006BTKES0015

006BTKES0015

BEROEPSTAAK

Aansluiten besturings- systemen van machines

5

Opleiding Elektrotechnische Industriële producten en systemen > Monteur (Crebo 92390)

BEROEPSTAAK Aansluiten besturingssystemen van machines

5

Opleiding Elektrotechnische industriële producten en systemen > Monteur (Crebo 92390)

69389768 Bestelnummer 006BTKES0015

COLOFON

Leden werkgroep Pieter Geurts, Gerard van Oerle en Charles Haarman

Ontwikkelgroepleider Techniek en ICT Willem van Dijk

Eindredactie Marjo Brok

Illustraties Afkomstig van internet

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties geregeld zijn. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met de uitgever. © 2009 Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens- bestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opname of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming.

INHOUD

Introductie op de beroepstaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Stap 7

Oriënteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Invullen mini-POP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .11 Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Uitvoeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 Controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Beoordelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25 Terugkijken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27

Studiebronnen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .29

Bijlage 1 Beoordelingsmonitor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .31

3

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

INTRODUCTIE OP DE BEROEPSTAAK

Deze beroepstaak is bestemd voor de opleiding Monteur Elektrotechnische Industriële Producten en Systemen.

In de industrie komen behalve verschillende soorten machines ook veel verschillende soorten besturingen van machines voor. In deze beroepstaak ga je leren welke kennis en vaardigheden je allemaal nodig hebt om een besturingssysteem aan te sluiten aan een machine. Het is daarom van belang om van tevoren te weten te komen wat je al kent en kunt over besturingssystemen van machines. Ook zal je eventuele voorkennis van de in de praktijk voorkomende machines je zeker van pas kunnen komen. Voordat je in deze beroepstaak een besturingssysteem gaat aansluiten, zoek je eerst uit hoe het betreffende besturingssysteem moet werken. Ook is het belangrijk dat je iets weet over de soort sensoren die voor een goede werking noodzakelijk zijn. Deze beroepstaak voer je gedeeltelijk uit in je basisgroep, maar ook gedeeltelijk individueel. In deze beroepstaak • Ga je uitzoeken welke verschillen en overeenkomsten er zijn tussen diverse machines en welke besturingssystemen voor deze machines nodig zijn. • Lees en maak je tekeningen en schema’s zoals opstellingstekening, stuurstroomschema en hoofdstroomschema voor besturingssystemen. • Ga je in de praktijk bekijken hoe de diverse besturingssystemen moeten werken voor verschillende machines. • Zoek je uit welke voorschriften er gelden voor het aansluiten van een besturingssysteem. • Zoek je uit welke materialen, gereedschappen en beschermingsmiddelen bij het aansluiten van een besturingssysteem nodig zijn. • Leer je hoe je het betreffende besturingssysteem aan moet sluiten. • Maak je een werkvoorbereiding voor het aansluiten van een besturingssysteem. • Onderzoek je welke soorten sensoren bij de verschillende besturingen van machines voorkomen en hoe deze aangesloten moeten worden. • Kun je na het aansluiten uitleggen waarom je het besturingssysteem juist op die manier op de machine hebt aangesloten.

4

• Maak je een eenvoudige calculatie voor het aansluiten van een besturingssysteem. • Leer je samen te werken.

Laat na elke stap je beoordelingsmonitor bijwerken.

Na deze beroepstaak Kun je: • duidelijk maken wat men bedoelt met een machine • diverse soorten tekeningen en schema’s, zoals opstellingstekening, stuurstroomschema en hoofdstroomschema, lezen en tekenen voor het aansluiten van een eenvoudig besturingssysteem van een machine • op de juiste manier een besturingssysteem aansluiten • de voorschriften toepassen die bij het aansluiten van een besturingssysteem van een machine noodzakelijk zijn • de juiste materialen vooraf bepalen om het besturingssysteem aan te sluiten • de juiste gereedschappen en beschermingsmiddelen op de werkplek hebben en gebruiken • een juiste werkvoorbereiding maken • een besturingssysteem op de juiste manier op een machine aansluiten • de meest voorkomende sensoren bij een besturingssysteem op de juiste manier aansluiten • uitleggen waarom je het besturingssysteem zo aangesloten hebt • een eenvoudige calculatie maken • de benodigde formulieren invullen voor de gebruikte materialen en gemaakte uren • beter samenwerken met collega’s

5

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

Portfolio In deze beroepstaak volg je de zeven hieronder beschreven stappen. Neem de stappen in de juiste volgorde. Van elke stap verzamel je bewijzen, die in je portfolio komen. Je zorgt zelf voor de samenstelling van je portfolio. In de tabel staat welke producten bij welke stap horen.

Stap

In te leveren resultaat

1. Oriënteren

• Een verslag van alle activiteiten uit deze stap, bestaande uit de antwoorden op de gestelde vragen, tekeningen, schema’s, documentatie materiaal en foto’s • De ingevulde tabel werkvolgorde

2. Invullen mini-POP • Een ingevuld mini-POP • Tabel vaardigheden 3. Voorbereiden

• Een werkvoorbereiding bestaande uit tekening(en), voorschriften, documentatie materiaallijst, gereedschappenlijst, beschermingsmiddelenlijst en de werkvolgorde • Een naar tevredenheid van de klant aangesloten besturingssysteem dat aan de voorschriften voldoet • De uitwerking van de activiteiten • Een samenvatting van jouw manier van controleren • Een verslag over het aansluiten van het besturingssysteem voor de machine

4. Uitvoeren

5. Controleren

6. Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview

7. Terugkijken

• Een afgevinkt mini-POP • Terugkijkverslag • Bijgewerkt portfolio

6

STAP 1 ORIËNTEREN

Oriënteren

Or iënteren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een verslag van alle activiteiten uit deze stap, bestaande uit de antwoorden op de gestelde vragen, tekeningen, schema’s, documentatie materiaal en foto’s. • De ingevulde tabel werkvolgorde. • Tabel vaardigheden.

Je begint met het uitzoeken wat de inhoud is van deze beroepstaak. Dat doe je aan de hand van onderstaande activiteiten. Sommige activiteiten voer je zelfstandig uit en andere doe je met een groep. Stel eerst samen met je begeleider vast welk besturingssysteem je gaat aansluiten. In de introductie van deze beroepstaak heb je gelezen, dat besturingssystemen van machines verschillend van uitvoering kunnen zijn.

ACTIVITEITEN

1

Besturingssystemen van machines algemeen 1 Wat weet jij al over het aansluiten van besturingssystemen op machines? 2 Welke verschillende machines kun je in de praktijk zoal tegenkomen? 3 Waarom zijn er verschillende soorten machines? 4 Welke machines komen er voor bij je werkgever, stagebedrijf of bij jou op school? 5 Welke verschillen en overeenkomsten zijn er tussen de verschillende soorten besturingssystemen voor deze machines? 6 Besturingssystemen kunnen behalve machines ook installaties besturen. Welke verschillen zijn er tussen deze twee soorten besturingssystemen? 7 Uit welke onderdelen/componenten bestaat een besturingssysteem voor een machine meestal? 8 Wat betekent precies ‘aansluiten van een besturingssysteem’? Schrijf dit in je eigen woorden op.

7

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

9 Kunnen er verschillende soorten besturingssystemen aan één machine voorkomen? Zo ja, geef dan aan welke. 10 Vraag bij jouw bedrijf of BPV-plaats naar foto’s of ander materiaal, bijvoorbeeld een werktekening voor besturingssystemen van machines. Neem deze foto’s en/of tekeningen mee naar de basisgroep.

2

Tekeningen en schema’s 1 Van welk soort tekeningen en schema’s maak je gebruik bij het aansluiten van besturingssystemen van machines? 2 Vraag aan je begeleider welk soort machine je gaat aansluiten. 3 Bepaal welk soort besturingssysteem voor de machine noodzakelijk is. 4 Teken zelf alle benodigde tekeningen en schema’s die nodig zijn om het besturingssysteem aan te sluiten. 5 Verklaar de betekenis van de getekende symbolen. 6 Behoren de gebruikte symbolen ook tot de genormaliseerde symbolen van NEN5152? 7 Verklaar de werking van het schema of tekening voor het besturingssysteem. 8 Schrijf bij elk onderdeel op de tekening of het schema wat het voor een onderdeel is en waar het voor dient.

3

Documentatie 1 Maak diverse foto’s van machines die je hebt bekeken in ver- schillende praktijksituaties. Bijvoorbeeld bij klanten van je werkgever of tijdens je BPV. 2 Verzamel tekeningen, schema’s, documentatie en folders van machines die in de praktijk voorkomen.

8

STAP 1 ORIËNTEREN

3 Breng de foto’s, tekeningen, documentatie of ander materiaal mee naar de basisgroep. 4 Bespreek de foto’s, tekeningen, documentatie of het andere materiaal met een aantal andere leerlingen uit de basisgroep. 5 Bespreek de volgende punten en zoek samen naar een antwoord. a Waarvoor worden de diverse machines toegepast? b Wat zijn de belangrijkste verschillen bij de verschillende uitvoeringen? c Welke soorten besturingssystemen zijn nodig bij de diverse machines? d Welke verschillen zijn er op de foto’s te zien tussen de manieren van aansluiten? e Wat is jouw aandeel tot nu toe bij het aansluiten van een besturingssysteem van machines? f Wat staat er beschreven in de documentatie over het aansluiten? g Is deze informatie voor jou voldoende voor het aansluiten van het besturingssysteem? h Wat heb je eventueel nog meer nodig om het besturings- systeem aan te kunnen sluiten? i Uit welke onderdelen/componenten is een besturings- systeem meestal opgebouwd? Zet dit in een overzicht. j Waar dienen die onderdelen voor? k Welke onderdelen van het besturingssysteem die op de foto’s of tekeningen staan, komen in de besturingskast voor? l En welke op of bij de machine zelf? m Verzamel alle foto’s, tekeningen en ander materiaal van elke leerling en plak deze op een groot vel. n Hang dit vel op in de ruimte waar jullie regelmatig aan het werk zijn. o Ga eens met de mensen van jouw bedrijf of BPV-plaats praten. Vraag hoe zij een besturingssysteem aansluiten. p Maak van jullie bevindingen tijdens het gesprek een kort verslag. Voorschriften 1 Zijn er voor het aansluiten van besturingssystemen van een ma- chine voorschriften of veiligheidsregels waarop je moet letten? 2 Noteer deze voorschriften en veiligheidsregels in een overzicht. 3 Welke voorschriften of veiligheidsregels zijn volgens jou het allerbelangrijkste?

4

9

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

5

Vaardigheden 1 Welke vaardigheden moet je beheersen om het aansluiten van een besturingssysteem te kunnen uitvoeren? 2 Schrijf op wat je hiervoor nog moet leren. 3 Gebruik de opgeschreven leerpunten om de vaardigheden voor deze opdracht te plannen. Tabel werkvolgorde Neem onderstaande tabel over en vul deze nauwkeurig in. Maak de tabel werkvolgorde voor het bedraden en aansluiten van een besturingssysteem dat jij gaat aansluiten.

6

Tabel 1 Voorbeeld van een Tabel Werkvolgorde

Wat doet de monteur Elektrotechniek wanneer hij een besturingssysteem van een machine moet aansluiten?

Moet altijd of soms

Heb ik wel eens gedaan

Heb ik wel eens bij geholpen

1

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

2

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

3

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

4

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

5 etc.

Altijd / Soms Ja / Nee

Ja / Nee

7

Verslag 1 Verwerk de uitwerkingen van de activiteiten en het verzamelde materiaal in je verslag. Tijdens alle werkzaamheden die horen bij deze beroepstaak zullen er vragen gesteld worden door je begeleider. Deze vragen en de door jou gegeven antwoorden worden meegenomen in de beoordeling van de beroepstaak.

10

STAP 2 INVULLEN MINI-POP

IN TE LEVEREN RESULTAAT Invul len mini -POP Invullen mini-POP

• Een ingevuld mini-POP.

Je hebt de oriëntatie afgerond. Je weet nu wat de beroepstaak in grote lijnen inhoudt. In deze stap ga je de beroepstaak gedetailleerd uitwerken. In deze beroepstaak ga je een besturingssysteem van een machine aansluiten. Hierbij moet je aan veel zaken denken. Het mini-POP

moet je zorgvuldig invullen. In het mini-POP schrijf je op: • wat je wilt leren

• hoe je dat gaat doen • wat je wilt bereiken • je planning • de benodigde ondersteuning en faciliteiten.

