Jenny de Bode en Lia Nijman - Hoe bedenk je het?!

met 100+ werkvormen en lessuggesties

u i t g e v e r ij

c ou t i n h o

Hoebedenk jehet?! Creatief denken inhet basisonderwijs

JennydeBodeenLiaNijman

bussum2014

Website Via www.coutinho.nl kaneen inventarisatievanalle lessugestiesuitdit boekgedownloadworden.

©2014UitgeverijCoutinhobv Alle rechtenvoorbehouden.

Behoudensde inof krachtensdeAuteurswet van1912gesteldeuitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geauto matiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of openige anderemanier, zondervoorafgaandeschriftelijke toestemmingvandeuitgever. Voor zover hetmaken van reprografische verveelvoudigingenuit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet 1912 dient men de daar voorwettelijkverschuldigdevergoedingen tevoldoenaanStichtingReprorecht (Postbus 3051, 2130KBHoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een)gedeelte(n)uitdezeuitgave inbloemlezingen, readersenanderecom pilatiewerken (artikel 16Auteurswet 1912) kanmen zichwenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en ReproductierechtenOrganisatie, Postbus 3060, 2130KBHoofddorp, www.stichting-pro.nl). Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400AHBussum info@coutinho.nl www.coutinho.nl Omslag:Merel Brouns, Amsterdam Illustraties binnenwerk: verzorgddoor auteurs, tenzij anders aangegeven Noot vandeuitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achter halen. Personenof instanties die aanspraakmakenopbepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op tenemenmet deuitgever. ISBN 9789046903773 NUR 846

Inhoudsopgave Inleiding 7 Leeswijzer 9

Deel I Creativiteit:herkenhet!Stimuleerhet! 13

1

Over creativiteit 15 1.1

Wat is creativiteit? 15 1.2 Denkenmet het helebrein 21 1.3 Wat belemmert creativiteit? 25 1.4 Dewaarde van creatief denken 26 1.5 Creativiteit inhet Engelse leerplan voor basisscholen 28 1.6 Is (toename van) creativiteitmeetbaar? 34 2 Creativiteitbevorderende factoren 37 2.1 Eenuitnodigendklassenklimaat 37 2.2 Een creativiteitbevorderende leerkrachtattitude 39 2.3 Creativiteitbevorderende leerinhoud enwerkvormen 41 2.4 Creatieve leer- enwerkhouding vande leerling 45 2.5 Beeldendedisciplines toepassenenallezintuigen inschakelen 47 2.6 Feedbackdieuitnodigt tot creativiteit 48 2.7 En verder… 52 3 Creatiefdenken inalle lessen: een inleiding 57 3.1 Deklas als denkwerkplaats 57 3.2 Beter lerendenken in samenspraakmet anderen 58 3.3 Twee voorbeelden van eendialogische aanpak 60 3.4 Gespreksvaardigheden als basis voor denklessen 62 3.5 Van ik-taal enwij-taal naar ontdek-taal 63 3.6 Samendenken is lerenover elkaar 65 4 Kinderennieuwsgierigmakennaar creatievemanieren vandenken 67 4.1 Het avontuur van slim lerendenken 67 4.2 Een avontuurmet dekracht van verbeelding 73

Deel II Creatiefdenken inpraktijkbrengen 55

5 Werkvormenombasisdenkvaardigheden teoefenen 77 5.1 Basisdenkvaardighedenontwikkelenwe al heel vroeg 77 5.2 Redeneren/argumenteren 79 5.3 Argementeren endiscussiëren 80 5.4 Verbanden leggen: oorzaak engevolg 87 5.5 Onderzoekend leren: goede vragen stellen 95 5.6 Van standpunt veranderen, vanperspectiefwisselen 113 5.7 Je verplaatsen in een ander: oefeningen in empathie 123 5.8 Kennis ordenen enorganiseren 133 5.9 Reflecteren 141 5.10 Verbeeldingskracht, fantaseren 147 6 Denkgereedschappenenwerkvormenomze teoefenen 157 6.1 Associëren 157 6.2 Analogieën vormen 161 6.3 Combineren 166

6.4 Hypotheses opstellen 173 6.5 Metaforischdenken 180 6.6 Personifiëren 186 6.7 Filosoferen 191 6.8 Geleide fantasie 196 6.9 Taalspel 205

