13AT4EXWPMB

BIJLAGE 4

Handreiking beoordelingsgesprek

Een beoordelingsgesprek is een gestructureerd gesprek over (een deel van) je werkzaamheden behorend bij een werkproces. In een gesprek leg je uit welke kennis en vaardigheden je wanneer en op welke wijze hebt ingezet. Ook kun je aangeven waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt. Tegelijkertijd kan in het beoordelingsgesprek worden vastgesteld of het beroepsproduct authentiek is, en dus door jou zelf geproduceerd. Kortom: tijdens een beoordelingsgesprek laat je zien dat jij je bewust bent van je eigen competente handelen. Een beoordelingsgesprek kan plaatsvinden aan de hand van de STARRT-methode. De criteria die in het gesprek aan de orde komen en waar je in de beantwoording aan moet voldoen staan in de beoordelingsformulieren van hoofdstuk 6. S = situatie De beoordelaar vraagt om een situatie in te brengen waarin je genoemde competenties binnen het werkproces hebt getoond. Waar vond de situatie plaats? • Wanneer vond de situatie plaats? • Wie waren erbij betrokken?

T = taak De beoordelaar vraagt naar jouw taak. Wat was je doel? • Wat was je verantwoordelijkheid?

A = activiteiten De beoordelaar vraagt naar je concrete activiteiten. • Welke prioriteiten zijn gesteld en waarom? • Wat heb jij precies gedaan? • Wat hebben anderen gedaan? • Welke kennis, houding en inzichten heb je toegepast?

117 Serviceverlening en bedrijfsvoering

Made with