Nanne Vosters, Romulus Petrina en Ineke Heemskerk - Inclusief

Werken aan zorg enwelzijn voor iedereen

inclusief

Redactie: Nanne Vosters | Romulus Petrina | Ineke Heemskerk

Inclusief Werkenaan zorgenwelzijnvoor iedereen

NanneVosters |RomulusPetrina | InekeHeemskerk (red.)

c u i t g e v e r ij

c ou t i n ho

bussum2013

Webondersteuning Bij ditboekhoort eenwebsitemet extramateriaal. Deze is tevindenvia www.coutinho.nl/inclusief .

©2013Uitgeverij Coutinhobv Alle rechtenvoorbehouden. Behoudensde inofkrachtensdeAuteurswetvan1912gesteldeuitzonderingen mag niets uit deze uitgaveworden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto- matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of openige anderemanier, zondervoorafgaandeschriftelijke toestemmingvandeuitgever. Voor zover hetmaken van reprografische verveelvoudigingenuit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daar- voorwettelijkverschuldigdevergoedingen tevoldoenaanStichtingReprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overne- men van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en an- derecompilatiewerken (artikel 16Auteurswet1912)kanmenzichwenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Post- bus3060, 2130KBHoofddorp,www.stichting-pro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus333 1400AHBussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Omslag: Jeanne | ontwerp& illustratie,Westervoort Noot vandeuitgever Wij hebbenallemoeitegedaanom rechthebbendenvan copyright teachterha- len. Personen of instanties die aanspraakmaken op bepaalde rechten, wordt vriendelijkverzocht contact op tenemenmetdeuitgever. ISBN 9789046903483 NUR 752

Voorwoord

Inclusie isvoor iedereenbelangrijk.Burgerschap,meedoen, erbijhoren,weder- kerigheid, gewaardeerdwordenomwie jebent enwat jedoet; dat zijnde sleu- telwoorden. Inclusie raakt aande vollediepte vanhetmenselijkbestaan. Voor kwetsbaremensen isdewerkelijkheidvaakeenandere. Deperiodieke rappor- tagesvanhet Sociaal enCultureel PlanbureauenhetNivel illustrerendit.Men- senmet een beperking nemen inminderemate deel aan het arbeidproces en hebbeneenslechtere inkomenspositie.Men isaangewezenopspecialevoorzie- ningenvoorwonen,dagbesteding,onderwijsenvrije tijd.Alternatievenwaarbij zorgenondersteuningmeer inde samenleving zijngesitueerd, zijnnauwelijks beschikbaar. De praktijk van alle dag is weerbarstiger dan demooie bestuur- lijke vergezichten. Er gaapt een gat tussen gedacht en gedaan beleid. Tussen het lonkendperspectief vandegevarieerdesamenlevingendeparalellewereld waarmensenmet eenbeperking tot veroordeeldzijn. Gelukkig realiserenweonssteedsmeerdatdeuitzonderingspositievankwets- baregroepenopgespannenvoet staatmetdekwaliteitvanbestaan. Indeprak- tijk zienwe drie strategieën die gericht zijn op het dichten van het gat tussen droomenwerkelijkheid. Bij deeerstestrategie ( bottomup )zijnhet gemargina- liseerdemensendieopkomenvoorhunbelangen.Hetdraaithierombelangen- behartiging; empowerment en zelforganisatie. De Landelijke Vereniging voor Belangenbehartiging door en voor mensenmet een verstandelijke beperking is daarvan eenmooi voorbeeld. Ze trainen hulpverleners, geven voorlichting enorganiseren themacafe’swaarbij opkomen voor jezelf een vande gespreks- thema’s is. De eigen kracht vanmensen is het vertrekpunt. De tweede strate- gie is top-down . Sturingmiddelswet- en regelgeving. Het VN-verdrag voor de Rechten vanMensenmet een Beperking is daar een voorbeeld van. Dewaar- denoriëntatie die aan het Verdrag ten grondslag ligt is die van de gevarieerde samenleving. OokdeWetmaatschappelijke ondersteuning (wmo) endeParti- cipatiewetworden alswettelijk instrumentarium ingezet omdedeelnamevan kwetsbare groepen aande samenleving te bevorderen. Vaak van een kritische kanttekening voorzien, omdat de invoering van deze wetgeving gepaard gaat met ingrijpendebezuinigingen. Dederde strategienoemenwede strategie van hetmidden . Lokalespelerszoalsgemeentenenzorg-enwelzijnorganisatiesne-

