CZW20120202

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

R Dit betekent dat: • je voor de activiteiten de juiste materialen en middelen kiest • je zorgvuldig en netjes met materialen en middelen omgaat • je ervoor zorgt dat materialen en middelen onderhouden zijn zodat: • de doelstellingen van de dagbesteding gehaald kunnen worden • de activiteiten die je aanbiedt veilig en efficiënt verlopen. P Dit betekent dat: • je activiteiten plant en regelt op het gebied van werk, scholing en vrije tijd • je de acties die de cliënt neemt op het gebied van werk, scholing en vrije tijd plant en regelt • je zorgt dat de benodigde middelen en menskracht beschikbaar zijn zodat: • de activiteiten volgens planning en afspraken uitgevoerd kunnen worden.

L Materialen en

middelen inzetten

–– materialen en middelen doelmatig gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen –– goed zorgdragen voor materialen en middelen

Q Plannen en organiseren

–– activiteiten plannen –– mensen en middelen organiseren –– voortgang bewaken

Werkproces 2.4 Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied

T Dit betekent dat: • je kansen en mogelijkheden schept voor cliënten om zich te ontwikkelen

C Begeleiden

• je cliënten motiveert om doelen te bereiken • je feedback geeft op het gedrag van cliënten

–– motiveren –– anderen ontwikkelen

zodat: • door jouw acties de cliënten met een positieve instelling de activiteiten uitvoeren • je de cliënten in hun ontwikkeling stimuleert.

T Dit betekent dat:

E Samenwerken en overleggen

• je overlegt tijdens activiteiten over je aanpak • je tijdig hulp inschakelt bij knelpunten of onvoorziene voorvallen zodat: • je de kwaliteit en de continuïteit van je begeleiding handhaaft.

–– anderen raadplegen en betrekken

R Dit betekent dat: • je de juiste materialen en middelen voor de activiteiten kiest • je zorgvuldig en netjes met materialen en middelen omgaat • je ervoor zorgt dat materialen en middelen onderhouden zijn

L Materialen en

middelen inzetten

–– materialen en middelen doelmatig gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen –– goed zorgdragen voor materialen en middelen

zodat: • je activiteiten veilig en efficiënt verlopen.

12

PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 3

Made with