CZW2PW30003

Pedagogisch medewerker KO3 Examen 2.3 CZW2PW30003

Beroepsprestatie 2.3 Planmatig werken

(2010-pm-3-ko-bp2.3)

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang | Niveau 3

Beroepsprestatie

2.3

Planmatig werken (2010-pm-3-ko-bp2.3)

Opleiding: Niveau Fase

Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang 3 2

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Dagelijks bestuur en managementteam P. Foppen L. Fine

B. Huijberts M. Pelgrum A. Pijnenburg

Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans

Ontwikkelaars van deze fase B. Akkermans A. Mulder M. Verkade

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp Henny Witjes (Studio Blanche)

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Bestelnummer CZW2PW30003

0693129879

© 2010 Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & AG

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vereenvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enigerlei wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier zonder voorafgaande toestemming van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg en Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg.

Inhoud

Beroepsprestatie 2.3 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................7

Het resultaat. ...................................................................8

Beoordelingslijst...............................................................9

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

Beroepsprestatie 2.3

Planmatig werken

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.1

N

Inventariseert de situatie en wensen van het

Onderzoeken

kind/de jongere

R

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

1.3

E

Maakt een plan van aanpak

Samenwerken en overleggen

J

Formuleren en rapporteren

3.3

E

Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

Samenwerken en overleggen

Q

Plannen en organiseren

3.8

D

Evalueert de werkzaamheden

Aandacht en begrip tonen

J

Formuleren en rapporteren

M

Analyseren

Typering Het methodisch begeleiden van kinderen bij verzorging, ontwikkeling en opvoeding is een belangrijke taak van de pedagogisch medewerker kinderopvang. De pedagogisch medewerker draagt bij aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind. Een kind kan zich het beste ontwikkelen in een veilige en stimulerende omgeving. Binnen de groep zorgt de pedagogisch medewerker hiervoor. De pedagogisch medewerker houdt in de begeleiding rekening met de wensen en behoeften van het kind en respecteert de eigenheid van het kind. Om de ontwikkeling van het kind te bevorderen, stimuleert zij de cognitieve, motorische, sociale en emotionele ontwikkeling. Begeleiden doet de pedagogisch medewerker niet alleen. Ze werkt nauw samen met teamgenoten en ouders. Bij de uitvoering van de werkzaamheden is een goede taalbeheersing van groot belang. Whitley is stagiaire op de peutergroep van kinderdagverblijf ‘De Teddybeer’. Het valt haar op dat Renske (3 jaar) wel erg vaak naar het toilet wil en dat ze altijd mag van de leidster. Ook speelt Renske vaak alleen in een hoekje. Toen Whitley ging voorlezen aan een groepje kinderen heeft zij geprobeerd Renske hierbij te betrekken, maar Renske wilde niet. Whitley bespreekt het gedrag van Renske met haar begeleider. Het blijkt dat er in het team nog geen duidelijke afspraken gemaakt zijn over de begeleiding van Renske. Na overleg wordt besloten dat het team een plan van aanpak voor Renske gaat opstellen. Als voorbereiding hierop gaat Whitley Renske observeren.

5

PLANMATIG WERKEN

TIP: Lees de opdracht en het resultaat eerst door voordat je met de planning begint.

Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

Plan een datum voor het voortgangsgesprek met je beoordelaar.

Oriënteren en Plannen Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

GO / NO GO

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

6

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - FASE 2

De opdracht

A. De totale opdracht voer je uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van planmatig werken worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Kies in overleg met je begeleider twee kinderen uit jouw groep die je gedurende een afgesproken periode gaat verzorgen en begeleiden. Dit doe je op methodische wijze. Kies indien mogelijk twee kinderen van verschillend geslacht en verschillende leeftijd. Verzamel informatie over de zorg- en begeleidingsbehoefte van beide kinderen. Gebruik daarvoor verschillende bronnen. Maak vervolgens als inleiding op opdracht C. een persoonsbeschrijving van de door jou gekozen kinderen. C. Verzamel informatie door het observeren van beide kinderen aan de hand van een observatieplan. Bespreek dit observatieplan met je begeleider. Maak indien mogelijk gebruik van een observatiemethode van jouw praktijkadres. Je voert naar aanleiding van je observatieplan een observatie uit bij de twee kinderen om specifieke informatie over de zorg- en begeleidingsbehoefte te verzamelen. Je trekt hieruit conclusies.

7

PLANMATIG WERKEN

D. Verwerk de verzamelde informatie in een plan van aanpak voor de dagelijkse verzorging en begeleiding van beide kinderen. Houd bij het schrijven van het plan van aanpak rekening met het pedagogisch beleid van de organisatie. Bespreek jouw plan van aanpak met je begeleider, collega’s en ouders/vervangende opvoeders. E. Evalueer tussentijds en na afloop de begeleiding van beide kinderen met je begeleider en indien mogelijk met de ouders/vervangende opvoeders. Stel de begeleiding eventueel bij. Schrijf een proces- en productevaluatie.

Beschrijf in de procesevaluatie: • hoe je de kinderen hebt verzorgd en begeleid en met welk resultaat.

Beschrijf in de productevaluatie hoe je: • hebt gewerkt volgens de pedagogische visie van de instelling • hoe je met elk kind en hun ouders/verzorgers hebt gewerkt aan de gestelde doelen • of je deze doelen hebt bereikt.

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B.

Persoonsbeschrijving per kind.

C.

Twee observatieplannen.

D. Plan van aanpak van de dagelijkse verzorging en begeleiding per kind. E. Proces- en productevaluatie van de verzorging en begeleiding per kind.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

8

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - FASE 2

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 2.3 Planmatig werken (2010-pm-3-ko-bp2.3)

Naam student:

Opleiding: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang

Fase:

Cohortnummer:

Datum:

Je past de werkprocessen en de verworven competenties uit de vorige beroepsprestaties of proeve toe binnen deze beroepscontext.

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

Werkproces 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere

P Dit betekent dat: • je verschillende bronnen gebruikt om informatie over het kind te verzamelen

N Onderzoeken

– informatie achterhalen

zodat: • je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het kind.

P Dit betekent dat: • je actief de wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders/ vervangende opvoeders inventariseert zodat: • jou duidelijk is hoe de organisatie, binnen de mogelijkheden van de dienstverlening, hierop kan inspelen.

R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

– behoeften en

verwachtingen achterhalen

Werkproces 1.3 Maakt een plan van aanpak

P Dit betekent dat: • je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties ervan met het kind en ouders/vervangende opvoeders bespreekt zodat: • ouders/vervangende opvoeders weten wat ze kunnen verwachten als het plan van aanpak wordt uitgevoerd.

E Samenwerken en overleggen

– afstemmen

9

PLANMATIG WERKEN

aangetoond

Prestatie-indicatoren

Competenties

Kwalificerend

niet aangetoond

- componenten

P Dit betekent dat: • je een nauwkeurig en volledig plan van aanpak opstelt

J Formuleren en rapporteren

zodat: • je het kind en de ouders/vervangende opvoeders precies laat weten welke aanpak gehanteerd wordt en welke ontwikkeling wordt nagestreefd.

–– nauwkeurig en volledig rapporteren

Werkproces 3.3 Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen

P Dit betekent dat: • je tijdig en regelmatig overlegt met collega’s over de uitvoering van de opvang en begeleiding • je de samenwerking met collega’s soepel laat verlopen • je de consequenties kent van je eigen acties zodat: • je de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel laat verlopen. P Dit betekent dat: • je rekening houdt met de haalbaarheid van je werkzaamheden in tijd en kwaliteit zodat: • je de continuïteit en kwaliteit van de opvang en begeleiding waarborgt.