men initiatievenom samenmetwerkgevers, scholen enwoningbouwcoöpera- ties inclusieve praktijken te realiseren. Dit vraagt om een anderemanier van kijkenvanallebetrokkenen. Ookvan socialeprofessionals. Bij het stichtenvan inclusievepraktijken spelen zij eenbelangrijke rol. Alséénvande radertjes ineenuiterst complex systeem. Uit onderzoekwetenwedat eronderprofessionals eengrotehandelingsverle- genheid is. Degeschiedenisvanzorg isdaar inbelangrijkematedebet aan. Een geschiedenis van speciale naar binnen gerichte instituten en een financiering, wet- en regelgevingenopleidingendiedaaropzijngeënt. Het is de grote verdienste van dit boek dat het werken aan inclusie in al zijn complexiteit inzichtelijk wordt gemaakt. Zonder te verdwalen in deze com- plexiteit,wordenbegrippenaaneenstevigonderzoekonderworpen.Processen die een rol spelen bij uitsluitingworden in kaart gebracht en krijgt de sociale professionaldezonodigehandvattenomdegevraagdenieuweprofessionaliteit vorm te geven. De nieuwe professional die alswaardeoriëntatie heeft uitgaan vande kracht vanmensen enoplossingen zoekt in enmet de samenleving. De nieuweprofessionaldienietzelfderegieneemt,maardeze legtbijmensenmet eenbeperking enhunnetwerk. Denieuweprofessional die zichniet profileert als de expert, maar ervaringsdeskundigheid een centrale plek geeft. Die zich niet richt op groepen en voorzieningen,maar ophet unieke individu ende sa- menleving. De nieuwe professional die geen leiding geeft en zorgt voor, maar faciliteert enzorgtdat. Met de aangereikte bagage indit boek kan het bouwen aan inclusieve praktij- kenbeginnen. HansKröber Voorjaar2013

Woordvandank

Hierbij, ook namens demedeauteurs, eenwoord van dank aan alle deskundi- gendieeenbijdragehebbengeleverdaande totstandkomingvandit boek.Wij hebben hun opbouwende kritiek ter harte genomen en er ons voordeel mee gedaan. We noemendemeelezers vande verschillende hoofdstukken, teweten: Maria Scheffers enBas de Jong, HaagseHogeschool; Astrid vanNassau, HarrieHout- beckers en Jacques Beeckers, Hogeschool Rotterdam; Theo van Deursen en Adrie van Kessel, Avans Hogeschool; Lilianne Heemels, Gemeente Eindhoven; Lies Korevaar, lector Hanzehogeschool Groningen; Miranda Leeuwis; Louis Polstra, lector Hanzehogeschool Groningen; Petra Verhagen, Hogeschool van ArnhemenNijmegen;DriesvanderVlerk,HogeschoolUtrecht. Daarnaast bedankenwe ook de collega-docenten van andere hogescholen die op verzoek vandeuitgever in een vroeg stadiumhunmeninghebben gegeven overdeopzet en inhoudvanditboek. Tot slotbedankenweWouterNalis,Michel vandeGraaf enRoeliendeWolf van UitgeverijCoutinhovoordewijzewaaropzijonsbijhet tot standkomenvandit boekhebbenbegeleid. NanneVosters RomulusPetrina InekeHeemskerk Breda, april 2013

Website

Bij ditboekhoort eenwebsitemet extramateriaal: www.coutinho.nl/inclusief . Hetwebmateriaal bestaatuit opdrachten, bestpracticesenhandige links.

Inhoud

1 Inclusie 11 1.1 Inclusie: eenbreedbegrip 13 1.2 Vermaatschappelijking: vanbuitennaarbinnen 14 1.3 Inclusie: binnenbeginnen 14 1.4 Burgerschapsmodel 15 1.5 Basisattitude 16 1.6 Opzet vanhetboek 17 2 Inclusie incontext 19 2.1 Historischecontext 19 2.1.1 Vancharitas tot volksverheffing 19 2.1.2 Vannachtwakersstaatnaarwelvaartsstaat 21 2.1.3 Vanwelvaartsstaatnaarparticipatiesamenleving 25 2.2 Ruimtelijkecontext: de rol vande staat in internationaal perspectief 27 2.3 Processenvan (sociale)uitsluiting 28 2.3.1 Socialeuitsluiting: eendefinitie 28 2.3.2 Verklaringenvan socialeuitsluiting: habitus, veldenkapitaal 34 2.4 Het creërenvanmensendieanderszijn 36 3 Participatie 41 3.1 Socialeparticipatie 42 3.2 Empowerment 45 3.2.1 Inclusieenempowerment 46 3.3 Departicipatiemaatschappij 47 3.3.1 Participatieenkwetsbaarheid 50 3.3.2 Kwetsbaarheidenempowerment 51 3.3.3 Wat isernodigvoor socialeparticipatie? 51 3.4 Ontwikkelingen 57 3.4.1 Gewaardeerde sociale rollen 58 3.4.2 Zelforganisaties 60 3.5 Aanknopingspuntenvoorbeleid: hetparticipatiewiel 61 3.6 Wat vraagthetwerkenaanparticipatievandeprofessional? 62

4 Inclusief beleid 63 4.1 Wet- en regelgeving 63 4.1.1 Opwegnaar inclusie 65 4.2 Inclusief beleid: eenbreedbegrip 67 4.3 Kenmerkenvan inclusief beleid 69 4.4 Concretiseringvanbeleid: integrale toegankelijkheid 70 4.5 Veranderstrategieënom inclusienaderbij tebrengen 71 4.6 DeWetmaatschappelijkeondersteuning 72 4.7 DedrukopdeAlgemeneWetBijzondereZiektekosten 74 4.8 Kostenbeheersing 74 4.9 Transitieen transformatie 75 4.9.1 Het compensatiebeginsel binnendeWmo 76 4.9.2 DeprestatieveldenvandeWmo 76 4.9.3 Aanbesteding 77 4.9.4 Het zorgloket 77 4.9.5 Wmo-adviesraden 78 4.10 Gevolgenvande invoering 79 4.10.1 WelzijnNieuweStijl 79 4.11 Narratief beleid: eenandereoriëntatieopdehulpvragenvancliënten 81 4.12 Eenblikopde toekomst 83 5 Inclusiefwonen 85 5.1 Wat is inclusiefwonen? 85 5.2 Wiezijnbetrokkenbij inclusiefwonen? 89 5.3 Hoeziet inclusiefwoneneruit? 89 5.4 Wat isnodigvoor inclusiefwonen? 81 5.5 Grenzenaan inclusiefwonen 97 5.6 Methoden, hulpmiddelenen instrumenten 101 5.7 Watbetekent inclusiefwonenvoorde socialeprofessional? 107 6 Inclusief onderwijs 109 6.1 Wat is inclusief onderwijs? 110 6.1.1 Recenteontwikkelingen inhet onderwijs 110 6.1.2 Passendonderwijs 111 6.1.3 Inclusief onderwijs 112 6.1.4 Hogeronderwijs 115 6.1.5 Passendonderwijsversus inclusief onderwijs 116 6.2 Voorwie is inclusief onderwijs? 117 6.3 Wat isnodigvoor inclusief onderwijs? 120 6.4 Grenzenaan inclusief onderwijs 122 6.5 Methoden, hulpmiddelenen instrumenten 124 6.6 Watbetekent inclusief onderwijsvoorde socialeprofessional? 127 6.6.1 Deprofessionals 127

