00661960009

00661960009

NIVEAU 4 AUTOTECHNIEK Technisch Special ist Bedri jfsauto’s Crebo 93460

k w a l i f i c e r e n d

KWALIFICEREND DOSSIER 8B

Projectbegeleiders, Praktijkbegeleiders en Beoordelaars

Artikelnummer: 00661960009

NIVEAU 4 AUTOTECHNIEK

✓ k w a l i f i c e r e n d

KWALIFICEREND DOSSIER 8B

Modificatie en overdracht

Technisch Specialist Bedrijfsauto’s voor de BOL opleiding

Crebo 93460

artikelnummer 00661960009

Projectbegeleiders, Praktijbegeleiders en Beoordelaars

COLOFON Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Directie en managementteam M.G.L.F. Wouters, L. Fine, B. Huijberts, M. Pelgrum en A. Pijnenburg De volgende docenten hebben meegewerkt aan de totstandkoming van dit kwalificerend dossier E. Camps, A. Pothmann

Werkgroepleider

B.W.M. Grutters

Redactie

M. Brok, B.W.M. Grutters

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s / figuren

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2012 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

12 INHOUD

1 INLEIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT . . . . . . . . . . . 7 2.1 Algemene informatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 2.2 Kwalificering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 2.3 Beoordeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 2.3.1 Wat en hoe . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.3.2 Proces van beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . 11 2.4 Cesuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 2.5 Hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 3 AFNAMECONDITIES . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 3.1 Plaats van uitvoering van de kwalificerende projectwijzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 3.2 Complexiteit van de kwalificerende projectwijzer . . .15 3.3 Omschrijving proces van afname . . . . . . . . . . . . . . . . .16 3.4 Stroomschema proces van afname. . . . . . . . . . . . . . . .20 4 VOORBEREIDING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 4.1 Instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 4.2 Voorbeeld projectopdracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 4.3 Verwerven en vaststellen van de projectopdracht . . .23 5 UITVOERING. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 5.1 Instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 5.2 Uitvoeren van de projectopdracht. . . . . . . . . . . . . . . . .26 5.3 Formulieren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29 6 RESULTAAT. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 6.1 Instructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31 6.2 Beoordelingsformulieren projectopdracht . . . . . . . . .36

7

NEDERLANDS EN MODERNE VREEMDE TALEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47 7.1 Communicatie algemeen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 7.2 Nederlands . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 7.3 Moderne Vreemde Talen (Engels) . . . . . . . . . . . . . . . . .49

8 REKENEN EN WISKUNDE . . . . . . . . . . . . . . . . . 51

9 LEREN, LOOPBAAN, BURGERSCHAP . . . . . . . 53

10 AANVULLENDE INFORMATIE VOOR DE ORGANISATIE . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55 10.1 Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .55 10.2 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op het ROC. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 10.3 Aanvullende informatie voor de verantwoordelijke op de afnamelocatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59 10.4 Aanvullende informatie voor de beoordelaars. . . . . . .61 11 BIJLAGEN. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 BIJLAGE 1 Beoordelingsmethoden. . . . . . . . . . . . . . . .65 BIJLAGE 2 Formulieren goedkeuring en vaststelling beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .73

BIJLAGE 3 BIJLAGE 4 BIJLAGE 5 BIJLAGE 6 BIJLAGE 7 BIJLAGE 8 BIJLAGE 9 BIJLAGE 10 BIJLAGE 11 BIJLAGE 12 BIJLAGE 13 BIJLAGE 14

Handreiking reflectieverslag . . . . . . . . . . .75 Handreiking beoordelingsgesprek . . . . . .77 Begrippen en afkortingen . . . . . . . . . . . . . .79 Overzicht bewijsstukken . . . . . . . . . . . . . . .83 Bezoekformulier . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .85 Evaluatieformulier beoordelaar . . . . . . . . .87 Evaluatieformulier student . . . . . . . . . . . . .89 Voorbeeldopdracht 1 . . . . . . . . . . . . . . . . . .91 Voorbeeldopdracht 2 . . . . . . . . . . . . . . . . . .93 Voorbeeldopdracht 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . .95 Voorbeeldopdracht 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . .97 Voorbeeldopdracht 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . .99

4

KWALIFICEREND DOSSIER

1

1 INLEIDING

Beste student,

Voor je ligt een map met daarin een kwalificerend project van de opleidingTechnisch Specialist Bedrijfsauto’s. Deze projectwijzer is de tweede van de twee kwalificerende projecten; het eerste project is al eerder gerealiseerd. Het is een kwalificerend project. Dat wil zeggen: als je het project volgens de gestelde eisen uitvoert, je jezelf kwalificeert voor het vakmatige deel van de opleidingTechnisch Specialist Bedrijfsauto’s. Samen met Nederlands, Rekenen enWiskunde en Leren, Loopbaan en Burgerschap behaal je daarmee je diploma. Je voert de opdrachten bij alle werkprocessen van het kwalifica- tiedossier uit op school en in het BPV-bedrijf. Het project beslaat een periode van 3 tot 6 maanden. Beoordelaars van zowel het BPV- bedrijf als het ROC, stellen vast of je voldoet aan de gestelde eisen zoals die zijn aangegeven in de beoordelingsformulieren per werk- proces. Hierbij zijn de beoordelings-criteria afgeleid van de eisen die het kwalificatiedossier stelt. Tijdens de uitvoering van het project is de manier van werken hetzelfde als tijdens de opleiding. Iedere betrokkene, student(en), projectbegeleiders, praktijkbegeleiders, vakdocenten en eventuele anderen, beschikken met deze projectwijzer allemaal over dezelfde informatie rondom de werkwijze en de beoordeling in de kwalificerende periode.

