006WTBPT0011

006WTBPT0011

N I V E A U 3 SERV I CE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES

BPV in bedrijf

10

Uitstroom Service monteur werktuigbouw [Crebo 94324] B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

N I V E A U 3 SERV ICE APPARATUUR EN INSTALLAT I ES

BPV in bedrijf

10

Uitstroom Servicemonteur werktuigbouw

B E G E L E I D E R S H A N D L E I D I N G

69334651 Bestelnummer 006WTBPT0011

© 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Leden werkgroep T.L. Hengelmolen, J.A. Menzen, A. Timmer Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT

W. van Dijk Eindredactie M. Brok Omslag/ Lay-out Studio Blanche Foto’s A. Timmer

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2008 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .13

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .20

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .26

BEOORDELING FUNCTIONEREN BPV . . . . . . .34

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .36

BIJLAGE 2 PROJECTTAAKPLANNER . . . . . . . . . . . . . . . .37

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

Tijdens je opleiding komt het moment dat je voor je BPV (BeroepsPraktijkVorming) op stage gaat in een bedrijf. Een mooie kans om wat je van de voorgaande projecttaken geleerd hebt, toe te passen in de praktijk. In overleg met je begeleiders kun je één of meerdere projecttaken gaan uitvoeren in een BPV-bedrijf. Het zal je snel opvallen dat werken in een bedrijf heel anders is dan leren op school. Je krijgt op de werkvloer te maken met zaken, zoals: • Andere regels en voorschriften. • Werken met collega’s. • Hoe pas je wat je geleerd hebt toe in de praktijk? • Wat mag je wel of niet doen als stagiair? • Wat verwacht het bedrijf van jou als BPV’er? • Hoe ga je om met kritiek? Tijdens je BPV-stage blijf je ook nog leerling van het ROC. Je moet ook denken aan: • Het contact met je begeleiders. • De verantwoording van de activiteiten tijdens je stage. • Welke regels jouw school heeft voor de BPV-stage. Aan het einde van deze projecttaak kun je aantonen dat je: • Je activiteiten tijdens de stage goed kunt verantwoorden. • Eén of meerdere projecttaken in de praktijk hebt uitgevoerd. • Jouw competenties goed kunt toepassen in de praktijk. • Jouw competenties verder hebt ontwikkeld. • Goed gewerkt hebt op het BPV-bedrijf.

Ook is er aandacht besteed aan onderdelen van de vakgebieden Nederlands, MVT (moderne vreemde talen) en rekenen en wiskunde, die in deze projecttaak aan de orde komen. Deze projecttaak is in eerste instantie bestemd voor de leerlingen die op een bepaald moment in de opleiding in een bedrijf aan hun competenties gaan werken. Voor gedetailleerde achtergrondinformatie zijn de volgende documenten van belang:

• Het Kwalificatiedossier Service Apparaten en Installatie. • Het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB). • Het Raamwerk Nederlands. • Het Raamwerk Moderne Vreemde Talen (MVT). • Het Raamwerk Wiskunde en Rekenen.

4

In deze projecttaak In deze projecttaak ga je:

• Informatie over het BPV-bedrijf verzamelen. • Onderzoeken welk gedrag het bedrijf van jou verwacht. • Onderzoeken hoe de zaken rond je Beroepspraktijkvormingsovereenkomst (BPVO) geregeld zijn. • Nagaan of je nog andere formulieren moet invullen op het bedrijf. • In overleg met je begeleiders werken aan één of meer projecttaken. • Aangeven wat je geleerd hebt tijdens de BPV. Na deze projecttaak Na deze projecttaak: • Kun je aantonen dat je competenties voor het werken in de praktijk hebt opgedaan. • Weet je aan welke competenties je nog moet werken. Portfolio In deze projecttaak volg je de vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (in te leveren resultaten), die in je BPV-map komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je BPV- map. In het onderstaande tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

Producten portfolio

1. Oriëntatie

Een BPV-map (deel 1 t/m 4) a. Deel 1. Algemene informatie b. Deel 2. Informatie over jezelf c. Deel 3. Het Bedrijf d. Deel 4. Begrippenlijst

2. Planning en voorbereiding

BPV-map (deel 5 t/m 9) a. Deel 5. Ingevulde tabel Informatie BPV-bedrijf b. Deel 6. Overzicht school-BPV c. Deel 7. De Praktijkovereenkomst BPVO

d. Deel 8. Officiële documenten e. Deel 9. Verslag eerste contact

3. Uitvoering

• Een organogram van jouw BPV-bedrijf • Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen op je BPV • Top-5 belangrijkste bedrijfsregels • Planning van projecttaken met activiteitenplan en beoordelingsmonitor • Tabel Portfolioproducten • Beoordelingsgesprek

4. Oplevering en evaluatie

• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview • [Eindpresentatie] • [Demonstratie]

5

De praktijkopleider van het BPV-bedrijf zal je producten controleren.

Laat na elke stap je beoordelingsmonitor bijwerken.

Organisatie

UITVOEREN PROJECTTAAK Deze projecttaak wordt gedeeltelijk voorbereid op school en afgesloten met een praktijkgedeelte. Aan de hand van een criteriumgericht interview over het portfolio van de leerling kan de eindbeoordeling plaatsvinden. Theorie • Workshop ‘Op BPV’ • Nederlands • Moderne vreemde talen • Leren, loopbaan en burgerschap: kerntaken 1, 2 en 4 De leerling: • Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoe- len te bereiken. • Stuurt zijn eigen loopbaan. • Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie.

Praktijk • De opdrachten ter voorbereiding van de BPV uitvoeren. • Deze projecttaak en andere projecttaken in de praktijk uitvoeren. BENODIGDE MIDDELEN IN DEZE PROJECTTAAK Materialen • Voor de leerlingen een BPV-map.

AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDER (ALGEMEEN) De trajectbegeleider kan ook de BPV-begeleider zijn. Voordat de leerling op BPV gaat, is het van belang dat hij de stappen 1 en 2 heeft afgerond. AANWIJZINGEN VOOR DE PRAKTIJKOPLEIDER (ALGEMEEN) De praktijkopleider ondersteunt en begeleidt de leerling en houdt op gezette tijden een beoordelings- gesprek. In deze gesprekken komen de voortgang en de houding van de leerling aan de orde. Deze beoordeling wordt vastgelegd in de beoordelingsmonitor. AANWIJZINGEN VOOR DE STAGEBEGELEIDER (ALGEMEEN) De stagebegeleider stemt met de leerling en de praktijkopleider af wanneer deze projecttaak wordt uitgevoerd. Hij bezoekt meerdere malen de leerling en bewaakt de voortgang. Ook houdt hij contact met alle betrokkenen.

6

7

STAP

orientatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP De leerling weet: • Wat BPV inhoudt.

• Wat hij kan verwachten tijdens de BPV. • Wat een werkgever van hem verwacht. • Hoe hij zich goed kan presenteren aan een werkgever. • Zijn sterke en zwakke kanten te benoemen.

Je gaat je nu eerst oriënteren op de projecttaak. Op een BPV-bedrijf werk je in een echte beroepssituatie. Je bent een stagiair in een echt bedrijf. Je zult merken dat het toch anders is dan praktijk op school. Wel zul je, net als op school, kennis en vaardigheden moeten leren. Daarnaast is een goede beroepshouding heel belangrijk in de beroepspraktijk.

Naast kennis en vaardigheden leer je onder andere: • Samenwerken met collega’s of een team.

• Nauwkeurig werken onder tijdsdruk. • Oplossingen zoeken voor problemen.

5

Op te leveren resultaat

• Een BPV-map. a. Deel 1. Algemene informatie b. Deel 2. Informatie over jezelf c. Deel 3. Het Bedrijf d. Deel 4. Begrippenlijst

8

& Activiteiten 1.1 BPV-map

1 Regel via je BPV/Trajectbegeleider een BPV-map. 2 Werk onderstaande delen uit en bewaar deze in je BPV-map. a. Deel 1. Algemene informatie 1 Maak een overzicht met onderstaande onderwerpen. • De BPV-periode: hoe lang gaat de BPV duren? • Financiële zaken: met welke geldzaken krijg je te maken? • Begeleiding: wie zijn je begeleiders? • Verzekering: hoe zijn de verzekeringen geregeld? • Ziekte: wat moet je doen bij ziekte tijdens je stage? • Studiefinanciering: gaat je studiefinanciering door als je een stagevergoeding ontvangt? • BPV-opdrachten: welke BPV-opdrachten ga je uitvoeren? • BPVO/ BPV-overeenkomst: wat zijn de belangrijkste bepalingen in je BPVO of BPV-overeenkomst? b. Deel 2. Informatie over jezelf 2 Maak een overzichtelijke lijst met je persoonlijke ge- gevens. 3 Hoe presenteer je jezelf het beste? Als je een goede indruk tijdens je stage maakt, is de kans op een zinvolle stagetijd met leerzame opdrachten een stuk groter. 4 Maak een lijst met belangrijke tips. Denk daarbij aan: • Kleding en uiterlijk. • Afspraken. • Je werktijden. • Omgangsvormen. • Samenwerken. c. Deel 3. Het Bedrijf 5 Wat verwacht het bedrijf van jou? 6 Welke regels kan jij van het bedrijf verwachten?

9

d. Deel 4. Begrippenlijst 7 Verzamel de moeilijke woorden en afkortingen uit de

vorige stappen en zet deze in een tabel. 8 Zet in eigen woorden de uitleg erachter.

Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap.

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES Werkproces 1.3 LLB Kiest bij de situatie en zichzelf passende manieren van leren. Competenties A: Beslissen en activiteiten initiëren. M: Analyseren. O: Creëren en innoveren.

Werkproces 2.2 LLB Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem/haar past.

Competenties N: Onderzoeken M: Analyseren

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

STUDIEBRONNEN • Basisdocument • Raamwerk Nederlands • Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap • BPV-boek of BPV-informatie van het ROC • www.stagetips.nl • www.stagemotor.nl • www.drenthecollege.nl/wtb4

TE BEHANDELEN LESSTOF Nederlands • Leesvaardigheid: • Hoofdgedachte van een vaktekst bepalen. • Sleutelwoorden, betekenis woorden, vaktermen. • Informatie halen uit grafieken en tabellen. • Informatie opzoeken over bedrijven op internet. • Samenvatting op hoofdlijnen geven. • Eenvoudig schema maken (oorzaak-gevolg, ordening in tijd). • Mening over een tekst geven. • Conclusie trekken. • Informatie uit meerdere bronnen samenvoegen en samenvatten. • Luistervaardigheid: • Belangrijke informatie halen uit korte tekst en deze reproduceren. • Details halen uit instructies over dagelijkse werkzaamheden. • Benodigde informatie halen uit uitleg, presentaties en aankondigingen. • Samenvatting geven op hoofdlijnen van een vergadering of werkoverleg. • Globale mening over een tekst kunnen geven.

10

• Spreekvaardigheid: • Gebeurtenissen, activiteiten, persoonlijke ervaringen aangeven in functioneringsgesprek. • Deelname aan werkoverleg, vergadering. • Standaardinformatie geven over product of dienst in overleg. • Gedetailleerd verslag over ervaringen in functioneringsgesprek. • Argumentatie geven voor een keuze. • Redenen, verklaringen voor meningen en plannen geven in POP-gesprek of functioneringsge- sprek. • Presentatie over vertrouwd onderwerp uit vakgebied geven. • Vragen beantwoorden over de presentatie.

• Gesprekken voeren: • Vragen stellen.

• Deelname aan overleg. • Reflectiegesprek, POP-gesprek. • Gerelateerde routinegesprekken. • Beroepsgerelateerde gesprekken.

• Deelname aan discussie en overleg. Schrijfvaardigheid: • Eenvoudige formele brief. • Schriftelijk verzoek om informatie. • Eenvoudige instructie. • Eenvoudig memo, e-mail, fax. • Kort verslag. • Invullen formulier.

• Schrijfvaardigheid: • Korte eenvoudige zakelijke brief. • Aantekeningen die helder zijn voor anderen. • PowerPointpresentatie. • Kort verslag, rapport, samenvatting. • Informatie in schema of overzicht (met behulp van een computerprogramma).

Moderne vreemde talen • Niet van toepassing.

Rekenen en wiskunde • Niet van toepassing.

Leren, loopbaan en burgerschap De leerling:

• Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling. • Hoe ga je een toekomstperspectief bepalen? • Hoe vat je dit puntsgewijs samen? • Kiest bij de situatie een passende manier van leren. • Leesvaardigheid. • Vragen stellen. • Omgaan met informatiebronnen. • Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. • Organiseren. • Tijdmanagement. • Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past. • De arbeidsmarkt verkennen. • Jezelf presenteren: eigen waarden en kwaliteiten herkennen en naar voren brengen.

Vakleer • Niet van toepassing.

Praktijk • BPV-opdracht(en).

Informatica • Gegevens zoeken op het internet.

11

AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDERS Trajectbegeleider/BPV-begeleider • BPV-boek bespreken en toelichten. • De leerling wijzen op de combinatie BPV-map en beoordelingsmonitor. • BPVO bespreken en toelichten. • Contact met het BPV-bedrijf over de BPV-stage van de leerling.

Vakdocent • Planning van de voorbereidende lessen/workshops voordat de leerling op BPV-stage gaat.

Praktijkbegeleider • Contact bedrijf-school over de inhoud van deze BPV-taak. • Planning van de activiteiten 5 t/m 9. • De leerling wijzen op de algemene werkregels. Praktijkopleider • Contact bedrijf-school over de inhoud van deze BPV-taak. • Planning van de activiteiten 5 t/m 9. • De leerling wijzen op de algemene werkregels.

12

STAP

2 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP De leerling:

• Leert zichzelf te presenteren met een brief, CV en/of (telefoon)gesprek. • Ervaart het verschil in omgangsvormen op school en in een bedrijf.

Voordat je de projecttaak zelfstandig kunt uitvoeren, moet je jouw werk voorbereiden. In de werkvoorbereiding schrijf je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. De in te leveren resultaten berg je op in je BPV-map.

nning en voorbereiding

5

Op te leveren resultaat

• BPV-map (deel 5 t/m 9). Deel 5. Ingevulde tabel Informatie BPV-bedrijf Deel 6. Overzicht school en BPV Deel 7. De Praktijkovereenkomst BPVO

Deel 8. Officiële documenten Deel 9. Verslag eerste contact

13

& Activiteiten 2.1

1. BPV-map (deel 5 t/m 9) 1 Werk onderstaande delen uit en plaats deze in je BPV-map.

a. Deel 5: ‘Alle gegevens op een rij’ 2 Vul de tabel BPV ‘Alle gegevens op een rij’ in.

BPV: ‘ALLE GEGEVENS OP EEN RIJ’

LEERLING Naam BPV-leerling

Telefoon

Adres

Mobiel

Postcode

E-mail

Woonplaats BPV-bedrijf Naam Bezoekadres

Postadres

Postcode

Postcode

Woonplaats

Woonplaats

Telefoon Fax E-mail Website

Praktijkopleider Naam

Naam contactpersoon

Telefoon (intern)

Telefoon (intern)

E-mail

E-mail (intern)

BPV periode van - t/m- Dagelijkse werktijden: Ochtend: van - t/m - Middag: van - t/m - Aantal te werken uren per week

14

ROC Naam

Naam BPV-begeleider

Adres

Telefoon

Postcode

E-mail

Woonplaats Website Telefoon Fax

b. Deel 6. Overzicht school-BPV Als je op BPV gaat, blijf je contact houden met school. Op vaste tijden heb je contact met je begeleiders. Soms organiseert de school terugkomdagen. Je moet bijvoorbeeld voor school je BPV-uren bijhouden in een urenverantwoording. 3 Maak een overzicht van aanwijzingen die de school geeft voor je BPV. 4 Gebruik als uitgangspunt deze vragenlijst. • Moet je een dagverslag of een BPV-logboek bijhouden? • Moet je een urenverantwoording op school inleveren? • Zijn er tussentijds terugkomdagen gepland? • Moet je regelmatig je e-mail van school checken? • Zijn er download formulieren die je moet toepassen? c. Deel 7. De BPVO Als je op BPV gaat, krijg je een BPVO. Dit is een overeenkomst tussen jou, het bedrijf en de school. Het is belangrijk om te weten wat erin staat. 5 Geef antwoord op volgende vragen:

• Wie geeft de BPVO uit? • Wie krijgen een BPVO? • Wanneer krijg je een BPVO? • Wat moet je doen als je de BPVO krijgt?

15

6 Vul de tabel BPVO in. 7 Lees je BPVO goed door. 8 Zet de drie belangrijkste zaken voor jou, het bedrijf en school in deze tabel.

Voor JOU zijn de belangrijkste zaken

1 2

3

Voor HET BEDRIJF zijn belangrijkste zaken 1

2

3

Voor SCHOOL zijn de belangrijkste zaken

1

2 3

d. Deel 8. Officiële documenten Een bedrijf heeft van werknemers officiële documenten nodig. Per functie kan dit verschillen. 9 Bereid een interview voor met een leerling die eerder BPV heeft gedaan. 10 Vraag welke documenten je nodig hebt. 11 Laat de vragen beoordelen door je talendocent. 12 Leg het interview vast op maximaal één A4’tje. 13 Verzamel kopieën van deze officiële documenten.

e. Deel 9. Verslag eerste contact Je hebt je nu aardig voorbereid. Je gaat nu voor het eerst

in contact treden met het BPV-bedrijf. 14 Toon aan dat je contact hebt gezocht.

Dit kun je op verschillende manieren doen. Je stuurt een e-mail, sollicitatiebrief, cv of je belt met het be- drijf. 15 Neem dit bewijsmateriaal op in je BPV-map. Neem je BPV-map mee naar het bedrijf. Alle documenten die je hierin bewaart, doe je na de BPV-periode in je portfolio.

16

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES

Werkproces 1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling. LLB Competenties J: Formuleren en rapporteren. M: Analyseren. N: Onderzoeken. W: Gedrevenheid en ambitie tonen. Werkproces 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. LLB Competenties Q: Plannen en organiseren.

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

Leren, loopbaan en burgerschap De leerling: • Kiest bij de situatie en bij zich zelf passende manieren van leren. • Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. • Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem past. • Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van werk. • Stelt zich collegiaal op.

STUDIEBRONNEN • Basisdocument. • Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. • Raamwerk Nederlands.

TE BEHANDELEN LESSTOF Nederlands • Leesvaardigheid: • Informatie opzoeken over bedrijven op internet. • Samenvatting op hoofdlijnen geven. • Eenvoudig schema maken (oorzaak-gevolg, ordening in tijd). • Conclusie trekken. • Informatie uit meerdere bronnen samenvoegen en samenvatten.

• Luistervaardigheid: • Belangrijke informatie halen uit korte tekst en deze reproduceren.

• Luistervaardigheid: • Benodigde informatie halen uit uitleg, presentaties en aankondigingen.

• Spreekvaardigheid: • Standaardinformatie geven over product of dienst in overleg. • Antwoorden op vragen. • Telefoongesprek. • Argumentatie geven voor een keuze. • Presentatie over vertrouwd onderwerp uit vakgebied geven. • Vragen beantwoorden over de presentatie.

• Gesprekken voeren:

• Vragen stellen. Interview. • Deelname aan overleg.

• Gerelateerde routinegesprekken. • Beroepsgerelateerde gesprekken. • Gedetailleerde beschrijving en instructie.

17

• Schrijfvaardigheid: • Korte, eenvoudige, zakelijke brief. • Opstellen van een CV. • Schriftelijk verzoek om informatie. • Eenvoudige instructie. • Eenvoudig memo, e-mail, fax. • Invullen formulier. • Aantekeningen die helder zijn voor anderen. • PowerPointpresentatie. • Kort verslag, rapport, samenvatting. • Informatie in schema of overzicht (met behulp van een computerprogramma).

Moderne vreemde talen Niet van toepassing.

Rekenen en wiskunde Niet van toepassing.

Leren, loopbaan en burgerschap • Problemen oplossen. • Luistervaardigheid. • Leesvaardigheid. • Vragen stellen. • Omgaan met informatiebronnen. • Organiseren. • Tijd management. • Werkgelegenheid: passende banen en perspectieven. • De arbeidsmarkt verkennen. • Jezelf presenteren: eigen waarden en kwaliteiten herkennen en naar voren brengen.

• Afspraken maken en nakomen. • Omgaan met feedback en kritiek.

• Wetgeving en procedures op het werk. • Instructies en procedures opvolgen. • Vaktaal en jargon. • Eigen waarden en kwaliteiten naar voren brengen. • Omgaan met verschillende meningen. • Omgaan met feedback en kritiek.

Vakleer Niet van toepassing.

Praktijk Niet van toepassing

Informatica • Tekstverwerking. • PowerPoint. • E-mail

AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDERS Trajectbegeleider/BPV-begeleider • Van de bovengenoemde stappen houdt u de gegevens over zijn vorderingen in deze projecttaak bij in de beoordelingsmonitor. • U geeft pas toestemming voor de stap ‘Uitvoeren’, als de leerling de producten van de eerste twee stappen voldoende heeft afgesloten. Vakdocent • De theoretische onderdelen die in deze projecttaak aan de orde komen, kunt u aan de orde stellen in aparte lessen of workshops.

18

Praktijkopleider/praktijkbegeleider • De eerste 2 stappen van deze projecttaak geven inzicht in hoe de leerling zich heeft voorbereid op de BPV in het bedrijf. • Inmiddels heeft de leerling in overleg met de begeleiders bepaald welke praktische werkzaamheden en projecttaken hij in het bedrijf gaat uitvoeren. • Als de leerling nog niet voldoende praktische ervaring heeft voor bepaalde werkzaamheden, kan hij in deze stap deze werkzaamheden onder toezicht oefenen.

19

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DEZE STAP De leerling: • Maakt kennis met de praktijk. • Verkrijgt inzicht in de organisatie van het bedrijf. • Voert de projecttaak uit.

In deze stap ga je echt op BPV. Het bedrijf kent jou nog niet en jij kent het bedrijf nog niet. Tijdens de eerste dagen ga je de eerste twee opdrachten van deze projecttaak uitvoeren. Je gaat ook opdrachten uitvoeren die bij andere projecttaken horen. Vooraf heb je een keuze gemaakt welke projecttaken je in het bedrijf gaat uitvoeren. Samen met je trajectbegeleider en de praktijkopleider van het bedrijf maak je een planning welke projecttaken je in het BPV-bedrijf gaat uitvoeren.

5

Op te leveren resultaat

• Een organogram van jouw BPV-bedrijf • Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen op je BPV • Top-5 belangrijkst bedrijfsregels • Planning van projecttaken met activiteitenplan en beoordelingsmonitor • Tabel Portfolioproducten • Beoordelingsgesprek

Belangrijk! Onderstaande activiteiten gaan over de werkzaamheden van een monteur Service apparatuur en installaties. Overleg dit eerst met je leidinggevende in het bedrijf of BPV-docent.

20

& Activiteiten 3.1

Organigram BPV-bedrijf Een organigram laat zien welke onderdelen / afdelingen een bedrijf heeft. In een klein bedrijf kun je zelfs alle functies en personen erbij vermelden. In grote bedrijven zul je alleen de functies van de afdeling waar je werkt kunnen weergeven. 1 Maak van jouw bedrijf een organogram. Extra informatie kun je ook vinden op: http://www.mkbservicedesk.nl/712/hoe-maak- organigram.htm. Belangrijke personen tijdens de BPV 1 Maak voor jezelf een lijstje van mensen bij wie je op het bedrijf moet zijn met problemen en vragen.

3.2

Voorvallen

Bij wie moet ik dan zijn?

Ziek melden Problemen op de werkvloer Financiële zaken Vul zelf verder aan

3.3

Top 5 belangrijkste bedrijfsregels Heeft je BPV-bedrijf regels en voorschriften die je moet opvolgen? Denk daarbij aan: • Kledingvoorschriften. • Werktijden. • Aanvragen verlof/vrije dag. • Bezoek dokter. • Ziekmelding. • Gebruik van gereedschap. • Schade en ongevallen. • Veiligheid. • Vul zelf verder aan. 1 Maak een lijstje waarin de top 5 van de belangrijkste regels binnen het bedrijf staan. 2 Leg uit waarom het bedrijf deze regels het belang- rijkst vindt. 3 Geef bij iedere regel jouw mening hierover.

21

3.4

Planning beroepstaken en werkzaamheden 1 Stel met je begeleider een schema op waarin je de projecttaken plant. 2 In je portfolio komen: • Het schema van jouw planning. • Het activiteitenplan van de projecttaak of projecttaken die je gaat uitvoeren. • De beoordelingsmonitor van de projecttaak of projecttaken die je gaat uitvoeren. Tabel Portfolioproducten 1 Verzamel alle resultaten van de voorgaande stappen. 2 Maak hiervan een tabel. 3 Denk daarbij aan: a alle producten uit ‘in te leveren resultaat’ uit de stappen van deze beroepstaak b uitwerking van alle uitgevoerde beroepstaken c alle beoordelingsmonitoren en formulieren 4 Neem dit mee naar het beoordelingsgesprek.

3.5

3.6

Beoordelingsgesprek 1 Bereid je voor op het beoordelingsgesprek. 2 Houd rekening met de volgende punten:

a Wat wordt besproken? b Wat wordt beoordeeld? c Met wie heb je dit gesprek?

d Plaats, datum en tijd vastleggen. 3 Zet dit voor jezelf op een rijtje. 4 Stuur een e-mail naar alle betrokkenen tijdens de BPV-periode. 5 Voeg bij de e-mail ook de Tabel portfolioproducten toe.

22

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES

Werkproces 4.1 LLB Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van werk. Competenties T: Instructies en procedures opvolgen. F: Ethisch en integer handelen. S: Kwaliteit leveren. P: Leren. V: Met druk en tegenslag omgaan. U: Omgaan met veranderingen en aanpassen.

Werkproces 4.2 LLB Maakt gebruik van werknemers rechten. Competenties N: Onderzoeken. E: Samenwerken en overleggen. T: Instructies en procedures opvolgen. H: Overtuigen en beïnvloeden. A: Beslissen en activiteiten initiëren.

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

STUDIEBRONNEN • Basisdocument • Brondocument Leren, loopbaan en burgerschap • Raamwerk Nederlands • Raamwerk Vreemde Talen • Raamwerk Rekenen en Wiskunde • http://www.mkbservicedesk.nl/712/hoe-maak-organigram.htm • http://www.drenthecollege.nl/wtb4/

TE BEHANDELEN LESSTOF Nederlands • Leesvaardigheid: • Hoofdgedachte van een vaktekst bepalen. • Sleutelwoorden, betekenis woorden, vaktermen. • Informatie halen uit grafieken en tabellen. • Informatie opzoeken over bedrijven op internet. • Samenvatting op hoofdlijnen geven.

• Eenvoudig schema maken (oorzaak-gevolg, ordening in tijd). • Informatie uit meerdere bronnen samenvoegen en samenvatten. • Luistervaardigheid: • Belangrijke informatie halen uit korte tekst en deze reproduceren. • Details halen uit instructies over dagelijkse werkzaamheden. • Benodigde informatie halen uit uitleg, presentaties en aankondigingen. • Samenvatting geven op hoofdlijnen van een vergadering of werkoverleg. • Globale mening over een tekst kunnen geven.

23

• Spreekvaardigheid: • Deelname aan werkoverleg, vergadering. • Standaardinformatie geven over product of dienst in overleg. • Argumentatie geven voor een keuze. • Redenen, verklaringen voor meningen en plannen geven in POP-gesprek of functionerings- gesprek. • Presentatie over vertrouwd onderwerp uit vakgebied geven. • Vragen beantwoorden over de presentatie. • Gesprekken voeren: • Vragen stellen.

• Gerelateerde routinegesprekken. • Beroepsgerelateerde gesprekken. • Gedetailleerde beschrijving geven. • Deelnemen aan discussie en overleg. • Schrijfvaardigheid:

• Korte, eenvoudige, zakelijke brief. • Schriftelijk verzoek om informatie. • Eenvoudige instructie. • Eenvoudig memo, e-mail, fax. • Aantekeningen die helder zijn voor anderen. • PowerPointpresentatie. • Kort verslag, rapport, samenvatting. • Informatie in schema of overzicht (met behulp van een computerprogramma.

Moderne vreemde talen • Lezen: Gebruiksaanwijzingen en instructies.

Leren, loopbaan en burgerschap • Afspraken maken en nakomen. • Kwaliteit leveren. • Ethisch en integer handelen. • Omgaan met feedback en kritiek.

• Wetgeving en procedures op het werk. • Instructies en procedures opvolgen. • Omgaan met vertrouwelijke informatie. • Vaktaal en jargon. • Omgaan met wensen van de klant. • Omgaan met stress. • Eigen waarden en kwaliteiten naar voren brengen. • Rechten en plichten. • De CAO. • Assertief zijn. • Onderhandelen. • Bedrijfsorganisatie. • Omgaan met verschillende meningen. • Omgaan met feedback en kritiek. • Werken in een team: effectief samenwerken. • Deelnemen aan groepsoverleg.

Praktijk • Vakleer afhankelijk van de praktijk opdrachten.

Informatica • Tekstverwerking. • Spreadsheets. • Internet en e-mail. • PowerPoint.

24

AANWIJZINGEN VOOR DE BEGELEIDERS Trajectbegeleider/BPV-begeleider • De meest actuele informatie treft u in de BPV-map van het ROC aan. • Tijdens de BPV-periode kan de leerling de verschillende projecttaken in de praktijk uitvoeren. Overleg met de praktijkopleider/begeleider is daarbij nodig. Vakdocent • In deze stap van de projecttaak levert de leerling een aantal producten af. Het is van belang vooraf aan te geven aan de leerling op welke punten deze producten beoordeeld gaan worden. • Bij Nederlands is niveau B1 het streefniveau van de taal in de producten die de leerling in deze stap van de projecttaak levert. U kunt zelf een keuze maken welke talige producten voor beoordeling in aanmerking komen. Het is belangrijk dit vooraf aan de leerling mee te delen. • Bij Leren, loopbaan en burgerschap kunt u een keuze maken uit de veelheid van lessuggesties die voor deze projecttaak relevant kunnen zijn. Het verdient aanbeveling om dit met de docenten vaktechniek goed af te stemmen. Praktijkopleider/praktijkbegeleider • In deze stap staat kunnen alle de uitvoering van de projecttaak centraal staan afhankelijk van de mogelijkheden binnen de BPV plaats. Overleg vooraf over de start en de uitvoering ervan met de trajectbegeleider/BPV-begeleider is daarbij nodig.

25

STAP

4 OPLEVERING EN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP In deze stap gaan jullie het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider/vakdocent) presenteren. Je licht toe hoe je tot dit resultaat bent gekomen.

Oplevering en evaluatie

In deze stap gaan jullie samen met de opdrachtgever kijken of je aan zijn wensen en eisen hebt voldaan. Ook ga je evalueren HOE je hebt gefunctioneerd. Je hebt de projecttaak uitgevoerd. Nu ga je eerst je eigen werk controleren. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen. Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren, wordt een krachtig beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je product, de lopende band, wordt beoordeeld. Je moet kritische vragen over je producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Bijvoorbeeld: • Vragen over het eigen leerproces komen aan bod. • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed, en wat zou je een volgende keer veranderen? Deze evaluatie wordt vastgelegd in een evaluatieverslag. Dit wordt met de begeleider besproken en beoordeeld op het moment dat de leerling er tevreden over is.

Ten slotte moet je nog je urenverantwoordingsformulier invullen en laten ondertekenen.

Bronnen • evaluatieformulier • methode Nederlands ‘Presentatietechnieken’

26

5

Op te leveren resultaat

• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview • [Eindpresentatie] • [Demonstratie]

& Activiteiten 4.1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op com- municatieve en sociale vaardigheden. Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Verzamel alle bewijsstukken. 2 Je moet kunnen aantonen dat je de projecttaak goed hebt uitgevoerd. 3 Je kunt op verschillende manieren beoordeeld wor- den. • Criteriumgericht interview. • Presentatie. • 360 graden feedback. Je BPV-periode wordt op het bedrijf gezamenlijk met jou, de BPV-begeleider en de praktijkopleider beoordeeld. Dit betekent dat je een eindgesprek op het bedrijf hebt waar jouw functioneren in de afgelopen BPV-periode besproken wordt. Ook kun je een criteriumgericht interview krijgen over de resultaten van je werk en de ervaring die hebt opgedaan. Het kan ook zo zijn dat je op school nog een presentatie moet houden over de BPV-periode en waar ook de praktijkopleider bij aanwezig is. Je merkt wel, er zijn verschillende mogelijkheden voor een beoordeling van de BPV-periode. Daarom is het belangrijk dat je dit goed afspreekt met de BPV- begeleider van school.

4.2

27

4.3

De beoordeling 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview en/of de presentatie heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider. Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider. [Eindpresentatie] 1 Stel de definitieve datum vast voor de eindpresentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de presentatie voor. 3 Voer de presentatie uit. [Demonstratie] 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie uit.

4.4

4.5

4.6

4.7

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij. 1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier in stap 4 in.

28

FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar op: http://www.consortiumbo.nl/site/Techniek_en_ICT/niveau_3_cgo/downloads.html)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam nr

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

paraaf

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

Tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werk- zaamheden

Totaal gewerkte uren

WERKPROCESSEN EN COMPETENTIES

Werkproces 1.5 LLB Evalueren gekozen manier van leren.

Competenties M: Analyseren. L: Leren.

Werkproces 2.1 LLB Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. Competenties D: Aandacht en begrip tonen. N: Onderzoeken. G: Relaties onderhouden en benutten.

Deze competenties moeten worden beoordeeld en vastgelegd aan de hand van en op de beoordelings- monitor.

Nederlands • Leesvaardigheid niveau. • Luistervaardigheid niveau. • Spreekvaardigheid niveau. • Gesprekken voeren niveau. • Schrijfvaardigheid niveau. Moderne vreemde talen Niet van toepassing. Rekenen en wiskunde Niet van toepassing. Leren, loopbaan en burgerschap Niet van toepassing. Vakleer Kennis van beoordelingscriteria.

Praktijk Kennis van de beoordelingscriteria van het bedrijf. Informatica PowerPoint voor de presentatie (naar keuze).

STUDIEBRONNEN • Basisdocument. • Raamwerk Nederlands.

TE BEHANDELEN LESSTOF Nederlands • Lezen: • Conclusie trekken. • Informatie uit meerdere bronnen samenvoegen en samenvatten. • Spreekvaardigheid: • Antwoorden op vragen. • Vragen beantwoorden over de presentatie. • Gesprekken voeren: • Beroepsgerelateerde gesprekken. • Schrijfvaardigheid: • Invullen formulier • Aantekeningen die helder zijn voor anderen. • Kort verslag, rapport, samenvatting. • Informatie in schema of overzicht (met behulp van een computerprogramma). • PowerPointpresentatie.

30

Toelichting: Stap 4 Beoordelen

Inleiding Hieronder vindt u een toelichting op het beoordelen in de taken. Er wordt een korte toelichting geven op:

• Beoordelingsmonitor • Competentiescoretabel • Betekenis r-p-t • Verwachte score • Beoordelingsvormen • Criteriumgericht interview • Eindpresentatie • Portfolio

Beoordelingsmonitor Bij elke beroepstaak is een beoordelingsmonitor. In die monitor wordt elk in te leveren beroepsproduct gekoppeld aan een werkproces. Bij een werkproces horen een aantal competenties, ook die compe- tenties staan aangegeven. De Excelversie van deze monitor is te downloaden via de site www.consortiumbo.nl, onderdeel bestellen, nadat u bent ingelogd. Bij elk beroepsproduct in de monitor wordt vermeld: • de werkvorm (individueel, projectgroep, groep (2)) • de beoordelingsvorm (eindpresentatie, criteriumgericht interview, functioneringsgesprek, kennistoets, vaardigheidstoets, peer- of selfassessment) • de beoordelaars (vakdocent, projectbegeleider, leden projectgroep, student, externe deskundigen en later ook de praktijkbegeleider) De monitor vormt een goede onderlegger bij de uiteindelijke beoordeling van de competentieontwik- keling. Vanuit alles wat beoordeeld en waargenomen is, zal aan het einde van deze taak de competen- tiescoretabel worden ingevuld. De totaal ingevulde monitor kun je ook in een portfolio plaatsen als bewijs van wat je allemaal hebt gedaan.

Beoordelingsvormen oc : Ontwikkelingsgerichte controle kt : Diagnostische kennistoets vt : Diagnostische vaardigheidstoets ci : Criteriumgericht interview pr : Presentatie

ep : Eindpresentatie fb : 360° feedback eg : (groeps) Evaluatiegesprek fg : Functioneringsgesprek

In de afgedrukte beoordelingsmonitor van deze taak zijn de beoordelaars opgenomen zoals de ontwikkelaars voorstellen. Voel u vrij deze naar eigen inzichten aan te passen.

