CZW20120205

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

onvoldoende

- componenten

P Dit betekent dat:

J Formuleren en rapporteren

• je de benodigde gegevens verwerkt • je hoofd- en bijzaken onderscheidt

zodat: • het door jou bijgestelde ondersteuningsplan voor de cliënt en voor de professionals begrijpelijk en richting gevend is voor de begeleiding van de cliënt.

–– vlot en bondig formuleren –– structuur aanbrengen

T Dit betekent dat:

M Analyseren

• je beschikbare gegevens analyseert • je relaties legt tussen de gegevens • je gegevens combineert uit verschillende bronnen

–– informatie uiteenrafelen –– conclusies trekken

zodat: • het een duidelijk, realistisch en werkbaar door jou bijgesteld ondersteuningsplan oplevert.

Werkproces 1.3 Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan

P Dit betekent dat:

J Formuleren en rapporteren

• je de benodigde gegevens verwerkt • je hoofd- en bijzaken onderscheidt

zodat: • het door jou bijgestelde ondersteuningsplan voor de cliënt en voor de professionals begrijpelijk en richtinggevend is voor de begeleiding van de cliënt. T Dit betekent dat: • je een keuze kan maken voor bepaalde activiteiten en begeleidingsvormen • je hierbij gebruik maakt van je kennis van activiteitenbegeleiding zodat: • je activiteitenplan bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen uit het bijgestelde ondersteuningsplan.

–– vlot en bondig formuleren –– structuur aanbrengen

K Vakdeskundigheid toepassen

–– vakspecifieke mentale vermogens aanwenden

T Dit betekent dat:

Q Plannen en organiseren

• je duidelijke en heldere doelen stelt • je prioriteiten stelt • je activiteiten plant in de tijd

–– doelen en prioriteiten stellen –– activiteiten plannen

zodat: • je activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt en de organisatie.

12

PERSOONLIJK BEGELEIDER GEHANDICAPTENZORG - PERSOONLIJK BEGELEIDER SPECIFIEKE DOELGROEPEN - Fase 3

Made with