CZW20120234

CZW20120234

K

Beroepsprestatie 3.2 Regie voeren

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang | Niveau 4

Beroepsprestatie

3.2

Regie voeren (2012-gpm-4-ko-bp3.2)

Opleiding: Niveau Fase Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang 4 3

Artikelnummer CZW20120234

Colofon Deze uitgave is gerealiseerd onder verantwoordelijkheid van Stichting Consortium Beroepsonderwijs - Zorg & Welzijn & Assisterenden Gezondheidszorg

Directie en managementteam L. Fine B. Huijberts A. Pijnenburg

I. Rabelink M. Wouters

Ontwikkelteamleider A. Liem-Rosekrans

Ontwikkelaars van deze fase P. Mertens-Debats A. Mulder

Redactie A. Brink M. Brok

Ontwerp H. Witjes (Studio Blanche)

DTP Stichting Consortium Beroepsonderwijs/studio Blanche Juni 2013

Foto’s Stichting Consortium Beroepsonderwijs

Ondanks alle inspanningen is het mogelijk dat Stichting Consortium Beroepsonderwijs niet alle copyrights van de in de uitgave opgenomen illustraties heeft geregeld. Degene die meent alsnog rechten te kunnen doen gelden, wordt verzocht contact op te nemen met Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

© 2013 Stichting Consortium Beroepsonderwijs Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbe- stand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, namelijk elektronisch, mechanisch, door fotokopie, opnamen of enige andere manier, zonder toestemming van Stichting Consortium Beroepsonderwijs.

Inhoud

Beroepsprestatie 3.2 .........................................................4

Werkprocessen met de bijbehorende competenties .................5

Typering . ........................................................................5

De opdracht .....................................................................7

Het resultaat. ...................................................................8

Beoordelingslijst...............................................................9

Daar waar zij staat, wordt ook hij bedoeld en omgekeerd.

Beroepsprestatie 3.2

Regie voeren

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie

Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

3.5

E

Onderhoudt een netwerk

Samenwerken en overleggen

3.6

E

Voert beleidsmatige taken uit

Samenwerken en overleggen

H

Overtuigen en beïnvloeden

Typering Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker ben je betrokken bij het uitvoeren van beleidsmatige taken. Beleid moet duidelijk zijn voor de medewerkers en de ouders/vervangende ouders van de kinderen. Je zult met name betrokken zijn bij het pedagogisch beleid bijvoorbeeld: hoe er wordt omgegaan met straffen en belonen of met traktaties bij verjaardagen. Je draagt het standpunt uit van de organisatie waar je werkt. Als er een knelpunt wordt gesignaleerd, wordt het beleid bijgesteld. Dit gebeurt in overleg met betrokkenen. Soms zul je in een overleg anderen overtuigen van het ingenomen standpunt door helder de motivatie te communiceren. Je krijgt ten aanzien van het beleid van jouw organisatie ook te maken met andere instanties in de regio. Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker voer je beleidsmatige taken uit. Je signaleert ontwikkelingen binnen en buiten de organisatie en doet voorstellen tot beleidswijziging. Je signaleert knelpunten in het uitvoeren van het (pedagogisch) beleid en zoekt actief naar haalbare oplossingen. Je verwoordt het beleid van de organisatie en handelt ernaar. Je bouwt en onderhoudt actief een netwerk van andere organisaties en disciplines en neemt deel aan overlegvormen. Jill werkt als gespecialiseerd pedagogisch medewerker bij de buitenschoolse opvang ‘De Schakel’. De BSO valt onder stichting ‘Kinderdagopvang Zuid-Nederland’. In het overleg met de welzijnsinstellingen van de gemeente is aan de orde geweest in hoeverre er gebruik gemaakt kan worden van accommodaties, bijvoorbeeld de sportvelden van de sportclub. Vanavond is er een bijeenkomst met de welzijnsinstellingen en de sportclub. Jill heeft de bijeenkomst voorbereid: zij heeft een agenda samengesteld en zal het overleg leiden.

5

REGIE VOEREN

Oriënteren en Plannen Overleg met je begeleider over je POP en de voorwaarden voor het uitvoeren van de opdracht in de beroepsprestatie. Bekijk de resultaten en de beoordelingslijst. Wanneer bepaalde bewijsstukken niet haalbaar zijn, zoek dan naar vervangende bewijsstukken. Soms is het nodig dat je een aanvullend bewijsstuk inlevert. Bespreek je keuze voor de bewijsstukken met je begeleider. Maak vervolgens je PAP. Leg een inleverdatum voor de resultaten vast.

GO / NO GO

Stap 1 en 2 van de Wegwijzer zijn aangetoond.

De moeilijkheidsgraad van de opdracht staat in de tabel hieronder aangegeven.

De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid voor

gesloten context

geleid

uitvoering van eigen takenpakket jouw samenwerking met collega’s de hele zorg- en begeleidingscyclus aansturing van collega’s op hetzelfde of lager niveau

open context

begeleid

complexe context

zelfstandig

6

GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG - FASE 3

De opdracht

A. De totale opdracht Je voert de totale opdracht uit in de beroepspraktijk. Je competenties op het gebied van Regie voeren worden beoordeeld met behulp van de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie. Maak hierover afspraken met je beoordelaars.

Je werkt daarnaast aan onderstaande specifieke opdrachten.

B. Op de hoogte blijven van ontwikkelingen in de sector ‘Kinderopvang’ Voer een literatuurstudie uit over een beleidsonderwerp. Kies een onderwerp dat momenteel speelt in de kinderopvang. Maak om tot je keuze van het onderwerp te komen gebruik van bronnen: vakbladen, pedagogisch platform, veranderende wet- en regelgeving. Onderzoek hoe de organisatie waar je werkt/stage loopt hiermee omgaat. Neem een standpunt in ten aanzien van dit onderwerp en onderbouw dit met argumenten. C. Signaleren van ontwikkelingen in de organisatie Inventariseer bij je collega’s welke knelpunten zij ervaren bij het vertalen van het (pedagogisch) beleid naar de dagelijkse werkzaamheden. Werk in overleg met je collega’s één van de knelpunten uit in een haalbaar voorstel om het beleid te wijzigen. Het voorstel moet bijdragen aan het oplossen of verminderen van het knelpunt. Onderbouw het voorstel met argumenten. Presenteer je voorstel aan je collega’s. Geef gelegenheid om vragen te stellen en feedback te geven.

D. Samenwerken met partners uit het netwerk Breng het netwerk van de organisatie in kaart (sociale kaart maken).

Beschrijf de relatie van je eigen organisatie met de organisaties in het netwerk en geef duidelijk aan welk belang en welke functie het netwerk heeft voor de organisatie waar jij werkt/stage loopt. Neem deel aan twee overlegvormen uit het netwerk van de organisatie. Leg jouw bijdrage aan deze overlegvormen vast (voorbereiding, lezen van notulen en andere informatie, jouw bijdrage aan de overlegvormen).

Als je kiest voor een vervangende of aanvullende opdracht, let er dan op dat deze voldoet aan de beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

7

REGIE VOEREN

Het resultaat A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken B. De literatuurstudie over een beleidsonderwerp, het standpunt ten aanzien van dit onderwerp en onderbouwing met argumenten. WP 3.6: H. C. Een bewijs van de presentatie van het beleidsvoorstel aan je collega’s met een verslag van de reacties van je collega’s op dit voorstel. WP 3.6: E, H. D. De sociale kaart en een verslag van jouw deelname aan twee overlegvormen uit het netwerk. WP 3.5: E.

Vervangende of aanvullende bewijsstukken – – – –

Neem de bewijsstukken op in je portfolio.

8

GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG - Fase 3

Beoordelingslijst

beroepsprestatie 3.2 Regie voeren (2012-gpm-4-ko-bp3.2)

Naam student:

Datum:

Opleiding: Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang

Cohort:

Fase:

voldoende goed

Prestatie-indicatoren

onvoldoende

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 3.5 Onderhoudt een netwerk

T Dit betekent dat: • je een goede werkrelatie met collega’s en deskundigen opbouwt • je tijdig overlegt met collega’s en deskundigen zodat: • je deze contacten kan benutten om je werkdoelen te bereiken. T Dit betekent dat: • je collega’s binnen de organisatie/vestiging vraagt welke knelpunten zij ervaren in het (pedagogisch) beleid zodat: • je een bijdrage levert aan beleidsontwikkeling en de implementatie van het (pedagogisch) beleid. T Dit betekent dat: • je een duidelijk standpunt inneemt bij voorstellen tot het beleid en het wijzigen daarvan • je jouw standpunt kan onderbouwen met steekhoudende argumenten zodat: • het beleid is afgestemd op de specifieke situatie van de organisatie/vestiging.

