00640840002

00640840002

NIVEAU 3 METAALBEWERKEN Constructiewerker

2 Vervaardigen 2 Vervormende bewerkingen

project taak

BEGELEIDERSHANDLEIDING

NIVEAU 3 MEtAAlbEwErkEN Constructiewerker [Crebo 94312]

2 project taak

Vervaardigen 2 Vervormende bewerkingen

693111127

bestelnummer 00640840002

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Auteur

W. Emons

Ontwikkelteamleider W. van Dijk

Leden werkgroep W. Emons, M.W. Flinsenberg, A.K. Tiemersma, T.A. Overdijk

Eindredactie M. Brok, W. van Dijk, H.M.F. van den Berg

Vormgeving Henny Witjes, Studio Blanche

Fotografie basisfoto omslag: Smeot Hengelo

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto´s

Omslag: Willem van Dijk Smeot Hengelo

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2010 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Introductie ..................................................... 5

Oriëntatie .................................................... 13 Planning en Voorbereiding ......................... 19 Uitvoering en Controle ............................... 29 Oplevering en Evaluatie ............................. 37

Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4

BIJLAGE 1 Beoordelingsmonitor .................................. 47 BIJLAGE 2 Urenverantwoording .................................... 48 BIJLAGE 3 Evaluatieformulier ........................................ 49 BIJLAGE 4 Planner ......................................................... 50

4

Constructiewerker

IntroduCt I e

Een constructiewerker is werkzaam bij bedrijven in de metaalproductenindustrie, of in toeleveringsbedrijven voor andere industrieën (o.a. scheepsbouw, marineschepenbouw, petrochemie, offshore, voedingsmiddelenindustrie, machine- en apparatenbouw, utiliteitsbouw, transport). Voordat constructies en apparaten kunnen worden samengesteld, moeten eerst verschillende onderdelen geproduceerd worden. Bij het maken van die onderdelen kunnen verschillende technieken worden gebruikt, zoals scheidende, verbindende, verspanende en vervormende technieken. De juiste keuze maken voor de beste techniek bij de vervaardiging van deze producten is van groot belang. De werkzaamheden van een constructiewerker kenmerken zich door de hoge eisen die worden gesteld aan de kwaliteit en het vakmanschap, waarin nauwkeurigheid, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid (regels en wetten) een grote rol spelen. In deze taak ga je leren om als constructiewerker producten te maken door materiaal vorm te geven door het werken met vervormende technieken. Dat doe je door het maken of laten maken van een of meer producten binnen een project. Daarnaast leer je om per bewerking de juiste keuze voor een techniek te maken, verantwoordelijkheid te nemen en samen te werken. Aan de orde komen o.a.: • Zwenkbuigen • Persbuigen • Wikkelbuigen • Meten en keuren • Maken van planning/plan van aanpak • Maken van verslagen • Presenteren: voeren van gesprekken • Portfolio: producten aanleveren, evalueren, reflecteren, beoordelingsformulieren invullen

5

Vervaardigen 2

Ook in deze projecttaak werk je aan kerntaak 1 ‘Vervaardigen producten’. Daarin komen onderstaande werkprocessen aan de orde. 1.1

Voorbereiden en controleren van de aangeleverde informatie en materialen

1.2

Machines en gereedschappen in- en afstellen

1.3 Bewerken en vervormen van materiaal 1.5 Begeleiden van minder ervaren collega’s 1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten 1.7 Afronden van werkzaamheden m.b.t. productvervaardiging Vanuit Leren, Loopbaan en Burgerschap werk je aan: • kerntaak 1 ‘Benoemt de eigen ontwikkeling en kiest middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken’ • kerntaak 2 ‘Stuurt de eigen loopbaan’

De bewijsstukken voor talen kunnen opgenomen worden in een taalportfolio.

Portfolio en afsluiting van de projecttaak In je portfolio zitten de bewijsstukken die aantonen dat je deze projecttaak goed hebt uitgevoerd. Deze bewijzen tonen aan dat je binnen de werkprocessen aan alle competenties hebt gewerkt en daarmee competentieontwikkeling hebt laten zien. Je bewijsstukken moeten aan de volgende eisen voldoen: • Eigen werk in de praktijk of op school • Recent gemaakt • Uitgevoerd bij deze projecttaak • Zichtbaar welk werkproces of welke competenties per bewijs worden aangetoond • Aangegeven complexiteit (A/B/C/D) • In overleg met je begeleider (ondertekend voor akkoord) • Met ondertekende beoordelingen Voor het aanleveren van deze bewijsstukken in je portfolio draag je zelf de verantwoordelijkheid. Als je een stap met voldoende resultaat hebt afgesloten, geeft je begeleider een ‘ GO ’ waarna je aan de volgende stap kunt gaan werken.

6

Constructiewerker

De oplevering van de gehele projecttaak vindt plaats als alle bewijsstukken uit de eerste drie stappen ingeleverd zijn en beoordeeld zijn met ‘voldoende’. Hiermee heb je aangetoond dat je aan alle competenties per werkproces gewerkt hebt. Tenslotte vindt de oplevering van het project plaats in de vorm van een gesprek, een presentatie of een combinatie daarvan. De beoordeling van de hele projecttaak wordt deels door je begeleider op school en deels door je praktijkbegeleider uitgevoerd. Zij beoordelen jou: • door observatie van je competenties als je aan het werk bent • door aanvullende gesprekken met jou te voeren • door competenties uit jouw bewijsstukken in je portfolio te waarderen

In de tabel staan de bewijsstukken die bij elke stap horen.

