B) • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/urenverantwoording

Flankerende ondersteuning ICT

Digitale verwerking aantekening / notulen / tabellen

Nederlands

Word; verslaglegging; rapportage

Praktijk

Handleiding H-base, ATH online, e.d. Inspectielijst onderhoudsbeurt Bezoek bedrijf

22

TECHNIEK

Plan van Aanpak

Plan van Aanpak

Fase 2

Aanwijzingen voor de begeleider

Aan de begeleider de taak erop toe te zien dat projectgroepen twee maal een Plan van Aanpak opleveren. Let op: Een Plan van Aanpak bestaat niet alleen uit een tijdsplanning. Zie bijlage 3 en 4 PW2. Dit geldt ook voor de deelprojecten. Opmerking: Door je begeleider zijn twee projecten aan de projectgroep toegewezen. Hij heeft tevens aangegeven welke eerst moet worden uitgewerkt. Beide projecten A en B krijgen dus hun eigen Plan van Aanpak! In deze fase maak je een compleet Plan van Aanpak met tijdsplanning en een keuze ten aanzien van de projecten die jullie gaan uitvoeren. Hoe een Plan van Aanpak er uit moet zien kun je vinden in bijlage 3 (PW 2). Het Plan van Aanpak is een wegwijzer voor alle activiteiten die je gaat onderne- men om het project tot een goed einde te brengen. Met het Plan van Aanpak maakt de projectgroep ook de tijdsplanning (bijlage 4 PW2). In deze fase wordt ook de tijdsplanning van beide projecten vastgelegd. Je houdt hierbij rekening met de competenties waar je aan gaat werken, wie wat gaat doen, hoe het gedaan wordt en wanneer de projecten klaar moeten zijn. Hierbij wordt ook aangegeven wanneer welke activiteiten van de deelprojecten opgeleverd moeten worden. Je geeft aan welke ondersteuning daarbij gewenst of nodig is. Leg de overlegmomenten vast die je met elkaar en met de begeleider wilt hebben. Je maakt afspraken hoe je de verslaglegging en de informatie-uitwisse- ling gaat doen. Om de voortgang te controleren zul je tussentijdse evaluatiemo- menten moeten plannen. Ook die moet je vastleggen. Om alles te kunnen verantwoorden geeft ieder lid van de projectgroep in zijn persoonlijk logboek aan welke werkzaamheden hij gedaan heeft en gaat doen. Dit moet nauwkeurig worden bijgehouden. Ook bij het maken van een Plan van Aanpak, moet de projectgroep methodisch te werk gaan. Net als bij fase 1 Oriënteren. Dus ook hier moet een stappenplan gemaakt worden.

23 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Aanwijzingen voor de begeleider Leer de studenten vanaf het begin dat de subgroepen pas mogen starten met de oriëntatiefase van het deelproject als het Plan vanAanpak van het project, door de projectgroep, is afgerond. In fase 2 wordt van de projectgroep verwacht dat jullie gezamenlijk een Plan van Aanpak maken. Gebruik als leidraad bijlage 3 (PW2) en de blanco bijlage 4 (PW2). In de verderop getoonde voorbeelduitwerking is een voorbeeld van een tijds- planning gegeven. In fase 1 heeft de notulist een en ander in de notulen vastgelegd. Deze informa- tie moet bij het maken in een Plan van Aanpak verwerkt worden. Wat is er nodig voor het maken van een Plan van Aanpak 1. Hoe gaan we de werkzaamheden verdelen? 2. Wie zoekt wat uit? 3. Wie verzamelt de informatie en stelt deze samen tot een verslag? 4. Welke bronnen worden geraadpleegd? 5. Een tijdsplanning opzetten: Wanneer moet het deelproject ingeleverd zijn? 6. Hoe en wanneer wisselen we de informatie binnen de projectgroep uit? 7. Hoe houd ik mijn persoonlijke leerdoelen in de gaten bij de planning? Voorbeelduitwerking tijdsplanning Om jullie op de goede weg te helpen, wordt de tijdsplanning van ieder (deel) project samen met je begeleider vastgelegd. Als voorbeeld is hieronder een tijdsplanning voor het project Inspecties en onderhoud en één voor het project Onderdelenvoorziening gegeven. Project: Inspecties en onderhoud / Onderdelenvoorziening Om de zaken goed in kaart te brengen wordt nu een Plan van Aanpak gemaakt waarin alle W-vragen worden vastgelegd. Dus: Wie, Wat, Waar, Wanneer, Waarom enz. Aan het einde van deze fase is het hele deelproject in kaart ge- bracht en vastgelegd. Ook zijn de werkzaamheden verdeeld. Natuurlijk kan het best zijn dat tijdens de Realisatie, na evaluatie van de voortgang, een en ander moet worden bijgesteld. Welke bronnen worden geraadpleegd Dat kunnen er vele zijn. Raadpleeg voordat je begint een begeleider en begin niet in het wilde weg op internet te zoeken. Daar kun je dagen mee bezig zijn. Een belangrijke informatiebron is het automobielbedrijf zelf en de mensen die er werken. Bij het bezoeken van de automobielbedrijven is het handig om dat met zijn tweeën te doen. De een kan de vragen stellen en de ander kan bijvoorbeeld de gegeven antwoorden opschrijven. Het gebruik van een laptop is misschien wel handig. Het is niet handig om op maandag of vrijdag af te spreken. Vaak zijn dat drukke dagen voor de bedrijven. Bij dealerbedrijven kun je waarschijnlijk meer informatie krijgen, omdat zij vaak beschikken over meerdere, verschillende afdelingen.

24

TECHNIEK

Werkzaamheden verdelen Alle geïnventariseerde deelprojecten van fase 1 moeten de projectgroepleden onderling verdelen. • Spreek duidelijk af wie wat, voor wanneer uitzoekt. • Spreek duidelijk af wie alle verkregen informatie verzamelt en bundelt tot een verslag voor de presentatie. Het is handig om die informatie digitaal vast te leggen, maar ook om een geprin- te versie op te bergen in een map, zodat iedereen het totaal kan inkijken. Alle door de projectgroep geïnventariseerde werkzaamheden moeten vastgelegd worden in een tijdsbalk waarin je kunt aflezen wie wat moet doen, voor wan- neer en of de werkzaamheid is uitgevoerd. Zie voorbeeld tijdsplanning en gebruik het blanco format bijlage 4 (PW2). Hoe wisselen we de informatie uit? Iedereen in de projectgroep gaat in Fase 3 (Realisatie) aan de slag met het uitvoe- ren van het Plan van Aanpak. Het is belangrijk om als projectgroep wekelijks op één of meerdere vaste momenten op school bij elkaar te komen en samen de vorderingen en mogelijke knelpunten te bespreken en te presenteren. Dit is van wezenlijk belang en vereist ook discipline. Er moet wekelijks gecontroleerd worden wie wat heeft gedaan en eventueel waarom niet. Zonder tussentijdse controle bestaat het gevaar dat de planning voor alle werkzaamheden niet gehaald wordt en dat bijvoorbeeld het concreet bezoeken van een automobielbe- drijf in het gedrang komt. Ook dit alles moet vastgelegd worden in het Plan van Aanpak. Spreek elkaar aan op het niet nakomen van afspraken. Iedereen moet digitaal of op papier zichtbaar maken wat hij gedaan heeft. Ga niet af op mooie verhalen die niet digitaal / schriftelijk bewezen kunnen worden. Tijdsplanning (zie bijlage 4 PW2) De looptijd van het project is afhankelijk van de beschikbare tijd en lesrooster. De omvang en inhoud van het project worden hierdoor mede bepaald. Afspraken wat dat betreft zullen van tevoren vastgelegd moeten worden. Zo nodig kan de opdracht in opeenvolgende kortere projecten opgedeeld worden. Ook kan het project in de fase (Plan van Aanpak) in de planning opgenomen worden zodat de realisatiefase opgedeeld wordt in meerdere verschillende uitvoerende taken. Andere factoren die de duur en inhoud van het project bepalen zijn: • Beginsituatie/niveau van de student Aanwijzingen voor de begeleider Een tijdsplanning opzetten Een belangrijk onderdeel van Fase 2.