E Samenwerken en overleggen

–– afstemmen –– anderen raadplegen en betrekken

Q Plannen en organiseren

–– doelen en prioriteiten stellen

Werkproces 3.8 Evalueert de werkzaamheden

P Dit betekent dat: • je signaleert of het kind en andere betrokkenen tevreden zijn over de geboden opvang en begeleiding

D Aandacht en begrip tonen

zodat: • je de informatie meeneemt/inbrengt bij de evaluatie.

–– luisteren

P Dit betekent dat: • je alle benodigde gegevens zorgvuldig verwerkt en registreert • je hoofdzaken onderscheidt • je bijzaken onderscheidt zodat: • je rapportages en evaluaties kernachtig, volledig en inzichtelijk zijn. P Dit betekent dat: • je de belangrijkste informatie haalt uit alle gegevens die je verzamelt (gesprekken, observaties) • je op basis van deze informatie concludeert of de opvang en begeleiding voldoet en of er voldoende voortgang is • je zo nodig komt met haalbare oplossingen

J Formuleren en rapporteren

–– nauwkeurig en volledig rapporteren –– vlot en bondig formuleren

M Analyseren

–– informatie uiteen rafelen –– conclusies trekken –– oplossingen voor problemen bedenken

zodat: • je de opvang en begeleiding als dat nodig is bijstelt.

10

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 2

aangetoond

niet aangetoond

Je controleert of de bewijsstukken voldoen aan de prestatie-indicatoren in de beoordelingslijst. Bekijk je POP en je PAP. Ga na of je volgens je leerdoelen en plan hebt kunnen werken. Controleer of je de verkregen feedback hebt verwerkt.

Je voert een voortgangsgesprek. Hierin kijk je terug op de resultaten van de beroepsprestatie en je blikt vooruit op je leerproces. Pas op basis van de verkregen informatie je POP aan.

Het voortgangsgesprek voer je op basis van:

Bewijsstukken Kwalificerend

A.

De ingevulde beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

1.1

N - R

B. Persoonsbeschrijving per kind.

1.1

N - R

C. Twee observatieplannen.

1.3 3.3 3.3 3.8

E - J E - Q

D. Plan van aanpak voor de dagelijkse verzorging en begeleiding per kind.

E - Q D - J - M

E. Proces- en productevaluatie van de verzorging en begeleiding per kind.

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen

Competenties

Cesuur De competentieontwikkeling binnen de geselecteerde werkprocessen is op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.

11

PLANMATIG WERKEN

Onderbouwing van de beoordeling

Algemeen:

Als de student een of meerdere competenties binnen een werkproces boven de norm heeft aangetoond, onderbouw dit dan hier. Geef tevens aan waar dit betrekking op heeft:

Praktische uitvoering

Werkprocessen

Competenties

A.

Specifieke bewijsstukken

B.

C.

D.

E.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 2.3 Planmatig werken (2010-pm-3-ko-bp2.3) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

12

PEDAGOGISCH MEDEWERKER 3 KINDEROPVANG - Fase 2

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn

Zorghulp Niveau 1

Intro Niveau 1 en 2

Fase 1

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

Fase 1

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Intro Niveau 3 en 4

Verpleegkundige Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

Fase 1 Fase 1 Kompas 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging Fase 2 Fase 3

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

Fase 1 1.5 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.6 Zorgen voor een veilige en gezellige leefomgeving Proeve Competentiewijzer Fase 2 Kompas 2.1 Samenwerken met ouders 2.2 Deskundigheid op peil houden 2.3 Planmatig werken 2.4 Begeleiden bij specifieke ontwikkelingsgerichte activiteiten Proeve Competentiewijzer Fase 3 Kompas 3.1 Methodische begeleiding bij ontwikkeling en opvoeding 3.2 Professionaliseren Proeve Competentiewijzer Fase 1 Fase 1 Fase 2 Fase 2 Fase 2 Fase 3 Fase 3 Fase 3 1.2 Onderhouden van spel- en speelmateriaal en ruimte 1.3 Ondersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Werken volgens methodische stappen

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ Niveau 4

Onderwijsassistent Niveau 4

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

Fase 1

Fase 2

Fase 3

0693129890

Bestelnummer CZW2PW30003

Made with