Proefschrift Kerklaan

Samenvatting

SAMENVATTING

Inleiding (Hoofdstuk 1) Kritisch zieke kinderen, die opgenomen zijn op de intensive care afdeling, kunnen meestal niet zelf eten. Als onderdeel van de behandeling wordt daarom al vroeg gestart met het toedienen van kunstmatige voeding. Dit gebeurt, afhankelijk van de diagnose en ernst van ziekte, middels een voedingssonde in het maag-darmstelsel (enterale voeding) of via een infuus (parenterale voeding). Uit beschouwend onderzoek is bekend dat deze voedingsstrategieën het beloop en herstel van de ziekte kunnen beïnvloeden, maar tot nu toe is er weinig kwalitatief hoogstaand wetenschappelijk bewijs geleverd op dit gebied. Er is dan ook nog veel discussie over de optimale timing, hoeveelheid en toegangsweg van kunstmatige voeding bij kritisch zieke kinderen. Dit leidt ook tot veel variatie bij het geven van voeding op de kinder-intensive-care afdeling (PICU). De inleiding van dit proefschrift bevat een overzicht van de verschillende aspecten die een rol spelen bij het toedienen van kunstmatige voeding aan kritisch zieke kinderen. Deze aspecten worden weergegeven in relatie tot de fase van de zogeheten stress respons van kritieke ziekte. Deze evolutionaire respons op schade door ernstige ziekte, trauma of een operatie bestaat uit complexe veranderingen in de hormoonhuishouding en stofwisseling met als doel de kritieke ziekte te overleven. Er kunnen 3 verschillende fasen worden onderscheiden in kinderen: de acute, de stabiele en de herstelfase. Zowel de duur als de intensiteit van elke fase is afhankelijk van de leeftijd van het kind en de ernst van de ziekte. De optimale voedingsstrategie verschilt per fase: in de acute fase lijkt het beperken van voeding, en dan met name parenterale voeding, beter te zijn (op basis van studies in volwassenen), terwijl het tijdens de stabiele en herstelfase beter lijkt te zijn om de inname van voedingsstoffen te verhogen om te voldoen aan de toename van de energiebehoefte. Omdat de energiebehoefte per kind kan wisselen, wordt de hoeveelheid voeding meestal gebaseerd op het individuele rust energieverbruik (REE) per kind. REE kan worden berekend met formules, maar de waarde is het meest betrouwbaar wanneer die gemeten wordt. Deze meting bestaat uit het bepalen van het zuurstofverbruik en de koolstofdioxideproductie met behulp van de uitademingslucht, wat indirecte calorimetrie wordt genoemd. Indirecte calorimetrie is echter kostbaar, tijdsintensief en alleen toepasbaar in een selecte groep kinderen en wordt in een minderheid van de PICUs gebruikt. Daarom hebben we in hoofdstuk 2 met behulp van een online vragenlijst onder andere onderzocht op welke manier PICUs REE bepalen. In hoofdstuk 3 hebben we een alternatieve methode getest om het REE te meten, zodat indirecte calorimetrie niet langer noodzakelijk is. Het doel van dit proefschrift is om meer inzicht te verschaffen in huidige voedingsstrategieën in kritisch zieke kinderen.

9

183

Made with