CZW20120075

CZW20120075

Competentiewijzer Fase 1, 2 en 3

Apothekersassistent

OPLEIDING ASSISTERENDEN GEZONDHEIDSZORG / Niveau 4

Apothekersassistent 2012

Competentiewijzer Fase 1, 2 en 3 (2012-aa-cw)

Opleiding Assisterenden Gezondheidszorg Apothekersassistent Niveau 4

Artikelnummer CZW20120075

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider M. Pelgrum

Ontwikkelaars van de fase D. Brouwer E. Rinsma

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvou- digd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mecha- nisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestem- ming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

2

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Inleiding

Deze competentiewijzer is afgeleid van het kwalificatiedossier Apothekersassistent 2012. De competentiewijzer 2012 bevat alle competenties, componenten en werkprocessen die in het totale opleidingstraject gedurende de drie fasen voorkomen.

Het uitgangspunt is de competentie. Bij iedere competentie is aangegeven in welke werkprocessen de competentie voorkomt. Tevens staan de componenten en het eindgedrag beschreven. Het eindgedrag is afgeleid van de prestatie-indicatoren uit het kwalificatiedossier. Bij ieder werkproces staat vermeld in welke onderdelen (beroepsprestatie, verantwoordingsverslag, assessmentgesprek) deze competentie met componenten voorkomt, met vermelding van de fase. De in blauw aangegeven onderdelen zijn ontwikkelingsgericht en de in zwart-VET aangegeven onderdelen zijn kwalificerend. Bij iedere competentie is een opsomming gegeven van kennis-, vaardigheden- en houdingsaspecten. Dit is geen uitputtende lijst, maar dekt wel de werkprocessen, de bijbehorende competenties en componenten uit fase 1, 2 en 3.

De lijst kan naar eigen inzicht aangevuld worden.

De competentiewijzer is bedoeld voor studenten en opleiders. De verwachtingen en eisen van het beroep en de opleiding in de desbetreffende fase komt door de competentiewijzer goed in beeld.

Als student kun je voor jezelf vaststellen wat je sterke en minder sterke kanten zijn binnen de verschillende competenties en werkprocessen. De competentiewijzer is een handig hulpmiddel bij het formuleren van je leerdoelen in het persoonlijke ontwikkelingsplan (POP).

Opleiders kunnen de competentiewijzer gebruiken bij de ondersteuning van studenten in hun studieloopbaan.

Ontwikkelaars Dayenne van Hulst Esther Rinsma

Ontwikkelteamleider Maria Pelgrum

3

COMPETENTIEWIJZER

Inhoud

Competentie D Competentie E Competentie F Competentie G Competentie I Competentie J Competentie K Competentie L Competentie M Competentie Q Competentie R Competentie S Competentie T Competentie V Competentie Y

Aandacht en begrip tonen

5 6 8 9

Samenwerken en overleggen Ethisch en integer handelen Relaties bouwen en netwerken

Presenteren

10 11 12 14 16 17 18 19 21 23 24

Formuleren en rapporteren

Vakdeskundigheid toepassen

Materialen en middelen inzetten

Analyseren

Plannen en organiseren

Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

Kwaliteit leveren

Instructies en procedures opvolgen

Met druk en tegenslag omgaan

Bedrijfsmatig handelen

Nederlands - taalvaardigheden

25

Rekenen

25

4

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie D. Aandacht en begrip tonen

Werkprocessen

1.1 Neemt de zorgvraag aan en kanaliseert deze ( BP 1.2, BP 1.3, BP 2.3 en VV) Componenten interesse tonen, luisteren Eindgedrag Je toont belangstelling voor de cliënt. Je neemt de tijd om aandachtig te luisteren. Je luistert actief. Je toont (non-)verbaal interesse in de cliënt.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de culturele achtergrond van groepen in de Nederlandse samenleving de verschillende en alternatieve communicatietechnieken de ziektebeelden aspecten van de beroepshouding verschillende observatietechnieken de communicatieve niveaus van de verschillende cliëntcategorieën de taken en verantwoordelijkheden van het beroep de factoren die gedrag verklaren zoals leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse de regels van de Nederlandse taal

actief luisteren doorvragen als de boodschap niet helder is non-verbale en verbale communicatiemethoden en -technieken toepassen rekening houden met de positie van de cliënt controleren aan de hand van meerdere technieken of de cliënt mijn boodschap begrijpt je communicatie afstemmen op het niveau van de cliënt in je handelen rekening houden met de verschillen in leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse sociale problematiek waaronder onder andere huiselijk geweld signaleren de oorzaken van miscommunicatie achterhalen en je gedrag en communicatiestijl daarop aanpassen de invloeden van je eigen kwaliteiten, wensen en waarden op je loopbaanontwikkeling verwoorden een relatie leggen tussen je persoonlijke waarden en je toekomstig beroep omgaan met de effecten van je gedrag op anderen je tolerant opstellen ten opzichte van een afwijkende mening

open (naar anderen) klantvriendelijk laagdrempelig inlevend respectvol reflectief zorgvuldig

geïnteresseerd belangstellend meelevend

................................

...............................................

...............................................

