006IPTD0013

006IPTD0013

N I V E A U 3

I N S T A L L E R E N Installeren sanitaire installatie

Uitstroom Eerste monteur Dak (Crebo 94283) 4

N I V E A U 3 INSTALLEREN

Installeren sanitaire installatie

4

Uitstroom Eerste monteur Dak (Crebo 94283)

69372485 Bestelnummer 006IPTD0013

© 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van deze projecttaak M. van Gent, ROC Da Vinci College M v.d. Schaaf, ROC Friese Poort J.M. Ramakers, ROC Gilde Opleidingen P. Ruijters, ROC Gilde Opleidingen Ontwikkelteamleider W. van Dijk Redactie T. Zuijderduin, M. Brok en W. van Dijk Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s M. v.d. Schaaf Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .12

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .20

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .23

BIJLAGE 2 URENVERANTWOORDING . . . . . . . . . . . . . . .24

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER . . . . . . . . . . . . . . . . .25

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB . . . . . . . . . . . . . .27

BIJLAGE 5 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN28

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Inhoud van deze projecttaak Deze projecttaak is bestemd voor leerlingen die vanuit een ander vakgebied aan de opleiding Eerste Monteur Dak beginnen. De werkzaamheden voor deze projecttaak kunnen plaatsvinden in het bedrijf (BBL) of op school (BOL). De werkzaamheden vinden hoofdzakelijk plaats in woningen, kleine utiliteitsgebouwen, seriematige woningbouw en woongebouwen (flats). De werkzaamheden kunnen ook in grote utiliteitsgebouwen (zoals ziekenhuizen, kantoorgebouwen, scholen) worden uitgevoerd. In deze projecttaak In deze projecttaak ga je leren hoe je rioleringsinstallaties in woningen en kleine utiliteitsgebouwen aanlegt. Daarbij kun je ook te maken krijgen met het verantwoord demonteren van een bestaande rioleringsinstallatie.

4

Na deze projecttaak In deze projecttaak heb je gewerkt aan de volgende competenties: • Samenwerken en overleggen • Met de klant • Met de opdrachtgever • Met collega’s • Met de werkgever • Plannen en organiseren • Activiteitenplan maken • Op de behoefte en wensen van de klant gericht zijn • Luisteren • Tussentijds informeren • Kwaliteit leveren • Leidingwerk • Beproeven • Vakdeskundigheid toepassen • Veiligheid • Normen • Afronden installatiewerkzaamheden • Monteren van de riolering • Materialen en middelen inzetten • Standaard gereedschap • Speciaal gereedschap zoals steigers, lasapparatuur e.d. • Keuzes maken uit de geschikte toe te passen materialen

• Formuleren en rapporteren • Mondeling • Op standaard bedrijfsformulieren

Deze competenties gebruik je bij het installeren van een complete rioleringsinstallatie.

5

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (op te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat wat je bij iedere stap moet doen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

• Onderzoek • Overzicht materialen, gereedschappen en producten • Overzicht leren: wat heb ik geleerd? • Activiteitenplan • Planning • Materiaalstaat (inclusief werkvoorbereiding en tekeningen)

2. Planning en voorbereiding

3. Uitvoering en controle • Verslag met foto’s • Checklist controle 4. Oplevering en evaluatie • Mondelinge presentatie of demonstratie

• Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview • Evaluatieformulier • Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording project

Je krijgt les of informatie over: • Opzoeken van gegevens • Een activiteitenplan maken • Een verslag maken • Hoe je met deze projecttaak moet werken

6

7

STAP

oriëntatie

1 RIËNTATIE

Doel van deze stap In deze stap zoek je uit en schrijf je op wat je al weet over rioleringsinstallaties. Vervolgens ga je je oriënteren op de aanleg van riolering en de demontage van een bestaande installatie. Ook ga je nadenken over wat je moet weten en wat je moet gaan vragen.

In deze stap komen verschillende soorten vragen bij je op: • Uitzoekwerk: • Wat is de opdracht, wat is het probleem? • Leren: • Wat ga ik hier leren, welke competenties ga ik hiermee ontwikkelen? • Welke theoretische kennis heb ik nodig? • Welke praktische vaardigheden heb ik nodig? • Waar en wanneer ga ik de ontbrekende praktische vaardigheden oefenen? • Houding: • Hoe verloopt de samenwerking? • Hoe werken we: als groep of alleen? Aan het einde van stap 1 beoordeelt je begeleider je portfolioproducten. Je krijgt dan een GO of NO-GO voor de volgende stap. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere leerlingen. Bespreek hier ook de uitdagingen en problemen die je tijdens de uitvoering van de projecttaak tegenkomt.

Houd vanaf de start van deze projecttaak je urenverantwoording bij op het formulier ‘Urenverantwoording’.

8

In stap 4 moet je de urenverantwoording inleveren. Dit formulier is beschikbaar op:

www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal

Bronnen Hieronder staan verschillende studiebronnen en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak • Theorieboeken • Software • Kenteq Techniekstad • Digitale leerstof Ben Pennings • Aansluiten douchebak • Aansluiten wandcloset • Aansluiten ligbad • Aansluiten staand closet • Leidingsystemen waterafvoer • Tabellenboek/normen: • NEN 3215 Binnenriolering, eisen en bepalingsmethoden • NPR 3216 Binnenriolering, richtlijnen voor ontwerp en uitvoering • Bouwbesluit • Internetsites: • www.kenteq.nl • www.milieucentraal.nl • www.dyka.nl • www.briswarenhuis.nl • www.geberit.nl

9

Op te leveren resultaat

De activiteiten en opdrachten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. De uitwerkingen neem je op in je portfolio. • Onderzoek. • Overzicht materialen, gereedschappen en producten. • Overzicht leren: wat heb ik geleerd?

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 1 Oriëntatie.

 Activiteiten 1. Onderzoek

1 Omschrijf de opdracht in je eigen woorden. Denk hierbij aan het volgende: • Bronnen • Afspraken • Wat weet ik al? • Wie is de opdrachtgever? • De tekening van de praktische opdracht

• Het bestek • De offerte • De locatie • De klant

2.

Materialen, gereedschappen en producten 1 Maak een lijst met beroepsproducten die je gaat opleveren in deze projecttaak. 2 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 3 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. 4 Geef aan welk speciaal gereedschap je nodig hebt. Denk hierbij ook aan de volgende zaken: • Opdrachtformulieren • Materiaal (buizen, hulpstukken, bevestigingsmateriaal, appendages, isolatie e.d.)

10

3.

Leren 1 Wat ga je hier leren?

• Praktijkhandelingen • Theoretische kennis • Communicatieve vaardigheden 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen. Zoek dit eventueel op in: a Het Basisdocument

b Het kwalificatiedossier c De beoordelingsmonitor

Evalueren en beoordelen • De begeleider/docent controleert of je alle punten van de opdracht correct hebt uitgewerkt. • Kijk in de beoordelingsmonitor na waarvoor je een beoordeling krijgt. • Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. • In stap 2 ga je een activiteitenplan maken en je verder voorbereiden.

11

STAP

4 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden:

• Het opstellen van een activiteitenlijst • Het maken van een prioriteitenplanning

ng en voorbereiding • Het maken van afspraken • Een materiaallijst maken • Een bestellijst maken

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden bij de stap Oriëntatie ga je gebruiken om een activiteitenplan te maken. Je zet de opdracht om in een planning. Hierin geef je aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor nodig denk te hebben. Het moet duidelijk zijn aan welke producten en aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

Op te leveren resultaat

• Activiteitenplan. • Planning. • Materiaalstaat (inclusief werkvoorbereiding en tekeningen).

12

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak • Tabellenboek/normen: • NEN 3215 Binnenriolering, eisen en bepalingsmethoden • NPR 3216 Binnenriolering, richtlijnen voor ontwerp en uitvoering • Bouwbesluit

• Software Ben Pennings: • Aansluiten douchebak • Aansluiten wandcloset • Aansluiten ligbad • Aansluiten staand closet • Leidingsystemen waterafvoer • Internetsites: • www.kenteq.nl • www.milieucentraal.nl • www.dyka.nl • www.briswarenhuis.nl • www.geberit.nl

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 2 Planning en voorbereiding.

 Activiteiten 1.

Maken van het activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende onderdelen: • Voorblad • Opdracht en opdrachtgever • Op te leveren resultaat • Activiteitenplan • Aanwezige kennis en vaardigheden • Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Faciliteiten: computers, apparatuur enz. • Afronding project • Afspraken en begeleiding • BIJLAGEN activiteitenplan • Planning bij voorkeur in Excel • Werkvoorbereiding (geef hier ook aan of je andere monteurs begeleidt) • Tekeningen en/of bestek

13

2 In het activiteitenplan geef je ook aan wat je bij de onderdelen gaat invullen. 3 Vul de onderdelen in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Controleer met de checklist of je niets hebt vergeten. 5 Bespreek het concept met je begeleider, voordat je het definitieve plan inlevert.

2.

Voorbereiding In deze activiteit voer je de voorbereiding uit. In het activiteitenplan heb je onder andere de hoofdstukken ingevuld: • Activiteiten • Aanwezige kennis • Te ontwikkelen kennis Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen. Evalueren en beoordelen De opdrachtgever, praktijkopleider of docent controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan?

14

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK Beschikbaar op www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever 2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van project BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten - Werktekeningen

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal Is het voorblad compleet?  Bevat het de tekst: "Activiteitenplan"?  Bevat het de naam van het projecttaak?  Bevat het naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Bevat het de plaats en datum gereedkomen van het Activiteitenplan?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Bevat het de naam van de auteurs van het Activiteitenplan? Lay-out  Is een inhoudsopgave met paginanummers en bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken genummerd?  Zijn de paginanummers op bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik  Is het activiteitenplan goed te begrijpen?  Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij!!  Worden niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht  Heeft het project een duidelijke, liefst originele, pakkende naam!  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Is de opdracht een gevolg van de doelstelling of probleemstelling?  Is exact duidelijk wat het eindproduct van het project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld!)  Is duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten  Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten?  Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd?  Zijn er geen activiteiten vergeten?  Zijn de activiteiten gegroepeerd?  Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde ‘orde van grootte’?  Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen?  Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten? De planning  Klopt de planning met de activiteiten.  Is de planning realistisch?

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DE STAP Het doel van deze stap is het uitvoeren van de opdracht.

In deze stap ga je de projecttaak uitvoeren. Daarna ga je het eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen. Natuurlijk kijk je ook naar de beste werkvolgorde. Aan het einde bekijk je het eigen product en controleer je het heel kritisch. Hierbij moet jij evaluerende vragen kunnen beantwoorden over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen? • Welke procedures heb je gebruikt?

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • De bronnen uit de vorige stappen • Theorieboeken • Veiligheidsboekje

• Opdrachtgever • Soort opdracht • Tekeningen • Planning • Werkvoorbereiding • Materiaal • Diverse catalogi van de groothandel • Het activiteitenplan (stap 2) van deze projecttaak

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 3 Uitvoering en controle.

17

Op te leveren resultaat

• Verslag met foto’s. • Checklist controle.

 Activiteiten 1. Verslag

Bij deze stap hoort maar één hoofdactiviteit, namelijk het uitvoeren van de projecttaak. Gebruik je activiteitenplan als basis. Maak een verslag over de uitvoering van het project ‘Het installeren van een rioleringsinstallatie’. Verwerk in je verslag foto’s van de stappen die je hebt uitgevoerd. Vergeet niet foto’s van het eindresultaat te nemen! Geef ook aan op welke manier de communicatie met de opdrachtgever en collega’s is verlopen. Denk aan het volgende: • Het installeren/monteren van een deel van een rioleringsinstallatie • Het aangeven van sparingen • Tijdsplanning • Materiaalplanning • Overleg met opdrachtgever en collega’s • Kwaliteit • Controle gemaakt werk

18

2.

Controle 1 Beschrijf hoe je de controle uitvoert. Houd daarbij rekening met: • Welke procedures heb je gevolgd? • Welke hulpmiddelen ga je hiervoor gebruiken?

19

STAP

3 OPLEVERING EN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP Je hebt de projecttaak al uitgevoerd. In deze stap ga je het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider/vakdocent) presenteren. Je licht toe hoe je tot dit resultaat bent gekomen.

In deze stap ga je samen met de klant of opdrachtgever kijken of je aan zijn wensen en eisen hebt voldaan. Ook ga je evalueren HOE je hebt gefunctioneerd. In de tabel bij deze stap is aangegeven aan welke werkprocessen en competenties je gaat werken. Leerproces Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren wordt een beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je producten worden beoordeeld. Je moet kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Er komen bijvoorbeeld vragen over het eigen leerproces aan bod: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

evering en evaluatie

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden?

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen?

20

Evaluatie Deze evaluatie wordt vastgelegd in een

evaluatieformulier. Dit wordt met de begeleider besproken en beoordeeld op het moment dat jij tevreden bent. Tijdens dit gesprek wordt er een koppeling gemaakt met het POP-gesprek, waarin mogelijke aandachtspunten voor de uitvoering van de volgende projectaak worden vastgelegd. De projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent vullen de beoordelingsmonitor in en beoordelen of de projecttaak voldoende is. Daarna volgt een criteriumgericht interview. Ten slotte moet je nog je uren verantwoordingsformulier invullen en laten ondertekenen. Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Basisdocument Projecttaken Eerste Monteur Dak (zie hoofdstuk Beoordelen) • Beoordelingsmonitor (is digitaal beschikbaar op de bestelsite van www.consortiumbo.nl) • Evaluatieformulier(en) • Urenverantwoordingsformulier (bijlage 3) Formulieren zijn beschikbaar via: www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal

Op te leveren resultaat

• Mondelinge presentatie of demonstratie • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview • Evaluatieformulier • Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording project

Competentieontwikkeling bij deze stap Zie Beoordelingsmonitor: stap 4 Oplevering en evaluatie.

21

 Activiteiten 1.

Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Je hebt alle bewijsstukken verzameld in je portfolio. 2 Zorg voor een correct ingevulde beoordelings- monitor. 3 Je moet kunnen aantonen dat je de projecttaak goed hebt uitgevoerd. 4 Laat de evaluatieformulieren invullen door begeleiders, opdrachtgever en medemonteurs.

2.

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij. 1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier bij stap 4 in.

3.

Demonstratie of presentatie 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie of

presentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie of presentatie uit.

4.

Het criteriumgericht interview 1 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 2 Voer dit beoordelingsgesprek met je begeleider. Evalueren Je gaat met je praktijkopleider/BPV-docent/vakdocent terugkijken op: • Hoe je gewerkt hebt. • Hoe je met de materialen bent omgegaan. • Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. • Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. • Plan dit gesprek.

5.

6.

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij. 1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier in stap 4 in.

22

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Complexiteit

A B C D Opmerkingen

score D - A - G

docent

praktijkopleider

leerling

BPV Monitor Product Beoordeling 1e monteur dak - 94283 Leerling: Werkproces Code

Mondelinge presentatie of demonstatie IND Ep v/pra J Formuleren en rapporteren Vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in en rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen adequaat. Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview IND CI v/pra L Materialen en middelen inzetten Voert afvalmaterialen (gescheiden), overgebleven materialen, gereedschappen en materieel af. Evaluatieformulier IND F v/pra R Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten informeert de klant met betrekking tot de bediening en het gebruik van de installatie, beantwoordt vragen van de klant op correcte wijze en vraagt of de klant tevreden is over de werkzaamheden Urenverantwoording IND E v/pra P Leren Is in staat, na feedback over de leerstijl, deze aan te passen. 2 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven. 1 1.10 Afronden installatiewerkzaam-heden 1 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren.

Beoordelingsmonitor IND FG v/pra M Analyseren Kan zijn eigen manier van werken en leren in kaart brengen en bepaalt of het in volgende opdrachten nodig is deze aan te passen. Bijgewerkt portfolio IND FG v/pra N Onderzoeken Is in staat, door middel van allerlei technieken, een beeld van zichzelf te krijgen.

Op de hoogte blijven van veranderingen in de arbeidsorganisatie en onderkent hierbij de gevolgen voor jezelf. V Met druk en tegenslag omgaan Productief blijven in een stressvolle omgeving.

G Relaties bouwen en netwerken Is, door gesprekken met anderen, in staat inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten en motieven en deze af te stemmen op de eigen loopbaan. M Analyseren Bepaalt welke competenties, wensen en waarden belangrijk zijn voor de loopbaanontwikkeling D Aandacht en begrip tonen Verwoordt de eigen kwaliteiten, wensen en waarden en is zich bewust hoe deze invloed kunnen hebben op de eigen loopbaanontwikkeling.

L Materialen en middelen inzetten Gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om toestellen en appendages te plaatsen en monteren. S Kwaliteit leveren Plaatst en monteert toestellen en appendages vlot en zorgvuldig. K Vakdeskundigheid toepassen Beproeft werktuigkundige installaties volgens geldende normen, Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfvoorschriften.

L Materialen en middelen inzetten gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om werktuigkundige installaties te beproeven S Kwaliteit leveren beproeft werktuigkundige installaties systematisch K Vakdeskundigheid toepassen stelt toestellen en appendages in volgens specificaties , doet waarnemingen, komt met haalbare oplossingen bij problemen S Kwaliteit leveren stelt werktuigkundige installaties zorgvuldig in F Ethisch en integer handelen Aangeven wanneer gangbare waarden en normen overschreden worden. S Kwaliteit leveren Je eigen werk aan de kwaliteitseisen laten voldoen U Omgaan met veranderingen en aanpassingen

L Materialen en middelen inzetten Gebruikt efficiënt en draagt goed zorg voor de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om installatieleidingen aan te leggen. S Kwaliteit leveren Legt installatieleidingen aan volgens tekeningen, geldende normen, Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfvoorschriften en binnen de afgesproken tijd. K Vakdeskundigheid toepassen Plaatst en monteert toestellen en appendages volgens tekeningen, installatievoorschriften, geldende normen, Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfvoorschriften.

Activiteitenplan IND E ab A Beslissen en activiteiten initiëren Kijken of het leerproces bijgesteld moet worden om de leerdoelen te bereiken. Planning praktijk en theorie IND E p Q Plannen en organiseren Plannen van eigen leeractiviteiten in samenhang met de eigen vakbekwaamheid. Verslag met foto's IND P v/pra 1 1.3 Demonteren van componenten en leidingen K Vakdeskundigheid toepassen Stelt de installatie zodanig buiten bedrijf, dat er geen risico voor gezondheid ontstaat en demonteert toestellen, appendages en installatieleidingen zonder de installatie te beschadigen. Checklist controle IND P v K Vakdeskundigheid toepassen Interpreteert tekeningen en stelt vervolgens de positie van toestellen en appendages vast en bepaalt de route van installatieleidingen volgens deze tekeningen en geldende normen. R Op de behoefte en verwachtingen van de "klant" richten Positioneert toestellen en appendages op esthetisch verantwoorde, logische en bereikbare plaatsen. E Samenwerken en overleggen Vraagt bij onduidelijkheid uitleg of aanvullende informatie aan een collega of leidinggevende, informeert zijn collega en stemt de werkzaamheden adequaat met hem af. 4.1 Gedraagt zich als 1 1.7 Beproeven van installatie 1 1.8 Instellen van componenten en installatie 4 1 1.5 Aanleggen leidingen 1 1.6 Plaatsen en monteren componenten 1 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit 1 1.4 Bepalen van positie van componenten en route van leidingen

Informeert de klant over de werkzaamheden, geeft duidelijk aan wat deze kan verwachten en bespreekt een onvolledige of onduidelijke werkopdracht met de klant. Gedrevenheid en ambitie tonen Aanvaardt de uitdaging om de eigen leerdoelen te ontdekken en investeert tijd en energie om tot een keuze te komen. Onderzoeken Stelt zich op de hoogte van veranderingen in de samenleving en werkomgeving en maakt hiervan gebruik om duidelijke leerdoelen te stellen. Analyseren Kan aandachtig en ijverig bepalen welke veranderingen in de leef- en werkomgeving het beste aansluiten bij de eigen ambitie. Is daarbij in staat de juiste leerbehoefte vast te stellen. Formuleren en rapporteren Formuleert de eigen leerkansen en leerdoelen op een duidelijke en begrijpelijke wijze.

E Samenwerken en overleggen Bespreekt de werkopdracht, vraagt bij onduidelijkheid uitleg of aanvullende informatie en stemt de aanpak van werken af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. Q Plannen en organiseren Zorgt ervoor dat alle relevante informatie en de juiste en voldoende materialen, gereedschappen en materieel aanwezig zijn en overtuigt zich ervan dat de werkomgeving veilig is. R Op de behoefte en verwachtingen van de klant richten

Competenties Prestatie-indicator of verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

werknemer bij het uitvoeren van het werk

1 1.1 Voorbereiden installatiewerken

voor de eigen ontwikkeling.

1 1.1 Benoemt leerdoelen

Kerntaak

Kerntaak LLB

Go - No-Go

beoordelaars

beoordelingsvorm

werkvorm

Onderzoek G F v/pra

Overzicht materialen, gereedschappen en producten G E v/pra Overzicht leren IND E p

PT-04 Installeren

sanitairinstallatie

Stap 4 Oplevering en evaluatie

Stap 2 Planning en voorbereiding

Stap 3 Uitvoering en controle

Stap 1 Oriëntatie

23

BIJLAGE 2 URENVERANTWOORDING Formulier urenverantwoording (Beschikbaar op www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam Nr.

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

Paraaf:

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werkzaamheden

Totaal gewerkte uren

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER

Evaluatieformulier - Invullen door klant, opdrachtgever, (mede)leerling enz.

Naam leerling:

Installeren sanitaire installatie

Projecttaak 4:

Datum:

Naam:

Functie:

Werkprocessen en prestatie-indicatoren:

onv. vold. Opmerkingen

1.1 Voorbereiden installatie- werkzaamheden

Bespreekt werkopdracht met leidinggevende Stemt de aanpak van werken af met leidinggevende en/of andere betrokkenen Verzamelt alle relevante informatie en materialen Zorgt voor een veilige werkomgeving Overlegt met de klant over de uit te voeren werkzaamheden Stelt de installatie juist buiten bedrijf Demonteert toestellen, appendages en leidingen zonder de installatie te beschadigen Controleert toestellen en appendages op slijtage en reinigt deze volgens de instructies van de fabrikant Werkt volgens gegevens op de tekeningen Positioneert huishoudelijke en sanitaire toestellen op verantwoorde, logische en bereikbare plaatsten Overlegt met collega monteur Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen Meldt of herstelt gebreken Werkt volgens kwaliteitseisen en verwachtingen van de klant Werkt volgens geplant tijdschema

1.3 Demonteren van componenten en leidingen

1.4 Bepalen van positie van componenten en

route van leidingen

1.5 Aanleggen leidingen

25

1.6 Plaatsen en monteren componenten

Plaatst en monteert volgens tekening, installatievoorschriften en geldende normen Plaatst en monteert volgens Arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfsvoorschriften Voorkomt verspilling van materialen Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen, gereedschappen en persoonlijke beschermingsmiddelen Monteert de huishoudelijke en sanitaire toestellen en appendages zonder gebreken binnen de afgesproken tijd Beproeft leidingsystemen volgens de geldende normen Werkt veilig en volgens de milieuvoorschriften Zorgt voor efficiënt en goed gebruik van materialen en gereedschappen nodig voor het beproeven van de installatie Beproeft systematisch ter voorkoming van tekortkomingen en lekkages Stelt toestellen en appendages in volgens specificaties Zorgt dat de installatie volgens specificaties werkt Begeleidt (leerling)monteurs op duidelijke wijze Beantwoordt vragen van (leerling)monteurs duidelijk Overlegt met de klant over de uit te voeren werkzaamheden

1.7 Beproeven van installatie

1.8 Instellen van componenten en installatie

1.9 begeleiden installatie- werkzaamheden

Overlegt met de onderaannemers/ leveranciers over de uit te voeren werkzaamheden Maakt taakverdeling Bewaakt de voortgang

1.10 Afronden installatie- werkzaamheden

Rapporteert klachten en incidenten Rapporteert verbetervoorstellen Voert afval op een milieuvriendelijke manier af Laat een opgeruimde en schone werkplek achter Ruimt gereedschap netjes op Overlegt met de klant over het geleverde werk Informeert de klant over het gebruik van het geleverde werk

26

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB

Evaluatieformulier - Leren, Loopbaan en Burgerschap Invullen door klant, opdrachtgever, (mede)leerling enz.

