CZW20120127

De opdracht

A. De totale opdracht Deze voer je uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van de algehele ondersteuning van de cliënt bij de persoonlijke verzorging, wonen en huishouden, bij dagbesteding en functioneren in een groep worden beoordeeld. Daarbij horen ook de competenties op het gebied van het nagaan van de hulpvraag van de cliënt, het afstemmen van je werkzaamheden met anderen en het evalueren van je ondersteuning. Al deze competenties worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze proeve. Maak hierover afspraken met je beoordelaars. Voor de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg worden ook de competenties op het gebied van het uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden beoordeeld. Als je kunt aantonen dat bepaalde handelingen niet of te weinig voorkomen op jouw BPV-plaats, dan laat je beheersing van de vaardigheid zien op school in een simulatiesetting die exemplarisch is voor de uitvoering in de BPV. B. Ondersteuning bij persoonlijke verzorging Er zijn verschillende manieren waarop je een cliënt kunt ondersteunen bij de persoonlijke verzorging, bijvoorbeeld: een complete wasbeurt op bed, wassen aan de wastafel, onder de douche of in bad. Soms neem je de hele zorg over. Een andere keer begeleid je iemand bij het klaarleggen van de kleding en hoef je alleen maar te herinneren aan het douchen. Dan ben je veel meer bezig met stimuleren, tips geven en de cliënt aan te moedigen tot zelfzorg. Op deze manier heeft de cliënt de kans zich waar mogelijk te ontwikkelen, zodat hij zelfstandiger kan worden. Ook kan je taak bestaan uit het advies geven over het gebruik van hulpmiddelen of aanpassingen die gedaan kunnen worden in de leefomgeving ten aanzien van de basisbehoeften. • Begeleid minimaal drie cliënten met verschillende problematiek en mate van zelfredzaamheid. Doe dit ten aanzien van de: – lichamelijke verzorging – toiletgang – mobiliteit – slaap- en waakritme. • Maak hierbij gebruik van het begeleidingsplan en de voor en door de cliënt beschreven doelen. Evalueer de ondersteuning die jij geboden hebt met de cliënt of vertegenwoordiger en je begeleider. Betrek hierbij de wijze waarop je de cliënt hebt gestimuleerd om zich te ontwikkelen. Als dat in de situatie niet mogelijk was, beschrijf dan waarom niet. • Maak vanuit de evaluatie een overzicht van dat wat goed ging bij de verzorging en wat leerpunten voor je zijn. Dit kun je bijvoorbeeld in een tabel zetten. Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG -PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN 8

Made with