ACTIVITEITEN

1

Mini-POP Vul het mini-POP in.

2

Gesprek met je begeleider Je hebt nu een ingevuld mini-POP met een planning. Bespreek dit met je begeleider. Tijdens het gesprek krijg je vast en zeker opmerkingen of aanvullingen op je mini-POP. Verwerk deze opmerkingen eerst in je mini-POP, voordat je naar stap 3 gaat.

11

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

7VM IJFSPOEFS KPVX QMBOOJOH JO (FFG CJK FMLF TUBQ EF HFQMBOEF TUBSUEBUVN FO FJOEEBUVN BBO 7VM MBUFS EF XFSLFMJKLF EBUB JO ;P LVO KF [JFO PG KF KF BBO EF QMBOOJOH HFIPVEFO IFCU +PVX QMBO 4UBQ 4UBQ 4UBQ 4UBQ 4UBQ (FQMBOEF TUBSUEBUVN (FQMBOEF FJOEEBUVN 4UBSUEBUVN &JOEEBUVN 0OEFSUFLFOJOH -FFSMJOH 1SBLUJKLPQMFJEFS EPDFOU USBKFDUCFHFMFJEFS %BUVN

#FOPEJHEF POEFSTUFVOJOH FO GBDJMJUFJUFO #JK XFMLF MFTTFO XPSLTIPQT HB JL EBU MFSFO PG HB JL EBU VJU[PFLFO WJB JOUFSOFU PG

HB JL EBBS PFGFOJOHFO PG PQESBDIU WPPS VJUWPFSFO EPF JL [FMGTUVEJF PQESBDIUFO

1MBOOJOH

8BOOFFS

PQ yyyy yyyy yyyy

(FXFOTU SFTVMUBBU

8BU XJM JL CFSFJLFO

EF MPDBUJF

0OUXJLLFMTBDUJWJUFJU

)PF HB JL EBU EPFO

%F CFSPFQTUBBL XPSEU BGHFTMPUFO NFU FFO CFPPSEFMJOH /BBN CFPPSEFMBBS yyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyy 5F yyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyyy

#FTDISJKG JO FJHFO XPPSEFO XBU KF HBBU NBLFO FO VJUWPFSFO JO EF[F CFSPFQTUBBL 7VM EF LPMPNNFO JO PWFSMFH FWFOUVFFM NFU QSBLUJKLPQMFJEFS USBKFDUCFHFMFJEFS EPDFOU (FCSVJL EF CFPPSEFMJOHTNPOJUPS WPPS EF WPMHFOEF QVOUFO " #JK FMLF TUBQ TUBBO h*O UF MFWFSFO SFTVMUBUFOh 4DISJKG PQ XBU KF OJFU LVOU # 4DISJKG PQ XFMLF DPNQFUFOUJFT KF WFSEFS XJMU POUXJLLFMFO 8BU XJM JL MFSFO 0OUXJLLFMJOHTEPFM

Tabel mini-POP

12 Deze tabel kun je downloaden via www.consortiumbo.nl>Kies Techniek en ICT>Kies Niveau2>materiaal

STAP 3 VOORBEREIDEN

Voorbereiden

Voorbereiden IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een werkvoorbereiding bestaande uit tekening(en), voorschriften, documentatie materiaallijst, gereedschappenlijst, beschermingsmiddelenlijst en de werkvolgorde.

In de vorige stap heb je je mini-POP uitgewerkt. Je hebt uitgebreid beschreven wat je gaat doen. Voordat je de beroepstaak echt gaat uitvoeren, maak je een werkvoorbereiding. In de werkvoorbereiding neem je op wat je gaat doen en wat je daarbij nodig hebt. Het is dus nodig om je eerst goed voor te bereiden op het aansluiten van een besturingssysteem op een machine. Voordat je een besturingssysteem van een machine kunt aansluiten, krijg je behalve met het aanleggen van leidingen ook te maken met het plaatsen van de kast(en) voor de besturing en soms ook het plaatsen van de motoren voor de machines. Bovendien moeten de benodigde sensoren en drukknoppen op de besturingskast aangesloten worden, zodat de machine op de juiste manier kan functioneren. Het kan ook voorkomen dat je rekening moet houden met verschillende spanningen voor het besturingssysteem en de machine. Het zal je inmiddels wel duidelijk zijn, dat je heel wat kennis en vaardigheden moet bezitten om de klus op de juiste manier te kunnen klaren.

Bij een goede voorbereiding denk je zeker aan de volgende punten: • Welke tekeningen heb ik nodig? • Welke informatie uit de tekeningen heb ik nodig? • Welke voorschriften moet ik toepassen bij het aansluiten? • Welke materialen, gereedschappen en beschermingsmiddelen heb ik nodig? • Welke werkvolgorde moet ik toepassen?

Afbeelding 1:

13

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

ACTIVITEITEN

1 Zo bereid je je voor Je hebt het mini-POP ingevuld. Dit is nu je studiewijzer. In het mini- POP staat wat je gaat doen, wanneer je het gaat doen en met wie. Voer de activiteit(en) uit zoals die in je mini-POP staan. Laat alle uitgevoerde activiteiten aftekenen door je begeleider. Maken van de werkvoorbereiding Heb je een werkvoorbereiding nodig? 1 Voer de activiteit(en) uit zoals die in je mini-POP staat/staan vermeld (workshops, practicum etc.) 2 Een werkvoorbereiding bestaat uit de volgende onderdelen: • een controle vooraf en een verzameling van de gegevens/ wensen van de opdrachtgever; • het maken of lezen van de tekeningen en schema’s; • het lezen van de documentatie; • een overzicht van de voorschriften; • een overzicht van de te gebruiken materialen; • een overzicht van de te gebruiken gereedschappen, meet- instrumenten en beschermingsmiddelen; • een beschrijving van de werkvolgorde. 3 Controle vooraf en verzameling van de gegevens en wensen Je kunt niet zomaar met het aansluiten van een besturingssysteem beginnen. 1 Wat moet je minimaal doen of hebben, voordat je kunt begin- nen? 2 Wat moet je allemaal regelen voordat je kunt beginnen? 3 Heb je een duidelijke afspraak gemaakt met de klant (of met de leidinggevende)? 4 Welke informatie (gegevens) heb je nodig om het aansluiten uit te kunnen voeren? 5 Hoe kom je aan die informatie? 6 Bij wie kun je die informatie opvragen? 7 Wat ga je doen met de gevonden informatie? Tekeningen, schema’s en documentatie 1 Welk soort tekeningen of schema’s heb je nodig voor het aan- sluiten van een besturingssysteem? 2 Welke informatie moet er volgens jou zeker op deze tekeningen of schema’s staan? 2 4