Naam leerling:

Installeren sanitaire installatie

Projecttaak 2:

Datum:

Naam beoordelaar:

Functie:

Werkprocessen Prestatie-indicatoren

onv. vold. Opmerkingen

1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

Uitdagingen aanvaarden om leerdoel te ontdekken. Tijd en energie investeren om tot een keuze te komen. Op de hoogte stellen van veranderingen in de samenleving en werkomgeving. Analyseren van verschillende leerbehoeften, ambities en veranderingen in de omgeving. Bekijken welk leerdoel het beste aansluit bij je zelf, zodat je een afgewogen keuze kunt maken. Gestructureerd formuleren van je leerkansen en leerdoelen, zodat de toekomstige ontwikkeling begrijpelijk is voor anderen. Verzamelen van informatie over verschillende manieren van leren, zodat je hier een overzicht van hebt. Met voorstellen komen om andere leerstijlen te ontwikkelen en andere leeractiviteiten dan gebruikelijk uit te proberen om je eigen leerdoelen te bereiken. Bij het selecteren van een geschikte manier van leren rekening houden met de kenmerken van de situatie en met je eigen kenmerken. Creëren van een duidelijk beeld van leren, daarbij rekening gehouden met nieuwe aspecten van leren. Een onderbouwde keuze maken voor de geschiktste manier van leren. Laten zien dat je achter je eigen keuze van leren staat.

1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren

1.3 Kiest bij de situatie en bij

zichzelf passende manieren van leren

27

BIJLAGE 5 NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN

1 Taalniveaus Aan het einde van je opleiding moet je laten zien dat je Nederlands, Engels en een andere vreemde taal op een bepaald niveau beheerst. Deze niveaus kun je vinden in: • Het Kwalificatiedossier van je opleiding. • Het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. De eisen voor taalvaardigheid 1 kunnen in beide documenten van elkaar verschillen. De hoogste eis geldt. Voor de opleiding Eerste Monteur Dak gelden de volgende eisen: Wat je precies moet kunnen voor die niveaus, kun je lezen in bijlage 4 voor Nederlands en bijlage 5 voor MVT. Kijk vooral naar het onderdeel: Kenmerken van de taakuitvoering. 2 De drieslagmethode Tijdens je opleiding luister, lees, spreek en schrijf je heel veel. Niet alleen bij de taallessen, maar eigenlijk bij alle stappen van een projecttaak. Er zijn dus meer dan genoeg mogelijkheden om aan te tonen op welk niveau je presteert. De ontwikkeling van jouw taalvaardigheid is dan ook niet alleen een zaak van de docent talen, maar van iedereen die jou in je opleiding begeleidt.

1. Informatie over taalniveaus is te vinden in de volgende documenten: - Het Europese Referentiekader - Het Raamwerk Nederlands - Het Raamwerk Moderne Vreemde Talen

28

1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit

Plannen van eigen leeractiviteiten in samenhang met de eigen vakbekwaamheid. Eigen leerdoelen in de gaten houden. Besluiten om de eigen leerdoelen in te zetten in de praktijk. Kijken of het leerproces bijgesteld moet worden om de leerdoelen te bereiken. Fouten en feedback gebruiken om de leerbekwaamheid voor de gekozen manier van leren te verbeteren. Bekijken of de gekozen leeractiviteiten bijgedragen hebben aan je verdere ontwikkeling. Conclusies trekken om verbeteringen aan te brengen. Door gesprekken reactieve technieken verzamelen. Door testen nieuwe informatie verzamelen. Overleggen met anderen over het eigen zelfbeeld Bij anderen informeren naar de noodzakelijke kwaliteiten en motieven voor werk. Analyseren vanuit eigen ervaringen welke wensen en waarden van belang zijn voor de verdere loopbaan ontwikkeling. Bewust zijn dat je manier van verwoorden van eigen kwaliteiten, wensen en waarden van invloed zijn op de ontwikkeling van je loopbaan. Zoeken en beoordelen van informatie over gevraagde waarden en persoonlijke kwaliteiten voor werk Overleggen met anderen over eigen waarden en kwaliteiten in relatie tot soorten werk en vraagt hen hierover advies. Vergelijken van persoonlijke waarden en kwaliteiten met gevraagde waarden en kwaliteiten van verschillende soorten werk. Concluderen wat passend werk zou zijn. Verwoorden hoe je persoonlijke waarden en kwaliteiten van invloed zijn op het zoeken naar passend werk.

1.5 Evalueert de gekozen manier van leren

2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven

2.2 Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past

29

2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn

Onderzoeken van de consequenties van je toekomstige keuze en acties. De consequenties betrekken in de sturing van je loopbaan. Plan van aanpak voor leggen aan je eigen relaties, zodat deze je kunnen helpen met het vinden van passend werk. Onderkennen en accepteren van voordurende veranderingen in beroepseisen en beroepsuitoefening, en het plan van aanpak hier op aanpassen. Initiatief nemen in het sturen van je loopbaan tijdens functioneringsgesprekken. Je zelf melden als er nieuwe ontwikkelingen zijn Een keuze maken om je eigen loopbaan verder te ontwikkelen. Laten zien dat je achter je keuze staat, door acties te ondernemen zoals solliciteren. De tijd nemen om regels en procedures te leren kennen. Handelen naar regels en procedures, zodat anderen tevreden zijn over je werk. Aangeven wanneer gangbare waarden en normen overschreden worden. Kwaliteitseisen van de organisatie kennen Je eigen werk aan de kwaliteitseisen laten voldoen Feedback vragen van collega's om het eigen gedrag en functioneren aan te passen. Productief blijven in een stressvolle omgeving. Kritiek zien als een suggestie voor verbetering Je grenzen bij kritiek aangeven. Verwoorden van het belang van je zelf en van het werk. Op de hoogte blijven van veranderingen in de arbeidsorganisatie en onderkent hierbij de gevolgen voor jezelf.

4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk

Taal

Luisteren Lezen

Spreken

Gesprekken voeren

Schrijven

Nederlands

B2

B2

B2

B2

B2

Engels

A2

A2

A2

A2

A2

Andere vreemde taal

A2

A2

A2

A2

A2

30

Je gaat je taalvaardigheid ontwikkelen volgens de drieslagmethode: 1 Je gebruikt taal tijdens je werk/stage en op school • Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken met zinvolle kritiek op je taalgebruik. 2 Taalles van een ervaren taaldocent • Je oefent op het vak gericht Nederlands en vreemde talen onder begeleiding van een ervaren taaldocent tijdens lessen of workshops. 3 Taalondersteuning en oefening individueel. • Bij persoonlijke taalproblemen krijg je extra hulp en ondersteuning. Bij het invullen van je mini-POP kun je samen met je begeleider bepalen hoeveel ondersteuning je nodig hebt. 3 Werken met het communicatieschema Het niveau van je taalvaardigheid geeft aan in hoeverre je in staat bent om: • Uit een boodschap onderwerp, doel en thema’s te halen (lees- en luistervaardigheid). • Je boodschap af te stemmen op doel en publiek (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid). • Je boodschap goed op te bouwen, verbanden aan te brengen (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid). Dat moet je dus leren. Om je daarbij te helpen werk je stapsgewijs volgens het communicatieschema.

Schema communicatie

31

a Je bepaalt onderwerp, doel en thema’s van wat je gele- zen of gehoord hebt of je bepaalt onderwerp, doel en thema’s van wat je wilt zeggen of schrijven. • Waarover gaat het? • Wat wordt er over dat onderwerp gezegd? • Met welk doel? b Daarna bepaal je het publiek. • Voor wie is de tekst die je gelezen of gehoord hebt? • Wie wil jij bereiken met je boodschap? • Welke functie, welke voorkennis, welk niveau, welke interesses heeft de ontvanger? • Wat betekent dit voor je taalgebruik, woordge- bruik, informatie, etc. c Op basis van de voorgaande twee stappen bepaal je wel- ke informatie er dus in de boodschap komt. d Dan kun je kijken op welke manier je de boodschap gaat overbrengen. • Welk medium (brief, mail, memo, telefoonge- sprek, etc.) is het beste om dat te doen? • Welke regels (conventies) heeft dat medium? e In de regels (conventies) van het medium staat meestal ook iets over de opbouw van de boodschap. Meestal is er een inleiding, kern en slot. • Wat zet je daar in? • Hoe bouw je dat logisch op? f Heb je dit allemaal goed overdacht, dan kan er nog ruis optreden omdat je: • Verkeerde woorden gebruikt • Verkeerde zinnen maakt • Een slechte uitspraak hebt. Dat moet je zoveel mogelijk voorkomen.

32

Deze invullijst is een hulpmiddel om een communicatieproduct uit een projecttaak voor te bereiden. Als je deze punten één voor één afwerkt, heb je een complete voorbereiding voor zo’n communicatieproduct gemaakt.

a. Onderwerp van de boodschap Doel van de boodschap Thema(’s) van de boodschap

Waarover ga ja als zender iets zeggen? Wat wil je als zender bereiken met deze boodschap? Wat wil je als zender over dit onderwerp zeggen als je rekening houdt met het doel? Wie is de ontvanger van de boodschap? Bij wie wil je als zender je doel bereiken? Wat kun je zeggen over de ontvanger? Welke voorkennis heeft de ontvanger? Welke taal moet ik toepassen? Wie is de zender van de boodschap? Wat kun je over de zender zeggen?

b. Publiek: de ander(en)

Publiek: jij zelf

Welke informatie moet ik in de boodschap zetten? Welk onderwerp moet de boodschap hebben? Hoe houd ik het beste rekening met de ontvanger van mijn boodschap?

c. Consequenties (gevolgen)

Met welk communicatiemiddel kan ik mijn boodschap het beste overbrengen? Welke regels moet ik voor dit communicatiemiddel toepassen?

d. Medium: (welk communicatiemiddel?) Conventies: (spel)regels

Hoe bouw ik de boodschap zo logisch mogelijk op? Welk bouwplan maak ik voor mijn boodschap?

e. Opbouw van de boodschap • Inleiding • Kern • Slot

Wat zou storend kunnen werken op het overbrengen van mijn boodschap? Wat kan misverstanden opleveren?

f. Ruis: Storingen in het overbrengen van de boodschap

Die producten kunnen ook beoordeeld worden op basis van deze invullijst. Kijk maar eens naar de invullijsten 1 en 2: Beoordeling (communicatie-)product. Je taaldocent kan gebruik maken van invullijst 1. Je vakdocent kan met invullijst 2. jouw communicatieproduct beoordelen.

