Allemaal Uitblinkers KNVB F-PUPILLEN

Regelen (5)

Omgaan met de scheidsrechter of spelbegeleider

1 Denk aan je voorbeeldrol. Jouw houding is belangrijk voor het team. Zorg voor een positieve, ontspannen uitstraling, heb contact met de spelers. Aan jou is af te lezen hoe spelers bij omstreden beslissingen zullen reageren. 2 Maak afspraken. De scheidsrechter heeft altijd gelijk, ook als hij geen gelijk heeft. Geen discussie, accepteren. Bespreek wat je doet bij ongewenst gedrag van jouw spelers; de scheidsrechter ziet niet alles. Bijvoorbeeld vijf minuten wissel. 3 Ken de regels. F-pupillen en vooral hun ouders accep­ teren beslissingen soms moeilijk omdat ze de spelregels nog niet goed kennen. Neem deze stap voor stap met hen door. Een goede scheidsrechter neemt de tijd om een regel uit te leggen als deze nog onduidelijk is; 4 Laat je niet gek maken. Hoe onterecht een beslissing soms ook is, concentreer je op het voetballen van je spelers, negeer de scheids. Niets mooier om hem na afloop een vriendelijke (geen triomfantelijke) hand te geven en te bedanken voor de leuke wedstrijd. 5 Strategische positie. Sta aan dezelfde kant van het veld als de begeleiders van de tegenpartij. Zo heb je snel contact als dat nodig is. Ga niet op de middenlijn staan, om zo het spel niet te belemmeren. 6 Een slechte scheidsrechter? De scheidsrechter is bij de F-pupillen soms een junior, ouder of coach van de tegen­ partij die de spelregels op eigen wijze interpreteert. Kweek begrip. Leg uit hoe moeilijk het is om scheidsrechter te zijn en dat hij, net als spelers, ook fouten mag maken.

F-pupillen | 65

Made with