14

STAP 3 VOORBEREIDEN

3 Waarvoor gebruik je een klemmenstrooktekening bij het aansluiten van een besturingssysteem? 4 Is een leidingtekening ook onmisbaar bij het aansluiten van een besturingssysteem? Waarom wel/niet? 5 Waarom wordt op de tekeningen en schema’s regelmatig afgeweken van de symbolen die in de NEN 5152 voorkomen? Leg uit waarom men dat doet. 6 Welke informatie uit de documentatie is voor jou belangrijk voor aansluiten van het besturingssysteem?

5

Voorschriften Bij het aansluiten van een besturingssysteem gelden bepaalde voorschriften. Deze voorschriften zijn natuurlijk afhankelijk van het soort besturingssysteem. Denk bijvoorbeeld aan een besturing voor een motor of alarminstallatie die heel verschillend zijn. 1 Welke voorschriften zijn er voor de manier van aanleggen van de aansluitleidingen voor het besturingssysteem? 2 Welke voorschriften gelden er voor het aansluiten van jouw besturingssysteem? 3 Zijn er voorschriften voor het toepassen van kleuren van de aderisolatie bij het aansluiten van besturingssystemen op machines? 4 Welke voorschriften zijn er voor de aarding van het besturingssysteem? 5 Waaromgelden er voor de diverse communicatie-installaties, in het algemeen, andere voorschriften dan bij het aansluiten van machines? 6 Welke voorschriften gelden er voor het aansluiten van brandmeldinstallaties en inbraakinstallaties? 7 Welke voorschriften moet je toepassen als de machine direct gevaar voor de gebruiker op kan leveren? Denk bijvoorbeeld aan een situatie dat je met je handen ergens tussen kunt komen!

15

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

6

Materialen Bij het aansluiten van een besturingssysteem worden niet altijd dezelfde materialen toegepast. 1 Maak een overzicht van de benodigde materialen om het be- treffende besturingssysteem compleet aan te kunnen sluiten. Opmerking: Denk hierbij ook aan het aansluiten van sensoren, schakelaars, actuatoren en misschien wel een bussysteem. Ook voor het plaatsen van de besturingskast heb je natuurlijk materialen nodig! 2 Beschrijf van alle materialen waar ze voor dienen. 3 Beschrijf de eigenschappen van de verschillende specifieke materialen voor het aansluiten van het besturingssysteem. 4 Vraag aan je begeleider bij welke leverancier je de materialen moet gaan bestellen. Zoek vervolgens de bestelnummers voor deze materialen op in de documentatie van deze leverancier. Noteer ook de bruto prijzen voor elk artikel.

7 Gereedschappen, meetinstrumenten en beschermingsmiddelen Bij het aansluiten van een besturingssysteem maak je gebruik van gereedschappen, meetinstrumenten en beschermingsmiddelen. 1 Maak een overzicht van de benodigde gereedschappen en meetinstrumenten. 2 Schrijf op waarvoor je de genoemde gereedschappen, meetinstrumenten en beschermingsmiddelen gaat gebruiken. 3 Welke speciale gereedschappen of meetinstrumenten gebruik je? 4 Waarop controleer je de meetinstrumenten voordat je ze gaat gebruiken? 5 En waarop let je speciaal voordat je de gereedschappen gaat gebruiken? 6 Wat kunnen de gevolgen zijn als je slecht gereedschap gebruikt?Wie zal er dan aangesproken worden op de gevolgen? 7 Bij welke werkzaamheden gebruik je beschermingsmiddelen? 8 Maak een overzicht van de benodigde beschermingsmiddelen.

16

STAP 3 VOORBEREIDEN

8

Werkvolgorde Je maakt een beschrijving van de werkvolgorde voor het aansluiten van de besturing. 1 Wie bepaalt bij jou in het bedrijf of op de BPV-plaats de werk- volgorde? 2 Wanneer ben jij verantwoordelijk voor de werkvolgorde? 3 Van welke punten is de werkvolgorde afhankelijk? Is de werkvolgorde altijd hetzelfde? 4 Uit welke stappen bestaat de werkvolgorde bij jouw opdracht? 5 Wat wordt er in jouw bedrijf of BPV-plaats nog meer voorbereid, voordat jij met het aansluiten van het besturingssysteem kunt beginnen? Controle van de voorbereiding Als je de werkvoorbereiding klaar hebt, controleer je zelf of deze goed gemaakt is. 1 Hoe controleer jij je werkvoorbereiding? 2 Ben je tevreden over je werkvoorbereiding? Leg uit waarom! 3 Waarom weet je nu zeker dat je met de gemaakte werkvolgorde, de door jou uitgezochte voorschriften, de aanwezige documentatie, de lijsten voor materialen, gereedschappen en meetinstrumenten het besturingssysteem kunt aansluiten? 4 Wat heb je bij het maken van de werkvoorbereiding geleerd? 5 Heb je alle gevonden informatie vastgelegd? 6 Wat zou je nog meer willen oefenen bij de voorbereiding? 7 Bespreek je werkvoorbereiding met je begeleider. Na afronding van deze stap heb je een uitgewerkte werkvoorbereiding. Nu ben je klaar voor de daadwerkelijke uitvoering van de beroepstaak.

9

17

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

Uitvoeren

Ui tvoeren

IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een naar tevredenheid van de klant aangesloten besturingssysteem dat aan de voorschriften voldoet. • De uitwerking van de activiteiten.

In deze stap ga je aan de slag! Je hebt in de vorige stappen al belangrijke informatie verzameld. Je hebt nu een ingevuld mini-POP en een uitgewerkte werkvoorbereiding. Deze werkvoorbereiding gebruik je als basis voor de uitvoering van je beroepstaak. Je gaat nu het besturingssysteem aansluiten. Het aansluiten van het besturingssysteemmoet niet alleen van kwalitatief goed niveau zijn, maar moet ook aan de voorschriften voldoen.

Mocht je nog vragen hebben of tegen problemen aanlopen, neem dan contact op met je begeleider.

ACTIVITEITEN

1

Afbeeldingen 1 Neem foto’s van elke stap die je hebt uitgevoerd tijdens het aansluiten van het besturingssysteem. 2 Vergeet niet een foto van het eindresultaat te nemen!

18

STAP 4 UITVOEREN

2

Vragen bij de uitvoering Het plaatsen 1 Waar ga jij op letten bij het plaatsen van een besturingskast? Waarom vind jij dit van belang? 2 Welk soort sensoren en bedieningselementen moet je aansluiten op het besturingssysteem? 3 Als een sensor of bedieningselement flexibel moet worden aangesloten, hoe moet je die dan aansluiten? 4 Welke soorten bedieningselementen komen voor bij besturingssystemen? 5 Hoe sluit je de bedieningselementen aan die nodig zijn voor het besturingssysteem? 6 Welk onderdeel van de machine moet jij nog plaatsen? 7 Geef aan hoe dit onderdeel geplaatst moet worden. 8 In welke volgorde ga je te werk? Monteren van de leidingen, dan de bedieningselementen aansluiten, vervolgens de besturingskast plaatsen en als laatste de sensoren aansluiten. Of heb jij een andere volgorde van werken? 9 Waarom plaats je besturingskast, sensoren, bedieningelementen en machine in een bepaalde volgorde? Installeren van de leidingen 10 Welk soort leidingen gebruikt men vaak voor de aansluiting van een besturingssysteem? 11 Van welke factoren is afhankelijk, welk soort leidingen je gebruikt voor het aansluiten van het besturingssysteem? 12 Maak een overzicht met daarin de soorten leidingen die gebruikt worden bij het aansluiten van besturingssystemen. 13 Geef voor elk soort leiding (kabel en snoer) aan hoe de opbouw hiervan is, en welke bijzonderheden deze leiding heeft. 14 Bepaal waar de leidingen moeten komen. 15 Volgens welke installatiemethode ga je de leidingen aanbrengen tussen de besturingskast en de machine? 16 Als er met kabelgoot of wandgoot gewerkt wordt, hoe monteer je de leidingen dan? 17 Beschrijf in het kort waar je op moet letten tijdens het installeren van de leidingen. 18 Heeft het soort besturing invloed op de te gebruiken leidingen? Zo ja, welke? 19 Is de wijze van monteren van leidingen nog van belang bij de verschillende besturingssystemen? Zo ja, geef aan waarom.

19

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

Het aansluiten van het besturingssysteem 20 Welk soort besturingskast ga je aansluiten?

21 Op welke manier worden de leidingen in de kast ingevoerd? 22 Hoe en waarom codeert men de diverse leidingen en soms ook de aders die in de kast worden ingevoerd? 23 Op welke plaats en op welke manier worden de aders aangesloten in de besturingskast? 24 Zal het aansluiten in elke besturingskast op dezelfde manier gebeuren? Waar is dat van afhankelijk? 25 Waar moet je op letten bij het aansluiten van de draden? 26 Is er verschil in de manier van aarding bij een plaatstalen kast en een kunststofkast? 27 Als je een motor voor een machine moet aansluiten, waar moet je dan rekening mee houden? 28 Geef voor zoveel mogelijk soorten motoren aan hoe deze aangesloten moeten worden. 29 Teken voor deze motoren het aansluitschema met de juiste codering. 30 Indien het ongewenst is dat een motor wordt ingeschakeld, hoe los je dat dan op? 31 In welk stroomcircuit neemt men noodstopschakelaars op en waarvoor dient zo’n schakelaar? 32 Wanneer past men een nulspanningsbeveiliging toe en waarvoor dient deze beveiliging? 33 Teken het stroomkringschema voor een individuele nulspanningsbeveiliging. 34 Welke soorten schakelaars en sensoren moeten er bij jouw opdracht aangesloten worden? 35 Beschrijf de werking van deze schakelaars en sensoren. 36 Waar moet je op letten bij het aansluiten van de bedieningsdrukknoppen? 37 Moet je ook actuatoren aansluiten? (Soms zegt men in plaats van actuatoren ook wel actoren.) 38 Waarvoor dienen deze actuatoren? 39 Zijn er nog andere onderdelen die je moet aansluiten? 40 Beschrijf voor elk onderdeel dat jij moet aansluiten, waar het voor dient en hoe je het moet aansluiten. 41 Op welke manier heb je het besturingssysteem netjes afgewerkt? 42 Hoe heb je ervoor gezorgd dat er geen dingen meer aanwezig zijn, die per ongeluk aangeraakt kunnen worden? 43 Welke werkzaamheden kun je nog meer tegenkomen, voordat je het besturingssysteem kunt testen?

20

STAP 4 UITVOEREN

Instellen van onderdelen 44 Welke onderdelen voor jouw besturingssysteem moet je nog verder instellen?

45 Wat moest je instellen bij deze onderdelen? 46 Waar moest je bij het instellen op letten?

47 Als je een thermische beveiliging voor een motor in moet stellen, waar is het dan van afhankelijk op welke stroom je deze beveiliging instelt? 48 Hoe stel je een pneumatische tijdvertraging in? En hoe een elektronische?

21

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

Controleren

Controle

IN TE LEVEREN RESULTAAT IN TE LEVEREN RESULTA T ren

• Een samenvatting van jouw manier van controleren. • Een verslag over het aansluiten van het besturingssysteem voor de machine.

Je hebt het een besturingssysteem voor een machine geplaatst en aangesloten. Hiervoor heb je verschillende onderdelen en leidingen gemonteerd. Je hebt verbindingen aangebracht en draden aangesloten. Als laatste heb je misschien nog onderdelen moeten inregelen. Het is dus zeker niet onbelangrijk, dat je als afsluiting van je werk goed gaat controleren of het allemaal goed is gegaan. Bij deze controle kijk je ook naar je manier van werken. Je gaat dus voor jezelf na hoe je gewerkt hebt.

ACTIVITEITEN

1

Controleren van het besturingssysteem 1 Op welke punten controleer jij het aansluiten van het bestu- ringssysteem?

2 Waarom controleer je juist deze punten? 3 Op welke manier voer je deze controle uit? 4 Heb je voor de controle hulpmiddelen nodig? 5 Welke hulpmiddelen gebruik je?

2 Controleren van de elektrische verbindingen en de instellingen

Om het besturingssysteem aan te kunnen sluiten heb je onderdelen/componenten gemonteerd en hiervoor leidingen aangelegd. Je hebt hierbij verschillende draden aangesloten.

22

STAP 5 CONTROLEREN

1 Hoe controleer je of je de juiste leidingen gemonteerd hebt en of je de draden goed hebt aangesloten? 2 Welke instellingen van de onderdelen/componenten heb je gecontroleerd?

3

Wat kan er fout gaan bij het aansluiten? 1 Op welke manier controleer je of de elektrische verbindingen voor de onderdelen/componenten goed zijn gemaakt? 2 Wat kan het gevolg zijn van een verkeerd aansluiten van de onderdelen/componenten? Verklaar je antwoord. 3 Hoe controleer je de ingestelde waarden van de onderdelen/ componenten van de installatie? (Denk aan tijd en gevoeligheid.) 4 Is er een speciale werkomschrijving voor het controleren van de juiste werking van het besturingssysteem van de machine? 5 Hoe controleer je of de machine op de juiste manier is aangesloten? 6 Stel, je hebt tijdens de controle ontdekt dat de besturing niet goed zal gaan functioneren. De juiste oorzaak kun je niet vinden. Wat doe je dan? 7 Wie zal er in de praktijk tijdens het controleren van de machine aanwezig zijn bij het testen van de juiste werking van de machine? 8 Wat denk je wat er zoal fout kan gaan tijdens deze controle van de machine? 9 Gelden er bij jouw bedrijf of BPV-plaats veiligheidsvoorschriften voor het werken bij klanten op locatie? 10 Welke zijn dat? Wie heeft je daarover verteld?

11 Wat heeft VCA met veiligheid te maken? 12 Welke veiligheidsvoorschriften gelden voor: • de persoon (de klant) • de kleding • het gereedschap en de machines • het materiaal • de elektrische spanning

4

Controleren van de kosten Het besturingssysteem is klaar. Daar heb je een aantal uren aan gewerkt. Die uren moet je verantwoorden. Ook geef je door hoeveel en welke materialen je gebruikt hebt. 1 Waarom is het belangrijk om uren en gebruikte materialen op te geven? 2 Voor wie is dat belangrijk? 3 Wordt er bij het aansluiten een besturingssysteem altijd een nacalculatie gemaakt? Wanneer wel en wanneer niet? 4 Waarvoor gebruikt men de nacalculatie? 5 Wat is het verschil tussen een voorcalculatie en een nacalculatie?

23

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

5

Controleren van het leerproces Na het beëindigen van alle werkzaamheden kun je voor jezelf een evaluatie maken van de toegepaste werkzaamheden. 1 Noem enkele punten die je speciaal zijn opgevallen tijdens het uitvoeren van je werkzaamheden bij het aansluiten van het be- sturingssysteem. 2 Wat heb je allemaal geleerd tijdens het uitvoeren van deze beroepstaak? 3 Vond je deze beroepstaak leerzaam? Presentatie van de beroepstaak Voor de andere leerlingen in de basisgroep is het ook belangrijk om te zien en te horen hoe de uitvoering van de opdracht is geweest. 1 Heb je op een juiste manier contact gehad met je collega’s, lei- dinggevenden en/of klanten? 2 Maak zelf een plan hoe je dit het beste kunt presenteren. 3 Voer dit plan uit na overleg met de begeleider. 4 Hoe zijn de bovenstaande opdrachten verlopen? 5 Heb je onderzocht of de andere leerlingen er iets aan hebben gehad? 6 Is alles goed vastgelegd in je mini-POP en portfolio?

6

24

STAP 6 BEOORDELEN

IN TE LEVEREN RESULTAAT Beoordelen Beoordelen

• Ingevulde beoordelingsmonitor. • Bewijsstukken van het criteriumgericht interview.

In deze stap word je beoordeeld met een beoordelingsmonitor (zie bijlage 1).

Je wordt beoordeeld op: • wat je hebt gemaakt • hoe je dit hebt uitgevoerd.

Er wordt speciaal gelet op je vakkennis, vaardigheid en beroepshouding bij het aansluiten van het besturingssysteem. Tijdens het uitvoeren van de beroepstaak houden jij en je beoordelaars de beoordelingsmonitor bij.

25

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

ACTIVITEITEN

1

Invullen beoordelingsmonitor 1 Zorg voor een correct ingevulde beoordelingsmonitor. 2 Vraag een medeleerling om jou te beoordelen op communicatieve en sociale vaardigheden.

2 Bewijsstukken van het criteriumgericht interview 1 Verzamel alle bewijsstukken. 2 Je moet kunnen aantonen dat je de beroepstaak goed hebt uitgevoerd. Het criteriumgericht interview 1 Stel de definitieve datum vast voor het beoordelingsmoment met je beoordelaars. 2 Bereid het criteriumgericht interview heel goed voor. 3 Voer een beoordelingsgesprek met je begeleider. 3

26

STAP 7 TERUGKIJKEN

Terugkijken

Terugki jken IN TE LEVEREN RESULTAAT

• Een afgevinkt mini-POP. • Terugkijkverslag. • Bijgewerkt portfolio.

Je hebt deze beroepstaak bijna afgerond. Het is nu tijd om terug te kijken op de uitvoering ervan. Deze laatste stap is een heel leerzame stap. Je kunt de informatie die je hier krijgt, gebruiken om je competenties te verbeteren in een volgende beroepstaak.

Maak een afspraak met je trajectbegeleider voor dit gesprek.

27

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

ACTIVITEITEN

1

Terugkijkverslag 1 Maak een terugkijkverslag aan de hand van onderstaand sche- ma.

Naam: Datum: Beroepstaak: Naam trajectbegeleider:

Stap

Wat ging goed

Wat kon beter

1 Oriënteren 2 Invullen Mini-POP 3 Voorbereiden 4 Uitvoeren

5 Controleren 6 Beoordelen

Samenvatting, beoordeling en conclusies

Wie

Wat heb ik geleerd

Waar moet ik nog aan werken

Trajectbegeleider Medeleerling Praktijkopleider Zelf

28

STUDIEBRONNEN

Hieronder staan verschillende studiebronnen en informatiebronnen vermeld. • theorieboeken: • Buisinstallaties voor elektromonteur A – Nijgh Versluys • Buisinstallaties voor de elektromonteur B Nijgh/Versluys • Kabelinstallaties voor de elektromonteur A – Nijgh Ver- sluys • Kabelinstallaties voor de elektromonteur B – Nijgh Ver- sluys • Kabelinstallaties voor de elektromonteur C – Nijgh Ver- sluys • Tekenen voor de elektromonteur – Nijgh Versluys • Zorgsystemen voor de elektromonteur – Nijgh Versluys • Handboek voor de elektromonteur – Deel 1 t/m 5 Kenteq • Persoonlijk sociale vaardigheden, niveau 2 – Kenteq • Communicatieve vaardigheden, niveau 2 – Kenteq

• Catalogus Technische Unie enz. • Nederlands – Hoogspanning • MVC – MCK voor Techniek

• voorschriften: • NEN 1010 • NEN 5152 • NEN 3140 • NPR 5310

• internetsites:

• www.technischeunie.com • www.rexel.nl • www.hagemeyer.nl • www.et-installateur.nl • www.weber-ned.nl • www.holec.com • www.hager.nl • http://www.merlingerin.nl/index.htm • www.siemens.nl • http://www.europe.omron.com/nl_nl/cor/iab/home/ • www.hiflex.nl/ • http://www.hollander.nu/ • www.arbopodium.nl • http://elektrotechniek.pagina.nl • www.hartogs.net/besturingstechniek.htm • www.engineersonline.nl/

• www.refoplaza.nl/index.php?tid=23 • http://www.techniekweb.nl/?/link/5

29

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

• http://www.tsg.nl/besturing.html • http://www.smitpaneelbouw.nl/ • http://www.omron-industrial.com/nl_nl/home/ • www.rittal.nl • www.schakelschemaboekje.nl

• www.consortiumbo.nl • www.techniekstad.nl

30

BIJLAGE 1 BEOORDELINGSMONITOR

Opmerkingen

Leerling: Monteur EIPS Complexiteit Monitor Product

Beoordeling A B C D

score D - A - G

docent

praktijkopleider

leerling

Prestatie-indicator of

verwacht gedrag afgeleid van de prestatie-indicator

N Onderzoeken Verzamelt, overzichtelijk, informatie over de verschillende (nieuwe) manieren van leren. O Creëren en innoveren Durft voor te stellen de leeractiviteiten op een andere manier dan gebruikelijk, uit te voeren. N Onderzoeken Houdt zich voortdurend op de hoogte van werknemersrechten en vastgelegde procedures. De ingevulde tabel werkvolgorde G(n) P v E Samenwerken en overleggen Vraagt advies aan collega's of aan relevante organisaties om zijn werknemersrechten, zo nodig, te beschermen. Tabel vaardigheden G(n) P v T Instructies en procedures opvolgen Houdt zich aan de procedures zoals die zijn vastgelegd in wettelijke voorschriften. H Overtuigen en beïnvloeden Is in staat de besluitvorming over werknemersrechten te beïnvloeden door te onderhandelen op basis van individuele/groepsmening. A Beslissen en activiteiten initiëren Neemt, zo nodig en eventueel d.m.v. vertegenwoordigende organen, initiatief om op te komen voor de werknemersrechten. Een ingevuld mini-POP IND E p Q Plannen en organiseren Heeft op basis van zijn leerdoelen een planning gemaakt van zijn leeractiviteiten. A Beslissen en activiteiten initiëren Is in staat de leeractiviteiten in de praktijk uit te voeren en zo nodig bij te stellen. Een werkvoorbereiding bestaande uit: G(n) k v L Materialen en middelen inzetten - gereedschappenlijst IND P v/pra - beschermingsmiddelenlijst IND P v/pra - overzicht van de toe te passen voorschriften IND P v/pra - werkvolgorde IND P v/pra 1. 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren. 4. 4.2 Maakt gebruik van werknemers-rechten. 1. 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit. Een verslag van alle activiteiten uit deze stap, bestaande uit de antwoorden op de gestelde vragen, tekeningen, schema's, documentatie materiaal en foto's IND P v 2. 2.1 Voorbereiden werkzaamheden.

De monteur verzamelt tijdig de benodigde materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om producten en systemen te plaatsen en installeren zodat deze beschikbaar zijn om het werk uit te voeren. - tekening(en) IND P v/pra Q Plannen en organiseren De monteur deelt zijn eigen werkzaamheden in rekening houdend met de vastgestelde planning en mogelijke knelpunten en verzamelt benodigde materialen en middelen zodat hij de werkzaamheden binnen de gestelde tijd kan realiseren. - materiaallijst IND P v/pra E Samenwerken en overleggen De monteur achterhaalt en interpreteert alle relevante informatie en vraagt bij onduidelijkheid uitleg of aanvullende informatie aan leidinggevende zodat hij weet wat de opdracht inhoudt en wat hij er voor nodig heeft.

Competenties

Code

Werkproces

Kerntaak

Kerntaak LLB

go/no go

BPV

beoordelaars

beoordelingsvorm

werkvorm

Stap 1 Oriënteren besturingssystemen van machines crebo 92390

Stap 2 Invullen mini-POP

Stap 3 Voorbereiden

Beroepstaak 5 Aansluiten

31

BEROEPSTAAK AANSLUITEN BESTURINGSSYSTEMEN VAN MACHINES

Een samenvatting van jouw manier van controleren IND ep v N Onderzoeken Onderzoekt de gevolgen van toekomstige keuzes en acties en gebruikt deze om zijn loopbaan te kunnen sturen. Een verslag over het aansluiten van het besturingssysteem voor de machine IND P v G Relaties bouwen en W Gedrevenheid en ambitie A Beslissen en activiteiten T Instructies en procedures opvolgen L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen 2.5 Afronden werkzaamheden. T Instructies en procedures opvolgen 1. 2.4 Testen elektrotechnische producten en systemen. 2. 2. 2.3 Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die daarbij nodig zijn. Legt zijn plan van aanpak voor aan eigen relaties, zodat zij kunnen adviseren bij het vinden van passend werk. Onderkent en accepteert dat beroepseisen en beroepsuitoefening veranderen en kan zijn plan van aanpak hierop aanpassen. Is geïnteresseerd in het vak en is bereid zich in te zetten voor nieuwe ontwikkelingen.

Kent de regels en procedures van het bedrijf en voert deze uit. Is op de hoogte van algemeen aanvaarde normen en waarden en kan en durft deze bij overschrijding te benoemen. Overlegt met alle relevante betrokkenen over het uit te voeren werk.

Maakt keuzes om de eigen loopbaan verder te ontwikkelen en onderneemt hiervoor de nodige acties. De monteur test elektrotechnische producten en systemen conform geldende normen, procedures, specificaties gegeven instructies van de leidinggevende, arbo-, veiligheids-, en milieuvoorschriften zodat de producten gereed zijn om te worden gebruikt.

Kan onder druk productief werken maar is in staat bij bedrijfsbelangen en persoonlijke belangen hierbij grenzen aan te geven. Houdt zich op de hoogte van veranderingen in de organisatie en kan zich hierbij zo nodig aanpassen. Is eerlijk en betrouwbaar tegenover zijn collega's en behandelt iedereen gelijkwaardig.

De monteur gebruikt de meetapparatuur, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om elektrotechnische producten en systemen efficiënt te testen en zorgt er goed voor zodat deze gedurende de te verwachten levensduur te gebruiken zijn. De monteur assisteert bij complexe metingen, testen en herstelwerkzaamheden waarbij hij nauwgezet de instructies van de ervaren monteur of leidinggevende opvolgt zodat er een bruikbaar product of systeem ontstaat. De monteur vult alle vereiste formulieren en werkbonnen in en voert materiaal af zodat voldaan wordt aan de bedrijfsregels en wettelijke voorschriften. hebben op de eigen loopbaanontwikkeling.

De ingevulde beoordelingsmonitor IND F ab 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren. P Leren Is in staat, na feedback over de leerstijl, deze aan te passen. Bewijsstukken van het criteriumgericht interview IND ci ab M Analyseren Kan zijn eigen manier van werken en leren in kaart brengen en bepaalt of het in de volgende opdrachten nodig is deze aan te passen. 2. 2.1 Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven.

Een afgevinkt mini-POP IND E/F p N Onderzoeken Is in staat, d.m.v. allerlei technieken, een beeld van zichzelf te krijgen. Het terugkijkverslag IND E/F p G Relaties bouwen en netwerken Is, door gesprekken met anderen, in staat inzicht te krijgen in eigen kwaliteiten en motieven en deze af te stemmen op de eigen loopbaan. Een bijgewerkt portfolio IND E/F p M Analyseren Bepaalt welke competenties, wensen en waarden belangrijk zijn voor de loopbaanontwikkeling.

De monteur plaatst en installeert elektrotechnische producten en systemen volgens beproefde methoden zodat producten volgens tekeningen, geldende normen, procedures, gegeven instructies van leidinggevende, arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften samengesteld zijn. S Kwaliteit leveren De monteur plaatst en installeert producten en systemen zodat de werkzaamheden binnen afgesproken tijd gereed zijn. L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid T Instructies en procedures opvolgen L Materialen en middelen inzetten K Vakdeskundigheid toepassen netwerken U Omgaan met verandering en aanpassen tonen initiëren

De monteur gebruikt de materialen, gereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn voor het plaatsen en installeren van producten en systemen efficiënt en zorgt er goed voor zodat deze gedurende de te verwachten levensduur te gebruiken zijn. De monteur plaatst en installeert producten volgens tekeningen en instructies zodanig dat er een functioneel product ontstaat.

De monteur stelt de producten en systemen in en regelt af conform geldende normen, procedures, specificaties, gegeven instructies van leidinggevende, arbo-, veiligheids- en milieuvoorschriften zodat de producten gereed zijn om te worden getest. De monteur gebruikt efficiënt en gedraagt goed zorg voor de middelen en persoonlijke beschermingsmiddelen die benodigd zijn om de elektrotechnische producten in te stellen zodat deze gedurende de te verwachten levensduur te gebruiken zijn. De monteur stelt de parameters in en regelt af zodat producten en systemen volgens specificaties functioneren.

S Kwaliteit leveren Voert het werk uit conform de kwaliteits- en productiviteitseisen van de organisatie. P Leren Is in staat gedrag en fuctioneren aan te passen aan de hand van de feedback. V Met druk en tegenslag omgaan U Omgaan met verandering en aanpassen E Samenwerken en overleggen F Ethisch en integer handelen T Instructies en procedures opvolgen toepassen

opvolgen

handelen

De uitwerking van de activiteiten IND P v T Instructies en procedures F Ethisch en integer 4. 4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk. IND v/P pra

D Aandacht en begrip tonen Verwoordt de eigen kwaliteiten, wensen en waarden en is zich bewust hoe deze invloed kunnen

4.3 Stelt zich collegiaal op.

2.2 Plaatsen en

installeren van

elektrotechnische

producten en systemen.

2.3 Inregelen en instellen van

elektrotechnische

producten en systemen.

2.

Een naar tevredenheid van de klant aangesloten besturingssysteem dat aan de voorschriften voldoet

Stap 4 Uitvoeren

Stap 7 Evalueren

Stap 6 Beoordelen

Stap 5 Controleren

Vraag aan je docent de digitale versie van deze beoordelingsmonitor.

32

Deze beroepstaak is uitgebracht in een serie voor de kwalificatie Elektrotechnische Industriële Producten en Systemen, uitstroomprofiel Monteur. Beroepstaken zijn gebaseerd op het didactisch model BGL (Beroepstaak Gestuurd Leren). De beroepstaken zijn tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

OVERZICHT BEROEPSTAKEN

ELEKTROTECHNISCHE INDUSTRIËLE PRODUCTEN EN SYSTEMEN

Basisdocument BGL Elektrotechniek 0 Introductie op het beroep

1 Installeren van kabeldraagsystemen 2 Installeren van industriële installaties 3 Installeren van schakel- en verdeelinrichting in de industrie 4 Samenstellen en bedraden van besturingssystemen 5 Aansluiten besturingssystemen van machines 6 Beroepspraktijk Vorming van het beroep

69389767 Bestelnummer 006BTKES0015

Made with