33

Invullijst 1: Beoordeling (communicatie)product (Communicatie/ Nederlands/MVT)

Naam leerling: Naam product:

Projecttaak:

Onderwerp:

Doel/doelen: Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s, publiek. Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet. • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt.

e. Opbouw van de boodschap Inleiding : • is volledig. • (minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd). Kern : • Er is een goede, logische volgorde van de thema’s. • De boodschap wordt goed onderbouwd. Slot : • De inhoud van de boodschap wordt correct samengevat. • De conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap. f. Ruis • Non-verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Fouten in spelling/ taalgebruik leiden af van de boodschap. • Fouten in formulering leiden af van de boodschap. • Wel/geen gebruik vaktaal • Fatsoensnormen

34

Invullijst 2: Beoordeling (communicatie)product op vakinhoud

Naam leerling: Naam product:

Projecttaak:

Onderwerp:

Doel/doelen: Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

a. Onderwerp, doel, thema’s Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht. Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vormen). Alle benodigde thema’s (om doel te bereiken) zijn behandeld. b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/ de juiste persoon. Thema’s zijn juist gekozen bij dit publiek/deze persoon. o.a. te veel/ te weinig thema’s i.v.m. • voorkennis van de ontvanger. • interesse van de ontvanger.

• functie van de ontvanger. • mening van de ontvanger.

Bij de beoordeling van je taalvaardigheid nemen de beoordelaars het gewenste eindniveau (zie nogmaals bijlagen 4 en 5) als uitgangspunt. Je hoeft niet meteen op dat niveau te presteren, maar krijgt door dit beoordelingsformulier een heel duidelijk beeld waar je nog aan zult moeten werken. Dit gebeurt in aparte taallessen, maar soms is het probleem daarvoor te groot en heb je individuele ondersteuning en oefening nodig. In je mini-POP geef je aan hoe je je niveau gaat verbeteren. Als je voor een beroepsproducten op alle onderdelen een voldoende beoordeling hebt gekregen, kun je deze opnemen in je portfolio. Je hebt dan een bewijs van je

35

taalvaardigheid op het gewenste eindniveau. Soms schrijft het ROC voor welke producten je moet opnemen.

4 Leerlijn Nederlands in de projecttaken Vooral in het begin van je opleiding zullen de

taalproducten van je beroepstaken nog niet helemaal voldoen aan de eisen. Want dan zou je de stappen a t/m f in één keer helemaal correct uitvoeren. Tijdens de uitvoering van je beroepstaken werk je aan de verbetering van je taalvaardigheden. Die verbetering moet zichtbaar worden in de producten die je bij de projecttaak oplevert. In het schema van de Leerlijn Nederlands kun je zien hoe de taalvaardigheden in de projecttaken aan bod komen. In de eerste 6 beroepstaken is een leerlijn uitgezet voor de ontwikkeling van je taalvaardigheden. In deze taken komt steeds één stap aan bod. • In de eerste projecttaak beoordelen je begeleiders je taalproducten alleen op stap a. Doel en Thema. • In de tweede projecttaak komt daar b. Doelgroep bij. • Na 6 projecttaken heb je alle stappen verwerkt en kun je ze voor al je taalproducten toepassen. Niet alleen je docent Nederlands besteedt aandacht aan je taalvaardigheden, maar je vakdocenten zullen je ook bij je taalproducten begeleiden en een beoordeling geven.

36

PROJECTTAKEN NIVEAU 3

Voor de studierichting Installatietechniek worden projecttaken voor niveau 3 ontwikkeld. De projecttaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Basisdocument 0 Introductie Installatietechniek en Daken * 1 Installeren verwarmingsinstallatie * 2 Installeren gasinstallatie met rookgasafvoer *

3 Installeren waterleidinginstallatie * 4 Installeren sanitaire installatie * 5 Installeren ventilatiesysteem *

6 Bepalen en uitvoeren reparatieplan 7 Voorbereiden en aanbrengen bitumen dakbedekking 8 Voorbereiden en aanbrengen kunststof dakbedekking 9 Vervaardigen en aanbrengen van goten en hemelwaterafvoer 10 Installeren hemelwaterafvoer volvulsysteem 11 Onderhoud dak en gevel

* Deze projecttaak is bedoeld voor deelnemers die instromen van een opleiding zonder installatietechniek

69372484

Bestelnummer 006IPTD0013

Made with