5

COMPETENTIEWIJZER

Competentie E. Samenwerken en overleggen

Werkprocessen

1.2 Voert medicatiebewaking uit ( BP 1.2, BP 2.1, AsG1, BP 3.1 en AsG2) Componenten anderen raadplegen en betrekken Eindgedrag Je raadpleegt op tijd bij medicatiebewakingssignalen. Je raadpleegt op tijd bij twijfel.

1.5 Geeft voorlichting en advies ( BP 2.1, BP 2.3, BP 3.2) Componenten anderen raadplegen en betrekken Eindgedrag Je raadpleegt op tijd bij twijfel. Je vraagt de mening over een zorgvraag. 2.2 Past handelspreparaten aan ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten afstemmen Eindgedrag Je overlegt welke handelingen verricht moeten worden. Je voert overleg bij onduidelijkheden.

3.3 Voert beheertaken uit (BP 1.4, BP 2.2) Componenten afstemmen Eindgedrag Je stemt aan de hand van het voorraadsysteem af welke materialen en middelen besteld moeten worden.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de verschillende vormen van het communicatieproces de werkzaamheden die verricht moeten worden de verschillende overlegvormen beschikbare informatiesystemen de principes van samenwerken verschillende disciplines en hun werkzaamheden verschillende vormen van informatieverstrekking vaktermen methoden van conflicthantering vergadertechnieken 360ºC feedback het voorraadsysteem de (bij)werking van medicijnen, risico’s en contra-indicaties

collega’s, apotheker tijdig inschakelen luisteren naar gevoelens en emoties van de cliënt

respectvol inlevend zorgvuldig inlevend

feedback ontvangen en op constructieve wijze geven

hulpvaardig coöperatief motiverend (voor anderen) initiatiefrijk proactief bij dilemma’s gericht op feedback beleefd belangstellend meedenkend

binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin je eigen standpunten uitleggen kenbaar maken wat je kwaliteiten, grenzen en valkuilen zijn betrokkenheid bij anderen tonen bijdragen aan een optimaal werkklimaat een functionele samenwerkingsrelatie hebben met een cliënt en met diens naasten het element van beroepshouding ‘respect tonen voor de cliënt’ integreren bij de uitvoering van je eigen taken in teamverband werken werkzaamheden afstemmen op die van collega(‘s)

................................

6

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie E. Samenwerken en overleggen (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

relevante doelgroepen ziektebeelden, behandelmethoden en medische hulpmiddelen de regels van de Nederlandse taal

deelnemen aan (multidisciplinair) overleg gezamenlijk belang stellen boven je eigen belang gemaakte afspraken mondeling en schriftelijk helder samenvatten passend feedback geven concessies doen waarbij je je eigen belang (deels) opoffert ten gunste van het belang van het team verschillende belangen overzien en op basis daarvan oplossingen aandragen die voor iedereen voordelen opleveren bemiddelen bij conflicten openstaan voor andermans ideeën je aan afspraken houden teamprestatie delen met anderen zonder jezelf voorop te stellen anderen complimenten geven open en duidelijk communiceren gemaakte afspraken goed schriftelijk vastleggen

...............................................

...............................................

7

COMPETENTIEWIJZER

Competentie F. Ethisch en integer handelen

Werkprocessen

1.1 Neemt de zorgvraag aan en kanaliseert deze (BP 2.2, VV1, BP 3.1) Componenten integer handelen, verschil tussen mensen respecteren Eindgedrag Je respecteert de cliënt. Je gaat discreet om met gevoelige, vertrouwelijke informatie. Je handelt onbevooroordeeld. 1.4 Behandelt de zelfzorgvraag ( BP 1.3, BP 2.3) Componenten ethisch handelen, integer handelen, verschil tussen mensen respecteren Eindgedrag Je houdt rekening met de behoefte aan privacy van de cliënt. Je behandelt de cliënt met respect. Je behandelt de cliënt onbevooroordeeld.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de beroepscode de uitgangspunten van de geheimhouding de uitgangspunten van respectvol handelen de verschillende culturele achtergronden van cliënten de verschillende levensbeschouwingen van cliënten de verschillende seksuele voorkeuren van cliënten de normen en waarden van de branche, de organisatie en de beroepsgroep de wetgeving geldende normen en waarden

volgens de beroepscode handelen respectvol reageren op culturele en levensbeschouwelijke verschillen van de cliënten respectvol omgaan met verschillende seksuele voorkeuren van de cliënten sociale problematiek waaronder onder andere huiselijk geweld signaleren het element van beroepshouding ‘respect tonen voor de cliënt’ toepassen open en duidelijk communiceren sociale problematiek waaronder onder andere huiselijk geweld signaleren discreet omgaan met (privacy)gevoelige zaken anderen onbevooroordeeld tegemoet treden het vertrouwen winnen van de cliënt emotionele ondersteuning vragen voor jezelf mondeling en schriftelijk aangeven wanneer werkzaamheden en gedrag afwijken van algemeen geldende waarden en normen beslissingen nemen waarbij je de gevolgen van verschillende belangen meeneemt relaties opbouwen op basis van vertrouwen en openheid verschillende belangen onderscheiden

open naar anderen respectvol inlevend integer zorgvuldig eerlijk alert proactief bij dilemma’s beleefd betrouwbaar voorkomend onbevooroordeeld

................................

...............................................

...............................................

