CZW20120207

onvoldoende

Prestatie-indicatoren

voldoende goed

Competenties

Kwalificerend

- componenten

Werkproces 2.3 Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding

T Dit betekent dat: • je activiteiten creëert waarbij de cliënt uitdagingen aangaat die gericht zijn op zijn ontwikkeling • je activiteiten creëert waardoor de cliënt kan oefenen met ander gedrag • je de sociale ontwikkeling van de cliënt stimuleert, doordat je regelmatig constructieve feedback geeft over het functioneren van de cliënt • je de cliënt motiveert om moeilijkheden te overwinnen zodat: • de cliënt leert omgaan met anderen • de cliënt leert omgaan met (gedrags)regels en normen en waarden • de zelfredzaamheid van de cliënt bevorderd wordt of dat deze behouden blijft. • je inzicht hebt in de gevoelens van de cliënt • je de cliënt bij werk, scholing en vrije tijd door moeilijke of lastige periodes helpt zodat: • de cliënt groeit in zijn sociale ontwikkeling • de cliënt gemotiveerd blijft om te werken aan zijn ontwikkeling of zijn beperkingen accepteert. R Dit betekent dat: • je voor de activiteiten de juiste materialen en middelen kiest • je zorgvuldig en netjes met materialen en middelen omgaat • je ervoor zorgt dat materialen en middelen onderhouden zijn zodat: • de doelstellingen van de dagbesteding gehaald kunnen worden • de activiteiten die je aanbiedt veilig en efficiënt verlopen. P Dit betekent dat: • je activiteiten plant en regelt op het gebied van werk, scholing en vrije tijd • je de acties die de cliënt neemt op het gebied van werk, scholing en vrije tijd plant en regelt • je zorgt dat de benodigde middelen en menskracht beschikbaar zijn zodat: • de activiteiten volgens planning en afspraken uitgevoerd kunnen worden. P Dit betekent dat:

C Begeleiden

–– coachen –– motiveren –– anderen ontwikkelen

D Aandacht en begrip tonen

–– inleven in andermans gevoelens –– anderen steunen

L Materialen en

middelen inzetten

–– materialen en middelen doelmatig gebruiken –– geschikte materialen en middelen kiezen –– goed zorgdragen voor materialen en middelen

Q Plannen en organiseren

–– activiteiten plannen –– mensen en middelen organiseren –– voortgang bewaken

13

PROEVE 2

Made with