7 Handigedenkhulpmiddelenenwerkvormenomze teoefenen 217 7.1 Brainstormen 217 7.2 Mindmappen 219 7.3 VAVAWOC 222 7.4 SIT (Systematic InventiveThinking) 224 7.5 Deboekenlegger 226 8 Creatieveontwikkelingvankleuters 229 8.1 8.2 Kijken: werkenmet kleuren en spiegelen 230 8.3 Handvaardigheid: bouwen 234 8.4 Luisteren, geluid enmuziek 234 8.5 Voelen 238

Suggesties voor creatief spelen enontdekkenmet kleuters 229

Tot slot 242 Literatuur endigitalebronnen 243 Register 247 Overdeauteurs 253 Boekenlegger 255

0 Inleiding

Enkele jaren geleden schrevenwe een boekmet speelse denk-, durf- en doe-oefeningenmet behulpwaarvan je je creativiteit kunt ontwikkelen. Wehadden geen ideehoe groot de behoefte daaraan zoublijken te zijn, en nogwekelijks ontvangenwemail vanmensen die blij zijn zichweer creatief te durvennoemen. Vooral van leerkrachtenuit het basisonder wijs kwamen enthousiaste reacties, vergezeld van de vraag of het niet mogelijk zou zijn soortgelijke werkvormen te bedenken voor het ont wikkelen van creatieve (denk)vaardighedenbij kinderen. Onderwijs en creatieve ontwikkeling liggen ons na aan het hart. En

creativiteit en kinderenhorenbij elkaar, ook al lijkt onzemaatschappij dat soms te zijn vergeten. De behoefte aan crea tieve (denk)vormen en -oefeningen was voor ons aanleiding ons verder te ver diepen in creatief onderwijzen en het onderwijzen van creativiteit. Inspiratievondenwevooral in recente ontwikkelingen op onderwijsgebied in het VerenigdKoninkrijk. Allereerst was daar sir Ken Robinson, internationaal expert en voorvechter van creativiteit en innovatie in onderwijs en bedrijfsle ven.Hij schuddedeBritseonderwijswe reld (endaarna de helewestersewereld) wakkermet zijnTED-talks: ‘Do schools kill creativity?’ en ‘How toescapeeduca tion’s death valley’.

We verdiepten ons inCapeUK, eenprogramma omde creatievemoge lijkheden van kinderen en jongeren te verbeteren, ontwikkelddoor een onafhankelijke organisatiemet dezelfde naam.Meer dan 5000 scholen enduizenden schoolleiders en teams inhetVerenigdKoninkrijknamen deel aan het CapeUK-programma. Deelnemende scholen sloegen de handen ineen om de plaats van creativiteit in het curriculum en in de levens van de leerlingen te onderzoeken, en daarbij werd onderscheid

7

HOEBEDENK JEHET?!

gemaakt tussen creatief onderwijzenenhet onderwijzenvan creativiteit. Bij dit laatsteginghet eromkinderen te lerenhoe jecreatief kunt zijnen leerprocessenmet dat doel ingang te zetten. CapeUK organiseerde nationale en regionale samenwerkingspro gramma’s tussen scholen en creatieveprofessionals enhad een leidende rol bij het adviseren van de Engelse regering over creativiteit en onder wijs, wat bijdroeg aan de opname van denkvaardigheid (met creatief denkenalsonderdeel) inde zes sleutelvaardigheden inhet leerplanvoor debasisscholen, het national curriculum. En dan waren er de boeken over creatieve denkvaardigheden van StephenBowkett, docentEngels, auteurenonderwijsadviseurophetge bied van creativiteit en creatief denken, diewe speciale dank verschul digd zijn. Zijn inspirerende ideeën over demanier waarop je kinderen aan het denken kunt zetten, zijn in veel van de oefeningen in dit boek terug te vinden. Goed leren denken ligt naar onze overtuiging aan de basis van in tellectueleenemotioneleontwikkeling, van inventiviteit, invoelingsver mogen en flexibiliteit, allemaal creatieve vaardigheden. Het is in onze optiek een combinatie van logisch, kritisch en creatief denken. Goeddenken isnieuwsgierig zijn, interesse tonen, goede vragen stellen enverbandenzien.Het iswetenhoe jemoetonderzoekenwatkloptenwat niet enhoe je jedenkenkunt sturenommeer engoede ideeën tekrijgen. Beter denken leer je door samen te praten en te denken. Daarvoor moet je afsprakenmet elkaar kunnenmaken, weten hoe je goed kunt luisteren enhoe je kunt zorgendat anderen graag naar jou luisteren. Je moet je in anderen kunnen verplaatsen enweten hoe je hetmet elkaar eens of oneens kunt zijn zonder ruzie tekrijgen. Nóg beter denken leer je als je risico’s durft nemen, als je fantasie en verbeeldingweet in te zetten, als je foutendurftmaken en kunt impro viseren. Alle genoemde vaardigheden zijn nodig om een slagvaardig, goed functionerend en plezierigmens teworden. Tochworden ze op slechts weinig scholen specifiek benoemd en onderwezen. Er zijn kinderen die ze deels al van huis uit hebbenmeegekregen, maar er zijn er veel meer die uit minder stimulerende thuissituaties komen. Maar alle kinderen hebben baat bij lessen waarin samen gedacht, onderzocht en ontdekt kanworden. Dit boek wil leerkrachten en studenten inspireren om op een speel se en creatievemaniermet kinderen tewerken aan denkvaardigheden. Niet als ‘vak apart’maar dooruit tenodigen tot eenopenonderzoeken dedenkhoudingbij alle vakken. Hillegom, juni 2013 JennydeBode enLiaNijman

8

0 Leeswijzer

Hoe ishetboekopgebouwd?

In Deel 1 , dat is opgebouwd uit twee hoofdstukken, gaan we in ophoecreativiteit valt teherken nen en te stimuleren. In hoofd stuk 1 zoeken we een definitie van creativiteit en houden we diverse meningen daarover te gen het licht.We onderscheiden soorten creativiteit en beschrij ven klassensituaties waarin ze aan de oppervlakte komen. Het verband tussen humor en crea tiviteit komt aan de orde, en de manier waarop problemen en obstakels het creatief vermogen kunnen uitlokken. We houden

een pleidooi voor onderwijs dat zichmeer richt op het stimuleren van vaardighedenvanbeidehersenhelftenendesamenwerking tussen func ties inhet brein.We laten zienhoe creativiteit zichkanmanifesteren in de klas en gaan inopde vraagof (enhoe) creativiteit temeten is. De rol van creativiteit in het Engelse nationale leerplan wordt beschreve, en toegelichtmet voorbeelden van goodpractice. Inhoofdstuk2beschrijvenwe creativiteitbevorderende factoren en stra tegieën om creatief denken en onderzoeken in de klas te bevorderen. Hier vind je tips voor het creëren van een klassenklimaat waarin cre atief denken en handelen kunnen bloeien.We geven ook aanwijzingen voor leerkrachtgedragdat eenonderzoekende houdingbij de leerlingen stimuleert. Verder geven we suggesties voor een zodanig gebruik van leerinhoud, werkvormen en beeldende disciplines dat lessen efficiënter en effectiever worden. Ook krijg je tips voor het geven van feedback. Er zijn aanwijzingen opgenomen voor het herkennen van een creatieve leer- en werkhouding en het omgaanmet vooroordelen, eigenwijsheid

9

HOEBEDENK JEHET?!

en eigen verantwoordelijkheid van leerlingen. Met ter afsluiting een pleidooi om aan je eigen creativiteit – en die van het team– te blijven werken. In Deel II besprekenwemanierenwaarop creatief denken in de klas in praktijkkanwordengebracht.Het deel is opgebouwduit vijf subdelen: • In hoofdstuk 3 vind je suggesties voor ‘de klas als denkwerkplaats’ zodat de leerlingen kennis kunnenmakenmet denkvaardigheden en ‘denkgereedschappen’. • Hoofdstuk 4 staan tips en lessuggesties voor avontuurlijke denkles senendenkexperimentenomkinderenenthousiast ennieuwsgierig te maken. • In hoofdstuk 5 komt een aantal basisdenkvaardigheden aan de orde, zoals redeneren, argumenteren en van standpunt veranderen, met daarbij veelwerkvormenom ze teoefenen. • In hoofdstuk 6 beschrijven we denkgereedschappen als denken in analogieën, hypotheses opstellen, filosoferen, combineren, met daar bij opnieuw een schat aanwerkvormenom ze teoefenen. • In hoofdstuk 7 bespreken we denkhulpmiddelen als brainstormen, mindmappen, en andere creatieve technieken met ideewoorden als uitgangspunt, als hulpmiddel om nieuwemogelijkheden of oplossin gen te bedenken. De hierin besproken boekenlegger is achter in het boek te vinden. • Inhoofdstuk 8 gevenwe ‘ontdeksuggesties’ voor kleutergroepen, met als doel de natuurlijke nieuwsgierigheid van jonge kinderen te stimu lerendoormiddel van spel enonderzoek. Via www.coutinho.nl kan een inventarisatie van alle lessugesties inhet boekgedowloadworden. We hanteren in dit boek niet de gangbare tweedeling kritisch denken versus creatief denkenomdatwevanmening zijndat die twee elkaar op grotedelenoverlappen en/of aanvullen. Redenerenbijvoorbeeld,meest al geclassificeerd als kritische denkvaardigheid, kan op een creatieve manierworden ingezet, envisualiserenenmetaforiseren (dieondercre atief denken zoudenmoeten vallen) kunnen in onze optiek deel uitma ken van eenkritischdenkproces. Liever maken we onderscheid tussen denkvaardigheden (hoofdstuk 5), denkgereedschappen (hoofdstuk 6) en denkhulpmiddelen (hoofd stuk 7). Onder basisdenkvaardigheden verstaanwe denkprocessen die aantoonbaar deel uitmaken van de normale ontwikkeling van jonge

Wat jeverdernogmoetweten

10

Leeswijzer

kinderen. De term ‘denkgereedschappen’ gebruikenwe voor manieren waarop aan denkprocessen een bepaalde draai of richting kanworden gegeven, enmet ‘denkhulpmiddelen’ doelenwe op ‘trucs’ om los te ko men van standaarddenkpatronen om zo een nieuwe aanpak of nieuwe ideeën te genereren. Er is hier en daar overlap, daarvan zijnwe ons be wust.

Hoegebruik jeditboek?

• Samen denken is een avontuur waarin je de ander ontmoet enmee neemt. Dat kan speels, spannend en emotioneel zijn, en je weet van tevorennooithoehetuitpakt.Benaderelkeoefeningalseenavontuur lijkonderzoekmet eenonbekendeuitkomst. • Samendenken iseenwederzijdsproces. Staookopenvoorwatdekin deren joukunnen leren. • Dit boek is, met nadruk, geen methode. Het biedt vakoverstijgende lessuggesties, tips en inspiratie. Er is geen vastliggende volgorde, er zijn nauwelijks regels, geen lesplannen of lesprotocollen. Hoewel het een goed idee is om tijduit te trekken voor specifieke denklessen, ko mendenkvaardighedenendenkgereedschappenbij alle lessenvanpas enkunnen zedaar geoefendworden. • Wees alert op ‘gouden momenten’ die je de gelegenheid geven om vaardigheden om samen te denken te beoefenen en grijp die kansen, ook al dienen ze zich aan terwijl je iets anders hadgepland. • Geef gerust een eigendraai aan eenoefening. • Bij alle oefeningen is aangegeven voor welke jaargroepen wij ze ge schikt achten,maardoorde instructies aan tepassen aanhet denkni veauvan jeklas, kun jeals leerkrachtvrijwel alleoefeningenook inho gere of lagere groepen laten ‘werken’. Vertrouwop je eigen creativiteit enonderschat kinderennooit! • Alles wat je aandacht geeft, groeit. Dat geldt zeker ook voor creativi teit. • Jouwenthousiasmeenvertrouwen in jeeigencreatievemogelijkheden en die van de kinderen (alle kinderen!) zijn cruciaal.We geloven dat iederdiezijneigencreativiteitdurft in tezettenom samenmet kinde renopdenkavontuur te gaan, een succes zalmaken van zijn lessen.

11

Deel I

Creativiteit: herkenhet! Stimuleer het!

13

1 Over creativiteit

1.1 Wat is creativiteit?

‘At themoment, insteadof promoting creativity, I thinkwe’re systematically educating it out of our kids.’ –SirKenRobinson