8

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie G. Relaties bouwen en netwerken

Werkprocessen

3.3 Voert beheertaken uit (BP 1.4, BP 3.1) Componenten relatienetwerk onderhouden en benutten Eindgedrag

Je onderhoudt contacten met leveranciers. Je investeert in de relatie met leveranciers.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de uitgangspunten van een goede samenwerkingsrelatie de verschillende communicatievormen de aspecten van werk en beroepshouding de verschillende disciplines en hun werkzaamheden de stappen voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie het voorraadsysteem

gemakkelijk nieuwe contacten leggen voor bepaalde vragen de juiste personen/organisaties benaderen verschillende communicatievormen toepassen je communicatieve gedrag afstemmen op de anderen bijdragen aan een optimaal werkklimaat een functionele samenwerkingsrelatie creëren de juiste beroepshouding laten zien privacy bewaken de juiste omgangsvormen gebruiken in contacten met anderen kenbaar maken wat je kwaliteiten, grenzen en valkuilen zijn betrokkenheid bij anderen tonen persoonlijke relaties opbouwen en onderhouden

open inlevend coöperatief collegiaal stimulerend voor

anderen alert op

ontwikkelingen stipt, nauwgezet waakzaam

................................

...............................................

...............................................

9

COMPETENTIEWIJZER

Competentie I. Presenteren

Werkprocessen

1.5 Geeft voorlichting en advies ( BP 1.2, BP 1.3, BP 2.1, BP 2.3, BP 3.1, BP 3.2) Componenten duidelijk uitleggen en toelichten, betrouwbaarheid en deskundigheid uitstralen Eindgedrag Je presenteert jezelf als ter zake deskundig. Je wekt vertrouwen op basis van je deskundigheid. Je legt zaken duidelijk en correct uit. Je gebruikt heldere taal. Je hanteert een goed spreektempo.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de culturele en levensbeschouwelijke verschillen van de cliënten verschillende gedragsdeterminanten verschillende voorlichtings-, advies- en instructiemethoden om informatie over te brengen verschillende presentatietechnieken interventies die ertoe bijdragen de gestelde doelen te bereiken de rechten en plichten van cliënt en zorgverlener, klachtrecht, inzagerecht de regels van de Nederlandse taal verbale en non-verbale communicatie verschillende audiovisuele hulpmiddelen ziektebeelden, behandelmethoden en medische hulpmiddelen

voorlichting en instructie geven aan de cliënt, mantelzorger en/of de naasten uit diverse (risico)groepen cliënten instructie geven bij het aanleren van vaardigheden, gedragsregels en het gebruik van materialen en hulpmiddelen een duidelijke, gedetailleerde presentatie houden informatie en advies aanbieden op een aansprekende manier communiceren in helder Nederlands of een andere moderne vreemde taal, afgestemd op de doelgroep passend communiceren bij de situatie, met of zonder vaktermen actief deelnemen aan een discussie en hierin je standpunten uitleggen mondeling en schriftelijk verslag doen of informatie doorgeven of redenen aanvoeren vóór of tegen een specifiek standpunt op een juiste en correcte wijze cliënten aanspreken het juiste spreektempo hanteren voorlichting en instructie geven waarbij hoofd- en bijzaken worden gescheiden de rode draad vasthouden van de presentatie, ook na interruptie tijdens de presentatie de presentatie aanpassen

representatief zorgvuldig open naar anderen

klantvriendelijk laagdrempelig inlevend

respectvol planmatig initiatiefrijk

................................

...............................................

...............................................

10

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie J. Formuleren en rapporteren

Werkprocessen

3.4 Voert administratieve taken uit ( BP 1.2, BP 1.4, BP 2.1, BP 3.1, BP 3.2) Componenten nauwkeurig en volledig rapporteren Eindgedrag Je verwerkt accuraat alle gegevens van de cliënten. Je voert verstrekking van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en zelfzorgmiddelen en alle wijzigingen in de voorraad zorgvuldig in de computer in.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de verschillende vormen van evaluatie de verschillende technieken m.b.t. overleggen en beargumenteren de regels van de Nederlandse taal het apotheekinformatiesysteem (= AIS) de wettelijke eisen omtrent archivering en registratie waaronder de opiumwet de logistieke processen in een apotheek het Elektronisch Patiëntendossier (EPD)

systematische gegevens op een mondelinge of schriftelijke manier verzamelen gegevens handmatig en elektronisch vastleggen werken met het AIS en de zorgregels de relevante wetgeving toepassen administratieve, archiverings- en registratievaardigheden toepassen administratieve vaardigheden uitvoeren relevante informatie kort en bondig aan de juiste persoon rapporteren

doelgericht kwaliteitsbewust onbevooroordeeld zorgvuldig concreet en duidelijk nauwkeurig

................................

...............................................

...............................................

11

COMPETENTIEWIJZER

Competentie K. Vakdeskundigheid toepassen

Werkprocessen

1.2 Voert medicatiebewaking uit ( BP 2.1, BP 2.3, BP 3.1) Componenten vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Eindgedrag

Je bestudeert grondig de medicatie- en cliëntkenmerken. Je controleert grondig de medicatie- en cliëntkenmerken. Je interpreteert de medicatiebewakingsignalen correct.