7 Inclusievearbeid 129 7.1 Wat is inclusievearbeid? 130 7.1.1 Perspectievenoparbeidsparticipatie 131 7.2 Voorwie isde inclusiegedachtemetbetrekking tot arbeid relevant? 132 7.2.1 Deconcretearbeidssituatievanmensen  met eenarbeidsbeperking 134 7.3 Randvoorwaardenarbeiden inclusie 136 7.4 Opwelkemanierwordt vormgegevenaan inclusieopdearbeidsmarkt? 137 7.5 De rol vandepersoonlijkekenmerken 139 7.6 Inclusievewerkomgevingenarbeidsorganisaties 142 7.7 Criteriavoor inclusiviteit 143 7.7.1 Het soortwerkbinnendeorganisatie 144 7.7.2 Mogelijkheid tot telewerken 145 7.7.3 Aanpassingvandeorganisatieaandemens 145 7.7.4 Jobcarving 147 7.8 Grenzenaan inclusievearbeid 149 7.9 Watbetekent inclusievearbeidvoorde socialeprofessional? 150 8 Inclusievevrije tijd 153 8.1 Wat is inclusievevrije tijd? 154 8.1.1 Hoebestedenmensenhunvrije tijd? 157 8.1.2 Trends invrijetijdsbesteding 158 8.1.3 Hetbelangvanvrijetijdsbesteding 159 8.2 Wat is inclusievevrijetijdsbesteding? 160 8.3 Wat isnodigvoor inclusievevrije tijd? 161 8.4 Grenzenaan inclusievevrije tijd 164 8.4.1 Toegankelijkheid 164 8.4.2 Vrije tijdendeWmo 165 8.4.3 Regulierof doelgroepspecifiek? 165 8.5 Watbetekent inclusievevrije tijdvoordesocialeprofessional? 167 8.5.1 Ondersteuning 167 8.5.2 Vanmaatje totprofessional 167 8.5.3 Kwartiermaken 168 8.5.4 Computersenvrije tijd 168 8.5.5 Het aanbodvan instellingen 169 8.6 Tot slot: de rol vande socialeprofessional 170

11

9

Inclusieveoverpeinzingen–exclusief voor iedereen 171 9.1 Denieuweprofessional 172 9.2 Uitdagingenvoordenieuweprofessional 174 9.3 Kwaliteit vanbestaan–metenzonder teweten 176 9.4 Van inclusieve fragmentennaarkwaliteit van leven 179 9.5 Exclusievegrenzen 180 9.6 Voorbij inclusieenkwaliteit vanbestaan 181 Literatuur 183

