CZW20120094

De thuiszorg Willy schuift bij mevrouw Van Griend aan tafel. Ze schenkt een kopje koffie voor mevrouw en voor zichzelf in. Mevrouw Van Griend ziet erg slecht. Ze vindt het gezellig om samenmet Willy een kopje koffie te drinken en de krant te lezen. Tastendmet haar hand over de tafel grapt mevrouw: “Vandaag geen koekje, Willy?” “Morgen weer mevrouw Van Griend, de koektrommel is leeg. Maar de krant heb ik vast opengeslagen.” Samen bladeren zij door de krant. Willy noemt de titels van de artikelen en leest voor wat mevrouw Van Griend wil weten. Ook de overlijdensadvertenties leest zij voor. Plotseling wordt mevrouw helemaal wit en snikt, schokkendmet heel haar lichaam. Willy legt geschrokken een arm om de schouder vanmevrouw en vraagt wat er aan de hand is. “Mijn buurmeisje,” snikt mevrouw Van Griend, “je leest net het overlijdensbericht vanmijn buurmeisje van vroeger.” Willy streelt de rug vanmevrouw en laat haar uitsnikken. “Zal ik samenmet u een kaart uitzoeken voor de familie van uw buurmeisje?” vraagt Willy. “Dan sturen we diemeteen op. Ik zal het ook even opschrijven voor de verpleegkundige die vanmiddag komt, dan kunt u er met haar ook nog over praten als u wilt.” Als Helpende Zorg enWelzijn werk jemet veel verschillende doelgroepen. Veel cliënten hebben een beperking, zijn nog niet zelfstandig (kinderen) of wonen om andere redenen niet (meer) zelfstandig. Deze cliënten ondersteun je bij de persoonlijke verzorging, het wonen, de dagbesteding of het recreëren. Als Helpende Zorg enWelzijn assisteer je cliënten bij hun huishoudelijke werkzaamheden, (sociale) activiteiten en recreëren. Voor al de ondersteuning die je biedt, maak je een werkplanning. In die werkplanning laat je zien dat je de juistematerialen enmiddelen kiest. Je zorgt dat allematerialen en apparatuur aanwezig zijn om deze taken uit te voeren. Hierbij ga je zorgvuldig en netjes met dematerialen en apparaten om. Je zorgt ervoor dat ze op een goede manier gebruikt worden. Het assisteren of ondersteunen is afgestemd op demogelijkheden en wensen van de cliënt. Wat demogelijkheden van de cliënt zijn, kun je navragen bij je begeleider of nagaan in het zorg- of begeleidingsplan. In onvoorziene of onveilige situaties weet je hoe te handelen. Jemaakt een werkplanning van je eigen werkzaamheden, je evalueert de werkzaamhedenmet de betrokkenen en je kunt jouw eigen werkplanning aanpassen.

6

HELPENDE ZORG ENWELZIJN - Fase 2

Made with