Per beroepsproduct kunnen beoordelaars een v of een cijfer invullen als een product aan de eisen voldoet en per fase kan de trajectbegeleider een GO of NO-GO aangeven.

Betekenis van r-p-t

r staat voor reproductief gedrag Je voert onder begeleiding een taak uit. Die taak voer je uit volgens voorschrift en standaardprocedures. Hierbij heb je vaak instructie of een rolmodel nodig. Je verwerft kennis en vaardigheden. Je ontwikkelt een passende (beroeps)houding.

31

p staat voor productief gedrag Je voert deels op eigen initiatief een taak uit. Je lost problemen hierin creatief op.

Je bedenkt oplossingen voor nieuwe problemen. Je vraagt advies of de nieuwe oplossingen ook juiste oplossingen zijn. Dit betekent dat je minder structuur nodig hebt om zelfstandig activiteiten te onder- nemen. Je laat zien dat je inzicht hebt en kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je bent actief. t staat voor transfer gedrag Je voert binnen zeer uiteenlopende beroepssituaties je taken zelfstandig uit. Je bent in staat kennis, houding en vaardigheden hierin toe te passen. Je ziet verbanden en kunt dit uitleggen. Je bent proactief. Je oplossingen zijn origineel en deskundig binnen de grenzen van je beroep. Verwachte score In de kolom verwachte score van de monitor geeft u zelf aan welk gedrag u van een student verwacht. Is dit in het materiaal niet vastgesteld dan kunt u dit zelf vastleggen. Het is denkbaar dat u voor een aantal competenties aan het begin van de opleiding nog reproductief gedrag verwacht, terwijl u aan het einde van de opleiding mogelijk productief gedrag verwacht. Meer achtergrondinformatie vindt u in het visiedocument ‘Evalueren, Beoordelen en Kwalificeren van Competentieontwikkeling’ van Stichting Consortium Beroepsonderwijs waarvan de nieuwste versie is te downloaden via de site www.consortiumbo.nl. In de kolom ‘resultaat r-p-t’ kan elke beoordelaar een score aangeven. In de kolom opmerkingen kan elke beoordelaar aantekeningen maken over het gedrag van een student. Alleen heel opvallend ge- drag, zowel in positieve als in negatieve zin, wordt vastgelegd. Als de verwachte score en de score van de student worden ingevuld met kleine letters gaan we ervan uit dat het een ontwikkelscore is. Als er hoofdletters worden gebruikt gaan we ervan uit dat het om een kwalificerende score gaat. Competentiescoretabel Aan het einde van deze leereenheid, werkperiode of dit project wordt het de competentiescoretabel ingevuld. Hierop kan de leerling zien hoe gedurende de hele periode is gefunctioneerd wat betreft de ontwikkeling van je competenties. De monitor zal hiervoor een belangrijke input zijn. Je scoort competenties altijd in relatie met werkprocessen. Het gaat erom dat een student een werk- proces ‘naar verwachting’ uitvoert. Om zijn competentieontwikkeling te kunnen volgen heeft Stichting Consortium Beroepsonderwijs een scoretabel ontwikkeld waarin via prognoses op gedrag (r-p-t) geke- ken wordt of een student zijn competenties goed ontwikkeld. Complexiteit: A-B-C-D Docenten en begeleiders zullen in overleg met de leerlinge aangeven de beroepstaak in complexiteit A, B, C of D- uitvoert. Het is duidelijk dat in het begin veel sturing, begeleiding en meegegeven wordt. Aan het einde van de opleiding moet de leerling functioneren als beginnend beroepsbeoefenaar. Criteriumgericht interview Een criteriumgericht interview is een gestructureerde manier van vragen naar specifiek gedrag, dat tevoren als relevant is vastgesteld. Criteriumgericht interviewen is vragen naar gedrag dat een kandi- daat in het verleden in specifieke situaties heeft vertoond en op die manier voorspellen welk gedrag de kandidaat in soortgelijke situaties in de toekomst zal tonen. Om te bepalen welke competenties de kandidaat in welke mate beheerst is een criteriumgericht inter- view volgens het STARR-model zeer geschikt. De criteria die u met dit instrument meet zijn de com- petenties met indicatoren die ook al bij het selfassessment en de portfolio zijn gebruikt.

32

STARR-model STARR = Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie. Via het STARR model komen de volgende aspecten aan de orde:

S Situatie U vraagt de kandidaat een bepaalde situatie te beschrijven, waarin een bepaalde competentie werd verlangd. De functie van de vraag is de context en complexiteit van de situatie in beeld te krijgen. T Taak U vraagt de kandidaat te beschrijven welke taak of rol hij hierbij had. U kunt hier achterhalen welke doelen de kandidaat zich gesteld heeft en welke verantwoordelijkheid de kandidaat had. A Actie U vraagt de kandidaat welke actie hij ondernam. Dit beschrijft hij in concrete gedragingen.

Dit is de meest belangrijke vraag. Let op antwoorden in de "wij"-vorm i.p.v. de "ik"-vorm. Het gaat nl. om de actie van de kandidaat zelf. Stuur dus op de "ik"- vorm.

R Resul- taat U vraagt wat het resultaat was. Deze vraag geeft aan hoe effectief de actie van de kandidaat was. R Reflectie U vraagt hoe hij hierop terugkijkt? En eventueel of hij het gegeven voorbeeld

kan verplaatsen naar een andere situatie / context: de transfer. Deze vraag geeft aan of de kandidaat kan leren van zijn handelen.

Eindpresentatie De leerling legt uit in een presentatie of demonstratie hoe het proces is verlopen en het product tot stand is gekomen. Hier kan gebruik gemaakt worden van allerlei hulpmiddelen. Portfolio Een portfolio is (digitale of papieren) map met daarin een verzameling van producten, verslagen en (zelf)beoordelingen, zoals in de taak aangegeven. In het portfolio wordt beeld gegeven van de leerling en zijn competenties. In het beoordelingsgesprek worden de resultaten, beoordelingsmonitor aan de hand van het portfolio besproken.

33

BEOORDELING FUNCTIONEREN BPV

Soort stage:

❑ Oriënteren

❑ Leerstage

Bedrijf

................

Stagiair ..................

BPV begeleider ................ Telefoon bedrijf ................ Telefoon stagiair ...............

Plaats

..................

Afdeling ..................

Onvoldoende

Matig

Voldoende

Goed

Toont weinig belangstelling en inzet

Zou meer enthou- siasme en belang- stelling moeten tonen

Is enthousiast en belangstellend

Is zeer enthousiast en toont grote belangstelling

Instelling ten opzichte van het werk

O

O

O

O

Pakt taken nooit uit zichzelf aan: komt niet tot besluiten

Onderneemt weinig uit zichzelf; komt niet vlot tot beslui- ten, wacht teveel af

Pakt de meeste taken zelfstandig aan; neemt uit eigen beweging besluiten

Meer zelfstandig en besluitvaardig dan gezien de opleiding verwacht mag worden

Zelfstandigheid/ besluitvaardigheid

O

O

O

O

Levert onvoldoende werk af

Levert soms te weinig werk af

Werkt vlot

Verzet in een hoog tempo een grote hoeveelheid werk

Kwantiteit van het werk

O

O

O

O

Werkt slordig en maakt veel fouten

Verzorgdheid en nauwkeurigheid laat te wensen over

Werkt zorgvuldig en maakt weinig fouten

Werkt heel precies en maakt zelden fouten

Kwaliteit van het werk

O

O

O

O

Kennis ontoerei- kend

Kennis beperkt; heeft regelmatig uitleg nodig

Voldoende kennis, beheerst het vak, behoeft weinig uitleg

Gedegen kennis; grondige beheer- sing van het vak

Kennis

O

O

O

O

Brengt kennis niet in praktijk

Brengt kennis moei- zaam in praktijk

Brengt kennis goed in praktijk

Brengt kennis zeer doeltreffend in praktijk

Vaardigheid

O

O

O

O

Kan zich slecht uit- drukken

Kan zich niet goed uitdrukken

Drukt zich makke- lijk uit

Kan zich vlot en zeer helder uit- drukken

Uitdrukkings- vaardigheid

O

O

O

O

Rapporteert onover- zichtelijk, onleer- baar en te weinig

Rapporteert vrij slordig en weinig overzichtelijk

Rapporteert over- zichtelijk en goed verzorgd

Rapporteert zeer overzichtelijk en zeer verzorgd

Rapportage

O

O

O

O

34

Schiet in de omgang en samenwerking veel te kort

Omgang en samen- werking laten soms te wensen over

Gaat soepel met anderen om; weet goed samen te werken

Heeft uitstekende contactuele eigen- schappen

Contacten met medewerkers

O

O

O

O

Roept weerstand op door uiterlijk en/of houding

Wekt soms irritatie op door uiterlijk en /of houding

Presenteert zich op correcte wijze

Weet zich uiterst goed te presenteren

Presentatie

O

O

O

O

Overtreedt herhaal- delijk de veilig- heidsregels

Overtreedt wel eens de veiligheidsregels

Werkt veilig en overeenkomstig de veiligheidsregels

Werkt zeer veilig; bemerkt onveilige situaties direct op en handelt overeen- komstig

Veiligheid tijdens het werk

O

O

O

O

Handtekeningen d.d.

Stagebegeleider:

Stagiair:

Stagedocent:

35

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR U kunt de monitor downloaden via de bestelsite van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

verwachte score zelf collega leermeester instructeur vakdocent trajectbegeleider

Beoordelaars

Bewijsstukken van het criteriumgericht interview IND v/pro D Aandacht en begrip tonen T Eindpresentatie IND EP pro/ex/n N Onderzoeken T Demonstratie IND EP v/pro G Relaties onderhouden en benutten. T go/no-go 2,1 LLB 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven

a. Deel 5. Ingevulde tabel Informatie BPV-bedrijf IND F pro N Onderzoeken T b. Deel 6. Overzicht school-BPV IND F pro W Gedrevenheid en ambitie tonen T c. Deel 7. De Praktijkovereenkomst IND F pro Q Plannen en organiseren P d. Deel 8. Officiële documenten IND F n e. Deel 9. Verslag eerste contact IND F n N Onderzoeken T G Relatiesbouwen en netwerken P U Omgaan met veranderingen en P S Kwaliteit leveren T Gedraagt zich als 4,1 LLB Stuurt eigen loopbaan en onderneemt acties

Stap 2 Planning en voorbereiding J Formuleren en rapporteren P BPV-map (deel 5 t/m 9) M Analyseren T 2,3 LLB Plant zijn eigen leerproces en voert het uit LLB Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling 1.1 LLB

W Gedrevenheid en ambitie tonen T A Beslissen en activiteiten initëren P

Een BPV- map. (deel 1 t/m 4) A Beslissen en activiteiten initiëren P a. Deel 1. Algemene informatie IND F pro M Analyseren T b. Deel 2. Informatie over jezelf IND F pro O Creëren en innoveren P c. Deel 3. Het Bedrijf IND F pra N Onderzoeken T d. Deel 4. Begrippenlijst IND F pra M Analyseren T go/no-go 1.4 LLB Kiest bij de situatie en zichzelf passende manieren van leren 1,3 LLB 2,2 LLB Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem/haar past

Bij wie moet je zijn? Een lijstje met belangrijke personen op je BPV IND pra Top-5 belangrijkst bedrijfsregels IND n/pra P Leren P Planning van projecttaken met activiteitenplan en beoordelingsmonitor IND n V Met druk en tegenslag omgaan P Tabel Portfolioproducten IND n/pra U Omgaan met veranderingen en P Beoordelingsgesprek IND pra/pro N Onderzoeken T E Samenwerken en overleggen T T Instructies en procedures opvolgen T H Overtuigen en beinvloeden P A Beslissen en activiteiten initëren T go/no-go Maakt gebruik van werknemers rechten Evalueren gekozen manier van leren 1,5 LLB

Stap 4 Oplevering en evaluatie M Analyseren T Ingevulde beoordelingsmonitor IND v/pro L Leren T

go/no-go Stap 3 Uitvoering T Instructies en procedures opvolgen T Een organogram van jouw BPV-bedrijf IND n/pra F Ethisch en integer handelen P 4,2 LLB werknemer bij het uitvoeren van werk

R-P-T

Kerntaak Werkproces kerntaak nr. Competenties

BEOORDELING

GO / NO-GO

BPV v op produkten

beoordelaars

werkvorm beoordelings- vorm

LEERLING:

Stap 1 Oriëntatie

BPV in bedrijf

Monitor

Complexiteitsniveau

36

Made with