Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN

Deze legt het accent op het ‘creëren van kansen door middel van de indivi­ duele actie’. Je kiest bijvoorbeeld voor de oefenvorm ‘1 tegen 1 met 2 kleine doeltjes’. Hierna passen de spelers het toe in bijvoorbeeld de partijvorm ‘4 tegen 4 met 2 kleine doeltjes’. Vervolgens biedt je een oefenvorm aan met het accent op het scoren. Je kiest voor ‘2(+k) tegen 1(+k)’ en legt in je aanwijzingen het accent op het beter leren schieten. De spelers passen het tot slot toe in ‘4(+k) tegen 4(+k) met grote doelen’. Het geheel sluit je af met een korte nabespreking – niet steeds een uitgebreide evaluatie tussendoor. In een planning leg je van tevoren vast welke doelstellingen je wanneer gaat trainen en maak je een keuze uit de oefenvormen. Maar binnen de geplande doelstelling en de gekozen oefenvorm is het aan jou om accenten aan te brengen. Dat kan door middel van de aanwijzingen die jij geeft. Wat heb je de laatste wedstrijd ‘gelezen’? Wat lieten de spelers al wel zien en wat kan nog beter? Schieten ze de bal zomaar weg? Ondervinden ze problemen bij het dribbelen? Schieten ze vaak naast en over? Spelen ze de bal te snel af? Pas eventueel de doelstelling of oefenvorm hierop aan. Maar niet elke week weer iets volslagen nieuws. Spelers én trainer hebben twee, drie trainingen nodig om aan een nieuwe vorm te wennen. Laat de actuele doelstellingen en accenten altijd onderdeel zijn van een groter geheel, een duidelijke structuur. Kijk verder dan winst en verlies tijdens het weekend.

Indeling van de training (60 tot 75 minuten)

1 Warming-up met bal, maximaal 10 minuten; 2 Oefenvorm gericht op een aspect van het aanvallen, 15 minuten; 3 Partijvorm 4 tegen 4 om het geleerde onder 2 toe te passen, 15 minuten; 4 Oefenvorm gericht op een ander aspect van het aan­ vallen, 15 minuten; 5 Een andere partijvorm 4 tegen 4 om het geleerde onder 4 toe te passen, 15 minuten; 6 Nabespreking training met spelers, maximaal 5 minuten.

130 | F-pupillen De woensdagmiddagtraining

Made with