Aletta G. Dorst, Bert Weltens en Mike Hannay - Van tekst naar text

Van tekst naar text

Het vertaalproces kan worden onderverdeeld in een aantal deelprocessen die in theorie op elkaar volgen, maar die in de praktijk vaak tegelijk spelen en ook verschillende keren doorlopen worden. Het begint met de opdracht zelf. Wat wil de opdrachtgever – en dat kan ook je docent zijn – dat je doet? Moet je de tekst snel vertalen en je voornamelijk richten op de inhoud en niet zozeer op de stijl? Of moet je je juist wel met de stijl van de brontekst bezighouden en die proberen aan te houden in de vertaling? En hoe zit het met onhandig heden en fouten in de brontaal? Moet je die in de vertaling wel of niet over nemen? Hoe je met dit soort vragen omgaat, hangt vooral af van het antwoord op de vraag hoe de vertaling uiteindelijk gebruikt gaat worden. Wat is het doel van de vertaling en wie zijn de lezers? Aan het begin van de rit moet je de randvoorwaarden bepalen voor de vertaling die je gaat leveren. Nord (1997: 21) merkt in dit verband op dat de eerste rol van de vertaler die van ‘receiver of the translation brief ’ is; dat wil zeggen dat de opdrachtgever aan de verta ler meldt wat het communicatieve doel van de vertaling is. De verleiding kan best groot zijn om de tekst snel te lezen en gewoon aan de slag te gaan, maar het is echt de moeite waard om eerst een globaal idee te hebben van wat je gaat produceren, en van wat je lezer nodig heeft, voordat je begint. Wat de brontekst zelf betreft, is je eerste taak uiteraard een leestaak. Je moet de vormelijke en inhoudelijke eigenschappen van de brontekst probe ren te begrijpen en interpreteren als uiting van het communicatieve doel van de schrijver. Hierbij zul je misschien wéér in de verleiding komen om meteen aan de slag te gaan en de tekst zin voor zin te vertalen zonder de hele tekst door te nemen en erover na te denken in het licht van de opdracht. Toch is het verstandiger om de tekst eerst zorgvuldig door te nemen. Zo kun je bij voorbeeld alvast noteren of er onduidelijkheden zijn in het Nederlands, of er woorden en uitdrukkingen zijn die je in ieder geval zult moeten opzoeken, en of er woorden, uitdrukkingen en zinsstructuren in de tekst staan die in stilis tische zin opvallen en de tekst een retorische kleur geven. Al met al krijg je op deze manier een goed beeld van de tekst als brontekst en kun je een soort plan opstellen van hoe je de vertaling gaat aanpakken. Je bent nu (lees: nu pas!) klaar om de eerste stappen te zetten naar de doeltekst. In deze fase gaat het om een soort transfer van de betekenis van de brontekst naar eerste formuleringen in de doeltaal. Die transfer kan op woordniveau en op zinsniveau veel problemen opleveren, en je zult daar bij veel moeten opzoeken en vervolgens beslissingen moeten nemen. Wat je opzoekt, kan van allerlei aard zijn: van technische termen en idioom tot grammaticale informatie en inhoudelijke achtergrondinformatie over het on derwerp. Belangrijk hierbij is dat je leert welke bronnen er voor vertalers beschikbaar zijn en hoe je ze het beste kunt gebruiken. Bij het gebruiken van belangrijke bronnen als monolinguale (eentalige) en bilinguale (tweetalige) woordenboeken moet je uit een lemma alles weten te halen wat er in zit. Je

16

Made with FlippingBook Digital Proposal Maker