CZW20120041
Vragen die je jezelf in de voorbereiding op dit gesprek kunt stellen zijn: • Hoe kijk ik tegen mijn eigen handelen (willen en zijn) in praktijksituaties aan? • Vanuit welke visie, waarden en motieven heb ik gehandeld? • Wat zijn mijn sterke en minder sterke kwaliteiten? • Wat heeft mij wel en wat niet gestimuleerd om het beste van mijzelf in praktijksituaties te laten zien? • Stemt mijn handelen overeen met het beeld dat ik van mezelf heb en mijn rol binnen het beroep? • Hoe waardeer ik mijn handelen in praktijksituaties?
Fragment uit een beoordelingslijst van het assessmentgesprek 1
onvoldoende
voldoende goed
Prestatie-indicatoren
Competenties
Kwalificerend
- componenten
Werkproces 1.3 Maakt en plan van aanpak
P Dit betekent dat: • je de inhoud van het plan van aanpak en de consequenties ervan met het kind en ouders/vervangende opvoeders bespreekt zodat: • je de ouders laat weten wat zij kunnen verwachten als je het plan van aanpak uitvoert.
E Samenwerken en overleggen
–– afstemmen
Werkproces 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging
P Dit betekent dat: • je het kind adviseert over de persoonlijke verzorging
C Begeleiden
–– adviseren
zodat: • je het kind inzicht geeft in de persoonlijke verzorging en dit (zoveel mogelijk) zelfstandig kunt uitvoeren. P Dit betekent dat: • je discreet omgaat met lichaamscontact tijdens de persoonlijke verzorging en vertrouwelijkheid respecteert
F Ethisch en integer handelen
–– integer handelen
zodat: • je zorgt dat het kind zich op zijn gemak voelt.
11
KOMPAS
Made with FlippingBook