Ineke Heemskerk - Een delictvrije toekomst

1   ■  Op zoeknaarbalans

Op mesoniveau gaat het om socialekenmerken: socialegezins-, school- en buurtfactoren. Denk hierbij aande kracht vanhet netwerk, sociale bindin- gen en de kwaliteit van de buurt, maar ook aan de invloed van school en vrienden/leeftijdsgenoten. Inhetgezinkanerdoor incompetentieofandere problematiek bij de ouders sprake zijn van spanning, disharmonie en con- flict. Een veilig opvoedingsklimaat kanhet kinddaarentegen juist bescher- mingbieden. Leeftijdsgenoten en vrienden kunnen in de adolescentiefase een grote rol spelen.De jongeremaaktzich losvanhetouderlijkmilieuen isopzoeknaar een eigen identiteit. Het gedrag, de opvattingen enhet uiterlijk staan sterk onder invloedvande ‘peer group’ of van trends inde jeugdcultuur. Volgens Loeber e.a. (2001) zijn leeftijdsgenoten niet de directe oorzaak van devi- ant gedrag; er iswel sprake van eenmediërend effect. Loeber legt de oor- sprong vanhet latere gedrag veel vroeger inde ontwikkeling enmet name in de interactie tussen het kind, de ouders en het socialemilieu (bijvoor- beeld armoede, sociale achterstand). Hierdoor vertonen sommige kinde- renalmoeilijken storendgedragbij het naar school gaan. Leeftijdsgenoten envolwassenen reageren afwijzendopdit gedrag endezekinderenkomen vaak terecht indeviante groepjes die sociale steun enbijval bij elkaar zoe- ken. Ditpatroonkomtmeervoorbij jongensdanbijmeisjes. Op school kunnen ervaringen van falen of gepest worden een risicofactor opleveren. Goede prestaties op school kunnen daarentegen beschermend werken. Bij schooluitval, relatief vaker voorkomend onder allochtone leer- lingenenonder jongens, ismeestal sprakevanmeerdereproblemen.Ookde buurtkanvan invloedzijnopdeontwikkelingvan jeugdigen.Of en inwelke matehethiergaatomrisicofactorenofbeschermende factoren isookafhan- kelijk van dewisselwerkingmet de gezinnen, scholen en vrijetijdssettings waarinzij opgroeien. Op macroniveau gaat het ommaatschappelijkekenmerken, ontoegankelij- ke of ontoereikende voorzieningen, sociaaleconomischepositie (werkloos- heid, geldgebrek, enz.) en intolerantie. Ookhierkunnenbeschermende fac- toren, zoals een baan, voldoende financiën en een tolerante omgeving, de draagkracht vanhet systeemondersteunen. Kreuger stelt dat ongunstigemaatschappelijkeomstandighedendekansop problemenwel flinkkunnenverhogen,maarniet zondermeerkunnenver- klaren. Wel is er daardoor vaak sprake van problemen op het gebied van financiën, opleiding, scholing, huisvesting en gebrek aan sociale steun, wat extra druk legt op het gezin. Gunstige maatschappelijke omstandigheden vormendaarentegeneen steunende factor indeopvoeding.

20

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker