14ZW4TACW

Competentie D: Aandacht en begrip tonen

Werkprocessen:

1.1 Staat de zorgvrager te woord en kanaliseert de hulpvraag (BP 1.2, BP 2.4, BP 3.4) Componenten: interesse tonen, luisteren Eindgedrag: Je toont belangstelling voor de hulpvraag. Je vraagt door en neemt de tijd om aandachtig te luisteren naar de aard van de klachten. Je laat non-verbale signalen zien die aandacht en interesse tonen. 2.4 Begeleidt en informeert de zorgvrager (BP 1.1, BP 1.4, BP 2.2, BP 2.5, BP 3.2 ) Componenten: anderen steunen Eindgedrag: Je herkent wanneer de cliënt het moeilijk heeft voorafgaand of tijdens de behandeling. Je biedt de nodige ondersteuning.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • de culturele achtergrond van groepen in de Nederlandse samenleving • • de verschillende en alternatieve communicatietechnieken • • aspecten van de beroepshouding • • verschillende observatietechnieken • • de communicatieve niveaus van de verschillende cliëntcategorieën • • de taken en verantwoordelijkheden van het beroep • • relevante organisaties en disciplines waarnaar verwezen kan worden • • de factoren die gedrag verklaren zoals leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse • • de technieken voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie • • kenmerken van een vertrouwensrelatie • • methoden om gegevens te verzamelen • • de mogelijke betekenis van non- verbale signalen • • de regels van de Nederlandse taal

• • actief luisteren • • doorvragen als de boodschap niet helder is • • non-verbale en verbale communicatiemethoden en - technieken toepassen • • rekening houden met de positie van de cliënt • • controleren aan de hand van meerdere technieken of de cliënt jouw boodschap begrijpt • • je communicatie afstemmen op het niveau van de cliënt • • in je handelen rekening houden met de verschillen in leeftijd, leefstijl, cultuur en sekse • • sociale problematiek waaronder onder communicatiestijl daarop aanpassen • • een vertrouwensrelatie opbouwen • • je ondersteunend opstellen naar een cliënt en ‘naast’ hem staan • • situaties waarin de patiënt het moeilijk heeft ,herkennen • • gerichte observatietechnieken toepassen andere huiselijk geweld signaleren • • de oorzaken van miscommunicatie achterhalen en je gedrag en

• • open (naar anderen)

• • klantvriendelijk • • laagdrempelig • • inlevend • • respectvol • • reflectief • • zorgvuldig • • geïnteresseerd • • motiverend • • belangstellend • • alert

• • stimulerend • • empathisch

• • ...................

• • ...............................................

5

Competentiewijzer

Tandartsassistent

Made with