E Samenwerken en overleggen

– afstemmen – aanpassen aan de groep

Werkproces 3.6 Voert beleidsmatige taken uit

E Samenwerken en overleggen

– anderen raadplegen en betrekken

H Overtuigen en beïnvloeden

– ideeën en meningen naar voren brengen en onderbouwen

9

REGIE VOEREN

voldoende goed

onvoldoende

Bewijsstukken Kwalificerend

A. De afgetekende beoordelingslijst van deze beroepsprestatie.

Specifieke bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

3.6

H

B. De literatuurstudie over een beleidsonderwerp, het standpunt ten aanzien van dit onderwerp en onderbouwing met argumenten. C. Een bewijs van de presentatie van het beleidsvoorstel aan je collega’s met een verslag van de reacties van je collega’s op dit voorstel. D. De sociale kaart en een verslag van jouw deelname aan twee overlegvormen uit het netwerk.

3.6

E - H

3.5

E

Aanvullende of vervangende bewijsstukken:

Werkprocessen Competenties

Cesuur In deze beroepsprestatie zijn de competenties binnen de werkprocessen op het vereiste beheersingsniveau aangetoond.  ja  nee

10

GESPECIALISEERD PEDAGOGISCH MEDEWERKER 4 KINDEROPVANG - Fase 3

Onderbouwing van de beoordeling met voorbeelden die in verband staan met de prestatie-indicatoren

Indien de student competenties binnen een werkproces onvoldoende heeft aangetoond, geef dan op het niveau van de prestatie-indicator aan wat de oorzaak daarvan is.

De beoordelaars van de beroepsprestatie 3.2 Regie voeren (2012-gpm-4-ko-bp3.2) zijn:

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam en telefoonnummer van de instelling (stempel)

Naam beoordelaar

Functie beoordelaar

Handtekening

Naam student

Handtekening

11

REGIE VOEREN

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Zorghulp Niveau 1

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Helpende Zorg & Welzijn Niveau 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verzorgende Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Verpleegkundige Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Medewerker maatschappelijke zorg Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Persoonlijke begeleider gehandicaptenzorg Niveau 4

Persoonlijke begeleider specifieke doelgroepen Niveau 4

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas

Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

Pedagogisch medewerker kinderopvang Niveau 3

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk

Proeve Competentiewijzer

Proeve Competentiewijzer

Overzicht beroepsprestaties Zorg en Welzijn - 2012 Verpleegkundige Kompas Proeve Competentiewijzer

Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1 Fase 1

Verpleegkundige Kompas

Fase 2

2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Kompas Competentiewijzer 1.1 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging en ADL 1.2 Onderhoud van spel- en spelmateriaal en ruimte (voor GPM-4-KO) 1.2 Onderhoud van de ruimte (voor PM-4-JZ) 1.3 O dersteunen bij ontwikkelingsgerichte activiteiten 1.4 Signaleren en in kaart brengen van de hulpvraag 1.5 Ondersteunen en begeleiden bij persoonlijke verzorging en ADL Fase 2 2.1 Het versterken van je vakdeskundigheid 2.2 Coördinerende taken uitvoeren (voor GPM-4-KO) 2.2 Verbeteren van de leefsituatie van het kind/de jongere (voor PM-4-JZ) 2.3 Zorgen voor een veilige, hygiënische en uitdagende leefomgeving 2.4 Methodisch begeleiden bij ontwikkeling en opvoeding 2.5 Begeleiden bij ontwikkelingsgerichte activiteiten Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Fase 3 3.1 Begeleiden bij een specifie e zorg- en/of begeleidingsvraag 3.2 Regie voeren (voor GPM-4-KO) 3.2 Begeleiden bij het optimaliseren van de leefsituatie (voor PM-4-JZ) 3.3 Zorgen voor kwaliteit 3.4 Professionaliseren 3.5 De leiding nemen (voor GPM-4-KO) Proeve Verantwoordingsverslag en Assessmentgesprek Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer Verpleegkundige Kompas 2.1 Vaardig in verplegingstechniek 2.2 Planmatig verplegen 2.3Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden 2.4 Begeleiden bij verliesverwerking 2.5 Omgaanmet grensoverschrijdend gedrag 2.6Handelen onder druk Proeve Competentiewijzer Fase 2 Verpleegkundige Kompas 3.1 Verdiepen in de branche 3.2 Regie voeren 3.3 Professionaliseren Fase 3 Proeve Competentiewijzer Proeve Competentiewijzer

Gespecialiseerd pedagogisch medewerker KO - Niveau 4

Pedagogisch medewerker JZ - Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Onderwijsassistent Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal cultureel werker Niveau 4

Verpleegkundige Kompas

1.1 Beginnenmet zorg 1.2 Veiligwerken 1.3 Planmatig verplegen 1.4 Ondersteunen bij basisbehoeften 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties 1.6 Begeleiden van een groep 1.7Hanteren van communicatieproblemen Fase 1

Sociaal-maatschappelijk dienstverlener Niveau 4

Een uitgave van:

Artikelnummer: CZW20120234

Made with