1.3 Handelt recepten af ( BP 1.1, BP 2.1, BP 2.2) Componenten vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Eindgedrag Je interpreteert het recept op de juiste manier. Je houdt bij het voor toediening gereedmaken van de geneesmiddelen rekening met de kenmerken van de cliënt.

1.4 Behandelt de zelfzorgvraag ( BP 1.3, BP 2.3, VV1, BP 3.2) Componenten vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Eindgedrag Je interpreteert de zorgvraag op een juiste manier. 2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten vakspecifieke mentale vermogens aanwenden Eindgedrag

Je maakt gebruik van kennis van grondstoffen. Je past gangbare rekenvaardigheden correct toe.

3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep ( BP 2.5, BP 3.4 en VV2) Componenten expertise delen Eindgedrag Je houdt vakkennis en vaardigheden bij. Je draagt je eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over. Je gebruikt feedback om van te leren. Je neemt deel aan inhoudelijke beroepsmatige discussies.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

het apotheekinformatiesysteem ICT de diverse doelgroepen de kenmerkende vergoedingsregels van verzekeringsvormen geneesmiddelen:

snel informatie opnemen sociale vaardigheden toepassen

nauwkeurig communicatief planmatig coöperatief proactief kwaliteitsbewust respectvol loyaal flexibel inlevend

standaard Nederlands luisteren, lezen, gesprekken voeren, spreken en schrijven (en alfabet)

methodisch werken werken met een AIS recepten en andere zorgvragen interpreteren deskundige voorlichting geven

indeling in verschillende geneesmiddelgroepen en indicaties

12

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie K. Vakdeskundigheid toepassen (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

toedieningsvormen en hun gebruiksinstructie vaktaal en afkortingen de relevante wet- en regelgeving (privacy, GW, OW, BIG, Arbo, milieu) relevante protocollen rekenvaardigheden met betrekking tot getallen, doseringen, omrekenen hoeveelheden, toepassen schaalveranderingen, Internationale Eenheden, verhoudingen de basisanatomie en ziektebeelden en behandelmethoden de kennis over de werking, dosering, het gebruik, de belangrijkste bijwerkingen en risico’s van interacties, contra-indicaties en over- en onderconsumptie van de meest voorkomende geneesmiddelen zelfzorgstandaarden KNMP UA-standaarden de gang van het recept diverse communicatietechnieken veelvoorkomende verband- en medische hulpmiddelen eerste en tweede uitgifte procedures vakspecifieke materialen en instrumenten de regels bij hygiënisch en ergo- nomisch verantwoord werken Je kent basisbegrippen, toepassingen uit de farmacie de juiste omstandigheden waaronder bereidingen moeten plaatsvinden specifieke grondstoffen voor de bereiding van geneesmiddelen de kwaliteitsnormen uit de beroepsgroep (o.a. GMP, NAN, FNA) en relevante wet- en regelgeving

hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken kostenbewust en milieubewust werken veiligheidsrisico’s inschatten en onnodige risico’s voorkomen gangbare rekenvaardigheden (doseringen, omrekenen van hoeveelheden, toepassen van schaalverandering toetsen van rekenresultaten op juistheid en betrouwbaarheid, internationale eenheden) toepassen berekeningen controleren vakliteratuur lezen geneesmiddelen volgens protocol bereiden een eerste en tweede uitgiftegesprek voeren uitleg geven over geneesmiddelen,

reflectief ambitieus weerbaar milieubewust gedisciplineerd

................................

verband- en hulpmiddelen een bijdrage leveren aan

professionalisering van het beroep kennis en expertise overdragen aan collega’s en andere deskundigen verkregen feedback verwerken

deelnemen aan inhoudelijk beroepsmatige discussies

snel de juiste informatie zoeken en verzamelen zodat praktijkproblemen succesvol kunnen worden afgerond de consequenties van de ontwikkelingen overzien en deze beschrijven specialistische medicatiebegeleiding geven het juiste beroepsbeeld beschrijven berekeningen controleren

...............................................

...............................................

13

COMPETENTIEWIJZER

Competentie L. Materialen en middelen inzetten

Werkprocessen

1.5 Geeft voorlichting en advies ( BP 1.2, BP 1.3, BP 2.1, BP 3.2) Componenten geschikte materialen en middelen kiezen Eindgedrag Je kiest voor en maakt gebruik van (voorlichting)materialen die aansluiten bij de vraag. Je zet de (voorlichtings)materialen op een professionele wijze in.

2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materiaal en middelen Eindgedrag Je gebruikt de juiste materialen en middelen. Je zorgt ervoor dat de materialen schoon en goed onderhouden zijn. Je ruimt de ruimte netjes op. 2.2 Past handelspreparaten aan ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten materialen en middelen doelmatig gebruiken, materialen en middelen doeltreffend gebruiken Eindgedrag Je bent goed op de hoogte van de werking van de te gebruiken materialen en apparatuur. Je gebruikt de materialen en apparatuur effectief en efficiënt. 3.3 Voert beheertaken uit ( BP 1.1, BP 1.4, BP 2.2) Componenten geschikte materialen en middelen kiezen, goed zorg dragen voor materiaal en middelen Eindgedrag Je bestelt tijdig de benodigde en juiste materialen en middelen. Je controleert het geleverde aantal. Je let op de vervaldata. Je bergt de materialen en middelen op de juiste wijze op.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

informatiebronnen, utensiliën, hulpmiddelen en voorlichtingsmateriaal voorlichtings-, advies- en instructievaardigheden methoden voor middelen- en materiaalbeheer. (vervaldatumsysteem) wetgeving omgeving omtrent Arbo, milieu, hygiëne vakspecifieke materialen en instrumenten kwaliteitsnormen, GMP, FNA en NAN ergonomische aandachtspunten

apparatuur, materialen, middelen en meetinstrumenten volgens instructie gebruiken apparatuur, materialen, middelen en meetinstrumenten op het juiste moment inzetten op passende wijze gebruik maken van hulpmiddelen, zoals folders en andere ondersteuningsmaterialen rekenen advies geven en beargumenteren bij het aanschaffen van nieuwe materialen en middelen aandachtspunten benoemen voor een ergonomische werkhouding

planmatig gestructureerd kwaliteitsbewust kostenbewust milieubewust gedisciplineerd efficiënt

................................

14

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie L. Materialen en middelen inzetten (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

het voorraadsysteem relevante doelgroepen en bijbehorende verenigingen en passend informatiemateriaal

gebruik maken van diverse kennis- en informatiebronnen de toekomstige behoeften aan materialen en middelen overzien en passende maatregelen treffen het praktisch nut en inzetbaarheid van materialen en middelen beoordelen voorlichting, advies- en instructievaardigheden gericht toepassen

...............................................

...............................................

15

COMPETENTIEWIJZER

Competentie M. Analyseren

Werkprocessen

1.4 Behandelt de zelfzorgvraag (BP 2.3, BP 3.2 en VV2) Componenten informatie uiteenrafelen, conclusies trekken Eindgedrag Je analyseert bij de behandeling van de zelfzorgvraag alle beschikbare gegevens grondig. Je maakt uit de beschikbare gegevens een logische gevolgtrekking voor de keuze van het zelfzorgmiddel.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de oorzaken, verschijnselen en gevolgen van gezondheidsklachten, veel voorkomende ziektebeelden of stoornissen anatomie, geneesmiddelen en zelfzorgstandaarden KNMP de verschillende methoden om te analyseren

op de juiste wijze communiceren om de juiste gegevens te kunnen verzamelen juiste gegevens inventariseren en logisch met elkaar in verband brengen risicovolle en complexe situaties inschatten denken in oorzaak en gevolg feedback ontvangen en op constructieve wijze geven kenbaar maken wat je kwaliteiten, grenzen en valkuilen zijn ordening aanbrengen in gegevens uit verschillende bronnen en op relevantie en juistheid beoordelen voor oplossingen of werkwijzen over de grenzen van je eigen vakgebied kijken de juiste inschattingen maken van de gevolgen van je handelen voor de cliënt uitgebreide taken onderverdelen in deeltaken en de juiste volgorde vaststellen gegevens uit verschillende bronnen combineren en op basis daarvan juiste conclusies trekken logisch en gestructureerd problemen ontrafelen en op basis daarvan de juiste acties benoemen om het probleem op te lossen je kennis gebruiken waar nodig zodat je inzicht wordt vergroot sociale problematiek waaronder huiselijk geweld signaleren taken overzien en in de juiste volgorde uitvoeren problemen achterhalen, oplossingen bedenken en de juiste conclusie trekken

doelgericht kwaliteitsbewust

planmatig initiatiefrijk reflectief alert innovatief gedreven

................................

...............................................

...............................................

16

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie Q. Plannen en organiseren

Werkprocessen

2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten activiteiten plannen, tijd indelen Eindgedrag Je maakt een realistische tijdsplanning. Je zorgt dat activiteiten goed op elkaar worden afgestemd.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de benodigde werkzaamheden, bijvoorbeeld de stappen voor het opstellen van een bereidingsplan verschillende soorten bereidingen de opzet van standaarden en protocollen verschillende methoden om werkzaamheden te plannen en te organiseren

methodisch plannen prioriteiten stellen een bereidingsplan opstellen, evalueren en bijstellen de verschillende (activiteiten) werkzaamheden op elkaar afstemmen planmatig werken (dag-/week-/ maandindeling maken) in je plan rekening houden met alle betrokkenen een overzicht maken van de diverse taken en hiervoor een planning maken problemen of knelpunten signaleren die de voortgang belemmeren en met oplossingen komen

planmatig accuraat realistisch klantvriendelijk kwaliteitsbewust flexibel coöperatief stipt, nauwgezet proactief bij dilemma’s

...............................................

................................

...............................................

17

COMPETENTIEWIJZER

Competentie R. Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten

Werkprocessen

1.4 Behandelt de zelfzorgvraag (BP 2.3, BP 3.2) Componenten behoeften en verwachtingen achterhalen, aansluiten bij behoeften en verwachtingen Eindgedrag Je luistert actief. Je vraagt door naar wensen en behoeften. Je bekijkt de wensen in relatie tot de mogelijkheden en vertaalt deze naar een passend zelfzorgmiddel. 1.5 Geeft voorlichting en advies ( BP 2.1, BP 2.2, BP 3.1, BP 3.2 en AsG2) Componenten behoeften en verwachtingen achterhalen, aansluiten bij behoeften en verwachtingen Eindgedrag Je luistert actief. Je vraagt door naar wensen en behoeften. Je stemt de informatie en het taalgebruik af op de vermogens en verwachtingen van de cliënt. Je vraagt de cliënt of de verstrekte informatie duidelijk is.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de basisprincipes over klantgericht werken de diverse culturele/religieuze/ sociale achtergronden van cliënten de verschillende vormen van het communicatieprocessen

actief de zorgbehoeften en wensen van de cliënt achterhalen jezelf dienstverlenend opstellen en de belangen van de cliënt voor zover mogelijk centraal stellen goede service verlenen actief luisteren jezelf proactief opstellen in het door- vragen naar de wensen van de klant en het aanbieden van ongevraagde extra service doorvragen als de boodschap niet helder is non-verbale en verbale communicatie- methoden en -technieken afstemmen op het communicatieniveau van de cliënt controleren of je aan de verwachtingen hebt voldaan een open gesprekssituatie creëren duidelijk aangeven wat de cliënt wel en niet kan verwachten aan de hand van meerdere technieken controleren of de cliënt je boodschap begrijpt communiceren in helder Nederlands, afgestemd op de doelgroep rekening houden met de verschillen in leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse sociale problematiek waaronder huiselijk geweld signaleren

doelgericht kwaliteitsbewust

planmatig zorgvuldig alert consequent proactief empathisch

klantvriendelijk representatief beleefd belangstellend respectvol

...............................................

................................

...............................................

18

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie S. Kwaliteit leveren

Werkprocessen

1.3 Handelt recepten af ( BP 1.1, BP 2.1, BP 3.1) Componenten systematisch werken, kwaliteitsniveaus halen Eindgedrag

Je werkt bij de receptafhandeling strikt volgens geldende kwaliteitsnormen. Je pakt het gereedmaken, controleren en verpakken ordelijk en systematisch aan. Je richt jezelf tot het detailniveau op het leveren van werk van hoge kwaliteit. Je doet er alles aan om de afhandeling van het recept in een keer goed en correct uit te voeren. 2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen ( BP 2.4, BP 3.3 en VV2) Componenten systematisch werken, kwaliteitsniveaus halen Eindgedrag Je richt je op het in een keer goed en correct bereiden van geneesmiddelen. Je kent en hanteert de geldende kwaliteitseisen van de apotheek. 2.2 Past handelspreparaten aan ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten systematisch werken Eindgedrag Je anticipeert op mogelijke verstoringen in de voortgang van het werk. Je pakt het werk op een ordelijke en systematische wijze aan. Je benadert het werk zorgvuldig. Je werkt zoveel mogelijk volgens beproefde methoden en bestaande kwaliteitsnormen.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de kwaliteitseisen bij de betreffende werkzaamheden van de organisatie kwaliteitsnormen GMP, FNA en NAN de methoden van bewaking/ bevordering van de kwaliteit van de uitoefening van het beroep de algemene kwaliteitseisen van diverse toedieningsvormen

de kwaliteitseisen van de eigen organisatie toepassen de kwaliteit van de zorgverlening bewaken en verbeteren knelpunten tijdig signaleren en rapporteren

doelgericht planmatig proactief

motiverend stimulerend kwaliteitsbewust

werkzaamheden verrichten die voldoen aan de kwaliteitseisen die het beroep en

zorgvuldig innovatief nauwgezet

de organisatie aan jou stellen werken volgens procedures

rekenvaardigheden met betrekking tot getallen, doseringen, omrekenen hoeveelheden, toepassen schaalveranderingen, Internationale Eenheden, verhoudingen

een reële inschatting maken wanneer je anderen in moet schakelen of om advies moet vragen nieuw geleerde competenties toepassen feedback geven en ontvangen inspelen op de behoefte van het werkveld Nederlandse spreek– en schrijfvaardigheden toepassen tijdens stress kwaliteitseisen handhaven zelfstandig acties ondernemen om tekortkomingen in kennis op te vullen

................................

19

COMPETENTIEWIJZER

Competentie S. Kwaliteit leveren (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

het werkveld feedbackvaardigheden de Nederlandse taal

je werkzaamheden toetsen en beschrijven aan de hand van geldende kwaliteitsnormen kansen signaleren om de kwaliteit van diensten, producten of processen te verbeteren aan anderen duidelijk maken welke kwaliteit van hen verwacht wordt. zelfstandig acties ondernemen om tekortkomingen in vaardigheid op te vullen

...............................................

gangbare rekenvaardigheden (doseringen, omrekenen van hoeveelheden, toepassen van schaalverandering toetsen van rekenresultaten op juistheid en betrouwbaarheid, internationale eenheden) toepassen

...............................................

20

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie T. Instructies en procedures opvolgen

Werkprocessen

1.3 Handelt recepten af ( BP 1.1, BP 1.2, BP 2.1, BP 2.2) Componenten werken conform veiligheidsvoorschriften, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen, werken conform de voorgeschreven procedures Eindgedrag Je controleert het te verstrekken geneesmiddel elektronisch of visueel. Je voorziet het van de benodigde instructies, waarmee het afhandelen van het recept voldoet aan voorgeschreven procedures en relevante wettelijke richtlijnen en veiligheidsvoorschriften.

2.1 Bereidt geneesmiddelen uit grondstoffen ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten werken conform de voorgeschreven procedures Eindgedrag Je volgt bij de bereiding van de geneesmiddelen de geldende protocollen en procedures.

2.2 Past handelspreparaten aan ( BP 2.4, BP 3.3) Componenten werken conform veiligheidsvoorschriften, werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen, instructies opvolgen Eindgedrag Je volgt bij het aanpassen van handelspreparaten nauwkeurig het samenstellings- en bereidingsvoorschrift van de apotheker op. Je werkt op zijn aanwijzing en instructie. Je past relevante rekenvaardigheden correct toe bij het berekenen van doseringen en hoeveelheden. Je werkt volgens relevante wetgeving. Je handelt overeenkomstig veiligheids- en milieueisen. 3.2 Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg ( BP 2.5, BP 3.4) Componenten werken conform de voorgeschreven procedures Eindgedrag Je houdt jezelf aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en wettelijke richtlijnen. Je stimuleert anderen zich ook te houden aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en wettelijke richtlijnen. 3.4 Voert administratieve taken uit ( BP 1.1, BP 1.4, BP 3.1, BP 3.2) Componenten werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen Eindgedrag Je kent de wettelijke richtlijnen die gelden voor het uitvoeren van de administratie in het kader van de opiumwet. Je past de richtlijnen die gelden voor het uitvoeren van de administratie in het kader van de opiumwet toe.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de verschillende materialen en hulpmiddelen om veilig te kunnen werken de regels m.b.t. veiligheid en milieu protocollen, richtlijnen

protocollen, richtlijnen en (veiligheids) voorschriften gebruiken materialen en hulpmiddelen op een veilige manier gebruiken werken conform voorgeschreven procedures en protocollen

zorgvuldig nauwkeurig ordelijk gedisciplineerd waakzaam besluitvaardig

................................

21

COMPETENTIEWIJZER

Competentie T. Instructies en procedures opvolgen (vervolg)

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

wettelijke richtlijnen voor uitvoering van administratie m.b.t. de opiumwet (veiligheids)voorschriften, en veilig gebruik van materialen en hulpmiddelen (RIE) de specifieke wet- en regelgeving in het dagelijks werk

mondelinge aanwijzingen en instructies opvolgen methodisch werken administratieve, archiverings- en registratievaardigheden toepassen

relevante rekenvaardigheden (doseringen en omrekenen van hoeveelheden) toepassen Nederlandse spreek– en leesvaardigheden toepassen

de regels bij hygiënisch en ergonomisch verantwoord werken je verantwoordelijkheid

...............................................

relevante rekenvaardigheden bij berekenen van doseringen en hoeveelheden de regels van de Nederlandse taal

...............................................

22

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Competentie V. Met druk en tegenslag omgaan

Werkprocessen

1.1 Neemt de zorgvraag aan en kanaliseert deze (BP 2.2, AsG1, BP 3.1, AsG2) Componenten effectief blijven presteren onder druk, grenzen stellen Eindgedrag Je blijft ook als er grote druk aan de balie is nauwkeurig werken.

Je richt jezelf op zaken die moeten worden gedaan. Je stelt duidelijke grenzen aan wat je kunt doen.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

het verschil tussen belangen en spanningen je eigen grenzen bij druk en tegenslag het verschil tussen macht en onmacht de verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de apothekersassistent de rechtspositie van de apothekersassistent de veiligheidsvoorschriften / Arbo- normen de functiebeschrijving van de apothekersassistent binnen de branche manieren om incidenten te melden gespreksvaardigheden

met (tijds)druk en tegenslag omgaan je eigen gevoelens goed hanteren je eigen grenzen bewaken in stressvolle situaties gericht blijven op het werk en de zaken die gedaan moeten worden bij spanning naar oplossingen zoeken een professionele houding aannemen bij spanning en stress collegiale ondersteuning aanvaarden bij spanning en stress afstand nemen om stil te staan bij je eigen gedrag open staan voor feedback van de cliënt de grenzen van je bekwaamheid en bevoegdheid aangeven en daarbinnen handelen bij twijfel over je bevoegdheid en/of bekwaamheid de handeling niet uitvoeren en dit voorleggen aan je leidinggevende je taken, werkzaamheden en bevoegd- heden omschrijven (functiebeschrijving) agressie hanteren omgaan met sociale problematiek waaronder armoede en huiselijk geweld de motivatietechnieken toepassen onder druk vriendelijk blijven en conflicten vermijden tegenslag accepteren en direct kijken naar andere middelen om je doel te bereiken flexibel zijn Nederlands spreken en een gesprek voeren

alert consequent planmatig initiatiefrijk

flexibel stabiel reflectief open

coöperatief zelfbewust stressbestendig oplossingsgericht

................................

...............................................

...............................................

23

COMPETENTIEWIJZER

Competentie Y. Bedrijfsmatig handelen

Werkprocessen

3.3 Voert beheertaken uit (BP 1.4) Componenten kostenbewust handelen Eindgedrag Je let op reële prijs-kwaliteitverhouding van de producten. Je bekijkt de mogelijkheden om kosten te reduceren. Je bent alert op onnodige verspilling.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

de goederenstroom van alle in- en uitgaande producten factoren die van invloed zijn op het vaststellen van het assortiment in de apotheek de diverse belangen in een apotheek de diverse werkprocessen die in een apotheek plaatsvinden het voorraadsysteem

nauwkeurig werken waardoor verspilling wordt voorkomen kostenbewust werken organisatorische belemmeringen benoemen

kostenbewust doelgericht waakzaam stipt, nauwgezet

................................

...............................................

...............................................

24

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Nederlandse taal

beheersingsniveau

Mondelinge taalvaardigheid

3F

Leesvaardigheid

3F

Schrijfvaardigheid

3F

Taalverzorging en taalbeschouwing

3F

Rekenen

beheersingsniveau

Getallen

3F

Verhoudingen

3F

Meten en meetkunde

1F

Verbanden

2F

Taalvaardigheden en rekenkundige handelingen voor de beroepsuitoefening zijn in de competentiewijzer opgenomen.

De Nederlandse taal is vastgesteld op niveau 3 F en identiek aan de algemene eisen die aan de Nederlandse taal worden gesteld in een MBO- kwalificatie op niveau 4.

Het gewenste rekenniveau voor de beroepsuitoefening is in bovenstaand overzicht aangegeven. Rekenen voor het beroepsdeel wijkt af van de algemene eisen die aan rekenen worden gesteld in een mbo-kwalificatie op niveau 4.

25

COMPETENTIEWIJZER

26

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

27

COMPETENTIEWIJZER

28

APOTHEKERSASSISTENT FASE 1, 2 EN 3

Fase 1 Het uitvoeren van dagelijkse activiteiten Kompas Competentiewijzer 1.1 Producten klaarmaken voor aflevering

Apothekersassistent

1.2 Recepten afhandelen met en zonder eenvoudige medicatiebewaking 1.3 Geven van voorlichting en advies bij eenvoudige zelfzorgvragen 1.4 Werken aan voorraadbeheer en logistiek Fase 2 Het bieden van complexe zorg 2.1 Afhandelen van recepten met medicatiebegeleiding 2.2 Geven van voorlichting en advies over verband- en medische hulpmiddelen 2.3 Geven van voorlichting en advies bij zelfzorg

2.4 Uitvoeren van eenvoudige bereidingen 2.5 Verbeteren van eigen vakdeskundigheid

Verantwoordingsverslag 1 en Assessmentgesprek 1 Fase 3 Op weg naar beginnend apothekersassistent 3.1 Onder druk professioneel functioneren aan de balie 3.2 Bevorderen van zelfmanagement bij typerende zorgvragers 3.3 Uitvoeren van complexe bereidingen 3.4 Professionaliseren Verantwoordingsverslag 2 en Assessmentgesprek 2

Fase 1 Het uitvoeren van dagelijkse activiteiten Kompas Competentiewijzer 1.1 De dagelijkse gang van zaken plannen, organiseren en uitvoeren 1.2 Intake, beleid bepalen, voorlichting en advies geven 1.3 Uitvoeren van MTH (in opdracht van de arts) 1.4 Verzorgen van het herhaalrecept onder begeleiding Fase 2 Het bieden van complexe zorg 2.1 Uitvoeren van eigen spreekuur 2.2 Triageren, beleid bepalen, voorlichting en advies geven bij minder complexe ingangsklachten 2.3 Uitvoeren van en assisteren bij MTH 2.4 Plannen, organiseren en uitvoeren van de dagelijkse gang van zaken 2.5 Verbeteren van eigen vakdeskundigheid Verantwoordingsverslag 1 en Assessmentgesprek 1 Fase 3 Op weg naar beginnend doktersassistent 3.1 Verzorgen van eigen spreekuur 3.2 Triageren, beleid bepalen, voorlichting en advies geven bij meer complexe ingangsklachten 3.3 Verzorgen van en assisteren bij MTH 3.4 Organiseren, uitvoeren en coördineren in de praktijk 3.5 Professionaliseren Verantwoordingsverslag 2 en Assessmentgesprek 2 1.1 Assisteren aan de stoel bij de meest voorkomende behandelingen 1.2 Intake en uitvoeren van eenvoudige administratieve handelingen 1.3 Zelfstandig uitvoeren van eenvoudige handelingen 1.4 Geven van voorlichting en instructie 1.5 Opstarten, afsluiten van de werkdag en beheren van voorraad, apparatuur en techniekwerk Fase 2 Het bieden van complexe zorg 2.1 Assisteren aan de stoel bij diverse behandelingen 2.2 Zelfstandig uitvoeren van (be)handelingen en tandtechnische verrichtingen 2.3 Verbeteren van eigen vakdeskundigheid 2.4 Intake bij veelvoorkomende vragen en/of klachten 2.5 Advies, voorlichting en instructie geven Verantwoordingsverslag 1 en Assessmentgesprek 1 Fase 3 Op weg naar beginnend tandartsassistent 3.1 Assisteren aan de stoel bij complexe behandelingen 3.2 Zelfstandig uitvoeren van (be)handelingen en tandtechnische verrichtingen 3.3 Professionaliseren 3.4 Intake bij complexe vragen en/of klachten Verantwoordingsverslag 2 en Assessmentgesprek 2

Doktersassistent

Tandartsassistent Overzicht beroepsprestaties Assisterenden gezondheidszorg - 2012 Fase 1 Het uitvoeren van dagelijkse activiteiten Kompas Competentiewijzer

Een uitgave van:

Artikelnummer: CZW20120075

Made with