CZW3OA0004

Werkprocessen met de competenties van deze beroepsprestatie Nummer en titel van het werkproces

Competenties bij het werkproces

1.2

L

Bereidt de uitvoering van programmaonderdelen

Materialen en middelen inzetten

voor

T

Instructies en procedures opvolgen

1.3

A

Assisteert bij de uitvoering van

Beslissen en activiteiten initiëren

programmaonderdelen

B

Aansturen

K

Vakdeskundigheid toepassen

L

Materialen en middelen inzetten

T

Instructies en procedures opvolgen

2.3

T

Voert administratieve taken uit

Instructies en procedures opvolgen

W

Gedrevenheid en ambitie tonen

Typering Iedere leerling onderscheidt zich van de anderen door fysiek voorkomen, persoonlijkheid, leervermogen, leerstijl en leertempo. De meeste leerlingen bereiken in een aanvaardbaar tempo en tijdstip de mijlpalen in de ontwikkeling. Sommige leerlingen zijn echter trager in hun ontwikkeling en gediagnosticeerd met een leer- en/of een gedragsprobleem. Anderen hebben bijvoorbeeld een ontwikkelingsachterstand of gewoon moeite met sommige vakken. Het behoort tot je beroepshouding en vakbekwaamheid dat je iedere individuele leerling waardeert en op de eigen leerstijl en leermogelijkheden aansluit. Dit wordt ‘passend onderwijs’ genoemd. Het rugzakje zoals we dat nu kennen, zal waarschijnlijk verdwijnen, dan ontvangt de school rechtstreeks een budget voor de extra begeleiding van leerlingen die dat nodig hebben. Als je werkt met een klein groepje leerlingen aan bijvoorbeeld het leren lezen, dan valt het op dat iedere leerling op een eigen manier werkt, leert en reageert. Om hier goed op aan te sluiten, is kennis en inzicht in de beginsituatie van de individuele leerling belangrijk. Doordat de beginsituatie van leerlingen verschilt, probeer je met iedere leerling op een afgestemde manier te werken naar het doel. Als onderwijsassistent besteed je een groot deel van je tijd aan het primaire onderwijsproces: het werken met leerlingen. Wat zijn je doelen? Welke materialen en middelen zet je daarvoor in en welke activiteiten/werkvormen gebruik je om het leerdoel te bereiken?

5

DIDACTISCHE BEGELEIDING VAN (KLEINE) GROEPEN

Made with