5

Modificatie en overdracht

Voor het kwalificeren is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Daartoe adviseren we je deze map te gebruiken als kwalificerend dossier. In deze map kun je de door jou gemaakte producten/diensten met de benodigde beoordelingsformulieren opslaan. Let erop, dat alle formulieren die meetellen om je te kwalificeren, voorzien zijn van een datum, de namen en handtekening van de beoordelaars. Het Regionale Opleidingscentrum (ROC) is verantwoordelijk voor de organisatie rondom jouw kwalificerende periode en heeft de eindverantwoordelijkheid over jouw beoordeling. Voor U ligt de BOL-versie Kwalificerende projectwijzer 8 van de opleiding Technisch Specialist Bedrijfsauto’s . Samen met projectwijzer 7 kan de student zich kwalificeren voor het vakmatige deel van de opleiding. Het is dus een Kwalificerende projectwijzer. Dat betekent, dat de student de projectopdracht volgens de eisen van het kwalificatie dossier moet uitvoeren. De student voert het project uit op school en in de BPV. Als de resultaten voldoen aan de eisen die gesteld worden in het Kwalificatie dossier, heeft de student zich voor het beroepgerichte deel van de opleiding gekwalificeerd. Het verschil tussen de BOL-versie en de BBL-versie is de indeling van de werkprocessen. Er is in de BOL-situatie gekozen voor een andere verdeling van de werkprocessen omdat een BBL student in de werkprocessen van Kerntaak 2 in zijn vooropleiding (niv.3) al geëxamineerd is. Omdat de BOL-leerling voor zowel kerntaak 2 als 3 geëxamineerd wordt, is er gekozen om de werkprocessen die te maken hebben met begeleiding, instructie en kennisdeling zo te beschrijven dat ze ook in een gesimuleerde omgeving zonder “productiedruk” kunnen worden uitgevoerd. Voor het kwalificeren is het van belang dat de student zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. Daartoe adviseren we om een kwalificerende projectmap of een kwalificerend portfolio aan te leggen. Hierin kunnen de gemaakte producten met de benodigde beoordelingsformulieren worden opgeslagen. Mogelijk kan dit ook in een kwalificerend deel van het digitale portfolio. Succes met de uitvoering van dit project. Beste collega,

Veel succes met de begeleiding en beoordeling van dit project.

6

KWALIFICEREND DOSSIER

2

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT

2.1

ALGEMENE INFORMATIE

Voor het kwalificeren is het van belang dat je zelf alle bewijzen verzamelt die daarvoor nodig zijn. In dit dossier kun je de door jou gemaakte producten met de bijbehorende formulieren verzamelen. Mogelijk kun je ook bewijzen opslaan in een kwalificerend deel van je digitale portfolio.

2.2

KWALIFICERING

Met deze projectwijzer werk je aan kerntaak 2 en 3 van het kwalificatiedossierTechnisch Specialist Personenauto’s met de daarbij behorende werkprocessen.

In dit project komen de werkprocessen aan de orde die met de dagelijkse werkzaamhedenin de werkplaats te maken hebben.

KERNTAAK 2: VOERT REPARATIE UIT AAN BEDRIJFSAUTO’S Werkproces 2.6: Ondersteunt en instrueert leerlingen en collega’s bijreparatiewerkzaamheden Werkproces 2.8: Draagt zorg voor kennisdeling over reparatieaangelegenheden binnen het bedrijf

7

Modificatie en overdracht

KERNTAAK 3: STELT DIAGNOSE AAN BEDRIJFSAUTO’S Werkproces 3.4: Ondersteunt collega’s bij het diagnose stellen in de werkplaats Werkproces 3.5: Begeleidt collega bij het diagnose stellen op locatie Werkproces 3.6: Draagt zorg voor kennisdeling over diagnoseaangelegenheden binnen het bedrijf

2.3

BEOORDELING

2.3.1 Wat en hoe

In de kwalificerende projectwijzer worden werkprocessen beoordeeld in relatie met de kerntaak waar ze bij horen. Een werkproces bevat een aantal werkzaamheden die je moet uitvoeren met een gewenst resultaat. In de competenties die bij een werkproces horen, worden eisen gesteld aan je gedrag en aan het resultaat dat je moet behalen.

Kerntaak

Werkproces: omschrijving werkzaamheden met gewenst resultaat

Competenties: omschrijving gedrag met gewenst resultaat

Elk werkproces wordt apart beoordeeld. In hoofdstuk 6 vind je daarom bij elk werkproces een apart beoordelingsformulier.

Om aan te tonen dat je een werkproces beheerst, zul je werkzaamheden uitvoeren en soms een product (dit kan ook het invullen van een formulier zijn) maken. In de beoordelingsformulieren is vastgelegd welke eisen er gelden voor de gevraagde producten. Voor elk van de competenties zijn er beoordelingscriteria voor je gedrag beschreven.

8

KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT

Bij de beoordeling van een werkproces staat voorop dat je werkzaamheden en het resultaat van die werkzaamheden moeten voldoen aan de normen van het bedrijf en de branche. Productbeoordeling De producten (ingevulde controlelijsten, e.d.) moeten voldoen aan alle eventuele wettelijke eisen, die de branche en/of de opdrachtgever stelt. O Onvoldoende Een product is onvoldoende wanneer niet wordt voldaan aan een of meer van de criteria bij het product of aan de gestelde eisen bij de aangegeven competentie(s). V Voldoende Een product is voldoende wanneer wordt voldaan aan de criteria bij het product en aan de gestelde eisen bij de aangegeven competentie(s). Producten worden beoordeeld met O – V – G.

G Goed Een product is goed wanneer het resultaat bovengemiddeld is.

Beoordeling van een competentie Bij elke competentie staat aangegeven welk competent gedrag jij moet laten zien en wat het gewenste resultaat is.

Competenties worden beoordeeld met D - A - G.

D Deels / niet aangetoond competent gedrag Je werkt onvoldoende volgens de gestelde eisen en/of je bent niet voldoende actief en/of je zet te weinig kennis en vaardigheden in. A Aangetoond competent gedrag Je werkt volgens de gestelde eisen, je bent actief en je zet de benodigde kennis en vaardigheden in. G Goed aangetoond competent gedrag Je werkt beter dan de gestelde eisen aangeven, je bent proactief en je zet kennis en vaardigheden bovengemiddeld in.

9

Modificatie en overdracht

Beoordelingsmethoden Bij elke competentie staat aangegeven welke beoordelingsmethode(n) worden ingezet om vast te stellen of jij voldoet aan de gestelde eisen. Er kunnen vijf beoordelingsmethoden worden ingezet. Deze methoden zijn: • Observatie

• Productbeoordeling • Beoordelingsgesprek • Reflectieverslag • Presentatie

10 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT

Begeleiding De manier en het proces van beoordeling kan het best aan de student verduidelijkt worden aan de hand van een concreet formulier uit hoofdstuk 6.

Beoordelaars Bij de beoordeling van onderliggende competenties (tweede deel van het formulier) staat steeds voorop dat het resultaat van de werkzaamheden van de student bruikbaar moet zijn voor het bedrijf(sleven). Bij deze beoordeling wordt steeds gekeken naar de bijdrage aan het totale werkproces.

Observatie wordt altijd als beoordelingsmethode ingezet. Competent gedrag kan alleen via observatie worden beoordeeld.

De beoordelaars die betrokken zijn bij een werkproces bepalen gezamenlijk de uiteindelijke score en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor opmerkingen waarin scores D worden verantwoord. Beoordelaars geven ook, bij de opmerkingen, aan waarom een competentie de score G krijgt. Alle beoordelaars ondertekenen het door hen in overleg gezamenlijk vastgestelde beoordelingsformulier per werkproces. Wanneer een product de score O (onvoldoende) krijgt, dan wordt de productbeoordeling bij de aangegeven competentie(s) automatisch D (deels of niet aangetoond). Dat geldt ook wanneer andere aangegeven producten bij die productbeoordeling wel een score V of G hebben. Door de gehanteerde cesuur wordt de score voor de hele competentie dan automatisch D (zie paragraaf 2.4). Wanneer alle aangegeven producten een score V of G hebben of wanneer er geen productbeoordeling staat aangegeven, voert elke beoordelaar de beoordelingsmethoden uit waarvoor hij wordt ingezet. Een beschrijving van de beoordelingsmethoden en richtlijnen voor de uitvoering daarvan zijn aangegeven in bijlage 1.

2.3.2 Proces van beoordelen

De wijze van beoordelen is de verantwoordelijkheid van jouw eigen ROC. In deze projectwijzer is echter een voorstel gedaan dat aansluit bij de methode zoals dat in de projectwijzers gebruikelijk is. Het ROC dient jou te informeren als er veranderingen zijn.

Voer je een opdracht uit in je leerbedrijf, dan is je leermeester de beoordelaar.

11 Modificatie en overdracht

Je werkplaatsmanager of een collega-leermeester zal mede beoordelen. Kiest de school ervoor om je de taak op school uit te laten voeren, dan zul je beoordeeld worden door externe examinatoren. De beoordeling zal gedaan worden door deskundige beoordelaars. Vanuit het ROC kunnen dat zijn: • de projectbegeleider • de vakdocenten • de instructeur • de BPV-begeleider

Vanuit het bedrijf kunnen dat zijn: • de leermeester • de werkplaatsmanager • de servicemanager

Het ROC en het bedrijf moeten van tevoren aangeven wie jou beoordeelt.

De resultaten van de beoordeling worden ingevuld op de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. Daarop kun je zien wat de criteria voor het beoordelen zijn.

Je hebt te allen tijde het recht van inzage in de door de beoordelaar ingeleverde formulieren met de daarbij behorende beoordeling.

Om in aanmerking te komen voor een diploma moeten alle bewijsstukken door jou worden aangeleverd bij de verantwoordelijke persoon van het ROC. Je weet van tevoren op welk tijdstip dat moet gebeuren. Bewijsstukken zijn: beoordeelde producten, ingevulde beoordelingsformulieren en reflectieverslagen. Een lijst met de bewijsstukken vind je in bijlage 6. Het ROC controleert of je alle bewijsstukken tijdig hebt aangeleverd. Vervolgens beslist de examencommissie op basis van de gehanteerde cesuur (zie paragraaf 2.4) of je geslaagd bent, of je gezakt bent, of dat je recht hebt op een herkansing. De school maakt de uitslag bekend op een vooraf bekend tijdstip.

12 KWALIFICEREND DOSSIER

2 INFORMATIE VOOR DE STUDENT

2.4

CESUUR

Dit betekent de norm waaraan je moet voldoen.

Voor het goed afsluiten van deze projectwijzer geldt de volgende cesuur: • Alle werkprocessen dienen competent te zijn uitgevoerd. Beoordeeld met: ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’. Een werkproces is aangetoond competent uitgevoerd als 55% van de daarbijhorende competenties met ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’ zijn beoordeeld. • Een competentie wordt met ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’ beoordeeld als: – beoordelaars door observatie en eventueel aangevuld met een reflectieverslag en/of een beoordelingsgesprek vastgesteld hebben, dat er competent is gehandeld. (Je hebt laten zien dat je de opdrachten volgens de normen uit de branche kan uitvoeren.) – een eventueel bijbehorend product met een ‘Voldoende’ of ‘Goed’ is beoordeeld. (Een product kan bijv. een lijst of formulier zijn die/dat je moet invullen) • In de projectopdracht zijn de competenties 2.6 K – 2.8 K – 3.4 K – 3.5 N – 3.6 K voor deze taak kritische competenties * en moeten met ‘Aangetoond’ of ‘Goed aangetoond’ zijn beoordeeld. * Kritische competenties zijn competenties die je moet bezitten om te voorkomen dat een auto ‘onveilig de weg op gaat’. Begeleiding Bij de cesuur is uitgegaan van de normenbundel exameninstrumentarium 2009. De kritische competenties moeten zijn aangetoond, omdat zij de basis vormen van goed vakmanschap. De kritische competenties worden op de beoordelingsformulieren aangegeven door middel van een * (sterretje).

2.5

HULPMIDDELEN

Alle gewenste hulpmiddelen zijn toegestaan. Wil je eigen gereedschap, apparatuur of bronnen gebruiken, dan moet je dit overleggen met je beoordelaars.

13 Modificatie en overdracht

Begeleiding De student mag alle gangbare garage-equipement gebruiken. Wil hij ‘eigen’ gereedschap of apparatuur gebruiken, dan kan dit alleen na overleg met de beoordelaars.

14 KWALIFICEREND DOSSIER

3

3 AFNAMECONDITIES

3.1

PLAATS VAN UITVOERING VAN DE KWALIFICERENDE PROJECTWIJZER

• De kwalificerende projectwijzer wordt bij voorkeur in een BPV- bedrijf uitgevoerd, maar jouw ROC kan er ook voor kiezen om een opdracht binnen school uit te laten voeren. • Het ROC kan een eigen projectopdracht aanbieden. Deze wordt dan binnen het ROC uitgevoerd. Hierbij kunnen deelopdrachten in simulatie worden uitgevoerd. • Jouw ROC kan ook voor een andere variant kiezen; dat hoor je van jouw begeleiders.

3.2

COMPLEXITEIT VAN DE KWALIFICERENDE PROJECTWIJZER

De opdrachten in deze kwalificerende projectwijzer zijn geschreven op complexiteitsniveau D - het niveau zoals dat in het kwalificatiedossier beschreven is - en moeten ook op dat niveau worden uitgevoerd. Dat betekent dat: • De taak is opgebouwd als een logisch geheel zoals dat in de BPV gebruikelijk is.

15 Modificatie en overdracht

• Het resultaat en uitvoering van de opdracht na afloop uitgelegd moeten kunnen worden aan de klant. • De student van een Moderne VreemdeTaal naar keuze lezen, luisteren, gesprekken voeren en spreken op niveau B2 en schrijven op niveau A2 opdrachten uitvoert. • De student bij Nederlands lezen, luisteren, gesprekken voeren en spreken op niveau B2 en schrijven op niveau B1 opdrachten uitvoert. Je docent Nederlands kan je hier meer over vertellen.

3.3

OMSCHRIJVING PROCES VAN AFNAME

In deze paragraaf staat hoe het proces van examinering zal plaatsvinden in de tijd. Er is aangegeven welke activiteiten, wanneer plaatsvinden en wie daarbij betrokken zijn. Dat betekent voor jou dat wanneer je iets in dit schema niet snapt, je hierover direct moet overleggen met je begeleiders.

16 KWALIFICEREND DOSSIER

3 AFNAMECONDITIES

Nr. Activiteit

Betrokkenen Documenten

Kwalificerend Dossier Examenreglement van het ROC

Student, Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

1.

Voorbereiden kwalificering • voorlichting geven aan de student over zijn/haar kwalificering • voorlichting geven aan praktijkbegeleider (mits examen in de BPV wordt afgenomen) Verkrijgen van een passende opdracht binnen het ROC of BPV- bedrijf In het ROC of het BPV-bedrijf kan een student een opdracht verkrijgen door: • zelf om een opdracht te vragen in het BPV-bedrijf • een opdracht van school te krijgen Goedkeuring voor de opdracht en van het BPV-bedrijf De vaststellingscommissie van het ROC stelt vast of: • het BPV-bedrijf voldoet (bedrijf is door de examencommissie goedgekeurd) • de werkprocessen compleet, op de juiste wijze en in de juiste complexiteit worden uitgevoerd Opmerking: als er niet aan het bovenstaande wordt voldaan, zal de opdracht moeten worden aangepast en opnieuw worden voorgelegd aan de vaststellingscommissie. Plannen Afstemmen waar er wat wordt uitgevoerd en beoordeeld. Planning afhankelijk van: • aanwezigheid van het gewenste werk • beschikbaarheid betrokkenen Start uitvoering Informeren: • definitieve start van de kwalificerende werkzaamheden • definitieve planning

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 4

Student, Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

2.

Vaststellingscommissie Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 4 Formulier goedkeuring en vaststelling (zie bijlage 2)

3.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 4, 10.1, 10.2

4.

Plan van aanpak/ planning

5 .

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 10.1, 10.2

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

17 Modificatie en overdracht

6.

Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV Student Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 5 Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 2.3, 6, 10.1, 10.2, 10.3 Bijlage 1

Uitvoering opdracht • start kwalificerend dossier • uitvoering van de opdracht(en) Beoordelen door diverse beoordelaars • de beoordelaars observeren de student tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden volgens de voorgeschreven systematiek • beoordelingsformulieren wor- den correct ingevuld en samen met de observatie en eventueel reflectieverslagen, productbe- oordelingen en beoordelingen van de presentatie en verslag- legging beoordelingsgesprek, verzameld in het dossier van de student Opmerking: beoordeling vindt voornamelijk plaats tijdens de uitvoering.

7.

Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 10.3 Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 6 Bewijsstukken

8.

Vaststellen beoordeling • de beoordelaars komen per werkproces tot een gezamenlijke beoordeling Bewijsstukken verzamelen • de student verzamelt alle bewijsstukken in zijn kwalificerend dossier • de student levert zijn

Student Verantwoordelijke ROC

9.

kwalificerend dossier in bij de verantwoordelijke van het ROC

Opmerking: bewijsstukken zijn: afgetekende beoordelingsformulieren per werkproces en de in te leveren resultaten.

Verantwoordelijke ROC Verantwoordelijke BPV

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 5, 10.1

10. Vaststellen bewijsstukken

• controle of alle bewijsstukken aanwezig zijn

(Sub) examencommissie

Kwalificerend Dossier Hoofdstuk 3.3

11. Eindbeoordeling vaststellen

• gekwalificeerd (op basis van cesuur) • niet gekwalificeerd (recht op herkansing bepalen)

18 KWALIFICEREND DOSSIER

3 AFNAMECONDITIES

Allen

Diploma

12. Diplomering

• na afronding vakdossier, Nederlands, Moderne Vreemde Talen, LLB en eventueel andere in het KD genoemde zaken

19 Modificatie en overdracht

3.4

STROOMSCHEMA PROCES VAN AFNAME

20 KWALIFICEREND DOSSIER

4

4 VOORBEREIDING

4.1

INSTRUCTIE

• Het project moet worden uitgevoerd volgens de 4-fasen-methode. – Oriënteren – Plannen – Uitvoeren – Controleren en evalueren • De producten die als resultaat van een werkproces van je worden verwacht, staan telkens onder de opdrachtomschrijving van het werkproces vermeld. • De criteria, die bepalen of werkzaamheden als voldoende kunnen worden beoordeeld, staan in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. • De indicatoren, om door middel van observatie te beoordelen of je competent hebt gehandeld, staan ook in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. • De producten (ingevulde controlelijsten, e.d.) moeten voldoen aan alle eventuele wettelijke eisen, die de branche en/of de opdrachtgever stelt. Producten worden beoordeeld met O-V-G. • De beoordelingsmethode met D-A-G impliceert dat er ook gekeken wordt naar de mate waarin je actief bent en de mate waarin je kennis en vaardigheden inzet. Deze methode staat omschreven in bijlage 1.