1 producten portfolio • Productanalyse • Overzicht materialen en gereedschappen • Overzicht leeractiviteiten

stap

1 oriëntatie

2 Planning en

• Plan van aanpak • Ingevulde planning • werkvoorbereiding • kennistoets • Vaardighedentoets

Voorbereiding

3 uitvoering en Controle

• Producten van de projecttaak • Fotoverslag productieproces • Instructiebeschrijving • Eindcontroleformulieren • Urenverantwoording • beoordeling door de praktijk

4 oplevering en evaluatie

• Presentatie, demonstratie of beoordelingsgesprek • Ingevulde beoordelingsformulieren • Portfolio met producten (in te leveren resultaten) • Evaluatieformulier

7

Vervaardigen 2

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

PlaatzwenkbuIgen

organIsatIe

Praktijk 1. de machinekeuze maken aan de hand van het te maken product en de bewerkingsmogelijkheden van de kantpers en de zwenkbuigmachine. 2. de machinekeuze maken a.d.h.v. het te maken product en de bewerkingsmogelijkheden van de diverse types rolbuigmachines m.b.t. de aandrijfsystemen, diameters en verstelbaarheid van de rollen, voor de volgende rolbuigbewerkingen: – rolbuigen met platenwals – rolbuigen met profielenwals c.q. hoepelbuiger – rolbuigen van cilinder- en kegelvormen

uItVoeren ProjeCttaak de leerling gaat de projecttaak uitvoeren op het leerbedrijf en op de school. de praktische oefeningen en opdrachten worden op het leerbedrijf uitgevoerd. Als dit niet mogelijk is kan, in overleg met de school (rOC), besloten worden om enkele opdrachten op de school te laten uitvoeren. de theoretische opdrachten worden op school onder begeleiding van de vakdocent gemaakt. Inhoud Van deze ProjeCttaak Voordat constructies en apparaten kunnen worden samengesteld moeten eerst verschillende onderdelen geproduceerd worden. bij het vervaardigen van die onderdelen kunnen verschillende technieken worden gebruikt. de keuze van de te gebruiken techniek is om verschillende redenen van groot belang. In deze taak gaat de leerling op basis van product, materiaalsoort en werktuig of machine de proceskeuze en de werkwijze bepalen voor: • Zwenkbuigen • Persbuigen • wikkelbuigen PraktIjk en theorIe de onderwerpen, theorie en praktijk zijn te vinden in de planners en het ‘Overallschema voor de Constructiewerker 94312’ op de bestelsite: • www.consortiumbo.nl > kies bestellen > • Na login kies voor menu downloads >MEI > Niveau 3 • Vervolgende zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding. de leerling gaat de projecttaak volgens de 4 stappen van Projecttaak gestuurd leren uitvoeren.

theorie 1. Storingen herkennen bij het zwenkbuigen en omschrijven hoe deze kunnen worden opgelost.

PlaatPersbuIgen

Praktijk 1. de bewerking kiezen uit de diverse soorten bewerkingen die bij het kanten c.q. persbuigen mogelijk zijn aan de hand van: – de uitvoering van het werkstuk – de vorm- en maateisen – de te gebruiken materiaalsoort en -dikte – walsrichting van het te buigen materiaal – de machinecapaciteit – de specifieke mogelijkheden en voor- en nadelen van deze machine 2. de diverse soorten bewerkingen die bij het kanten c.q. persbuigen mogelijk zijn, uitvoeren.

8

Constructiewerker

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

opleidingsteam aandacht aan taalontwikkeling te besteden, kunnen leerlingen ‘kilometers’ maken, waardoor ze hun talen op peil brengen en houden. dit noemen we de ‘drieslag taalontwikkeling’. • bij de projecttaken zijn taalkaarten ontwikkeld volgens Meijerink. • Een toelichting op de drieslagmethode en werkwijze kunt u vinden op de bestelsite: www. consortiumbo.nl > kies bestellen > Na login kunt u via het menu downloads de materialen vinden bij deze opleiding. • In de stappen van de projecttaak komen de volgende onderwerpen aan bod: – gespreksvaardigheid: - deelnemen aan overleg en discussie - informatie uitwisselen – luisteren - luisteren naar instructies – Schrijven - formulieren invullen - verslagen van werkstukken - taalverzorging – taalbeschouwing en taalverzorging - spelling Moderne vreemde talen (MVt) • Voor moderne vreemde talen is eveneens de ‘drieslag taalontwikkeling’. dit is echter niet verder uitgewerkt.

theorie 1. diverse persbuigtechnieken en toepassingen beschrijven (vrijbuigen (intermitterend vrijbuigen), matrijsbuigen, strijkbuigen en vormdrukken). 2. de mogelijkheden en beperkingen van de kantpers beschrijven. 3. grenzen van nauwkeurigheid noemen, waarbinnen het kantpersen kan worden uitgevoerd. 4. benodigde buig-/plooikracht bij het persbuigen berekenen. 5. de juiste V-vormige opening bij matrijsbuigen en vrijbuigen kiezen. 6. de relatie V-vormige opening met de afrondingsstraal noemen bij vrijbuigen. 7. de diverse soorten kantpersen en de toepassingen noemen. 8. de constructies van de kantpersen beschrijven m.b.t. diepte-instelling en gelijkloopregeling. 9. de voor- en nadelen noemen van kantpersen, constructies m.b.t. diepte-instelling en gelijkloopregeling. 10. diverse gereedschappen (onder- en bovenstempels) alsmede enkele speciaal- gereedschappen in relatie tot de toepassingen noemen. 11. de werking van een bombering bij een kantpers beschrijven. 12. de systemen (2x) van instelbare bomberingen kunnen beschrijven. 13. Het parallel stellen van de persbalk omschrijven.

Een toelichting op de drieslagmethode en werkwijze kunt u vinden op de bestelsite:

www.consortiumbo.nl > kies bestellen > Na login kunt u via het menu downloads de materialen vinden bij deze opleiding.

nederlands •

de ondersteuning en beoordeling van taalactiviteiten is niet alleen een taak van de docent talen, maar van het hele opleidingsteam. door niet alleen in ingeroosterde uren met taal bezig te zijn, maar consequent binnen het hele

9

Vervaardigen 2

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

bepaalt go/No-go.

rekenen en wiskunde Uitgangspunten en visie. •

• boordeling van het proces in de projecttaak. • Controleert portfolio.

Voldoen aan de in het raamwerk rekenen/ wiskunde mbo gestelde eisen

• Horizontaal afgestemd binnen alle vakrichtingen • werken met de drieslagmethode • geïntegreerd waar mogelijk leren, loopbaan en burgerschap (llb) leren, loopbaan en burgerschap wordt integratief aangeboden in de projecttaken. • Uitwerking op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. • In de stappen van de projecttaak komen de werkprocessen van de kerntaken 1, 2 en 4 van llb aan de orde. Verder wordt er door middel van kaarten voor leerlingen een koppeling tussen de projecttaken, de llb kerntaken en gebruikelijke methoden. • Een toelichting op llb en de werkwijze kunt u vinden op de bestelsite: www.consortiumbo.nl > kies bestellen > • Na login kies voor menu downloads >MEI >Niveau 3. • Vervolgens zijn de documenten te vinden bij de betreffende opleiding. begeleider: bij bol en bbl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Plannen met de leerling van de demonstratie en het eindgesprek. • Voeren van de begeleidingsgesprekken en het evaluatiegesprek. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. aanwIjzIngen begeleIders

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Invullen van de beoordelingsformulieren. • Ingeleverde resultaten beoordelen. • Plannen met de leerling van de demonstratie en eindgesprek.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen ingeleverde resultaten.

Vakdocenten Voor vakdocenten geldt dat zij natuurlijk

verschillende rollen kunnen vervullen. laat de leerling in het plan van aanpak de rollen van de betrokkenen vastleggen. Voor vakdocenten geldt dat ze alle bovengenoemde taken kunnen uitvoeren zoals: • geven van (vak)lessen. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • Vaststellen van leerdoelen voor de volgende projecttaak. • bepaalt go/No-go. • beoordeling van plannen van demonstratie en eindgesprek. • Voeren van evaluatiegesprek. • de projecttaak voldoende of onvoldoende beoordelen.

Portfolio •

In deze projecttaak volgt de leerling de vier stappen. Hij moet de stappen in de juiste volgorde nemen. de producten van elke stap moet hij opnemen in zijn portfolio.

10 Constructiewerker

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

• Na elke stap moet de leerling zijn beoordelingsmonitor laten bijwerken door de begeleider of de praktijkbegeleider. • Voor de taken van de diverse begeleiders verwijzen wij u naar het basisdocument voor docenten Constructiewerker. Een vakdocent kan de taak van begeleider op zich nemen. gestreefd moet worden naar zoveel mogelijk diversiteit in beoordelende begeleiders.

11 Vervaardigen 2

staP 1 je competentieontwikkeling bij deze stap werkprocessen en competenties

d a g

1.1 Voorbereiden en controleren van de aangeleverde informatie en materialen

e samenwerken en overleggen Je werkt samen met een collega om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk efficiënt en effectief kan worden uitgevoerd. Je overlegt regelmatig met elkaar en bespreekt knelpunten die de voortgang belemmeren. k Vakdeskundigheid toepassen Je laat zien dat je over technische kennis en inzicht beschikt en je controleert materialen en gereedschappen, zodat de werkopdracht efficiënt kan worden uitgevoerd. l Materialen en middelen inzetten Je draagt zorg voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen, zodat het werk efficiënt kan worden uitgevoerd.

12 Constructiewerker

orIëntatIe

In deze stap ga je eerst samen met je praktijkopleider van je leerbedrijf of met je studiebegeleider op school op zoek naar een project, waarin je alle vervormende bewerkingen kunt uitwerken en uitvoeren. Dat doe je aan de hand van tekeningen. Vervolgens ga je per product de bewerkingsmethode en het werktuig of de machinekeuze bepalen. Dit doe je op basis van product en materiaalsoort. Om je keuze te verklaren moet je de toepassingsmogelijkheid van de gekozen technieken met voor- en nadelen aangeven. Tenslotte beschrijf je de werkwijze van de bewerkingen die je gaat uitvoeren. Ga tijdens het maken van de projecttaak regelmatig in een groepje bij elkaar zitten om je vorderingen en ervaringen te delen met andere leerlingen. Bespreek met hen je successen en je problemen die je tijdens de uitvoering bent tegengekomen. Ook deze collegiale samenwerking vormt een bewijsstuk tijdens deze projecttaak.

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren resultaat

Competentie o V g

Productenanalyses

1.1 k 1.1 l

Overzicht van materialen, gereedschappen en producten

Overzicht van leeractiviteiten, POP llb kt1 en 2 Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

13 Vervaardigen 2

ACTIVITEITEN

1. Productanalyse Maak een lijst van een of meer producten die je gaat opleveren. Beschrijf duidelijk per product waarvoor het gebruikt wordt en hoe het werkt (tip: werk met behulp van foto’s, tekeningen, folders enz.). Raadpleeg de benodigde bronnen en vermeld deze. Beschrijf in deze lijst per product welke technische bewerkingen noodzakelijk zijn om dit product te kunnen vervaardigen. Leg uit waarom je voor deze bewerking(en) gekozen hebt. Onderzoek wat je over deze opdracht al weet en al eens gedaan hebt. Maak hiervan een lijst. Maak daarna een lijst met alles wat jij nog moet leren en oefenen om deze opdracht vakbekwaam uit te kunnen voeren. 2. overzicht van producten, materialen en gereedschappen Maak een lijst met producten die je gaat opleveren in deze projecttaak. Geef per product aan met wie je te maken hebt (school, werk). Geef per product aan welke werkzaamheden je gaat uitvoeren (plan van aanpak). Maak met behulp van de tekening(en) per product een lijst van gereedschappen en hulpstukken die nodig zijn om bewerkingen uit te kunnen voeren.

Geef aan of er nog extra hulpstukken en/of mallen gemaakt moeten worden.

3. overzicht van je leeractiviteiten (PoP) Probeer op de volgende vragen een antwoord te formuleren. Overleg met je praktijkopleider, je studieloopbaanbegeleider en met je medecursisten (deelnemers aan het project).

14 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

Maak gebruik van je productenanalyse. • Welke werkprocessen (WP) ga je in deze projecttaak (kerntaak 1) toepassen?

• Welke kennis heb je per WP nodig? • Welke vaardigheden moet je oefenen? • Aan welke competenties ga je werken?

Maak hiervan een overzicht in een POP. Gebruik de volgende bronnen: het kwalificatiedossier, de beoordelingsformulieren, de planner.

Evalueren en beoordelen

De praktijkopleider/begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Controleer zelf steeds de beoordelingen in je beoordelingsformulieren. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO. Hiermee is je oriëntatie afgerond. De informatie die je hier hebt verzameld, heb je nodig voor de volgende stap.

Vakkennis en vaardigheden

• Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften. • Kennis van het kwaliteitssysteem en kwaliteitseisen van het eigen bedrijf. • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast. • Kennis van vakjargon binnen de branche. • Lezen van technische tekeningen en schema’s.

15 Vervaardigen 2

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

vervorming van verschillende materialen beschrijven. 9. begrippen verklaren zoals: rek en stuik, neutrale lijn, minimale buigstraal, buigfactor en hun onderlinge relatie kennen. 10. de gestrekte lengten berekenen van 11. Vormveranderingen bij het buigen verklaren alsmede maatregelen nemen om deze te beperken. 12. Het begrip terugvering verklaren. 13. Factoren aangeven die terugvering beïnvloeden. 14. de invloed van de walsrichting aangeven m.b.t. de vervormbaarheid van het materiaal. 15. Voor zwenkbuigen, persbuigen en rolbuigen producttoepassingen beschrijven. 16. Voor zwenkbuigen, persbuigen en rolbuigen onderlinge voordelen en beperkingen omschrijven. verschillende materiaaldoorsneden met en zonder verschuiving van de neutrale lijn.

Plaat en ProfIel rolbuIgen

Praktijk 1. de machinekeuze maken met de daarbij behorende aandrijfsystemen in relatie tot het rolbuigen : – het rolbuigen van plaat in cilinder en kegelvormen – het rolbuigen van profiel en plat in bogen en hoepels 2. de rolbuigmethode kiezen en uitvoeren, afgestemd op de machinesoort en rekening houdend met:

– de uitvoering van het werkstuk – de beperkingen van sommige rolbuigmachines – de vorm- en maateisen

– de te gebruiken materiaalsoort en -dikte – walsrichting van het te buigen materiaal – de machinecapaciteit – de specifieke mogelijkheden, voor- en nadelen van de diverse machinesoorten

onderdeel: sterkteleer

de begrippen trek, druk, afschuiving, buiging, wringing en knik

theorie 1. Het begrip omvormtechniek omschrijven. 2. diverse omvormtechnieken noemen. 3. de technieken omschrijven zoals: vormsmeden, rekken, buigen, dieptrekken, verschuiven en torderen. 4. Het spanningsrek-diagram verklaren m.b.t. plastische en elastische vervorming in relatie tot verschillende metalen en de wet van Hooke. 5. begrippen beschrijven zoals: breuk-, vloei- en rekgrens e.d. 6. begrippen met hun onderlinge tegenstellingen benoemen zoals: sterk-zwak, bros-taai e.d. 7. begrippen aangeven in het spanningsrek-diagram zoals: sterk-zwak, bros-taai, hard-zacht e.d. 8. de invloed van temperatuur en/of arbeid tijdens

theorie 1. Het begrip materiaalspanningen omschrijven. 2. de volgende soorten spanning onderscheiden: trekspanning, drukspanning,schuifspanning, buigspanning, wringspanning en knikspanning. Eenvoudige berekeningen maken met betrekking tot trekspanning, drukspanning, schuifspanning en toelaatbare spanning.

theorie 1. berekeningen maken met belastingen op trek, druk en afschuiving.

16 Constructiewerker

StAP 1 orIëntatIe

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

spanningsrek-diagrammen verklaren

beschrijving - ruimte en vorm - X1 Achterliggende wiskunde

Plaatsbepalen, ruimtelijke oriëntatie Meetkundige en ruimtelijke begrippen kijklijnen 2d representaties van 3d-objecten/situaties leren, loopbaan en burgerschap (llb) Uitwerken op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap.

theorie 1. de relatie tussen spanningsrek-diagram en toelaatbare spanningen beschrijven. 2. de volgende begrippen definiëren: optredende spanning, toelaatbare spanning en grensspanning.

het toepassingsgebied van de wet van hooke aangeven

llb 1.1 benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling

theorie 1. berekeningen volgens de wet van Hooke maken.

aanwIjzIngen begeleIders

nederlands bij Nederlands maken we gebruik van de drieslagmethode: • werken met het communicatiemodel, zie basisdocument • In te leveren resultaten beoordelen op basis van raamwerk Nederlands • Signaleren van taalproblemen. bij de stap Oriëntatie komen de volgende onderwerpen aan bod: • gespreksvaardigheid • deelnemen aan overleg en discussie • informatie uitwisselen Moderne VreeMde talen (MVt) Voor moderne vreemde talen is eveneens de drieslagtaalontwikkeling. deze is niet verder uitgewerkt. Er zijn geen specifieke MVt vereist.

begeleider: bij bol en bbl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider Voeren van de begeleidingsgesprekken. Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. bepaalt go/No-go. boordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf begeleiding van de leerling in het bedrijf. Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC begeleiden van praktijkonderdelen. beoordelen ingeleverde resultaten. Vakdocenten geven van (vak)lessen. Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. bepaalt go/No-go.

rekenen en wiskunde geïntegreerd in de vakleer. En: raamwerk rekenen/wiskunde mbo

17 Vervaardigen 2

staP 2 je competentieontwikkeling bij deze stap werkprocessen en competenties

d a g

1.1 Voorbereiden en controleren van de aangeleverde informatie en materialen

e samenwerken en overleggen Je werkt samen met een collega om complexe producten te kunnen bewerken of vervormen, zodat het werk snel en goed wordt uitgevoerd. k Vakdeskundigheid toepassen Je past technische kennis en inzicht toe, zodat de werkopdracht vlot kan worden uitgevoerd. l Materialen en middelen inzetten Je controleert en zorgt voor de aangeleverde materialen, middelen en gereedschappen, zodat het werk vlot kan worden uitgevoerd.

18 Constructiewerker

PlannIng en VoorbereIdIng

In deze stap ga je met behulp van de gegevens die je hebt verzameld in de stap Oriëntatie een plan van aanpak maken met een planning in tijd. Dit plan ga je de komende periode daadwerkelijk gebruiken om alle werkzaamheden uit te voeren. Daarvoor moet je goed weten wat je allemaal wil doen, oefenen en leren. Ook moet het duidelijk zijn wie je daarvoor nodig hebt, waar en wanneer. Een overzicht hiervan krijg je door steeds vooraf een plan van aanpak met een planning te maken.

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren resultaat

Competentie o V g

Plan van aanpak

1.1 k (+llb) 1.1 l (+llb)

Planning

werkvoorbereiding 1.1 k en l Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Handtekening

leerling

19 Vervaardigen 2

ACTIVITEITEN

Raadpleeg de benodigde bronnen en procedures. Maak gebruik van de producten die je gemaakt hebt in de Oriëntatie: • Productanalyse • Overzicht van materialen, gereedschappen en producten • Overzicht van leeractiviteiten Plan van aanpak en planning Het plan van aanpak voor het hele project moet je indelen in hoofdstukken. Vul de onderdelen van het plan van aanpak zo volledig mogelijk in. Werk waar nodig samen met de andere deelnemers aan het project. 1.

20 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorbereIdIng

Plan van aanpak: indeling en inhoud 0. Voorblad 1. Opdracht en opdrachtgever

2. Op te leveren resultaat 3. Plan van aanpak 4. Aanwezige kennis en vaardigheden 5. Te ontwikkelen kennis en vaardigheden 6. Faciliteiten 7. Oplevering van project 8. Afspraken en begeleiding Kennis/vaardigheid Wie Informatiebron(nen) Activiteit Competenties

BIJLAGEN: a. Lijst met in te leveren beroepsproducten b. Werktekeningen c. Planning in tijd

Als het klaar is, controleer je het plan met behulp van de checklist.

21 Vervaardigen 2

Checklist Plan van Aanpak Is het voorblad compleet?  Tekst: ‘Plan van aanpak’?  Naam van de projecttaak?  Naam van de organisatie en naam van de opdrachtgever?  Plaats en einddatum van het Plan van aanpak?  Naam van de opdrachtnemer (eventueel de namen van de groepsleden)?  Je eigen naam?

Lay-out  Inhoudsopgave met paginanummers?  Hoofdstukken genummerd?  Paginanummers op bladzijden?

Taal(gebruik)  Spellingsfouten? Punten, vraagtekens, hoofdletters?

De opdracht  Is de opdracht duidelijk omschreven?  Aan welke eisen moet het product voldoen (lijst)?  Naam van de opdrachtgever (persoon)?  Naam van de projectleider?  Is er eventueel een schriftelijke opdracht aanwezig?

De activiteiten  Zijn de activiteiten benoemd in een logische volgorde?  Zijn de activiteiten binnen een groep ongeveer gelijk in moeilijkheid?  Is de oplevering van het project beschreven? De producten  Zijn voldoende producten gedefinieerd?  Is het plan van aanpak ook als product gedefinieerd?  Zijn eventuele belangrijke gebeurtenissen ook als product gedefinieerd?  Zijn ontwerpen, rapporten e.d. niet vergeten?  Is het eindproduct niet vergeten?

De planning  Klopt de planning met de activiteiten?  Is de planning realistisch?

De Checklist Plan van aanpak is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

22 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorbereIdIng

Bespreek tenslotte je plan van aanpak en planning met je begeleiders van bedrijf en school. Controleer in dit gesprek de volgende zaken: • Zijn de juiste activiteiten gepland? • Is de planning in tijd correct? • Zijn de juiste prioriteiten gesteld? • Zijn de juiste materialen en middelen ingezet? • Welke werkprocessen en competenties ontwikkel je in deze taak? • In welke complexiteit wordt de taak uitgevoerd? Verwerk eventuele opmerkingen in het plan van aanpak en stel je planning bij. Laat je plan van aanpak en planning ondertekenen voor akkoord door je begeleider van school, je praktijkopleider en jezelf. werkvoorbereiding Om je werk in de uitvoering goed te kunnen beginnen moet je een werkvoorbereiding gemaakt hebben. Beschrijf voor elk product: • Het op te leveren resultaat. Maak daarbij duidelijk voor welke techniek je kiest en waarom. • De werkvolgorde: met wie je werkt en wie wat doet. 2. Geef aan van welke tekeningen, procedures, materialen en gereedschappen je gebruik gaat maken. Houd vanaf de voorbereiding de urenverantwoording bij tot en met de controle. Hiermee kun je controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

Evalueren en beoordelen

Je begeleider van school controleert of alle punten van de opdracht correct zijn weergegeven en controleert of jouw competentieontwikkeling per werkproces daarin is aangetoond. Als de beoordeling voldoende is, krijg je een GO. Hiermee is je voorbereiding voor het leren, de planning en je werkvoorbereiding voor de uitvoering afgerond. Dit plan van aanpak met de planning en de werkvoorbereiding heb je nodig voor de volgende stap.

23 Vervaardigen 2

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

6. de volgende begrippen omschrijven: rek, stuik, neutrale lijn, buighoek, terugveren, terugveerhoek en bewerkbaarheid. 7. de plaats van de neutrale lijn bij verschillende verhoudingen r inwendig (ri) en productdikte (t) toelichten. 8. de ware lengte berekenen, rekening houdend met een verplaatsing van de neutrale lijn. 9. Het begrip minimum-buigstraal (ri) toelichten. 10. de invloed van plaatdikte (afwijkingen) op de nauwkeurigheid van de bocht verklaren. 11. de invloed van materiaaldikte, materiaallengte en materiaalsoort op de buigcapaciteit omschrijven. 12. de volgende begrippen omschrijven: verloopstuk, centrisch, excentrisch, vierkant op rond, rechthoek op rond en varianten hierop. 13. de volgende begrippen omschrijven: aanronden, aanzet, overlap en vooropening. 14. Uitslagen van cilinder- en kegelvormige producten berekenen, rekening houdend met overlap en vooropening. 15. de wijze beschrijven waarop verloopstukken kunnen worden gemeten en gecontroleerd, afgestemd op de kwaliteitseisen. 16. de invloed van de walsrichting van plaat op de vervormbaarheid d.m.v. zwenkbuigen beschrijven. zwenkbuigen/Persbuigen 1. Het verband tussen werkstukafmetingen en uitgeslagen lengte verklaren. 2. kenmerkende verschillen tussen het zadelbuigen en het matrijsbuigen beschrijven. 3. Specifieke toepassingen van zadelbuigen en het matrijsbuigen beschrijven. 4. Het verband tussen de benodigde perskracht en de matrijsopening omschrijven. 5. de buigcapaciteit berekenen.

