Helma Brouwers - Kiezen voor het jonge kind

1.1 • Kenmerken van kleuters

trokkenheid bewerkstelligen. Je zult dat echter alleen bereiken als die activiteit voor de kinderen evenveel betekenis heeft als datgene wat ze zelf bedenken. Omdat we weten hoe intensief jonge kinderen kunnen spelen en werken met wat ze zelf bedacht hebben, zullen we hun dus vooral veel gelegenheid geven hun eigen plannen en idee ën uit te voeren. Behoefte aan handelen en bewegen Het concentratievermogen van jonge kinderen wordt ook weleens in twijfel getrok ken, omdat zij een enorme behoefte hebben aan handelen en beweging. Een vader brengt zijn kind naar de peuterspeelzaal. Hij komt hijgend binnen: ‘Ik heb geprobeerd’, zegt hij ter verklaring, ‘om mijn zoontje vanochtend in alles na te doen. Na een halfuur ben ik maar opgehouden. Je wordt bekaf van al dat rennen, sjouwen en klimmen!’ Als je kleuters en peuters observeert, zou je die motorische activiteiten haast over het hoofd zien; ze horen zozeer bij deze leeftijd dat ze bijna niet meer opvallen. Het is dus een goed idee om eens te proberen de bewegingen van een peuter of kleuter te imiteren! De bewegingsbehoefte van jonge kinderen is zo groot dat je bijna kunt voorspel len dat ze gaan zitten friemelen en wiebelen als ze te lang moeten stilzitten. Vooral ook als datgene waarop ze zich moeten concentreren niet als erg betekenisvol wordt ervaren. Zet kleuters maar eens in een kring en laat ze vijftien minuten luisteren naar een rekenlesje: ze zullen dan vanzelf ‘lastig’ worden. Maar als je diezelfde kinderen blokjes geeft waarvan ze een toren mogen maken en je vraagt hun de blokjes te tellen om te kijken wie de hoogste toren heeft, dan gaan ze misschien geïnteresseerd aan het tellen. Een leerkracht die rekening houdt met de bewegingsdrang van jonge kinderen zal in haar programma veel tijd inruimen voor rennen, sjouwen, klauteren en klimmen. Het is niet voor niets dat voor kleuters traditiegetrouw meer dan een derde van de schooltijd aan beweging (binnen- en buitenspel) besteed wordt. Ook bij andere activiteiten kan rekening gehouden worden met de bewegings drang van jonge kinderen. In plaats van stil laten zitten en luisteren kun je kleuters beter dingen in handen geven waarmee ze kunnen handelen en doen. Zo is een re kenles waarbij ze elkaar mogen meten voor kleuters interessanter dan een rekenles waarin de leerkracht uitleg geeft over lang en kort. Niet alleen hun oren en ogen, ook hun handen moeten iets te doen hebben. Je kunt die behoefte aan motorische activiteit lastig vinden, maar het is beter die te gebruiken in je didactisch handelen. Een versje aanleren in de kring zal succesvoller verlopen als kinderen er bewegingen bij mogen maken, en een verhaal wordt inten siever beleefd als kinderen de gebeurtenissen met hun hele lijf mogen meebeleven. Magisch denken We zagen al hoe gemakkelijk je kleuters kunt uitleggen dat een toverspray de kroko dillen verjaagt. De wetten van de logica, zoals oorzaak/gevolg en middel/doel, zijn

25

Made with FlippingBook - Online magazine maker