Register 199

Overdeauteurs 207

12

1 Inclusie

InekeHeemskerk, Romulus Petrina enNanneVosters

‘Iedereen heeft recht op een goed leven, plezier, de kans vrienden te ontmoe- ten, goede scholingenkansenopwerk’ (www.inclusie.nl).Meerdanvijftig jaar geledenwerddituitgangspunt al geformuleerd indeUniverseleVerklaringvan de Rechten van deMens: eenieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijhe- den, zonderenigonderscheidvanwelkeaardook, zoalsras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke af- komst, eigendom, geboorteof andere status. Toch blijkt in het dagelijks leven dat veel mensen drempels tegenkomen bij hun streven om deel te nemen aan de samenleving op eenmanier die zij als gelijkwaardigervaren. Dit kunnen zichtbaredrempels zijn– zoalsontoeganke- lijkheid van gebouwen voor rolstoelgebruikers –, maar ookminder zichtbare drempels – zoals het behoren tot eenbepaaldebevolkingsgroep. Voormensen die psychisch kwetsbaar zijn is het bijvoorbeeldmoeilijk om een aangepaste werkplek tevindenen tebehouden. Inclusie: eenbreedbegrip Inclusie is nog altijd van groot belang voor het bereiken van een samenleving waarin iedereburgergelijkekansenheeft opmaatschappelijkeparticipatie. De laatste jaren is ruime aandacht besteed aan inclusie. Daarbij zijnveel verschil- lende definities opgesteld, die soms allemensen in een kwetsbare positie en soms alleenmensenmet functiebeperkingen betreffen. De definities gaan uit vangrofweg twee invalshoeken: • een ideologische invalshoek: theworld is our classroom for a full life . De ge- dachtehierachter isdatdeverschillen tussenmensendebasisvormenvoor de opbouw van een veelkleurige, open en gedifferentieerde samenleving

1.1

13

1  Inclusie

(denkaaneen initiatiefalsSamennaarSchool). Indezevisiezijnverschillen nodigomdegewenstegevarieerde samenleving tot stand tebrengen; • eenmeerpragmatische invalshoek,waarbij deaandacht vooral uitgaatnaar het verbeteren van de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid vandesamenlevingvooralleburgers,met specifiekeaandachtvoormensen met een functiebeperking. Vermaatschappelijking: vanbuitennaarbinnen De afgelopen decennia heeft het begrip vermaatschappelijking een centra- le plaats ingenomen in het streven naar meer maatschappelijke ruimte voor kwetsbareburgers,metnamevoormensenmet een functiebeperking. Vermaatschappelijking is ontstaan vanuit de zorgsector en richt zich voor- namelijkop (re-)integratievanmensenmet een functiebeperking: terug naar de samenleving. Vroeger verbleven mensen met een functiebeperking veelal langdurig in grote instellingen aan de rand van de duinen of in de bossen, buiten de ge- wonesamenleving. Patiëntenwerdengehuisvest ingrotepaviljoens,waarhet hun ontbrak aan eigenheid, keuzemogelijkheden enprivacy. Alle activiteiten envoorzieningenhaddeneenplaatsonderdeallesomvattendeparapluvande instelling. Inde tweedehelft vandevorige eeuwontstondveel kritiekophet feitdat eengrotegroepmensenopdezewijzeuitgeslotenwerdvandeelname aan de samenleving. De overheid besloot daarom tot vermaatschappelijking : het strevenompsychosociaal kwetsbaremensenzoveelmogelijk te latenwo- nen, werken, recreëren en deelnemen aan het sociale verkeer in de samen- leving, net als iedere andere burger. Om dit te realiserenwas vermaatschap pelijkingvande zorg noodzakelijk: het vormgevenaanzorgenondersteuning inmaatschappelijkekaders, ineen samenwerkingsverband tussencategorale en reguliere instellingen. Vermaatschappelijkingwas dus een beweging van buitennaarbinnen. Inclusie: binnenbeginnen De inclusiebewegingheeft dezelfdewortels als vermaatschappelijking,maar is breder en heeft haar vertrekpunt binnen de samenleving. Inclusie krijgt vorm vanuit de gedachte dat het burgerschap van mensen in een kwetsbare posi- tie vanzelfsprekend begint in de samenleving en dat het niet bevochten hoeft te worden vanuit een positie aan de rand van of buiten de gemeenschap. Dit kan alleenworden gerealiseerd door consequent te kiezen voor inclusief be- leidvooralleburgersopallebeleidsterreinen,waarbij indeuitvoeringvanafde start rekeningwordt gehoudenmet de verschillendemogelijkheden enbeper- kingen vanmensen. Dat is echter niet vanzelfsprekend in een samenlevingdie ingesteld is op bouwen, wonen, vervoer en recreatie voor de gemiddelde bur-

1.2

1.3

14

Made with FlippingBook Ebook Creator