PraktIjk 1. Op basis van product, materiaalsoort en de capaciteit van de machine de werkwijze aangeven voor het: – Zwenkbuigen – Persbuigen – rolbuigen

theorIe

algemeen 1. Aan de hand van een werktekening een werkplan opstellen, gericht op de fabricage van werkstukken. Hierbij dient het volgende te worden aangegeven: – de juiste werkvolgorde – Materiaalaanvoer (onderdeel van de logistiek) – de voorbewerkingen en scheidende technieken en de voorbewerkingen van de afzonderlijke onderdelen (stellen en aflassen) – de wiskundige berekeningen die hierbij moeten worden uitgevoerd – de meetgereedschappen en de meetmethode(n) voor het meten van lengtematen en vorm en plaatstolerantie – Afwerking en oppervlaktebehandeling 2. globaal het walsproces van plat- en profielmateriaal benoemen. 3. Materiaalaanduidingen van plaat-, plat- en profielmateriaal, staal en non-ferro, opzoeken in Euro-normen en NEN-bladen. 4. Handelsvormen, handelsafmetingen en toepassingen opzoeken van soorten staalplaat, plat- en profielmateriaal, roestvaste staalsoorten en non-ferromaterialen. 5. de vervormbaarheid van het materiaal aflezen uit de materiaalaanduidingen.

24 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorbereIdIng

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

6. Mechanische, hydraulische en pneumatische kantpersaandrijvingen onderscheiden en beschrijven. 7. de kracht-wegverhouding bij mechanisch en hydraulisch gedreven kantpersen beschrijven. rolbuigen 1. de ontwikkelde (uitgeslagen) lengte van cilindervormige, uit profielstaal vervaardigde producten berekenen. 2. de uitgeslagen lengte berekenen van complexe (plaat)producten. 3. Het volume en de oppervlakte berekenen van complexe plaatproducten. 4. de buigradius berekenen m.b.v. koorde en pijl van het cirkelsegment bij bijv. gebogen profielen. 5. de bombering bij walsrollen tekenen en uiteenzetten. 6. de verschillende principes van rolbuigen met behulp van de volgende rondbuigmachines omschrijven: – twee-rollenprincipe, waarvan een rol indrukbaar – drie-rollenprincipe, symmetrisch en asymmetrisch opgesteld – vier-rollenprincipe 7. Systemen voor het rolbuigen van conische vormen beschrijven. 8. Het principe van rolbuigen van profielmateriaal met rolbuigmachine of hoepelbuiger omschrijven.

aan de bewerkingsmachines elementair onderhoud verrichten

PraktIjk

Machineonderhoud (algemeen) 1. Onderhoudswerkzaamheden (zijnde

niet reparaties) uitvoeren aan machines die geëigend zijn voor de plaat- en constructiewerkplaats. 2. Smeerschema’s van onderhoudsvoorschriften lezen.

lekzoekmethoden 3. diverse lekzoekmethodes uitvoeren met inachtneming van de juiste wijze

van werken en met inachtneming van de veiligheidsmaatregelen en controlevoorschriften.

reinigen van onderdelen 4. de volgende reinigingstechnieken toepassen met inachtneming van de daarvoor geldende voorzorgsmaatregelen en gebruiksvoorschriften: staalborstelen, slijpen, schuren, polijsten, beitsen en ontvetten.

theorIe

Machineonderhoud (algemeen) 1. de functies van smering omschrijven. 2. de volgende smeertoestanden omschrijven: droge smering, grenssmering en volkomen smering. 3. de meest voorkomende smeermiddelen, oliën en vetten benoemen zoals die gebruikt worden bij machines in de plaat- en constructiewerkplaats. 4. Het toepassingsgebied van de smeermiddelen (oliën en vetten) noemen.

25 Vervaardigen 2

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

5. globaal het wel of niet toepassen van

nadelen omschrijven: – grit- en glasstralen – staalborstelen – slijpen

smeermiddelen bij kunststoflageringen en geleidingen beschrijven. 6. Het begrip viscositeit omschrijven. 7. Het doel van de volgende additives/doops omschrijven: antioxidant, reinigende doop, viscositeits-index doop, antislijtage doop en antischuim doop. 8. de volgende smeermethoden benoemen en verklaren: handsmering, oliebadsmering, oliedruppelsmering, olienevelsmering, ringsmering, spatsmering, druksmering en circulatiesmering. 9. de volgende hulpmiddelen die nodig zijn bij het smeren of die toegepast worden bij smeersystemen benoemen en de werking verklaren: tankcarter, pompen, filters, drukmeter en koeler. 10. Het belang van een goede verzorging en goed onderhoud van de zetbank beschrijven m.b.t. de productkwaliteit en een efficiënte bedrijfsvoering. lekzoekmethoden 11. Van de volgende lekzoekmethoden de werking, de toepassingen en de voor- en nadelen omschrijven: – afpersen met water

– schuren – polijsten – beitsen – ontvetten

nederlands bij Nederlands maken wij gebruik van de drieslagmethode: 1. werken met het communicatiemodel, zie basisdocument. 2. In te leveren resultaten beoordelen op basis van raamwerk Nederlands. 3. Signalering van taalproblemen. bij de stap Planning en Voorbereiding komen de volgende onderwerpen aan bod: Schrijven: • formulieren invullen • tabel plan van aanpak invullen leren, loopbaan en burgerschap (llb) Uitwerking op basis van het brondocument leren, loopbaan en burgerschap. llb1.4. Plant zijn eigen leerproces en voert het uit Moderne vreemde talen (MVt) Voor moderne vreemde talen is eveneens de drieslagtaalontwikkeling. deze is niet verder uitgewerkt.

– gaslekcontrole met zeepsop – gasdetector (freon, helium) – vacuümtoestel – druk/vacuümtoestel

reinigen van onderdelen 12. de functie van reinigen als basis voor verdere behandeling van het metaaloppervlak beschrijven. 13. Van de volgende reinigingstechnieken de werking, de toepassingen en de voor- en

26 Constructiewerker

StAP 2 PlannIng en VoorbereIdIng

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

rekenen en wIskunde

geïntegreerd in de vakleer En: raamwerk rekenen/wiskunde mbo beschrijving - getallen/hoeveelheden, maten - X2 Achterliggende wiskunde • basisbewerkingen gehele en decimale getallen • decimale getallen, procenten, breuken(taal), verhoudingen • Maten (mm, cm, m, km, liter, dl, kg, gram) en maatsystemen

aanwIjzIngen begeleIders

begeleider: bij bol en bbl projecttaak- en/of studie/loopbaanbegeleider • Voeren van de begeleidingsgesprekken. • Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor. • bepaalt gO/NO-gO. • beoordeling van het proces in de projecttaak.

Praktijkopleider: de opleider in het bedrijf • begeleiding van de leerling in het bedrijf. • Ingeleverde resultaten beoordelen.

Praktijkbegeleider: de instructeur op het roC • begeleiden van praktijkonderdelen. • beoordelen van ingeleverde resultaten.

Vakdocenten •

geven van (vak)lessen.

• Invullen van de beoordelingsformulieren en/of de beoordelingsmonitor.. • bepaalt go/No-go.

27 Vervaardigen 2

staP 3

je competentieontwikkeling bij deze stap werkprocessen en competenties

d a g

1.2 Machines en gereedschap- pen in- en afstellen

k Vakdeskundigheid toepassen Je gebruikt je kennis van machines en gereedschappen om het in- en afstellen van machines en gereedschappen vakkundig uit te voeren. Het resultaat is zo dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te maken product. l Materialen en middelen inzetten Je kiest, controleert en gebruikt materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het verplaatsen, bewerken en vervormen van het materiaal. Je zorgt ervoor dat machines en gereedschappen goed in- en afgesteld zijn. t Instructies en procedures volgen Je past de geldende bedrijfsregels en procedures toe bij het in- en afstellen van machines en gereedschappen. Het resultaat is zo geconstrueerd dat de instellingen en parameters voldoen aan de eisen van het te vervaardigen product. k Vakdeskundigheid toepassen Je bewerkt en vervormt het materiaal vakkundig en nauwkeurig volgens tekeningen, bewerkingsinstructies, bedrijfsregels en Arbo-voorschriften. l Materialen en middelen inzetten Je gebruikt en draagt zorg voor materialen, middelen en gereedschappen die nodig zijn voor het bewerken en vervormen van het materiaal, zodat het werk veilig kan worden uitgevoerd. C begeleiden Je geeft duidelijke adviezen, instructies en uitleg aan minder ervaren collega’s over hoe de werkzaamheden aangepakt moeten worden. k Vakdeskundigheid toepassen Je legt het samenbouwen van deelproducten begrijpelijk uit, demonstreert dit en controleert of het begrepen is. l Materialen en middelen inzetten Je gebruikt en draagt zorg voor meetgereedschappen, materieel en persoonlijke beschermingsmiddelen die nodig zijn voor het meten en controleren van de vervaardigde producten. t Instructies en procedures opvolgen Je hanteert de voorgeschreven meetmethoden en meetinstrumenten. f ethisch en integer handelen Je houdt rekening met je omgeving en maakt de werkplek schoon en voert het afvalmateriaal gescheiden af (neemt Arbo-, veiligheid- en milieuvoorschriften in acht). l Materialen en middelen inzetten Je gebruikt de juiste middelen om de producten en de werkplek schoon te maken, zodat de producten niet worden aangetast. t Instructies en procedures opvolgen Je vult alle juiste formulieren in met de correcte informatie volgens voorgeschreven bedrijfsprocedures, zodat de gegevens verwerkt kunnen worden. j formuleren en rapporteren Je legt de meetresultaten vast op de juiste formulieren.

1.3 bewerken en vervormen van materiaal

1.5 begeleiden van minder ervaren collega´s

1.6 Meten, testen en controleren van vervaardigde producten 1.7 Afronden van werkzaam- heden m.b.t. product- vervaardiging

28 Constructiewerker

uItVoerIng en Controle

In deze stap ga je de projecttaak uitvoeren door een of meer producten uit de projecttaak te maken. Je gebruikt daarvoor je werkvoorbereiding uit stap 2. Bij het maken van de producten pas je vervormende technieken/bewerkingen toe. Tijdens de uitvoering van deze werkzaamheden moet je je werk regelmatig en kritisch controleren. Voldoet het product aan de gestelde eisen? Welk proces heb je tot zover doorlopen en van welke procedures heb je gebruik gemaakt? Als het nodig is en je nog vragen hebt, overleg je met degene aan wie je verantwoording schuldig bent. Eventuele aanpassingen of fouten kun je dan tijdig signaleren en bijstellen. Houd vanaf de voorbereiding tot en met de controle de urenverantwoording bij om te controleren of je gewerkt hebt volgens planning.

In te leveren resultaat (portfolio) In te leveren resultaat Fotoverslag van het productieproces 1.2, 1.3 (l ,t en k) Producten van de projecttaak 1.2, 1.3 (k) beoordeling door de praktijk 1.2, 1.3, 1.5, 1.6, 1.7 (k, l, t, C, J en F) Instructie 1.5 (C en k) Controle formulieren 1.6 (J) Urenverantwoording 1.6 (J) Verantwoording van de beoordeling datum: beoordelaar(s) Functie

Competentie o V g

Handtekening

leerling

29 Vervaardigen 2

ACTIVITEITEN

In de voorafgaande stappen zijn de werkvoorbereidingen gedaan en vastgelegd in het plan van aanpak en de werkvoorbereiding. Nu ga je aan de slag met om de producten te maken. fotoverslag van het productieproces Maak aan de hand van je werkzaamheden een fotoverslag. Je fotoverslag moet voldoen aan: • Werkproces 1.2 Machines en gereedschappen in- en afstellen – Maak foto’s en schrijf daarbij waarom je bij het in- en afstellen juist voor die materialen en middelen hebt gekozen. – Schrijf erbij wanneer en op welke wijze je bedrijfsregels en procedures hebt opgevolgd. – Schrijf wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. • Werkproces 1.3 Bewerken en vervormen van materiaal – Maak foto’s en schrijf daarbij hoe je gewerkt hebt met behulp van tekeningen, bewerkingsinstructies en Arbo-voorschriften (voeg eventueel kopieën van gebruikte documenten toe). – Schrijf op welke wijze je het werk veilig hebt uitgevoerd. – Schrijf op wat goed ging, wat niet lukte en waardoor dat kwam. Benoem de competenties die je daarvoor hebt ingezet. Producten van de projecttaak Laat de producten die je gemaakt hebt in werkproces 1.3 door je begeleider controleren en beoordelen. Hij doet dat door te kijken of het materiaal op de juiste wijze is bewerkt en vervormd volgens specificaties. Instructie schrijven Schrijf een instructie voor het samenbouwen van deelproducten voor een minder ervaren collega. De instructie moet stapsgewijs en in een goede volgorde opgebouwd en volledig zijn. Je collega moet de instructie kunnen begrijpen en ermee kunnen werken. 1. 2. 3.

30 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

4. Controle formulieren en lijst Verzamel je formulieren waarin de meetresultaten zijn vastgelegd. Deze formulieren moeten zijn ondertekend en gecontroleerd door je leidinggevende. Maak een lijst met de meetgereedschappen en beschermingsmiddelen die je voor de controle hebt gebruikt.

5.

urenverantwoording (zie bijlage 2 urenverantwoording)

Je hebt gedurende de projecttaak een urenverantwoording bijgehouden. Laat het formulier ondertekenen door de praktijkopleider en de begeleider van school. Lever het formulier bij stap 4 in.

Urenverantwoording is beschikbaar op: www.consortiumbo.nl/site/ Techniek_ICT_mediavormgeving/niveau_3/materiaal.html

6. beoordeling door de praktijk Als alle resultaten ingeleverd zijn en het project klaar is, beoordeelt de praktijk (opdrachtgever): a. de kwaliteit van de producten b. jouw competenties per werkproces Aansluitend voert de opdrachtgever met jou een eindgesprek. Tijdens dit gesprek staan die werkprocessen centraal waarin hij bepaalde competenties van jou nog niet voldoende heeft gezien. Tenslotte geeft de praktijkopleider op basis van deze twee beoordelingen een eindoordeel over jouw competenties tijdens de praktijkuitvoering van het project. De beoordeling wordt door de praktijkopleider ondertekend. De beoordeling bewaar je als bewijs in je portfolio.

31 Vervaardigen 2

Vakkennis en vaardigheden

• Hanteren van relevante Arbo-, veiligheids-, milieu- en bedrijfsvoorschriften • Kennis van gereedschappen voor het in- en afstellen van de machine • Kennis van materialen en middelen die bij het vervaardigen van producten worden toegepast • Kennis van opbouw en werking van het product • Kennis van vakjargon binnen de branche • Kennis van het kwaliteitssysteem en de kwaliteitseisen van het eigen bedrijf • Kennis van meetinstrumenten en meetmethoden • Kennis van materialen en middelen die bij het schoonmaken van de producten en de werkplek worden toegepast • Kennis van persoonlijke beschermingsmiddelen • Lezen van technische tekeningen en schema’s • Uitvoeren van bewerking- en vervormings technieken • Uitvoeren van verbindingstechnieken

32 Constructiewerker

StAP 3 uItVoerIng en Controle

bEgElEIdErSINFOrMAtIE

6. de invloed van materiaalkeuze, soort bewerking en smering van het buiggereedschap op het buigproces beschrijven. 7. de invloed van de instelling van het buiggereedschap op de kwaliteit beschrijven.

wikkelbuigen van staf en pijp

PraktIjk 1. Een juiste machinekeuze maken met de daarbij behorende mogelijkheden van het wikkelbuigen in relatie tot het te buigen werkstuk.

staf- en pijpwikkelbuigen

theorIe 1. Aan de hand van een werktekening een

PraktIjk 1. Met wikkelbuigmachines werken, rekening houdend met: – de uitvoering van het werkstuk – de vorm- en maateisen – de te gebruiken materiaalsoort en -dikte – de walsrichting van het te buigen materiaal – de machinecapaciteit – de uitvoering en specificatie – voor- en nadelen van deze machine theorIe 1. de diameter (in- en uitwendig), de neutrale lijn en de omtrek (uitgeslagen lengte) van complexe producten berekenen.

werkplan opstellen, gericht op de fabricage van werkstukken. Hierbij dient het volgende te worden aangegeven: – de werkvolgorde – de materiaalaanvoer (onderdeel van de logistiek) – de voorbewerkingen en scheidende technieken – de voorbewerkingen van de afzonderlijke onderdelen – het samenstellen van de onderdelen (stellen en aflassen) – de wiskundige berekeningen die hierbij 2. Het wikkelbuigprincipe bij staaf- en pijpmateriaal beschrijven. 3. de speciale toepassingen van het wikkelbuigprincipe beschrijven. 4. de relatie tussen buigstraal, pijpdiameter, wanddikteverandering, onrondheid, en plooivorming omschrijven. 5. de volgende buigsystemen beschrijven: doornloos buigen, buigen met doorninrichting, en buigen met opdruksysteem, koud buigen en warm buigen met de daarbij eventueel gebruikte vulmiddelen. moeten worden uitgevoerd – de meetgereedschappen – de meetmethode(n) voor het meten van lengtematen en vorm- en plaatstoleranties – de afwerking en oppervlaktebehandeling

Productiefouten signaleren en de oorzaken hiervan oplossen

PraktIjk 1. Oorzaken van storingen bij het zetten en persbuigen herkennen. 2. Fouten opheffen bij het zetten en persbuigen. 3. Oorzaken van storingen bij het matrijs- en/of vrijbuigen herkennen. 4. Fouten opheffen bij het matrijs- en/of vrijbuigen.

33 Vervaardigen 2

Made with