21 Modificatie en overdracht

4.2

VOORBEELD PROJECTOPDRACHT

AlsTechnisch Specialist Bedrijfsauto’s ben je eindverantwoordelijk voor het deskundig uitvoeren van de aan jou toegewezen werkzaamheden. Je bent organiserend, controlerend en coachend voor je collega-technici. Verder ben je er verantwoordelijk voor dat nieuw verworven kennis geordend wordt en gemakkelijk toegankelijk is voor collega’s. Je moet kennisoverdracht en begeleiding zo uitvoeren dat collega’s steeds minder hulp nodig hebben en in toenemende mate zelfstandig hun (diagnose) problemen kunnen oplossen. Indien anderen het werk uitvoeren, controleer jij de kwaliteit. Begeleiding De student dient een klantgerichte, servicegerichte en lerende instelling te bezitten. Goede communicatieve vaardigheden, flexibiliteit, maar vooral ook een hoge kwaliteitsnorm en een focus op het oplossen van problemen zijn ook belangrijke waarden voor de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s. Dit omdat de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s vooral de zware en vage problemen toegewezen krijgt. Het werk verlangt daarnaast ook planmatig inzicht, snel kunnen werken, kostenbewustzijn en verantwoordelijkheidsgevoel ten opzichte van zijn eigen werk en dat van anderen. De student moet over buitengewoon goede communicatieve vaardigheden beschikken, omdat hij verantwoordelijk is voor de overdracht van nieuwe technische kennis aan collega’s en daarnaast vaak de technische contactpersoon is voor klanten, chauffeurs en andere externe relaties. Hij heeft veel credits bij de klant/chauffeur, omdat hij met zijn deskundigheid de klant/ chauffeur kan overtuigen van de noodzaak van bepaalde werkzaamheden aan het voertuig. Hij moet wel kostenbewust zijn als het gaat om garantie en kosten van een (reparatie)voorstel. Van groot belang is verder dat hij geen 9-tot-5 mentaliteit heeft en dat hij bereid is door te gaan tot de klus geklaard is, ook onder soms barre omstandigheden (in weer en wind langs de kant van de weg). Ook is van belang dat de Technisch Specialist Bedrijfsauto’s, in samenspraak met de Serviceadviseur, op de hoogte is van de klant- en voertuiggegevens, zodat hij in zijn directe contacten met de klant/chauffeur kan aansluiten bij de geplande onderhoudsbezoeken aan de werkplaats en eventuele terugroepacties. Dit om werkzaamheden te kunnen combineren en daarmee onnodige stilstand tegen te gaan.

22 KWALIFICEREND DOSSIER

4 VOORBEREIDING

Opdracht Voer een projectopdracht uit op een van tevoren afgesproken bedrijfsauto. Je achterhaalt zelfstandig de benodigde informatie en procedures voor de reparatie. De projectopdracht kan uit één of meerdere deelopdrachten bestaan. Je kiest zelf de benodigde hulpmiddelen, gereedschappen en testapparatuur. Het resultaat is dat: • Je leerling-monteurs en collega’s die met hun diagnosewerkzaamheden zijn vastgelopen zodanig ondersteunt en instrueert dat zij zo snel mogelijk hun werkzaamheden zelfstandig kunnen voortzetten. • Je collega`s, op locatie, telefonisch of online ondersteunt zodat zij zelfstandig de diagnose kunnen stellen en een reparatieadvies kunnen geven. • Je zorgt voor kennisdeling binnen het bedrijf. • Je overlegt met je BPV-bedrijf over de werkzaamheden die je tijdens je kwalificerende projectwijzer in het BPV-bedrijf kan uitvoeren. • Daarna vul je het aanvraagformulier in en lever je dat in bij jouw BPV-docent. Je spreekt af op welke termijn je de goedkeuring krijgt. • Je overlegt met je begeleider welke opdracht je op school tijdens je kwalificerende projectwijzer kunt uitvoeren. • Op het vaststellingsformulier PT2.1 (bijlage 2) wordt van te voren vastgelegd welke opdracht uitgevoerd moet worden. • Je spreekt af op welke termijn je een bevestiging krijgt om met de opdracht te starten. • Je start pas met de uitvoering van je kwalificerende projectopdracht als hiervoor door de BPV-docent toestemming is gegeven. Voorbeelden van opdrachten vind je in bijlage 10 t/m 14. 4.3 VERWERVEN EN VASTSTELLEN VAN DE PROJECTOPDRACHT

23 Modificatie en overdracht

24 KWALIFICEREND DOSSIER

5

5 UITVOERING

5.1

INSTRUCTIE

Je gaat nu de kwalificerende projectwijzer uitvoeren. Dat doe je volgens de gebruikelijke 4-fasen-methode. Als er onduidelijkheden zijn in de opdracht, overleg je dat met je beoordelaar voordat je met het werk begint. Merk je tijdens de uitvoering van het werk dat er iets niet klopt, jij (of je collega) hebt bijvoorbeeld een verkeerd onderdeel gekregen, er is een testapparaat defect, er is geen recente werkplaatsinformatie aanwezig of je presentatie werkt niet, dan overleg je dat direct met je beoordelaar en niet na afloop van het werk. De opdracht kan, als je hem niet kunt uitvoeren in het BPV bedrijf, op je ROC gedaan worden. Jouw collega’s worden dan studenten van een ander leerjaar en/of een ander niveau. Indien je de opdracht op je ROC doet, maak je evengoed gebruik van het goedkeuringsformulier PT2.1. (bijlage 2.)

25 Modificatie en overdracht

5.2

UITVOEREN VAN DE PROJECTOPDRACHT

De taak bestaat uit het ondersteunen van je collega’s bij het stellen van een diagnose en het uitvoeren van reparaties. Verder bestaat de taak uit het delen van kennis door middel van het organiseren van interne bijeenkomsten. Je kunt hiervoor vooraf deelnemen aan fabrieks- of importeurstrainingen of je kennis verwerven uit diverse autotechnische bronnen. De interne bijeenkomst kan zowel praktisch als theoretisch worden gegeven. Begeleiding Tijdens het ondersteunen van collega’s zijn alle gangbare testers en uitleesapparatuur toegestaan. Bij het gebruik van uitleesapparatuur die het defecte component of slecht functionerende subsysteem aangeeft, moet de student of zijn collega een tweede check uitvoeren. Dit kan door het component dóór- of óp te meten. Storingen in elektrische- of elektronische systemen kunnen met bijvoorbeeld een scoopmeter getest worden. In ieder geval moet de oorzaak van de storing achterhaald worden.

Het raadplegen van derden (experts) kan in sommige gevallen nodig zijn. Dit moet op het beoordelingsformulier bij ‘Opmerkingen’ worden vermeld.

De interne bijeenkomst kan worden uitgevoerd met behulp van een PowerPoint presentatie. De bijeenkomst kan ook plaatsvinden in de vorm van een demonstratie aan een voertuig.

Opdracht • Let erop of leerlingen of (minder ervaren) collega’s vastlopen bij het uitvoeren van hun reparatiewerkzaamheden. Biedt ze hulp en ondersteuning aan. • Organiseer een interne bijeenkomsten voor collega-technici waarbij je de informatie en kennis die je op trainingen hebt opgedaan met hen deelt. Deze informatie en kennis breng je ook ‘ad hoc’ over bij nieuwe collega’s. • Let erop of leerlingen of (minder ervaren) collega’s vastlopen bij het uitvoeren van hun diagnosewerkzaamheden. Biedt ze hulp en ondersteuning aan. • Je geeft een collega, op locatie, telefonisch of online ondersteuning bij zijn diagnose werk. • Organiseer een interne bijeenkomst voor collega-technici waarbij je de informatie en kennis die je op trainingen m.b.t. diagnose

26 KWALIFICEREND DOSSIER

5 UITVOERING

hebt opgedaan met hen deelt. Deze informatie en kennis breng je ook ‘ad hoc’ over op nieuwe collega’s.

Met als resultaat dat: • de collega’s door ondersteuning bij problemen meer (vaktechnisch) inzicht in hun werk hebben gekregen. • je collega’s op locatie telefonisch of online ondersteunt waardoor zij hun diagnosewerkzaamheden sneller kunnen uitvoeren. • de collega’s door ondersteuning bij problemen meer (vaktechnisch) inzicht in hun werk hebben gekregen. • Je jouw collega’s voortdurend ’up-to-date‘ houdt van relevante veranderingen en vernieuwingen in de bedrijfsautotechniek. Werkproces 2.6 Je hebt vastgelopen leerlingen en collega’s ondersteund, waardoor zij meer inzicht in de aard en aanpak van hun reparatiewerkzaamheden hebben verworven en zelfstandig verder kunnen met hun opdracht.

Bewijsstukken voor je kwalificerend dossier:

Reflectieverslag

Werkproces 2.8 Jij en collega’s zijn op de hoogte van de meest relevante en up- to-date kennis van de bedrijfsautotechniek binnen en kunnen deze kennis in jullie werkzaamheden toepassen.

Uitnodiging voor de bijeenkomst

Formulier PT 2.3 Formulier PT 2.4 Beoordelingsgesprek

Bewijsstukken voor je kwalificerend dossier:

Werkproces 3.4 Je hebt vastgelopen leerlingen/collega’s ondersteund bij hun werkzaamheden, waardoor zij meer inzicht in de aard en aanpak van de diagnosewerkzaamheden hebben verworven en zelfstandig verder kunnen met hun opdracht.

Bewijsstukken voor je kwalificerend dossier:

Reflectieverslag

27 Modificatie en overdracht

Werkproces 3.5 Je hebt jouw collega telefonisch of online geïnstrueerd en begeleid, hierdoor kan hij zelfstandig de diagnose stellen op locatie en advies uitbrengen voor verdere reparatie.

Kopie informatie Reflectieverslag

Bewijsstukken voor je kwalificerend dossier:

Werkproces 3.6 Jij en je collega’s zijn op de hoogte van de meest relevante en up- to-date kennis van de bedrijfsautotechniek en kunnen deze kennis in jullie werkzaamheden toepassen.

Uitnodiging voor de bijeenkomst

Formulier PT2.3 Formulier PT 2.4 Beoordelingsgesprek

Bewijsstukken voor je kwalificerend dossier:

28 KWALIFICEREND DOSSIER

5 UITVOERING

5.3

FORMULIEREN

Formulier PT2.3

Bronvermelding

Titel, auteur, datum van uitgave, webadres

Toelichting In het bronvermeldingformulier noteer je de verschillende bronnen die je hebt geraadpleegd. Noteer hiervoor de titel van het boek/ tijdschrift, eventueel de schrijver en de datum van uitgave of het nummer en de jaargang. Maak je gebruik van bronnen op het internet, noteer dan het webadres en eventueel de naam van de schrijver/uitgever.

Overleg dit formulier met je beoordelaar. Voeg het formulier toe aan je beoordelingslijst.

Begeleiding Het bronvermeldingformulier PT 2.3 wordt beoordeeld en dient ter ondersteuning van competenties: P (Leren) in werkproces 3.5.

29 Modificatie en overdracht

Formulier PT2.4

Evaluatieformulier Trainingen

Naam trainer :

Datum :

Locatie:

:

U kunt aankruisen hoe tevreden u bent over:

De trainer

Onvoldoende Voldoende

Goed

Deskundigheid van de trainer Wijze van presenteren Gebruik van voorbeelden

Eventuele toelichting:

Inhoud van de training

Onvoldoende Voldoende

Goed

Trainingsopzet Aansluiting op de praktijk Behandelde onderwerpen Gebruikte werkvormen Afwisseling

Eventuele toelichting:

Hoe waardeert u de training in zijn totaliteit? ‡ onvoldoende ‡ voldoende ‡ goed

Heeft u verder nog opmerkingen:

30 KWALIFICEREND DOSSIER

6

6 RESULTAAT

6.1

INSTRUCTIE

In paragraaf 2.3 wordt de manier van beoordelen in de kwalificerende periode omschreven. In deze paragraaf wordt uitgelegd wat er in de beoordelingsformulieren staat en wat er waar wordt ingevuld. Beoordelaars beoordelen jouw getoonde gedrag en jouw check/ controlelijsten uitsluitend op basis van de eisen die zijn aangegeven in het beoordelingsformulier. Zij beoordelen op basis van eigen waarneming en geconstateerde feiten. Voor elk werkproces is er een apart beoordelingsformulier.

31 Modificatie en overdracht

Hier staat het nummer van het werkproces.

Beoordelingsformulier werkproces nr Student:

Hier komen je gegevens.

Studentnummer:

Cohort:

Opleidingsinstituut:

BPV-bedrijf:

Hier komen de gegevens over je opleiding.

Kwalificatiedossier Uitstroomrichting

Crebo nr.

Studierichting Kerntaak nr

Naam kerntaak Werkproces nr Naam werkproces

Omschrijving werkproces

Hier staan de belangrijkste kenmerken van je werkzaamheden bij het werkproces Hier staat het gewenste resultaat van het werkproces

Uitleg bij D-A-G vind je in par. 2.3.

Gewenst resultaat

Eindbeoordeling

D-A-G

Competent uitvoeren van werkproces nr

Hier komt de eindscore van het werkproces op basis van de regels (cesuur) in par. 2.4.

Opmerkingen: Wanneer beoordelaars bij een van de competenties een score D geven, dan staat hier aangegeven waarom dat zo is. Wanneer beoordelaars bij een van de competenties een score G geven, dan kunnen zij dit hier toelichten.

Ondertekening

Eerste beoordelaar Tweede beoordelaar Student (gezien)

Naam

Functie

Je beoordelaars ondertekenen het ingevulde formulier. Jij ondertekent het ingevulde formulier voor gezien.

Datum

Handtekening

32 KWALIFICEREND DOSSIER

6 RESULTAAT

Een product is gekoppeld aan een of meer competenties. De eisen bij de competenties gelden ook voor het product.

Onderliggende beoordelingen bij werkproces nr

Uitleg bij O-V-G vind je in par. 2.3.

Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product Criteria

Comp. O-V-G

Bij elk van de producten staan hier de aanvullende eisen vermeld.

Hier staan een of meer producten die je maakt bij die werkproces.

Beoordeling met criteria van reflectieverslag en beoordelingsgesprek Product Criteria Comp. D-A-G

Competentiebeoordeling

Beoordelingsmethode D-A-G

Competentie Hier staat beschreven wat de eisen voor je gedrag zijn en wat het gewenste resultaat van je gedrag is.

Hier staan een of meer beoordelingsmethoden

aangegeven. Voor uitleg zie bijlage 1.

Competentie Hier staat beschreven wat de eisen voor je gedrag zijn en wat het gewenste resultaat van je gedrag is.

Hier staan een of meer beoordelingsmethoden

aangegeven. Voor uitleg zie bijlage 1.

Competentie Hier staat beschreven wat de eisen voor je gedrag zijn en wat het gewenste resultaat van je gedrag is.

Hier staan een of meer beoordelingsmethoden

aangegeven. Voor uitleg zie bijlage 1.

33 Modificatie en overdracht

Beoordelaars Bij de beoordeling van onderliggende competenties (tweede deel van het formulier) staat steeds voorop dat het resultaat van de werkzaamheden van de student bruikbaar moet zijn voor het bedrijf(sleven). Bij de beoordeling van de onderliggende competenties wordt steeds gekeken naar de bijdrage aan het totale werkproces.

Observatie wordt altijd als beoordelingsmethode ingezet. Competent gedrag kan alleen via observatie worden beoordeeld.

De beoordelaars die betrokken zijn bij een werkproces bepalen gezamenlijk de uiteindelijke score en zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor opmerkingen waarin scores D worden verantwoord. Beoordelaars geven bij de opmerkingen ook aan waarom een werkproces de score G krijgt. Alle beoordelaars ondertekenen het door hen in overleg gezamenlijk vastgestelde beoordelingsformulier per werkproces. Wanneer een product de score O (onvoldoende) krijgt, dan wordt de productbeoordeling bij de aangegeven competentie(s) automatisch D (deels of niet aangetoond). Dat geldt ook wanneer andere aangegeven producten bij die productbeoordeling wel een score V of G hebben. Door de gehanteerde cesuur wordt de score voor de hele competentie dan automatisch D (zie paragraaf 2.4). Wanneer alle aangegeven producten een score V of G hebben of wanneer er geen productbeoordeling staat aangegeven voert elke beoordelaar de beoordelingsmethoden uit waarvoor hij wordt ingezet. Een beschrijving van de beoordelingsmethoden en richtlijnen voor de uitvoering daarvan zijn aangegeven in bijlage 1.

34 KWALIFICEREND DOSSIER

6 RESULTAAT

Begeleiding De beoordeelde lijsten en kopieën worden als extra bewijsstukken opgenomen bij de beoordelingsformulieren. De manier van beoordelen staat in §2.3.

Beoordelingsformulieren ordenen per werkproces • Waarin opgenomen de methodemix:

– observatie aan de hand van observatiecriteria waarbij minimaal de componenten van de competenties en de naar beoordelingscriteria omgeschreven prestatie- indicatoren worden weergegeven – productbeoordeling aan de hand van duidelijk gestelde beoordelingscriteria Beoordelaars vinden in paragraaf 10.4 verdere instructies voor beoordelaars. Uitgangspunten beoordelingsformulier • Formulier is per werkproces, omdat het gaat over het competent uitvoeren van een werkproces. • Productbeoordeling is primair gekoppeld aan het werkproces en wordt vervolgens gekoppeld aan de bijbehorende competenties. • De competenties zijn onlosmakelijk verbonden aan het werkproces. • Formulier is in ‘Word’ opgemaakt. U kunt het downloaden bij: www.consortiumbo.nl/ kwalificerendmateriaal.

35 Modificatie en overdracht

6.2

BEOORDELINGSFORMULIEREN PROJECTOPDRACHT

36 KWALIFICEREND DOSSIER

6 RESULTAAT

Beoordelingsformulier werkproces 2.6 Student:

Studentnummer:

Cohort:

Opleidingsinstituut:

BPV-bedrijf:

Kwalificatiedossier Technisch specialist Uitstroomrichting

Crebo nr. 93460

Studierichting Kerntaak 2

Voert reparaties uit aan bedrijfsauto’s

Werkproces 2.6

Ondersteunt en instrueert collega’s bij reparatiewerkzaamheden

Omschrijving werkproces

• Merkt op wanneer leerlingen of (minder ervaren) collega’s vastlopen in hun reparatiewerkzaamheden en biedt uit eigen beweging hulp en ondersteuning. • Stelt gerichte vragen, doet desgewenst werkzaamheden

voor en geeft suggesties voor het vinden van nadere informatie en het vervolg van de werkzaamheden. • Maakt een afweging tussen leereffect en kosten. • Bij tijdsdruk kan hij het probleem beter en sneller zelf oplossen, maar zal een volgende keer opnieuw een beroep op hem gedaan worden. • Bij twijfel overlegt hij met zijn leidinggevende. Gewenst resultaat De collega heeft meer inzicht in de aard en aanpak van de reparatiewerkzaamheden verworven en kan zelfstandig verder met zijn opdracht.

Eindbeoordeling van werkproces 2.6

D-A-G

Opmerkingen:

Ondertekening

Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Eerste beoordelaar

Naam

Functie

Datum

Handtekening

37 Modificatie en overdracht

Onderliggende beoordelingen bij werkproces 2.6

Productbeoordeling met criteria van reflectieverslag Product Criteria

Comp. O-V-G

Reflectieverslag over begeleiden

• Volgens STARRT-methode uitgevoerd (bijlage 3). • Verklaar waarom je besluit om je collega hulp aan te bieden. • Verklaar hoe ver de aangeboden hulp strekt. • Reflectieverslag taalkundig op het juiste niveau. • Volgens STARRT-methode uitgevoerd (bijlage 3). • Geef een overzicht van volgens jou relevante informatiebronnen. • Geef aan hoe jouw collega/leerling hiervan kan leren. • Kan de bedrijfseisen en procedures toelichten.

C

Reflectieverslag over samenwerken en overleggen

E

Beoordeling: Werkproces 2.6

Product en beoordelings- methoden

O-V-G D-A-G

C. Begeleiden Je herkent wanneer een leerling/collega vastloopt bij het uitvoeren van zijn taken en biedt de nodige ondersteuning. Het resultaat is: dat je collega zelfstandig verder kan met zijn opdracht.

Reflectieverslag

E. Samenwerken en overleggen Je wijst op eigen initiatief collega’s en leerlingen op autotechnische tips, aanwijzingen en informatiebronnen. Het resultaat is:

Reflectieverslag

dat zij hun problemen kunnen oplossen en hun vakbekwaamheid verder kunnen ontwikkelen.

K. Vakdeskundigheid toepassen* Je bent bereid eigen autotechnische kennis en ervaring op begrijpelijke wijze aan leerlingen/collega’s over te dragen en doet dit ook. Het resultaat is: dat je goed uitlegt wat de beste werkwijze is en dit demonstreert in de praktijk.

Observatie

V. Met druk en tegenslag omgaan Je blijft onder (tijds)druk je eigen werkzaamheden geconcentreerd en zorgvuldig uitvoeren. Het resultaat is: dat de bedrijfsauto op de afgesproken tijd klaar is.

Reflectieverslag

38 KWALIFICEREND DOSSIER

6 RESULTAAT

Beoordelingsformulier werkproces 2.8 Student:

Studentnummer:

Cohort:

Opleidingsinstituut:

BPV-bedrijf:

Kwalificatiedossier Uitstroomrichting

Technisch specialist

Crebo nr. 93460

Studierichting Kerntaak 2

Voert reparaties uit aan bedrijfsauto’s

Werkproces 2.8

Draagt zorg voor kennisdeling over reparatie-aangelegenheden binnen het bedrijf • Volgt fabrieks- of importeurstrainingen op het gebied van nieuwe modellen, technieken, methoden en hulpmiddelen. • Verzamelt en selecteert de belangrijkste informatie en organiseert interne bijeenkomsten voor collega’s. • Brengt collega’s op de hoogte van de laatste technologische ontwikkelingen. • Wanneer ‘ad hoc’ blijkt dat collega’s nieuwe informatie nodig hebben kan deze vorm van kennisoverdracht tijdens het werk voorkomen. De Technisch Specialist Bedrijfsauto’s en collega-technici zijn op de hoogte van de meest relevante en up-to-date kennis van de autotech- niek en kunnen deze in hun werkzaamheden toepassen.

Omschrijving werkproces

Gewenst resultaat

Eindbeoordeling van werkproces 2.8

D-A-G

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

39 Modificatie en overdracht

Onderliggende beoordelingen bij werkproces 2.8

Productbeoordeling met criteria en koppeling aan competentie Product Criteria

Comp. O-V-G

Uitnodiging voor de bijeenkomst Bronvermeldings- formulier PT2.3 Evaluatieformulier PT2.4

• Voldoet aan eisen van de branche en het bedrijf.

E

• Formulier volledig ingevuld en met relevante informatie ingevuld. • Formulier is door de student juist toegelicht en ingezet.

P

M

Beoordeling met criteria van beoordelingsgesprek Product Criteria

Comp. O-V-G

Beoordelings- gesprek

• Volgens STARRT-methode uitgevoerd (bijlage 4). • Kan uitleggen hoe en welke bronnen gebruikt zijn voor de eigen ontwikkeling. • Kan nieuwe ontwikkelingen en diensten toelichten.

P

Beoordeling: Werkproces 2.8

Product en beoordelings- methoden Uitnodiging voor de bijeenkomst Observatie

O-V-G D-A-G

E. Samenwerken en overleggen Je organiseert op eigen initiatief interne bijeenkomsten waarin je collega’s informeert. Het resultaat is: dat zij op de hoogte zijn van de laatste relevante autotechnische ontwikkelingen. K. Vakdeskundigheid toepassen* Je draagt nieuwverworven technische kennis en ervaring over nieuwe modellen, apparatuur en werkmethoden over op collega’s. Je legt goed uit wat de beste werkwijze is, beantwoordt vragen en demonstreert dit in de praktijk. Het resultaat is: dat je collega’s geïnstrueerd zijn. M. Analyseren Je scheidt hoofd- en bijzaken in de nieuwverworven technische informatie en brengt deze terug tot gestructureerde en voor je collega’s hanteerbare eenheden. Het resultaat is: dat je collega’s deze informatie begrijpen. P. Leren Je neemt zelf initiatieven om ontwikkelingen op je vakgebied te verzamelen en te selecteren en je vakkennis en vaardigheden op het gewenste peil voor jouw functioneren te houden. Je toont hierbij interesse in nieuwe ontwikkelingen op autotechnisch gebied. Het resultaat is: dat je op de hoogte bent van nieuwe producten en diensten.

Observatie

Formulier PT2.4 Observatie

Formulier PT2.3 Beoordelingsgesprek

40 KWALIFICEREND DOSSIER

6 RESULTAAT

Beoordelingsformulier werkproces 3.4 Student:

Studentnummer:

Cohort:

Opleidingsinstituut:

BPV-bedrijf:

Kwalificatiedossier Uitstroomrichting

Technisch specialist

Crebo nr. 93460

Studierichting Kerntaak 3

Stelt diagnose aan bedrijfsauto’s

Werkproces 3.4

Ondersteunt en instrueert collega’s bij het stellen van een diagnose • Merkt op wanneer collega’s vastlopen in hun diagnose- werkzaamheden en biedt uit eigen beweging hulp en ondersteuning. • Stelt gerichte vragen, doet desgewenst werkzaamheden voor en geeft suggesties voor het vinden van nadere informatie en het vervolg van de werkzaamheden. • Maakt een afweging tussen leereffect en kosten. • Bij tijdsdruk kan hij de diagnose beter en sneller zelf stellen , maar in dat geval zal een volgende keer opnieuw een beroep op hem gedaan worden. • Bij twijfel overlegt hij met zijn leidinggevende. De collega heeft meer inzicht in de aard en aanpak van de diagnose- werkzaamheden verworven en kan zelfstandig verder met zijn opdracht.

Omschrijving werkproces

Gewenst resultaat

Eindbeoordeling van werkproces 3.4

D-A-G

Opmerkingen:

Ondertekening

Eerste beoordelaar Tweede beoordelaar

Student (gezien)

Naam

Functie

Datum

Handtekening

Modificatie en overdracht 41

Made with