006IPTKS0012

006IPTKS0012

N I V E A U 3

I N S T A L L E R E N Het gebouwbeheer systeem

Uitstroom Eerste monteur werktuigkundige installaties [Crebo 94282] 3

N I V E A U 4 INSTALLEREN

Het gebouwbeheer systeem

3

Uitstroom Eerste monteur elektrotechnische installaties [Crebo 94281]

69372709 Bestelnummer 006IPTKS0012

© 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstand- koming van deze projecttaak MFrits Buter ROC Landstede Pieter Geurts ROC Gilde Opleidingen Ontwikkelteamleider W. van Dijk Redactie Ton Zuijderduin, Marjo Brok en Willem van Dijk Omslag/ Lay-out

Studio Blanche

Foto’s Frits Buter Pieter Geurts

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld heeft. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de Stichting. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK . . . . . . . .4

STAP 1 ORIËNTATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8

STAP 2 PLANNING EN VOORBEREIDING . . . . . . . . . . .13

STAP 3 UITVOERING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .19

STAP 4 OPLEVERING EN EVALUATIE . . . . . . . . . . . . .22

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR . . . . . . . . . . . . . . .26

BIJLAGE 2 FORMULIER URENVERANTWOORDING . . . . . .27

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER . . . . . . . . . . . . . . . . .28

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB . . . . . . . . . . . . .30

BIJLAGE 5 LEERLIJN NEDERLANDS EN MVT . . . . . . . . . .32

INTRODUCTIE OP DE PROJECTTAAK

De eerste monteur elektrotechnische installaties is meestal werkzaam bij een elektrotechnisch installatiebedrijf. Je installatiewerkzaamheden vinden voornamelijk plaats in woningen of in utiliteitsgebouwen, maar als eerste monteur kun je ook werken in fabrieken bij het aanleggen van elektrotechnische installaties. In deze projecttaak Deze projecttaak heeft als doel om je te oriënteren op installaties die toegepast worden voor het beheer van gebouwen. Dit wordt vaak gebouwenbeheersysteem genoemd, afgekort GBS. Je kunt hierbij denken aan de automatisering van de verlichting, elektrische energievoorziening of installaties voor de veiligheid. Toepassingsvoorbeelden van zulke installaties zijn: • het op afstand regelen van verlichting en apparatuur Na uitwerking van deze projecttaak weet je hoe je een eenvoudige businstallatie en een eenvoudige PLC- besturing moet installeren, programmeren en testen. Na deze projecttaak In deze projecttaak heb je gewerkt aan de volgende competenties: • Samenwerken en overleggen • Met de klant • Met de opdrachtgever • Met collega's • Met de werkgever • Plannen en organiseren • Activiteitenplan • Plan van aanpak • Afspraken maken • Installatiewerkzaamheden aansturen en begeleiden • Aansturen bij het installeren • Begeleiden van monteurs • Op de behoefte en wensen van de klant gericht zijn • Luisteren • Tussentijds informeren • klimaatbeheersing • toegangscontrole • alarmsystemen voor brand en inbraak.

4

• Vakdeskundigheid toepassen • Zorgdragen voor veiligheid en gezondheid

• Normen kunnen toepassen • Tekeningen kunnen lezen • Installeren van een businstallatie • Installeren van een PLC • Afronden installatiewerkzaamheden

• Programmeren van een eenvoudige businstallatie • Programmeren van een PLC voor een eenvoudige besturing • Testen van de installatie • Kwaliteit leveren • Installeren • Programmeren • Testen • Gebreken herstellen • Materialen en middelen inzetten • Standaard gereedschap • Speciaal gereedschap • Keuzes maken uit de geschikte toe te passen materialen • Materialen op de juiste plaats toe weten te passen • Formuleren en rapporteren • Mondeling • Op standaard bedrijfsformulieren

Deze competenties gebruik je bij de projecttaak gebouwenbeheersysteem.

5

Portfolio In deze projecttaak volg je de stappen. Er zijn in totaal vier stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen (op te leveren resultaten), die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat wat je bij iedere stap moet doen. • Verslag over de manier hoe jij hebt onderzocht: • Welke installaties voor een gebouwenbeheersysteem worden toegepast • Waar, wanneer en voor welk doel deze installaties worden toegepast • Benodigde kennis en vaardigheden voor het installeren en programmeren • Overzicht van de materialen en apparatuur voor het installeren • Overzicht leren: Wat heb je bij het uitwerken van deze stap geleerd? • Een verslag met uitwerking van onderstaande punten: • Activiteitenlijst • Planning • Overleg met opdrachtgever/klant • Gebruiksaanwijzingen en ha\tndleidingen voor aansluiting buscomponenten • Voorschriften voor de busbekabeling • Welk gereedschap en meetinstrumenten gebruik je bij het installeren en testen • Benodigde materialen en hulpmiddelen voor het installeren van het GBS • Hoe en door wie worden de materialen aangeleverd • Welke opdrachtformulieren gebruik je? • Een verslag met uitwerking van onderstaande punten: • Overleg met opdrachtgever / klant en collega's • De opbouw en principe werking van de businstallatie • De opbouw en principe werking van de toegepaste sensoren en actuatoren • Programma voor de businstallatie • Montagevoorschriften en elektrische aansluiting voor de gebruikte componenten van de businstallatie • De opbouw en principe van de PLC • Programma voor de PLC-besturing • De functie, opbouw en werking van een brandmeldinstallatie, inbraakinstallatie of andere installatie • De functie, opbouw en soorten melders toegepast bij risicobeheer installaties • Montagevoorschriften en elektrische aansluiting voor de gebruikte componenten van de PLC-besturing • Hoe ging het installeren? • Testen op juiste werking/in bedrijf stellen • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Kwaliteit Producten portfolio

Stap

1. Oriëntatie

2. Planning en voorbereiding

3. Uitvoering en controle

6

Stap

Producten portfolio

4. Oplevering en evaluatie

Je krijgt les of informatie over: • opzoeken van gegevens • een activiteitenplan maken • een verslag maken • hoe je met deze projecttaak moet werken • Checklist controle • Mondelinge presentatie of demonstratie • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview • Evaluatieformulier • Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording project • Verslag criterium gericht interview • Resultaten evaluatiegesprek

7

STAP

oriëntatie

1 ORIËNTATIE

DOEL VAN DE STAP Je gaat in deze stap onderzoeken:

• Welke soorten installaties in een gebouwbeheersysteem worden toegepast. • Waar, wanneer en voor welk doel deze installaties worden toegepast. • Welke kennis en vaardigheden je moet bezitten om de verschillende installaties te installeren, te programmeren en te testen.

In deze stap ga je uitzoeken en opschrijven wat de opdracht inhoudt. Aan het einde van deze projecttaak kun je: • Uitleggen wat men onder een gebouwenbeheerssysteem verstaat. • De opbouw van een businstallatie beschrijven. • Van diverse soorten installaties van het GBS het werkingsprincipe uitleggen. • Het principe en de werking van de diverse componenten van een GBS uitleggen. • Met behulp van handleidingen en documentatie, diverse installaties voor het GBS installeren en een eenvoudige installatie programmeren. • De installatie voor het GBS testen.

Ook ga je nadenken over wat je al over deze installaties weet en wat je nog moet gaan vragen.

8

In deze stap komen verschillende soorten vragen bij je op: • Uitzoekwerk: Wat is de opdracht, wat is het probleem? • Leren: Wat ga ik hier leren, welke competenties ga ik hiermee ontwikkelen? • Vakmatig: Welke prestaties en resultaten (producten) moet ik leveren? • Houding: Hoe verloopt de samenwerking? Hoe werken we: als groep of alleen? Aan het einde van stap 1 beoordeelt je begeleider je portfolioproducten. Je krijgt dan een GO of NO-GO voor de volgende stap. Ga tijdens het maken van de projecttaak, als meerdere leerlingen met dezelfde projecttaak bezig zijn, regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen. Bespreek hier ook je uitdagingen en problemen die je tijdens de uitvoering van de projecttaak tegenkomt. Neem de opmerkingen en aanwijzingen van andere leerlingen ook op in de uitwerking van je projecttaak. Houd vanaf de start van deze projecttaak je urenverantwoording bij op het formulier 'Urenverantwoording'. In stap 4 moet je de urenverantwoording inleveren. Dit formulier is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site//Techniek_en_ICT/ niveau_3_cgo/downloads.html

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken.

• Basisdocument Projecttaken Eerste monteur Elektrotechnische Installaties Crebo 94281 • Kwalificatiedossier Installeren Crebo 94281 • Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap

9

• Theorieboeken: • tr@nsferE Informatietechniek 1MK • tr@nsferE Energietechniek 2-3MK Energie- omzetting/Besturingstechniek • tr@nsferE Besturingstechniek 4MK - DK3401 • tr@nsferE Besturings- en PLC-techniek 6/7 MK AEN • Handboek Gebouwsysteemtechniek Europese

Installatie Bus Uitgever EIBA Nederland • Datacommunicatie EI7 Uitgever Stam • Internetsites: • www.kenteq.nl • www.techniekstad.nl (niet gratis)

• http://www.transferdatabase.nl (niet gratis) • http://benelux.moeller.net/nl/index.jsp • http://www.schneider.nl/ • www.niko.be • http://www.gira.com/nl/ • http://www.busch-jaeger.com/nl/index.htm • http://www.knx.org/nl/ • http://www.bustechnologie.nl/default_new.htm • http://www.beldenemea.com • http://www.fi.uu.nl/mbo/ raamwerkrekenenwiskunde/welcome.xml.

Op te leveren resultaat  De activiteiten en opdrachten die je in deze stap uitvoert, moet je zorgvuldig uitwerken. De uitwerkingen neem je op in je portfolio. • Onderzoek: verslag over de manier hoe jij hebt onderzocht: • Welke soorten installaties voor een gebouwbeheersysteem worden toegepast? • Waar, wanneer en voor welk doel worden deze installaties toegepast? • Welke kennis en vaardigheden je moet bezitten om de verschillende installaties te installeren, te programmeren en te testen? • Overzicht van de materialen en apparatuur die je toe moet passen bij het installeren van de installatie. • Overzicht leren: Wat heb je bij het uitwerken van deze stap geleerd?.

10

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkproces

Competenties

1 Installeert technische installaties

1.1 Voorbereiden installatie- werkzaamheden

E Samenwerken en overleggen Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de 'klant' richten

 Activiteiten 1. Onderzoek

1 Omschrijf de opdracht in je eigen woorden. Denk hierbij aan het volgende: • Bronnen • Afspraken • Duidelijke formulering • Wat weet ik al? Materialen en producten 1 Maak een lijst van de producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. 2 Geef per product aan bij welk soort installatie je deze toepast. 3 Geef per product aan met wie je te maken hebt. 4 Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren. 5 Geef aan wat je allemaal bij het installeren en het uit- werken van de projecttaak nodig denkt te hebben.

2.

11

Denk hierbij ook aan de volgende zaken: • Opdrachtformulieren • Materialen • Gereedschappen, meetinstrumenten, andere hulpmiddelen • Computer, printer, scanner

3.

Leren 1 Wat ga je hier leren?

• Praktijkhandelingen • Theoretische kennis • Communicatieve vaardigheden 2 Welke competenties ga je hiermee ontwikkelen? 3 Op welke manier denk je die competenties te ontwik- kelen? Evalueren en beoordelen De begeleider/docent controleert of je alle punten van de opdracht correct hebt uitgewerkt. Kijk in de beoordelingsmonitor na waarvoor je een beoordeling krijgt. Je hebt de oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap. In stap 2 ga je een activiteitenplan maken en je verder voorbereiden.

12

STAP

4 PLANNING EN VOORBEREIDING

DOEL VAN DE STAP Voorbereiding op de uitvoering van de werkzaamheden: • Het opstellen van een activiteitenlijst • Het maken van een planning • Het maken van afspraken

ing en voorbereiding

Het liefst begin je direct aan de uitvoering van de projecttaak. Maar het moet duidelijk zijn, dat goed werk niet zonder een goede voorbereiding kan. Onderdelen van een goede voorbereiding zijn: • De theorie leren die nodig is om de projecttaak goed uit te kunnen voeren. • Ervoor zorgen dat je de vaardigheden goed beheerst. • Een werkvoorbereiding maken. Natuurlijk kijk je ook naar de beste werkvolgorde. Aan het einde bekijk je het eigen product en controleer je het heel kritisch. Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de projecttaak in grote lijnen inhoudt. De antwoorden van de stap Oriëntatie ga je gebruiken om een activiteitenplan te maken. Je zet de opdracht om in een planning. Hierin geef je aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren en hoeveel tijd je daarvoor nodig denk te hebben. Het moet duidelijk zijn aan welke producten en aan welke competenties je gaat werken. Welke kennis en vaardigheden heb je nodig voor deze projecttaak? Waar en wanneer ga je de kennis opdoen en vaardigheden oefenen?

13

Op te leveren resultaat

Een verslag met uitwerking van onderstaande punten: • Activiteitenlijst • Planning • Overleg met opdrachtgever/klant • Gebruiksaanwijzingen en handleidingen voor aansluiting buscomponenten • Voorschriften voor de busbekabeling • Welk gereedschap gebruik je bij het installeren en welke meetinstrumenten gebruik je bij het testen? • Welke materialen en hulpmiddelen zijn er nodig voor het installeren van de installatie voor het GBS? • Hoe en door wie worden de materialen aangeleverd? • Welke opdrachtformulieren gebruik je?

Bronnen Hieronder staan verschillende studie- en informatiebronnen die je kunt gebruiken. • Basisdocument Projecttaken Eerste monteur Elektrotechnische installaties • Kwalificatiedossier MBO Installeren Crebo 94281 • Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap • Theorieboeken: • tr@nsferE Informatietechniek 1MK • tr@nsferE Energietechniek 2-3MK Energie- omzetting/Besturingstechniek • tr@nsferE Besturingstechniek 4MK - DK3401 • tr@nsferE Besturings- en PLC-techniek 6/7 MK AEN • Handboek Gebouwsysteemtechniek Europese Installatie Bus Uitgever EIBA Nederland • Datacommunicatie EI7 Uitgever Stam • Internetsites: • www.kenteq.nl • www.techniekstad.nl (niet gratis) • http://www.transferdatabase.nl (niet gratis) • http://benelux.moeller.net/nl/index.jsp • http://www.schneider.nl/ • www.niko.be • http://www.gira.com/nl/ • http://www.busch-jaeger.com/nl/index.htm

14

• http://www.knx.org/nl/ • http://www.bustechnologie.nl/default_new.htm • http://www.beldenemea.com/ • http://www.fi.uu.nl/mbo/ raamwerkrekenenwiskunde/welcome.xml

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaken

Werkprocessen

Competenties

LLB 1

LLB 1.4

Plant zijn eigen ontwik- kelingproces en voert het uit

Q Plannen en organiseren A Beslissen en activiteiten initiëren

Benoemt zijn eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken LBB 4 Functioneert als werknemer in een arbeidsorganisatie

LLB 4.3

Stelt zich collegiaal op E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen

 Activiteiten 1

Maken van een activiteitenplan 1 Het activiteitenplan bevat de volgende onderdelen:

• Voorblad • Opdracht • Op te leveren resultaat • Activiteitenplan • Aanwezige kennis en vaardigheden • Te ontwikkelen kennis en vaardigheden • Benodigde faciliteiten • Afspraken en begeleiding

15

• Bijlagen activiteitenplan (voer de planning bij voorkeur in Excel uit) • Werkvoorbereiding 2 In het activiteitenplan geef je ook aan wat je bij de onderdelen gaat invullen. 3 Vul de onderdelen in met de informatie die je al hebt gevonden in stap 1. 4 Controleer met de checklist of je niets hebt vergeten. 5 Bespreek het concept met je begeleider, voordat je het definitieve plan inlevert. Voorbereiding InIn het activiteitenplan heb je de volgende onderdelen ingevuld: • Activiteiten • Aanwezige kennis • Kennis die je nog moet ontwikkelen Evalueren en beoordelen De opdrachtgever, praktijkopleider of docent controleert de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is er een juiste analyse van de opdracht gemaakt? • Is de planning correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Is er creatief en innovatief met de opdracht omgegaan? Ook heb je aangegeven hoe je dit gaat doen..

2

16

ACTIVITEITENPLAN VOOR EEN PROJECTTAAK Beschikbaar op www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever 2. Op te leveren resultaat 3. Activiteitenplan

Activiteit

Wie

Startdatum Einddatum

4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden

Kennis/vaardigheid Wie

Informatiebron(nen) Activiteit

Competenties

6. Faciliteiten 7. Controle en evalueren van project BIJLAGEN activiteitenplan - Planning in Excel - Lijst met in te leveren beroepsproducten - Werktekeningen

CHECKLIST ACTIVITEITENPLAN www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal Is het voorblad compleet?  Bevat het de tekst: 'Activiteitenplan'?  Bevat het de naam van de projecttaak?  Bevat het naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Bevat het de plaats en datum gereedkomen van het Activiteitenplan?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Bevat het de naam van de auteurs van het Activiteitenplan? Lay-out  Is een inhoudsopgave met paginanummers en bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken genummerd?  Zijn de paginanummers op bladzijden aanwezig?  Zijn de hoofdstukken goed duidelijk aangegeven? Taalgebruik  Is het activiteitenplan goed te begrijpen?  Is de taal zakelijk? Geen ik, jij, jullie, wij!!  Worden niet te lange zinnen gebruikt? De opdracht  Heeft het project een duidelijke, liefst originele, pakkende naam!  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Is de opdracht een gevolg van de doelstelling of probleemstelling?  Is exact duidelijk wat het eindproduct van het project zal zijn? (Inclusief de eisen die aan het product worden gesteld!)  Is duidelijk wie de opdrachtgevende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtgever (persoon) is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende organisatie is?  Is duidelijk wie de opdrachtnemende persoon (projectleider) is?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig? De activiteiten  Is er een puntsgewijze opsomming van activiteiten?  Zijn er voldoende activiteiten gedefinieerd?  Zijn er geen activiteiten vergeten?  Zijn de activiteiten gegroepeerd?  Zijn de activiteiten binnen een groep van dezelfde 'orde van grootte'?  Is het Activiteitenplan zelf ook als activiteit opgenomen?  Is de afhandeling van het project niet vergeten? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het activiteitenplan ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten? De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

STAP

uitvoering

3 UITVOERING

DOEL VAN DE STAP Het doel van deze stap is het uitvoeren van de opdrachten die je in stap 2 hebt voorbereid. Daarna controleer je het eigen werk. Eventuele fouten kun je dan zelf herstellen.

Hierbij moet jij evaluerende vragen kunnen beantwoorden over het doorlopen leerproces. Bijvoorbeeld: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleer je dat? • Welk proces heb je doorlopen? • Welke procedures heb je gebruikt? Bronnen • Zie de bronnen uit vorige stappen • Het Basisdocument • Het activiteitenplan (stap 2) van deze projecttaak

19

Op te leveren resultaat  • Een verslag met de uitwerking van onderstaande punten: • Overleg met opdrachtgever/klant en collega's • De opbouw en principe werking van de businstallatie • De opbouw en principe werking van de toegepaste sensoren en actuatoren voor de businstallatie • Programma voor de businstallatie • Montagevoorschriften en elektrische aansluiting voor de gebruikte componenten van de businstallatie • De opbouw en het principe van de werking van de PLC • De opbouw en het principe van de werking van de actuatoren • Programma voor de PLC-besturing • De functie, opbouw en werking van een brandmeldinstallatie, inbraakinstallatie of andere installatie • De functie, opbouw en soorten melders toegepast bij risicobeheer- installaties • Montagevoorschriften en elektrische aansluiting voor de gebruikte componenten van de PLC-besturing. • Hoe ging het installeren? • Testen op juiste werking en het in bedrijf stellen • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Kwaliteit • Checklist controle

20

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaak

Werkprocessen

Competenties

1 Installeert techni- sche installaties

1.3 Demonteren van componen- ten en kabels/leidingen

K Vakdeskundigheid toepassen

1.6 Plaatsen en monteren componenten

S Kwaliteit leveren L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen S Kwaliteit leveren L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen S Kwaliteit leveren K Vakdeskundigheid toepassen

1.7 Beproeven van installatie

1.8 Instellen van componenten en installatie

 Activiteiten 1 Verslag

Bij deze stap hoort maar één hoofdactiviteit, namelijk het uitvoeren van de projecttaak. Gebruik je activiteitenplan als basis. 1 Maak een verslag over de uitvoering van het project voor het gebouwenbeheersysteem. 2 Geef ook aan op welke manier de communicatie met de opdrachtgever en collega's is verlopen. 3 Denk aan het volgende: • Tijdsplanning • Kostenbeheersing • Overleg met opdrachtgever en collega's • Kwaliteit • Controle van het gemaakte werk Controle 1 Beschrijf hoe je de controle uitvoert. Houd daarbij rekening met:

2

• Welke procedures heb je gevolgd? • Welke hulpmiddelen heb je gebruikt?

21

STAP

3

OPLEVERINGUITVOERINGEN EVALUATIE

DOEL VAN DE STAP De leerling: • Laat zien dat hij de juiste werkzaamheden heeft uitgevoerd. • Kan aantonen en verwoorden waarom hij de werkzaamheden op deze manier heeft uitgevoerd.

• Krijgt een beoordeling voor: • De geïnstalleerde installatie • Het geprogrammeerde programma • Het resultaat • Het proces • De kerntaken, de werkprocessen en competenties.

oplevering en evaluatie

Je hebt de projecttaak al uitgevoerd. In deze stap ga je het resultaat van de opdracht aan de werkgever (projectbegeleider/vakdocent) presenteren. Je licht toe hoe je tot dit resultaat bent gekomen. In deze stap gaan jullie samen met de klant of opdrachtgever kijken of je aan zijn wensen en eisen hebt voldaan. Ook ga je evalueren HOE je hebt gefunctioneerd. In de tabel bij deze stap is aangegeven aan welke werkprocessen en competenties je gaat werken. Leerproces Tijdens de laatste fase, het controleren en evalueren wordt een beroep gedaan op jouw kritische houding en reflectievaardigheden. Je producten worden beoordeeld. Je moet kritische vragen over de producten en het doorlopen proces kunnen beantwoorden. Er komen bijvoorbeeld vragen over het eigen leerproces komen aan bod: • Voldoet het product aan de gestelde eisen? • Hoe controleerde je dat? • Welk proces heb je doorlopen?

• Wat voor procedures zijn er gebruikt? • Aan wie ben je verantwoording schuldig? • Is de klant tevreden?

22

Ook vragen over jouw eigen leerproces komen aan bod: • Welke competenties zijn ontwikkeld en op welke manier? • Welke werkwijze past bij jou? • Wat ging er goed of niet zo goed? • Wat zou je een volgende keer veranderen? evaluatieformulier. Dit wordt met de begeleider besproken en beoordeeld op het moment dat jij tevreden bent. Tijdens dit gesprek wordt er een koppeling gemaakt met het POP-gesprek, waarin mogelijke aandachtspunten voor de uitvoering van de volgende projectaak worden vastgelegd. De projectbegeleider/praktijkopleider/vakdocent vullen de beoordelingsmonitor in en beoordelen of de projecttaak voldoende is. Daarna volgt een criteriumgericht interview. Ten slotte moet je nog je urenverantwoordingsformulier invullen en laten ondertekenen. Bronnen Hieronder staan verschillende studiebronnen en informatiebronnen die gebruikt kunnen worden. • De beoordelingsmonitor (is digitaal beschikbaar op de bestelsite van www.consortiumbo.nl) • Het Basisdocument • Evaluatieformulier(en) • Urenverantwoordingsformulier (bijlage 3) • Formulieren beschikbaar via: www.consortiumbo.nl>Techniek en ICT>Niveau3> materiaal Evaluatie Deze evaluatie wordt vastgelegd in een

Op te leveren resultaat  • Mondelinge presentatie of demonstratie • Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview • Evaluatieformulier • Beoordelingsmonitor • Urenverantwoording project • Verslag criterium gericht interview • Resultaten evaluatiegesprek

23

Competentieontwikkeling bij deze stap

Kerntaken Werkprocessen

Competenties

1 Installeert technische installaties

1.10 Afronden installatie- werkzaamheden

J Formuleren en rapporteren L Materialen en middelen inzetten R Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten

LLB 2 Stuurt de eigen loop- baan

LLB 2.3

Stuurt de eigen loop- baan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn.

D Aandacht en begrip tonen M Analyseren N Onderzoeken

 Activiteiten 1

Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Je hebt alle bewijsstukken verzameld in je portfolio. 2 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmoni- tor. 3 Je moet kunnen aantonen dat je de projecttaak goed hebt uitgevoerd. 4 Laat de evaluatieformulieren invullen door begelei- ders, opdrachtgever en medemonteurs.

2

Urenverantwoording Je houdt gedurende deze projecttaak een urenverantwoording bij.

24

1 Vul het formulier volledig in. 2 Lever het formulier bij stap 4 in.

3

Demonstratie of presentatie 1 Stel de definitieve datum vast voor de demonstratie of presentatie met je beoordelaars. 2 Bereid de demonstratie voor. 3 Voer de demonstratie of presentatie uit. Het criteriumgericht interview 1 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 2 Voer dit beoordelingsgesprek met je begeleider. Evalueren Je gaat met je met de praktijkopleider/BPV-docent/ vakdocent terugkijken op: • Hoe je hebt gewerkt hebt. • Hoe je met de materialen bent omgegaan. • Of je altijd de juiste oplossingen voor de problemen hebt gekozen. • Of je volgens de juiste procedures hebt gewerkt. • Plan dit gesprek.

4

5

25

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Leerling: Eerste monteur elektrotechnische installaties Complexiteit Monitor Product Projecttaak 3 Het gebouwenbeheersysteem Opmerkingen 1 1.1 Voorbereiden installatiewerkzaam- heden R O Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten E Beoordeling A B C D werkvorm beoordelingsvorm beoordelaars BPV gl/no go Kerntaak LLB Kerntaak Werkproces Code Competenties Prestatie-indicator of leerling praktijkopleider docent score D - A - G Stap 1 Oriëntatie IND F v G(n) F v G(n) F v G(n) F v

verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

Voert afval op een milieuvriendelijke manier af en laat een opgeruimde en schone werkplek achter.Ruimt gereedschap netjes op Overlegt met de klant over het geleverde werk Informeert de klant over de bediening enhet gebruik van de geleverde installatie. Hij vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in. Hij rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen.

Hij vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in. Hij rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen. Voert afval op een milieuvriendelijke manier af en laat een opgeruimde en schone werkplek achter.Ruimt gereedschap netjes op Overlegt met de klant over het geleverde werk Informeert de klant over de bediening enhet gebruik van de geleverde installatie. Is geïnteresseerd in het vak en is bereid zich in te zetten voor nieuwe ontwikkelingen.

Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen en verspilt zo min mogelijk materiaal. Hij zorgt dat het werk veilig kan worden uitgevoerd. Beproeft elektrotechnische installaties systematisch zodat tekortkomingen niet over het hoofd worden gezien. Montagevoorschriften en aansluiting voor de componenten van de plc besturing. pra S Kwaliteit leveren Stelt elektrotechnische installaties zorgvuldig in en ziet hierbij niets over het hoofd, zodat de installatie volgens de specificaties zal functioneren. Hoe ging het installeren. E pra Testen op juiste werking/in bedrijf stellen. pra Tijdplanning. pra Kostenbeheersing. pra Kwaliteit. pra Checklist controle. pra Vakkennis m.b.t. projecttaak. IND K v Mondelinge presentatie of demonstratie. G(n) Ep v/pra Bewijsstukken voor het criteriumgericht interview. IND CI v/pra Evaluatieformulier. G(n) E v/pra Beoordelingsmonitor. IND F p Urenverantwoording project. IND F p Verslag criterium gericht interview. IND CI p Resultaten evaluatiegesprek. IND E ab Onderzoeken Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten U Omgaan met veran- dering en aanpassen R L Materialen en middelen G Relaties bouwen en netwerken initiëren 2. 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn. tonen S Kwaliteit leveren Beproeft elektrotechnische installaties systematisch zodat tekortkomingen niet over het hoofd worden gezien.

Stelt de bestaande installatie op de juiste manier buiten bedrijf. Demonteert schakelapparatuur en leidingen zonder de installatie te beschadigen.

Is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega's en behandelt iedereen gelijkwaardig. Overlegt met alle relevante betrokkenen over het uit te voeren werk. Is in staat de leeractiviteiten in de praktijk uit te voeren en zo nodig bij te stellen.

Stelt onderdelen en deelproducten in volgens geldende normen, controleert instellingen, lost problemen op, zodat de installatie veilig en betrouwbaar werkt.

De opbouw en principe werking van de businstallatie. v S Kwaliteit leveren Plaatst en monteert elektrotechnische onderdelen en deelproducten vlot en zorgvuldig binnen de afgesproken tijd. De opbouw en principe werking van de toegepaste sensoren en actuatoren v L Materialen en middelen inzetten Programma voor de businstallatie. v/pra Montagevoorschriften en aansluiting voor de componenten van de businstallatie. v/pra De opbouw en principe van de PLC. v Programma voor de PLC besturing. v/pra De functie, opbouw en werking van een brandmeld- inbraak- of andere installatie. v L Materialen en middelen inzetten De functie, opbouw en soorten melders toegepast bij risicobeheer installaties. v K Vakdeskundigheid toepassen Formuleren en rapporteren 1.7 Beproeven van installatie 1 1.10 Afronden installatiewerkzaamhe den J inzetten 1.6 Plaatsen en monteren componenten Vakdeskundigheid toepassen K N 1.8 Instellen van componenten en installatie K Vakdeskundigheid toepassen Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen en verspilt zo min mogelijk materiaal. Hij zorgt dat het werk veilig kan worden uitgevoerd. Plaatst en monteert elektrotechnische onderdelen en deelproducten volgens tekeningen, normen en alle geldende voorschriften zodat aan de gestelde eisen wordt voldaan.

Kiest een manier van leren die past bij de eigen leerstijl en de leeromgeving.

Maakt keuzes om de eigen loopbaan verder te ontwikkelen en onderneemt hiervoor de nodige acties.

Heeft zich op de hoogte gesteld van geschikte en nieuwe manieren van leren.

handelen Kan aantonen dat de gekozen manier van leren aansluit bij het eigen leerdoel. Samenwerken en overleggen Samenwerken en overleggen Vakdeskundigheid toepassen initiëren

Plannen en organiseren

K

A Beslissen en activiteiten

E Q Plannen en organiseren Heeft op basis van zijn leerdoelen een planning gemaakt van zijn leeractiviteiten A Beslissen en activiteiten

W Gedrevenheid en ambitie

v/pra F Ethisch en integer

4.3 Stelt zich collegiaal op

1.3 Demonteren van componenten en kabels/leidingen

1.4 Plant zijn eigen

ontwikkelproces en voert het uit

1

4

1

Overleg met opdrachtgever/klant. pra Gebruiksaanwijzingen en handleidingen voor aansluiting buscomponenten. pra Voorschriften voor de busbekabeling. v/pra v/pra pra IND CI v pra

Activiteitenlijst. p Planning. p

IND CI v

Welke opdrachtformulieren gebruik je. pra

Ind F p

G(n) F v

Welk gereedschap en meetinstrumenten gebruik je bij het installeren en testen. Benodigde materialen en hulpmiddelen voor het installeren van het GBS.

Hoe en door wie worden de materialen aangeleverd.

Welke installaties voor een gebouwenbeheersysteem worden toegepast.

Waar, wanneer en voor welk doel deze installaties worden toegepast.

Benodigde kennis en vaardigheden voor het installeren en programmeren.

Overzicht van de materialen en appara- tuur voor het installeren. Overzicht leren: Wat heb je bij het uitwerken van deze stap geleerd?

Overleg met opdrachtgever/klant en collega’s.

Verslag over de manier hoe jij hebt onderzocht:

Een verslag met uitwerking van onderstaande punten:

Een verslag met de uitwerking van onderstaande punten:

Stap 2 Planning en voorbereiding

Stap 3 Uitvoering

Stap 4 Oplevering en evaluatie

26

BIJLAGE 2 FORMULIER URENVERANTWOORDING (Beschikbaar op www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau3>materiaal)

Plaats hier het logo

<> <>, <>, <> Tel: <>, mobiel:<>

Gegevens werknemer: Naam nr

0pdrachtgever:

Naam Adres PC Telefoon Mobiel

Wij bevestigen dat genoemde werknemer nevenstaan- de activiteiten tot tevredenheid voor ons heeft verricht.

paraaf

Omschrijving probleem / te verrichten werkzaamheden:

Lijst gebruikte onderdelen:

Urenstaat: (15 min=0,25 uur, 30 min = 0,5 uur, 45 min = 0,75 uur)

Datum Van

Tot

Gewerkte uren

Gereden km

Omschrijving verrichte werk- zaamheden

Totaal gewerkte uren

BIJLAGE 3 EVALUATIEFORMULIER

(Beschikbaar via www.consortiumbo.nl> Techniek en ICT>Niveau3>materiaal)

Evaluatieformulier - Invullen door klant, opdrachtgever, (me- de)leerling enz.

Naam leerling:

Projecttaak 3 Gebouwenbeheersysteem

Datum:

Naam beoordelaar:

Functie:

Werkprocessen Prestatie-indicatoren

onv.

vold. Opmerkingen

1.1 Voorbereiden installatiewerk- zaamheden

Bespreekt werkopdracht met leidinggevende Stemt de aanpak van werken af met leidinggevende en/of andere betrokkenen Verzamelt alle relevante informatie en materialen Zorgt voor een veilige werkomgeving Overlegt met de klant over de uit te voeren werkzaamheden Stelt de installatie zodanig buiten bedrijf, dat er geen risico voor gezondheid ontstaat Demonteert onderdelen, deelproducten, bedrading en bekabeling zonder de installatie te beschadigen, zodat de installatie volgens werkopdracht kan worden uitgebreidt of aangepast Plaatst en monteert elektrotechnische onderdelen en deelproducten vlot en zorgvuldig Plaatst en monteert zonder gebreken binnen de afgesproken tijd Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen Verspild zo min mogelijk materiaal Zorgt dat de middelen gedurende de verwachte levensduur te gebruiken zijn, zodat het werk veilig uitgevoerd kan worden Plaatst en monteert elektrotechnische onderdelen en deelproducten volgens tekeningen, installatievoorschriften, geldende normen, arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfsvoorschriften Plaatst en monteert volgens de gestelde eisen

1.3 Demonteren van componenten en kabels/leidin- gen

1.6 Plaatsen en monteren compo- nenten

28

1.7 Beproeven van installatie

Test de installatie, systematisch zodat tekortkomingen niet over het hoofd worden gezien

Gaat zorgvuldig om met materialen en gereedschappen en beschermingmiddelen Verspild zo min mogelijk materiaal

Zorgt dat de middelen gedurende de verwachte levensduur te gebruiken zijn, zodat het werk veilig uitgevoerd kan worden Test de installatie volgens geldende normen, arbo-, veiligheid-, milieu- en bedrijfsvoorschriften Stelt vast dat de installatie veilig en betrouwbaar zal functioneren Stelt de installatie zorgvuldig in, zodat tekortkomingen niet over het hoofd worden gezien en de installatie volgens specificaties functioneert Zorgt voor een juiste programmering van de installatie Stelt onderdelen en deelproducten in volgens geldende normen, doet waarnemingen, komt met haalbare oplossingen bij problemen, zodat de installatie veilig en betrouwbaar functioneert Vult alle vereiste formulieren en werkbonnen volledig in Rapporteert klachten, incidenten en verbetervoorstellen in juiste, korte en heldere bewoordingen Zorgt dat de gegevens doelmatig kunnen worden verwerkt en collega's doelmatig worden geïnformeerd Voert afvalmaterialen (gescheiden), overgebleven materialen, gereedschappen en materieel af Levert de werkplek schoon op Informeert de klant met betrekking tot de bediening en het gebruik van de installatie Beantwoord vragen van de klant op correcte wijze en vraagt of de klant tevreden is over de werkzaamheden, zodat klachten zoveel mogelijk worden voorkomen

1.8 Instellen van componenten en installatie

1.10 Afronden in- stallatiewerk- zaamheden

29

BIJLAGE 4 EVALUATIEFORMULIER LLB

(Beschikbaar via www.consortiumbo.nl> Techniek en ICT>Niveau3>materiaal)

Evaluatieformulier Leren, Loopbaan en Burgerschap Invullen door klant, opdrachtgever, docent enz.

Naam leerling:

Projecttaak: PT3 Gebouwenbeheersysteem

Datum:

Naam beoordelaar:

Functie:

Werkprocessen Prestatie-indicatoren

onv .

vol d.

Opmerkingen

1.4 Plant zijn ei- gen leerproces en voert het uit

Plannen van eigen leeractiviteiten in samenhang met de eigen vakbekwaamheid. Eigen leerdoelen in de gaten houden. Besluiten om de eigen leerdoelen in te zetten in de praktijk. Kijken of het leerproces bijgesteld moet worden om de leerdoelen te bereiken. Onderzoeken van de consequenties van je toekom- stige keuze en acties. De consequenties betrekken in de sturing van je loopbaan. Plan van aanpak voor leggen aan je eigen relaties, zodat deze je kunnen helpen met het vinden van passend werk. Onderkennen en accepteren van voordurende ver- anderingen in beroepseisen en beroepsuitoefening, en het plan van aanpak hier op aanpassen. Initiatief nemen in het sturen van je loopbaan tij- dens functioneringsgesprekken. Je zelf melden als er nieuwe ontwikkelingen zijn Een keuze maken om je eigen loopbaan verder te ontwikkelen. Laten zien dat je achter je keuze staat, door acties te ondernemen zoals solliciteren. Je overlegt met collega's en andere betrokkene over het uitvoeren van het werk. Je vraagt hulp en geeft informatie op de juiste mo- menten; niet te vaak en niet te weinig, zodat er sa- menwerking ontstaat. Je ben eerlijk en betrouwbaar tegenover je collega's en behandelt iedereen gelijkwaardig. Je draagt bij aan een positieve sfeer tijdens het werk en informele contacten.

2.3 Stuurt de ei- gen loopbaan en onderneemt ac- ties die daarbij nodig zijn

4.3 Stelt zich col- legiaal op

30

31

BIJLAGE 5 LEERLIJN NEDERLANDS EN MVT

Nederlands en moderne vreemde talen (MVT)

1 Taalniveaus Aan het einde van je opleiding moet je laten zien dat je Nederlands, Engels en een andere vreemde taal op een bepaald niveau beheerst. Deze niveaus kun je vinden in: • Het Kwalificatiedossier van je opleiding. • Het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap. De eisen voor taalvaardigheid 1 kunnen in beide documenten van elkaar verschillen. De hoogste eis geldt. Voor de opleiding Eerste Monteur Werktuigkundige Installaties gelden de volgende eisen:

Taal

Luisteren Lezen

Spreken

Gesprekken voeren

Schrijven

Nederlands

B2

B2

B2

B2

B2

Engels

A2

A2

A2

A2

A2

Andere vreemde taal

A2

A2

A2

A2

A2

Wat je precies moet kunnen voor die niveaus, kun je lezen in bijlage 4 voor Nederlands en bijlage 5 voor MVT. Kijk vooral naar het onderdeel: Kenmerken van de taakuitvoering. 2 De drieslagmethode Tijdens je opleiding luister, lees, spreek en schrijf je heel veel. Niet alleen bij de taallessen, maar eigenlijk bij alle stappen van een projecttaak Er zijn dus meer dan genoeg mogelijkheden om aan te tonen op welk niveau je presteert. De ontwikkeling van jouw taalvaardigheid is dan ook niet alleen een zaak van de docent talen, maar van iedereen die jou in je opleiding begeleidt.

1. Informatie over taalniveaus is te vinden in de volgende documenten: -Het Europese Referentiekader -Het Raamwerk Nederlands -Het Raamwerk Moderne Vreemde Talen

32

Je gaat je taalvaardigheid ontwikkelen volgens de drieslagmethode: 1 Je gebruikt taal tijdens je werk/stage en op school • Veel lezen, luisteren, schrijven en spreken met zinvolle kritiek op je taalgebruik. 2 Taalles van een ervaren taaldocent • Je oefent op het vak gericht Nederlands en vreemde talen onder begeleiding van een ervaren taaldocent tijdens lessen of workshops. 3 Taalondersteuning en oefening individueel. • Bij persoonlijke taalproblemen krijg je extra hulp en ondersteuning. Bij het invullen van je mini-POP kun je samen met je begeleider bepalen hoeveel ondersteuning je nodig hebt. 3 Werken met het communicatieschema Het niveau van je taalvaardigheid geeft aan in hoeverre je in staat bent om: • Uit een boodschap onderwerp, doel en thema's te halen (lees- en luistervaardigheid). • Je boodschap af te stemmen op doel en publiek (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid). • Je boodschap goed op te bouwen, verbanden aan te brengen (spreek-, gespreks- en schrijfvaardigheid).

Dat moet je dus leren. Om je daarbij te helpen werk je stapsgewijs volgens het communicatieschema.

Schema communicatie

33

a Je bepaalt onderwerp, doel en thema's van wat je gele- zen of gehoord hebt of je bepaalt onderwerp, doel en thema's van wat je wilt zeggen of schrijven. • Waarover gaat het? • Wat wordt er over dat onderwerp gezegd? • Met welk doel? b Daarna bepaal je het publiek. • Voor wie is de tekst die je gelezen of gehoord hebt? • Wie wil jij bereiken met je boodschap? • Welke functie, welke voorkennis, welk niveau, welke interesses heeft de ontvanger? • Wat betekent dit voor je taalgebruik, woordge- bruik, informatie, etc. c Op basis van de voorgaande twee stappen bepaal je wel- ke informatie er dus in de boodschap komt. d Dan kun je kijken op welke manier je de boodschap gaat overbrengen. • Welk medium (brief, mail, memo, telefoonge- sprek, etc.) is het beste om dat te doen? • Welke regels (conventies) heeft dat medium? e In de regels (conventies) van het medium staat meestal ook iets over de opbouw van de boodschap. Meestal is er een inleiding, kern en slot. • Wat zet je daar in? • Hoe bouw je dat logisch op? f Heb je dit allemaal goed overdacht, dan kan er nog ruis optreden omdat je: • Verkeerde woorden gebruikt • Verkeerde zinnen maakt • Een slechte uitspraak hebt. Dat moet je zoveel mogelijk voorkomen. Deze invullijst is een hulpmiddel om een communicatieproduct uit een projecttaak voor te bereiden. Als je deze punten één voor één afwerkt, heb je een complete voorbereiding voor zo'n communicatieproduct gemaakt.

34

a. Onderwerp van de boodschap Doel van de boodschap Thema(’s) van de boodschap

Waarover ga ja als zender iets zeggen? Wat wil je als zender bereiken met deze boodschap? Wat wil je als zender over dit onderwerp zeggen als je rekening houdt met het doel?

Wie is de ontvanger van de boodschap? Bij wie wil je als zender je doel bereiken? Wat kun je zeggen over de ontvanger? Welke voorkennis heeft de ontvanger? Welke taal moet ik toepassen? Wie is de zender van de boodschap? Wat kun je over de zender zeggen?

b. Publiek: de ander(en)

Publiek: jij zelf

Welke informatie moet ik in de boodschap zetten? Welk onderwerp moet de boodschap hebben? Hoe houd ik het beste rekening met de ontvanger van mijn boodschap?

c. Consequenties (gevolgen)

Met welk communicatiemiddel kan ik mijn boodschap het beste overbrengen? Welke regels moet ik voor dit communicatiemiddel toepassen?

d. Medium: (welk communicatiemiddel?) Conventies: (spel)regels

Hoe bouw ik de boodschap zo logisch mogelijk op? Welk bouwplan maak ik voor mijn boodschap?

e. Opbouw van de boodschap • Inleiding • Kern • Slot

Wat zou storend kunnen werken op het overbrengen van mijn boodschap? Wat kan misverstanden opleveren?

f. Ruis: Storingen in het overbrengen van de boodschap

Die producten kunnen ook beoordeeld worden op basis van deze invullijst. Kijk maar eens naar de invullijsten 1 en 2: Beoordeling (communicatie-)product. Je taaldocent kan gebruik maken van invullijst 1. Je vakdocent kan met invullijst 2. jouw communicatieproduct beoordelen.

35

Invullijst 1: Beoordeling (communicatie)product (Communicatie/ Nederlands/MVT)

Naam leerling:

Naam product:

Projecttaak: Onderwerp:

Doel/doelen:

Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

d. Keuze en conventies van het medium Medium past bij: onderwerp, doel, thema’s, publiek. Vormgeving komt overeen met de conventies van het medium f. Ruis: • Hulpmiddelen zijn niet goed gekozen, ondersteunen de boodschap niet. • Hulpmiddelen worden niet goed gebruikt. e. Opbouw van de boodschap Inleiding : • is volledig. • (minimaal: onderwerp, doel en thema’s zijn genoemd). Kern : • Er is een goede, logische volgorde van de thema’s. • De boodschap wordt goed onderbouwd. Slot : • De inhoud van de boodschap wordt correct samengevat. • De conclusie is gebaseerd op de inhoud van de boodschap.

f. Ruis • Non-verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Verbale communicatie sluit niet aan bij de gesproken boodschap. • Fouten in spelling/ taalgebruik leiden af van de boodschap. • Fouten in formulering leiden af van de boodschap. • Wel/geen gebruik vaktaal • Fatsoensnormen

36

Invullijst 2: Beoordeling (communicatie)product op vakinhoud

Naam leerling:

Naam product:

Projecttaak: Onderwerp:

Doel/doelen:

Publiek:

OPMERKINGEN

goed vold. onv.

a. Onderwerp, doel, thema's Onderwerp van de boodschap is volgens opdracht. Doel van de boodschap is duidelijk (informeren, activeren, mening vor- men). Alle benodigde thema's (om doel te bereiken) zijn behandeld. b. Publiek (de ontvanger) De boodschap is gericht aan het juiste publiek/ de juiste persoon. Thema's zijn juist gekozen bij dit publiek/deze persoon. o.a. te veel/ te weinig thema's i.v.m. • voorkennis van de ontvanger. • interesse van de ontvanger.

• functie van de ontvanger. • mening van de ontvanger

Bij de beoordeling van je taalvaardigheid nemen de beoordelaars het gewenste eindniveau als uitgangspunt. Je hoeft niet meteen op dat niveau te presteren, maar krijgt door dit beoordelingsformulier een heel duidelijk beeld waar je nog aan zult moeten werken. Dit gebeurt in aparte taallessen, maar soms is het probleem daarvoor te groot en heb je individuele ondersteuning en oefening nodig. In je POP geef je aan hoe je je niveau gaat verbeteren. Als je voor een beroepsproducten op alle onderdelen een voldoende beoordeling hebt gekregen, kun je deze opnemen in je portfolio. Je hebt dan een bewijs van je taalvaardigheid op het gewenste eindniveau. Soms schrijft het ROC voor welke producten je moet opnemen.

37

Made with