Ondanks de toegenomenwaardetoekenning aan creativiteit in het on derwijs is er nog steeds grote onduidelijkheid ten aanzien van de vraag

watcreativiteit is,waarhetvandaankomt,hoe jehet kunt herkennen enhoehet kanworden aangeleerd of uitgelokt. De term zorgt nogal eens voor verwarring. Vaakwordt creativiteit gebruikt als synoniem voor kunstzinnigheid of artisticiteit. Ten onrechte, want hoewel kunstzinnige mensen vaak (maar niet altijd) creatief zijn, hoeven creatieve mensen niet per sekunstzinnige talenten tehebben. Hoe zit het dan? De definitie van creativi teit blijkt niet eenduidig, en de omschrijvin gen zijn heel divers. Beschikken over het ta lent om nieuwe dingen te verzinnen is er een van. Maar creativiteit is veel meer dan dat. Een andere omschrijving: demogelijkheid tot probleemoplossend denken. Of: creativiteit (Lat. creatio = scheppen) is het vermogen om nieuwe en/of ongebruikelijke oplossingen voor bestaandeproblemen te vinden. En ja, dat zijn zekerookaspectenvancreativiteit.Maar cre

Eengroeppsychologenwildeweten waarin het verschil zat tussen crea tieve mensen en minder creatieve. Zij onderzochtendriemaanden lang twee groepen wetenschappers. De enegroepwerd aangemerkt als cre atief, de andere groep als minder creatief. Er werden talloze vragen gesteld over opvoeding, opleiding, achtergrond en milieu, voorkeuren zoals hun favoriete kleur enzovoort. Het enige verschil dat uiteindelijk werdontdekt,wasdatdegroepcrea tievewetenschappers dacht creatief tezijnendemindercreatieveweten schappersdachtendatniet tezijn.

ativiteit kanop allerlei leefgebiedenworden ingezet–werk, relatie, spel, hobby’s, studie – en daarbij gaat het niet altijd alleen om probleemop lossenddenken. Creativiteit is een eigenschap die we allemaal hebben maar niet al lemaal in dezelfde mate benutten of erkennen. Ieder mens is creatief;

15

1 Q Overcreativiteit

ieder van ons heeft immers als kind gespeeld, en spel is bij uitstek een creatieveactiviteit. In spel gebruik je je fantasie, je leeft je ineen rol in, je uit je verbaal of fysiek, of beide, en vaakop eenuniekemanier. Daarom is het zo leuk om naar spelende kinderen te kijken. Ze spiegelen onze volwassenwereldop een eigen enontwapenendemanier. Kunnenwe een ‘profielschets’maken van creatievemensen?Latenwe ’t eensproberen.Creatievemensenzijnniet altijdmetproblemenoplos

sen bezig. Ze onderzoeken, ze vinden uit, ze verplaatsen zich ineenander, zekunnenvan standpunt veranderen, ze leven zich in. Ze zijnbereidom fouten temakenendaarvan te leren.Zezijnnietbangomzichkwetsbaarop te stellen, om af te gaan. Ze staan open voor nieuwe ideeën, oordelenniet snel en zijnbe reidomdemeningvan een ander inoverwe ging te nemen, te toetsen en te onderzoeken en eventueel hun eigen mening of inzicht aan tepassen.Creatievemensendurvennaar antwoorden te zoeken opmanieren die niet per se voor de hand liggen. Of het nu gaat om een wetenschappelijk of technisch pro bleem, een onderzoek, een beeldend vraag stukof eenprobleem in relationele sfeer: een creatiefmens isbereidomer vanuit verschil lende invalshoekennaar te kijken, het aan te pakkenendoormiddel vanvallenenopstaan (trial-and-error) tot debesteoplossing teko men. Creativiteit zoudus beter omschrevenkun nenworden als een houding. Een levenshou ding die in staat stelt om vanuit een onder zoekende en bevragende positie informatie

te verwerven, deze informatie vanuit een breed perspectief te overden ken en te verwerken, enmet die informatie nieuwe concepten, beelden enoplossingen teontwikkelen.

Graagmeer creativiteitdus…maarbedoelenwehetzelfde?

Als de overheid zegt dat ze creativiteit wil bevorderen, dan bedoelt ze toegepaste creativiteit: creativiteit die tot succesvolle innovaties leidt, die nieuwe bedrijven oplevert met veel banen; creativiteit die goed is voor de economie.

16

1.1 Q Wat iscreativiteit?

Er is een spanningsveld tussen creativiteit in de zin van vrijheid om speels ‘maarwat tedoen’ enaandeanderekantcreativiteitmeteen focus op ideeën die niet alleen origineel, maar ookwaardevol enmaatschap pelijk belangrijk zijn (en geld opleveren). Van kinderen die lekker met verf zitten teknoeien, zeggenwedat zecreatiefbezigzijn, ookal gaathet niet omhet uiteindelijke resultaat, datmisschien zelfs inde prullenbak belandt. In zijnboekMindExpandingnoemtRupertWegerif dit creati viteit type 1 (Wegerif, 2010). De politiek echter heeft een ander doel voor ogen als ze spreekt van creativiteit binnenhet onderwijs. Hier gaat het omhet produceren van waardevolle producten als verslagen, nieuwe ideeën, werkstukken en essays. Dit is creativiteit type 2.Wegerif stelt (enwij met hem) dat het niet mogelijk is om creativiteit type 2 te krijgen zonder eerst een hele boel type 1-creativiteit te hebben ervaren: alledaagse creativiteit als het speels laten opborrelen van veel nieuwe originele ideeën, verbanden en manieren van naar dingen kijken, zonder bezig te zijnmet de vraag of dat noumaatschappelijkwaardevol is of niet. Iedereen die regelmatig kinderen in een klassensituatie bezig hoort, weet dat ze zich graag en veel bezighoudenmet onzin en grappen die niets temakenhebbenmet de taakwaaraan zewerken. Elke leerkracht weet dat het onmogelijk is kinderen een schooltaak te laten uitvoeren zonder dat zij creatief en speels met woorden in de weer mogen zijn. Het lijkt niet te kunnen zonder rijmpjes of alliteratie, gekke liedjes, rare stemmetjes en anderwoordenspel. Soms is dit ‘geklets’ alleenmaar vervelend, vooral als het bedoeld is om af te leiden van de eigenlijke taak, maar even zo vaak kan het om echt grappige en heel slim geïmproviseerde humor gaan, vaak zonder enige vorm van logica.Het doet denken aan tafeltennissen, waarbijmet woorden en grappen gepingpongd wordt. Razendsnel gaan er opmer kingen over enweer, enhet lijkt of de hele groepheeft afgesproken om vooral niets serieus tenemen. Dat gaat samenmet nog zo’n stilzwijgen de afspraak van onderling reageren opwat iemand zegt zonder dat het er direct verbandmee hoeft te hebben; sterker nog, hoe onverwachter of onzinniger, hoe beter. (Overigens is er een treffende overeenkomst tussenwathiergebeurt ende regelsvanhetbrainstormen, zieparagraaf 7.1)Deze ‘pingpongpraat’ iseenmanifestatievancreativiteit type1en is zo ‘gewoon’ onder kinderen en jongeren in hun dagelijkse omgangmet leeftijdgenotendat het verschijnsel gezienmoetworden als denorm. In onderzoek wordt vaak voorbijgegaan aan belang en betekenis van dit soort van-de-hak-op-de-takgesprekken.Want er leidenwel degelijk

Het gebeurt vlakonderonzeneus

17

1 Q Overcreativiteit

wegen vianiet-taakgerichte speelseonzingesprekkennaar overduidelijk productieveklassengesprekken. Met denadrukop goed (= serieus) gedrag inde klaswordendemoge lijkheden vandit dagelijks taalgebruik vankinderenuit het oog verloren doordat de focus ligt op duidelijk kunnen argumenteren en redeneren. Maar zelfs serieus en diepgaand denkwerk hangt af van creativiteit! En hetdagelijks taalgebruikvankinderen–metvindingrijkegedachtespron gen, fantasievolle taalgrappenenwillekeurigeverbanden–zitervolmee! Is het geenuitdagingomdie rijkebron vanmogelijkheden teherkennen en te lerengebruikenvoor educatieveenconstructievedialogen?Enniet te vergeten: voor plezier inhetwerk?Zo komenwe van speelse creativi teit type1naar educatief gewaardeerdecreativiteit type2.

Overde liefde tussenhumor encreativiteit

Humor en creativiteit lijken hand in hand te gaan. Het is zelfs de vraag of creativiteit zon der humorwelmogelijk is.Humorwerkt ont spannend en juist ontspanning enplezier zijn nodig om een sfeer te scheppen waarin met durf onderzocht, geëxperimenteerd en ont dekt kanworden. Een grap of mop is een uitstekende manier om ons op een ander denkpad te brengen. In eerste instantie zijn we geneigd het vertelde verhaal serieus te nemen, en dan ineens is er een onverwachte wending en komt de clou aanhet licht.

