Ineke Heemskerk - Een delictvrije toekomst

1   ■  Op zoeknaarbalans

Schuyt noemt een aantal factoren die demaatschappelijke kwetsbaarheid van allochtone jongeren versterken, waaronder het feit dat de ouders vaak zelfproblemenhebbenennietvoldoendesteunkunnenbieden indeopvoe- ding. Hij noemt dit ‘reproductie van de kwetsbaarheid’. Door het verschil in culturele oriëntatie, waarden, normen, gewoonten enwijze van commu- niceren kunnen er ook problemen ontstaan tussen allochtone ouders en Nederlandse instanties. Ditmaakt vroegtijdige signaleringof hulpverlening moeilijk. Een ander punt is het identiteits- en loyaliteitsconflict waarin allochto- ne jongeren terecht kunnen komen. Het normen-en-waardenpatroon van de ouders kan conflicterenmet dat van de omgeving, waardoor de kinde- ren problemen ervaren bij het vinden van de eigen identiteit (conflicten met ouders of juist grote loyaliteit). Dit wordt wel ‘culturele dissonantie’ genoemd:migrantenmoeten laveren tussen twee sterkvanelkaarverschil- lende culturen, die van het land van herkomst van de ouders en het land waarin zenu zelf opgroeien. De vraag is dan: waar hoor ikbij?Waarwil ik bij horen en opwelkemanier? Hoffman (2002) voegt hier als verzwaren- de factorennogervaringenmet vooroordelen, discriminatieen racismeaan toe. Deze ervaringen leiden, naast belemmeringen bij de toegang tot insti- tuties en de arbeidsmarkt, tot een negatiever zelfbeeld en een somberder toekomstperspectief bij de jongerenzelf. Schuyt ziet ook verschillen indewijzewaarop inde opvoeding vormgege- venwordt aan (het tempo van) demorele ontwikkeling. Bijvoorbeeld: de westerse samenleving legt de nadruk op individuele verantwoordelijkheid en gewetensvorming, terwijl bij immigrantengezinnen tijdens de opvoe- ding langer aandacht is voor gehoorzaamheid, beloning en straf en ook de groepsbelangen een grotere rol spelen. Die vaak onbewust beleefde ver- schillen indemoreleontwikkelingkunneneengroterol spelen incontacten op school, indebuurt en inde ruimereomgeving (winkels, politie, hulpver- leners). Deze opvattingwordt echter door onder andereHoffman gerelati- veerd: zowel binnen autochtone als allochtone groepen kunnen de onder- linge verschillen groot zijn. Hoffman stelt dat allochtone jongeren door bovengenoemde factoren problemen op meerdere gebieden tegelijkertijd kunnenervaren, zoals leer- engedragsproblemen, spijbelen, spanningen in hetgezinenconflictenoverzakgeld, kledingofuitgaan.Dit levertveel span- ning op en om hieraan te ontkomen zoeken zij een uitlaatklep in vormen vanwaarderingdiezij inhundagelijks levenmissen.Dankunnenzebijvoor- beeldgaanopkijken tegenoudere jongensmetveel geldvanuithet crimine- lecircuit,metalsrisicodathunperspectiefzichverplaatstnaaromgevingen die sneller ‘succes’ lijken op te leveren. Nu is het niet zo dat risicofactoren

22

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker