00670490010

Terug naar inhoud

Onderzoek naar kerntaken, werkprocessen en BPV-bedrijf Om te beginnen ga je in dit project op een rijtje zetten wat je tot nu allemaal al gedaan en geleerd hebt. Daarbij kun je denken aan welke kerntaken je gedaan hebt, welke werkprocessen je beheerst en welk competent gedrag je al duidelijk kunt tonen. Ook stel je vast aan welke kerntaken en werkprocessen je gedurende BPV 1 en BPV 2 hebt gewerkt. Met het voorgaande en de informatie over de kerntaken en de werkprocessen uit de opdracht (paragraaf 3.2) maak je een beargumenteerde keuze voor de kerntaak waaraan je de komende periode wilt gaan werken. Houd er hier alvast rekening mee dat je tijdens BPV 4, het afstuderen, weer mag werken aan een kerntaak en bij een bedrijf waar je tijdens BPV 1, 2 of 3 ook al hebt gewerkt. • Aan welke kerntaken en werkprocessen heb je tijdens BPV 1 en BPV 2 gewerkt? • Aan welke kerntaak en werkprocessen wil je deze komende periode gaan werken? • Bij welke bedrijven denk je dat te kunnen doen? • Zoek minimaal drie bedrijven die je mogelijk verder kunnen helpen (zie ook bijlage 4). • Aan welke kerntaak en werkprocessen denk je tijdens BPV 4, de afstudeerstage, te willen gaan werken? Projectdossier Zodra je met dit project begint, leg je een projectdossier aan. Dit dossier richt je in conform bijlage 1. Gedurende het werken aan dit project vul je het dossier steeds verder aan met alle gegevens en bewijzen. Bij de eindevaluatie presenteer je het aan de beoordelaars. Tussentijds laat je de verantwoordelijke personen de producten beoordelen. In een verslag ‘Keuze van de Kerntaak’ leg je het volgende vast: • Wat heb je tot nu toe in je opleiding geleerd?

Persoonlijke ontwikkeling

Vraag om voorlichting en ondersteuning bij het voorbereiden van de BPV-periode en de keuze van de juiste leerweg. Op de meeste ROC’ s zijn gespecialiseerde medewerkers die voorlichting kunnen geven over het realiseren van de BPV. Ook kun je onderzoeken of je in contact kunt komen met ouderejaarsstudenten om van hen BPV-ervaringen te horen.

Over wat je al kunt en wat je wilt leren, kun je jezelf vragen stellen als: • Wat is voor mij de geschikte manier van leren? • Studeer ik graag? Wil ik na het MBO soms doorstuderen? • Op basis waarvan kies ik eigenlijk?

24

werktuigbouwkunde