Ineke Heemskerk - Een delictvrije toekomst

1   ■  Op zoeknaarbalans

In dit hoofdstuk gaanwe eerst in op de vraagwelke risico’s jongemensen lopen in hun ontwikkeling enwelkemogelijke beschermende factoren het evenwicht tussendraaglast endraagkracht kunnenherstellen.Wedoendit aan de hand van het balansmodel. Vervolgens gevenwe een overzicht van criminogene factoren: kenmerkenofomstandighedendiekunnenbijdragen aanhet (opnieuw)plegenvandelicten. Balansmodel: risicofactorenenbeschermende factoren Inalgemenezingaathetbij risicojongerenom jongerendiehet risico lopen inhun lichamelijke, psychische, socialeof cognitieveontwikkelingnaarvol- wassenheid te worden belemmerd. Volgens Kreuger, die onderzoek heeft gedaan naar risicojeugd (2008), kun je spreken van een risicofactor als er een grotere statistische kans bestaat op de ontwikkeling van stoornissen danwanneer deze factor niet aanwezig is. Naast risicofactoren staan vaak beschermende factoren: dezekunnendenegatieveeffectenvan risicofacto- ren verminderenofwegnemen. En juist dewisselwerking tussen risicofac- toren enbeschermende factorenbepaalt hoedebalans tussende individu- eledraaglast endedraagkrachtuitpakt. 1.1.1  Balansmodel voor jongeren Risicofactoren en beschermende factoren komen samen in het ‘balansmo- del’ (Bakker e.a., 1998; VanDijke, 2000), dat veelvuldigwordt gebruikt in de opvoedingsondersteuning. Hiermee kan nauwgezet in kaart worden gebracht opwelke punten de kracht van de jeugdige zelf of zijn omgeving ingezet kanwordenenwaaralertheidof extra steunnodig is. Inhet balansmodelwordt onderscheid gemaakt tussen factorenopmicro-, meso- enmacroniveau. Op microniveau gaat het om individuele kenmer- ken: eigenschappen van het kind en van de ouders. Risicofactoren bij het kind zijn bijvoorbeeld een fysieke, psychische of verstandelijke beperking, een negatief zelfbeeld of hyperactiviteit. Ook ingrijpende gebeurtenissen, zoals een ziekenhuisopname, kunnen een rol spelen. Daarnaast kunnen er beschermende factoren zijn, zoals een hoge intelligentie, een positief zelf- beeld, gevoel voor humor en (aanlegvoor) sociale competentie. Een risico- factorbij deouder(s) kanbijvoorbeeldpsychischeproblematiek zijn. Daar- entegenkanvolgens Junger-Tase.a. (2003)eengoedeverstandhoudingmet eenoudervanhetzelfdegeslacht eenbeschermende factorzijnvoordeont- wikkelingvanhet kind.

1.1

18

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker