CZW20120266

Datblijktuitvervolgonderzoekvande inspectie.Deonderzochte instellingen scoren in het nieuwe onderzoek vooral beter op deskundigheid van het personeelendiagnostiekensignalering.Nogbestaande risico’sbetreffenhet gebruik van vrijheidsbeperkendemaatregelen tegen verzet van de cliënten in en de continuïteit van de zorg. Het laatste is door personeelsgebrek en ziekteverzuim nog steeds in gevaar. In november publiceerde de inspectie een onderzoek, waaruit bleek dat de kwaliteit van de zorg in 24-uurs-instellingen voor verstandelijk gehandicapten ’zorgwekkend’was.Eenkwartvande instellingenpresteerde onder de maat, een kwart presteerde goed en de helft schoot op een of twee van de acht onderzochte risicopunten tekort. Belangrijkste zorg van de inspectie was het tekort aan personeel en het gebrek aan kwaliteit en deskundigheid van het personeel. Het rapport betrof destijds 149 concerns voor gehandicaptenzorg. In totaal 612 organisatorische eenheden vulden een enquêteformulier in. Op basis daarvan bezocht de inspectie 96 organisatorische eenheden. Driekwart van die 96 eenheden moest verbeterplannen maken op één of meerdererisicopunten.Afgelopen jaarbezochtde inspectiedeze instellingen opnieuw.Het vervolgonderzoek is gebaseerdopde toestandbij 72vandeze 96 instellingen. Bij 46daarvan is de zorgnuoporde.Dertienpresterennog onder de maat: op drie of meer punten scoren zij eenmatig tot zeer hoog risico. Maar ook bij deze instellingen is ’verbeterkracht’ zichtbaar, noteert de inspectie. Nog eens dertien instellingenmoeten de zorg op één of twee risicopunten verbeteren. Het aantal punten waarop instellingen een zeer hoog risico scoren is afgenomenmet negentig procent. Zoals je in bovenstaand krantenartikel kunt lezen wordt er in de gehandicaptenzorg hard aan verbeteringen gewerkt. Er is aandacht voor het welzijn van de individuele cliënt en voor de kwaliteit van de zorg in zijn algemeen. Regels, procedures, middelen enmaatregelen worden door de inspectie tegen het licht gehouden en beoordeeld op hun nut en effectiviteit. Verpleegkundigen en andere zorgverleners volgen vervolgopleidingen en bijscholingen om hun deskundigheid op peil te houden en te vergroten. In veel zorgorganisaties is het hebben van een POP en PAP, ook voor gediplomeerden, dan ook een normale zaak.

6

VERPLEEGKUNDIGE - Fase 3