13AT4EXWPMB

2 INFORMATIE VOOR dE STUdENT

Om jouw werken op meerdere manieren te kunnen beoordelen, worden vijf beoordelingsmethoden ingezet:

1. Observatie Je beoordelaar observeert je als je aan het werk bent. Hij stelt vast of je werkt volgens de prestatie-indicatoren en of je kennis en vaardigheid toont. 2.Beoordeling van de dienst Je beoordelaar stelt vast of de door jou getoonde activiteiten of opgeleverde bewijzen de gevraagde resultaten voldoende borgen. Wanneer de gevraagde resultaten diensten omvatten, worden de eisen voor deze diensten apart benoemd in het beoordelingsformulier. 3. Reflectieverslag Je beoordelaar leest in je verslag waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt en wat je precies gedaan hebt om tot het resultaat te komen. 4. Beoordelingsgesprek Je beoordelaar vraagt waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet. Hij achterhaalt zo nodig wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd. 5. Presentatie Je legt uit waarom je bepaalde keuzes hebt gemaakt, welke kennis en vaardigheden je hebt ingezet en wat jouw aandeel is geweest wanneer je een werkproces in een groep hebt uitgevoerd.

In bijlage 1 staat omschreven wat deze beoordelingsmethoden precies inhouden en hoe en door wie ze worden uitgevoerd.

Beoordelen van een dienst De aangegeven dienst moet voldoen aan alle (eventueel wettelijke) eisen die de branche en/of de beroepspraktijk en/of de opdrachtgever stellen. In de beoordelingsformulieren staat bij de producten aangegeven aan welke criteria ze moeten voldoen.

13 Serviceverlening en bedrijfsvoering

Made with