• Plaats in de opleiding • Gewenste complexiteit • In welke setting gaat het plaatsvinden • Welke beoordelingsvormen worden toegepast

25 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

De projecten Onderhoudsbeurt en Onderdelenvoorziening worden verdeeld in deelprojecten. Door middel van workshops kan verdieping aangebracht worden. Ook met wis- en natuurkundige, en MVT-aspecten.

Voorbeeld tijdsplanning project A Inspectie en onderhoud

Project: Inspecties en onderhoud weeknummer 1

weeknummer 2

weeknummer 3

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

Activiteit Vastleggen afspraken/ overleg

8.30

Waar

OLC

8.30

Welke Tussentijds overleg voortgang project

8.30

8.30

Wie

Projectgroep (Jan)

Product: • Notulen Activiteit Klassikaal vakleer Waar Welke Theorie vakleer

Theorielokaal

12.00

12.00

12.00

12.00

12.00

Wie

Projectgroep

Activiteit Inleveren verslag

17.00

deelprojecten

Waar OLC / Tutorruimte Welke Verslagen

Wie

Projectgroep Product: • Verslagen deelprojecten

26

TECHNIEK

Activiteit Project afronden Waar

OLC / Praktijk / theorielokaal Samenvoegen deelprojecten tot project Projectgroep

8.30 17.00

Welke

Wie

Activiteit Opleveren project Waar

Theorielokaal

8.30

Welke

Project

Wie

Projectgroep / Begeleider

Activiteit Evaluatie project Waar

Tutorruimte

13.00

Welke

Project

Wie

Projectgroep

Voorbeeld tijdsplanning Project B Onderdelenvoorziening

Project: Onderdelenvoorziening weeknummer 1

weeknummer 2

weeknummer 3

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

ma di

wo do vr

Activiteit Vastleggen afspraken/ overleg

8.30

Waar

OLC

8.30

Welke Tussentijds overleg voortgang project

8.30

8.30

Wie

Projectgroep (Jan)

Product: • Notulen Activiteit Klassikaal vakleer Waar Welke Theorie vakleer

Theorielokaal

12.00

12.00

12.00

12.00

12.00

Wie

Projectgroep

27 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Activiteit Inleveren verslag

17.00

deelprojecten

Waar OLC / Tutorruimte Welke Verslagen

Wie

Projectgroep Product: • Verslagen deelprojecten

Activiteit Project afronden Waar

OLC / Praktijk / theorielokaal Samenvoegen deelprojecten tot project Projectgroep

8.30 17.00

Welke

Wie

Activiteit Opleveren project Waar

Theorielokaal

8.30

Welke

Project

Wie

Projectgroep / Begeleider

Activiteit Evaluatie project Waar

Tutorruimte

13.00

Welke

Project

Wie

Projectgroep

Activiteiten

1. Ga met de projectgroep bij elkaar zitten en oriënteer je op de vraagstelling en stel door het houden van een brainstormsessie vast welke werkzaamheden er uitgevoerd moeten worden om te kunnen starten met het uitvoeren van fase 2 (stap 1) (zie bijlage 1 PW2). 2. Maak een stappenplan voor het uitvoeren van fase 2 (Plan van Aanpak). Maak gebruik van bijlage 5a en bijlage 5b van het Basisdocument. 3. Laat de notulist de notulen (bijlage 2 PW2) maken van het overleg en bewaar deze in het groepslogboek. 4. Maak een Plan van Aanpak (stap 2/3) met je projectgroep. Gebruik hier bijlage 3 en 4 (PW2) voor. • Gebruik de bij stap 1 verkregen kennis en informatie mee bij het maken hiervan. • Gebruik daar de onderstaande vragen (stap 2: het maken van het Plan van Aanpak) voor om de blanco versie (bijlage 4 PW2) in te kunnen vullen.

28

TECHNIEK

• Gebruik ook de notulen uit fase 1. • Het is verstandig om de hieronder getoonde voorbeelduitwerking erbij te betrekken. 5. Bewaar het Plan van Aanpak in het groepslogboek. 6. Ga als projectgroep bij elkaar zitten en evalueer hoe fase 2 is verlopen, leg dit vast en archiveer dit in het groepslogboek (stap 4) .

Aanwijzingen voor de begeleider

Persoonlijke leerdoelen in de gaten houden bij de planning

In de beoordelingsmonitor voor projectwijzer 2 is aangegeven aan welke competenties gewerkt zal worden. Handig is om de competenties op te nemen die vermeld staan. ‘Bereidt opdracht voor’ kan de nodige moeilijkheden opleveren, evenals ‘Zijn eigen werk controleren’ etc. Laat de student weten dat hij niet alle vereiste competenties ineens hoeft te bezitten c.q. te verwerven.

Aanwijzingen voor de begeleider Leer de studenten vanaf het begin dat de subgroepen pas mogen starten met de oriëntatiefase van het deelproject als het Plan vanAanpak van het project, door de projectgroep, is afgerond.

Afsluiting fase 2 Project Wanneer de projectgroep denkt klaar te zijn met Fase 2, dan beoordeelt de begeleider of de projectgroep door kan naar Fase 3.

1. Laat je begeleider het format Go – No-Go. Fase 2 (bijlage 9 PW2) invullen en doe dit in je groepslogboek.

Aanwijzingen voor de begeleider

Persoonlijke leerdoelen in de gaten houden bij de planning

In de monitor voor projectwijzer 2 is aangegeven aan welke competenties gewerkt moet worden. Handig is het om de competenties op te nemen die vermeld staan. Communiceren met anderen kan de nodige moeilijkheden opleveren, evenals het zich niet houden aan gemaakte afspraken, zich niet fatsoenlijk kunnen presenteren etc. Laat de student weten dat hij niet alle vereiste competenties ineens hoeft te bezitten en laat de student eventuele bewijzen vastleggen in zijn portfolio.

29 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Bronnen • workshop plannen en planschema’s • bijlage 3: Format Plan van Aanpak • bijlage 4: De tijdsplanning van een (deel)project

In te leveren producten • Projectgroep: Overzicht tijdsindeling van de deelprojecten • Projectgroep: Plan van Aanpak project A en B • Projectgroep: Groepslogboek • Individueel: Persoonlijk logboek/Urenverantwoording

Flankerende ondersteuning ICT

Digitale verwerking aantekeningen / notulen - tabellen

30

TECHNIEK

Realisatie

Realisatie (project)

Fase 3

Aanwijzingen voor de begeleider

Hoe zal de uitwisseling van de informatie plaatsvinden

Iedereen in de projectgroep gaat in fase 3 aan de slag met de realisatie van het Plan van Aanpak. Het is belangrijk dat de projectgroep wekelijks op een of meerdere vaste momenten op school bij elkaar komt en samen de vorderingen en mogelijke knelpunten bespreekt. Dit is van wezenlijk belang en vereist ook discipline. Er moet wekelijks gecontroleerd worden door de begeleider, wie wat heeft gedaan en eventueel waarom niet. Zonder controle bestaat het gevaar dat de geplande data voor alle werkzaamheden niet gehaald worden en dat bijvoorbeeld het concreet bezoeken van een automobielbedrijf in het gedrang komt. Spreek de studenten aan op het niet nakomen van afspraken. De projectgroep moet digitaal of op papier zichtbaar maken wat zij gedaan hebben. Ga niet af op mooie verhalen die niet digitaal / schriftelijk gestaafd kunnen worden. Spreek studenten onmiddellijk aan wanneer ze de gemaakt afspraken niet zijn nagekomen.Wanneer dat niet gebeurt, werkt de projectgroep zichzelf verder in de nesten. Belangrijk bij CGO is immers de beroepshouding. De realisatiefase is natuurlijk weer de kern van het project. Binnen de realisatiefase van project A en van project B voer je een of meerdere deelprojecten uit. In deze deelprojecten doorloop je weer de fasen en stappen zoals dat ook gebeurt in een project. In de fase Realisatie (project) komen alle werkzaamheden uit de vorige projectfa- sen samen. Tijdens de realisatiefase, oftewel de uitvoering, voert de projectgroep, in sub- groepen, het in fase 2 gemaakte Plan van Aanpak uit. Kijk hiervoor nog eens naar figuur 6. Ook ga je de opgedane kennis in de praktijk brengen. Dit kan op je werkplek of in de gesimuleerde omgeving op school. Nu zal blijken of je Plan van Aanpak klopt met het realiseren hiervan. Ook zal blijken of de gemaakte afspraken gerealiseerd kunnen worden en of iedereen zich aan de gemaakte afspraken heeft gehouden.

31 PROJECTWIJZER 2 - INSPECTIES, ONDERHOUD EN ONDERDELENVOORZIENING

Om te kunnen beoordelen of het deelproject binnen de geplande tijd gereali- seerd wordt en goed wordt uitgevoerd, zal men met de projectgroep meerdere malen tussentijds moeten overleggen of er zich problemen voordoen. Van deze overlegmomenten wordt door de notulist verslag uitgebracht en de bevindingen worden genoteerd in het groepslogboek. Als je met iemand samengewerkt hebt, geef je aan hoe dat gegaan is. Alle activiteiten die in de loop van deze fase gerealiseerd zijn, legt de project- groep vast in het groepslogboek. Op basis hiervan bepaalt de begeleider een Go – No-Go.

Uitvoering van de deelprojecten

In het Plan van Aanpak van het project hebben jullie vastgelegd welke subgroep wat en wanneer gaan doen. Het is de bedoeling dat de afzonderlijke subgroepen hun deelproject uitwerken. Zoals eerder aangegeven worden de vier verschillende fasen ook bij het deelpro- ject ook uitgevoerd. Hoe de aanpak is bij fase 1 en fase 2 bij het deelproject is in de voorbeelden terug te vinden. Verzamel al je verkregen gegevens en informatie in je persoonlijk logboek.

Fase 1: Oriëntatie deelproject

Nadat je samen met je projectgroep het Plan van Aanpak bij fase 2 hebt ge- maakt, ga je je met je subgroep oriënteren op het deelproject dat je hebt toege- wezen gekregen. Ook bij de aanpak van een deelproject is het belangrijk methodisch te werken. In het deelproject start je weer met oriënteren (kijk naar figuur 6). Gebruik de eerder genoemde vier fasen en stappen. Hoe je elke afzonderlijke fase moet aanpakken, kun je vinden in het Basisdocu- ment . Basisdocument; paragraaf 4.6, bijlage 5a (uitwerking TOKIO-methode) en bijlage 5b (Uitwerking stappenplan per fase).

Probeer deze manier van leren zo snel mogelijk aan te leren. Des te sneller en gemakkelijker zul je het competentiegericht leren gaan beheersen.

Vragen die gesteld kunnen worden om de fase Oriëntatie uit te voeren 1. Welke informatie hebben nodig om ons deelproject uit te werken?

2. Waar kunnen we deze informatie vinden? 3. Moeten we het bedrijfsleven raadplegen? 4. Wat weten we wel en wat niet?

5. Welke stappen en hoe gaan we deze doorlopen? 6. Hoe gaan we de taken verdelen in de subgroep? 7. Wie legt de verkregen informatie vast in de notulen? 8. Waar kunnen we de verzamelde gegevens digitaal opslaan?

Made with