Een leraargeeft zijnklasdeopdracht een opstel te schrijvenmet de titel: ‘Als ik een manager zou zijn’. Alle leerlingen beginnen druk te schrij ven, behalve eentje. Deze jongen zit achterovergeleunddekrant te lezen. De leraar spreekthemeropaan: ‘Zou jeniet eensbeginnenaan jeopstel?’ De jongen kijkt verstoord op en antwoordt rustig: ‘Ik wacht opmijn secretaresse.’

Demanierwaaropwenaareensituatieofprobleemkijken,bepaalthoewe over die situatieof dat probleemdenken en ermeeomgaan.We zijn vaak geneigd ommaar in één richting te denken en de anderemogelijkheden buitenbeschouwing te laten. Soms realiserenweons niet eens dat er an deremogelijkhedenzijn totdat er eenvaakabsurdegedachteopkomt… Antwoordengaaneerst volgensde logicaenverwijderenzichdan steeds meer vanhet voor de hand liggende naar het fantastische, het absurde. Als je jeeenklasvoorsteltdieeenvraagkrijgtvoorgelegdmetdevrijheid om erover te fantaseren, dan kun je je het plezier en de pingpongtaal grappenwel voorstellen. Wie vanuit een serieuze invalshoek naar een probleem kijkt, zal niet snelmet eenonverwachteof origineleoplossingkomen. Jehebt een los se sfeer nodig, losheid die gepaard gaat met humor of gekte, waardoor

18

1.1 Q Wat iscreativiteit?

Situatie: een fotovanmensenmet eenparapluop straat.

Vraag: De straat is droog, het regent niet, wat voor reden kunnen ze hebben om onder een paraplu te lopen? • Misschienhebbenzeal eendruppeltjegevoeld. • Deparapludientniet tegende regenmaar tegende zon. • Misschienmoeten ze herkenbaar zijnop een afspraakwaar jemet een paraplumoet komen. • Misschiengaan ze van eenbergje springen engaan zedeparaplu’s als parachutegebruiken. • Misschienwillen zeniet herkendwordendoormensendievanbovenaf kijken (helikopters?). • Misschienvliegendaar ergveel poependevogels. • Misschien gaan ze er een spel mee doen (parapluutje draaien op een plein). • Misschienhebbenze ietsverborgenonderhetscherm (paraplu-terroris me!)

wonderlijke, onverwachte, en soms onlogische standpunten kunnen worden ingenomen.Humor helpt ons om creatiever tedenken. Als lachenontspannendwerkt, waaromwordt er danniet veelmeer ge lachenenbedenkenweniet constant creatieveoplossingenvoor al onze

problemen? Waarom jagen veranderingen ons angst aan en zijnwe bangelijk en serieus geworden terwijl lachen en humor zo goed voor ons zijn? Waarom lacht elk kind dage lijks zo’n drie- tot vierhonderd keer, terwijl volwassenen niet verder komen dan tien tot vijftien keer? Betekent het dat we als volwas senen niets meer leuk vinden? Betekent het dat we niet gelukkig zijn? Of zijn weminder gelukkigomdatwenietmeer lachen? Misschien lachenwe nietmeer zo veel om datwebangzijnombelachelijk tezijn.Vanuit een oeroude overlevingsstrategie zijn we ge neigd ons te conformeren aan de groep, de

Lachen heeft een ontspannende werking op ons lichaam en onze geest. Spieren ontspannen zich en in de hersenen komt endorfine vrij. Dit hormoon, ook wel het ge lukshormoon genoemd, geeft een prettig gevoel, heeft pijnstillen de eigenschappen en helpt tegen stress. Daarnaast is lachen van be lang voor onze sociale contacten. Het iseengoede ijsbreker.

19

1 Q Overcreativiteit

veilige kudde. Gek doen, absurde dingen zeggen, lijkt eng en gevaarlijk enmaakt ons gespannen. Maar om creatief (= anders, ongebruikelijk, onverwacht) te kunnen reagerenmoetenwedurven afwijken vanhet normale. Eenklassensfeer waarin dat kan, waarin dat zelfs gewaardeerd wordt, is in dit verband geen aardigebijkomstigheidmaar eennoodzaak!

Obstakels alsuitdaging

Natuurlijk is het ook belangrijkdatwe ons leren aanpassen. Alswe ons niet aan regels hielden, zou het verkeer een chaos worden, en zouden we weinig voor elkaar krijgen op ons werk. Maar in het creatieve pro ces is het volgen van regels contraproductief.Want daarmee doe jewat anderendoen,mag jeniet afwijken,maak je vergelijkbare producten en ontdek je geennieuwemogelijkheden en technieken. Creativiteit wordt

gestimuleerddoor eenondeugendeof rare in valshoek te kiezen. Door een beetje gek dur ven zijn. En voor wie voor de klas staat: door geregeldaf tewijken van ‘demethode’! De hele dag maak je bewust of onbewust gebruik van je creativiteit. Demanierwaarop je omgaatmet problemen of onverwachte te genslag laat zienhoe creativiteitwerkt enhoe goed je erinbent. Improviseren Bij onverwachteproblemenzijnwe in staat al ternatieven tebedenkenenkunnenwe impro viseren. Hoe groter de problemen, hoe beter wedat kunnen. In crisisomstandigheden verdwijnt de angst vanmensen om belachelijk te lijken. Er is werkelijk een probleem; het is logisch dat niemand zich er nog druk over maakt of het ‘gek’ is wat ze doen. Daar neemt creativiteit

Je bent van plan een bepaald ge rechtklaar temaken. Jedoetdekoel kastopenenkijktwater ligt. Erblijkt vrijwelnietsvoorradig tezijnvanwat je nodig hebt. Er komen drie opties bij je op. Je gaat naar de winkel en schaft de ingrediënten alsnog aan. Je doet de koelkast dicht en besluit eenpizza te latenbezorgen. Jehebt zinomzelf iets te fabricerenmetwat erwél inhuis is. Als jevoorde laatste mogelijkheidgaat, zie je indezesitu atie een kans in plaats van een pro bleem. Jemaakt ietswat jebedenkt terwijl je bezig bent. En vaak valt zo’ngerechtminstenszogoeduitals wanneer je het recept had gevolgd. Jehebt ietsnieuwsgecreëerd.

zijn kans waar. Noodmaakt vindingrijk. Problemen en obstakels kun nenervoor zorgendatwe soepelergaandenken.Niet iedereen is er even sterk in, maar het is beslist te trainen. En moeilijke omstandigheden vergrotendat leervermogen.Onthouddit, het is belangrijk! Het trainen vanflexibel en creatief denken zal niet alleen jou als leer krachtvanpaskomen.Aandekinderendieaan jeworden toevertrouwd,

20

1.2 Q Denkenmethethelebrein

geef je ietsmee dat opheel veel gebieden van hun leven bruikbaar zal zijn: in het sociale verkeer, in hunmanier van leren en werken, bij mentale of fysieke uitdagingen, en in on verwachte omstandigheden van welke aard ook.

Indecrisissituatie inNewOrleans, na de orkaan Katrina, was op het jour naal tezienhoemenseneenduidelijk doodziekedame, liggend ineengro te kanariegele plastic bak, door het waterduwden.Niemandmaaktezich druk over de vraag of het misschien gekofbelachelijkwas.Hetwaseffec tief enheel goedgevonden.

1.2 Denkenmethethelebrein

‘Je kunt het denkproces beschouwenals eenbootje met tweepeddels. Eénpeddel stelt creatief denken voor, deandere kritischdenken. Als jemaar één peddel zou gebruiken, dan zou je in kringetjes rond varen.Omde boot in een voorwaartse beweging te brengenmoet jeallebei jepeddels ombeurten ge bruiken.’

–TimHurson

Onontbeerlijkvooreencreatieve levenshouding ishetactief inschakelen vande rechter hersenhelft. Opvoeding en educatie doen vooral eenbe roepopde linker hersenhelft: daar huizenonder andere ratio en logica, ons taalcentrum, verleden en toekomst. De rechterhelft van ons brein, waar onder andere fantasie, verbeeldingskracht, emotie, creativiteit en bewust inhet hier ennu zijn zetelen, wordt veelminder aangesproken. LeonardodaVinci schreef: ‘De gemiddeldemens kijkt zonder te zien, luistert zonder tehoren, raakt aan zonder te voelen, eet zonder teproe ven, beweegt zonder zichvan zijn lichaambewust te zijn, ademt in zon der iets van stankof geur gewaar teworden enpraat zonder te denken.’ DaVinci heeft het hier over gebrek aan ‘focus’ opwatwedoen; over ge brek aan concentratie, gebrek aan aandacht, gedachteloos dingendoen, je ‘kopernietbijhebben’.Blijkbaar speeldedital indemiddeleeuwen, en het is er inde loopder tijdbeslist niet beter opgeworden.

21

Made with FlippingBook - Online catalogs