CZW20120063

Competentie D: Aandacht en begrip tonen

Werkprocessen:

1.4 Begeleidt leerlingen/deelnemers bij de uitvoering van programmaonderdelen (BP 1.1, BP 2.1, BP 2.4, Proeve fase 2, BP 3.3 Proeve fase 3, Verantwoordingsverslag 2 fase 3) Componenten: interesse tonen, luisteren, inleven in andermans gevoelens, anderen steunen Eindgedrag: Je biedt de gewenste en mogelijke ondersteuning. waarmee je, als onderwijsassistent, een bijdrage levert aan de begeleiding van leerlingen bij de uitvoering van programmaonderdelen. Je toont betrokkenheid bij het leergedrag en attitudeproblemen van leerlingen zodat leerlingen zich gehoord en betrokken voelen. Je luistert naar de leerlingen, je kunt doorvragen en spiegelen. 2.4 Houdt toezicht en begeleidt buiten het primaire proces (BP 1.3, BP 2.2, Proeve fase 2) Componenten: interesse tonen, luisteren, inleven in andermans gevoelens, anderen steunen Eindgedrag: Je geeft aandacht aan de zorg die leerlingen uiten en je biedt de gewenste en mogelijke ondersteuning. Je toont belangstelling voor ideeën en standpunten van leerlingen m.b.t. een mogelijke eigen invulling van o.a. het evenement. Je zorgt voor een constructieve bijdrage tijdens overlegvormen met leerlingen door: –– je eigen gevoelens, meningen en gedachten te tonen en met hen te bespreken –– te luisteren en dit te tonen door te spiegelen en door te vragen –– te verwoorden wat de effecten van jouw eigen gedrag kunnen zijn op het gedrag van de leerlingen, zodat je hier bewuster mee om kunt (leren) gaan. 2.5 Voert in PO en SO pedagogisch-verzorgende taken uit (BP 1.5, Proeve fase 1, BP 2.4, Proeve fase 2) Componenten: anderen steunen, bezorgdheid tonen voor anderen Eindgedrag: Je geeft aandacht aan de zorg die door de leerlingen wordt geuit. Je herkent wanneer leerlingen hulp nodig hebben. Je biedt de nodige ondersteuning en let daarbij op het welzijn van de leerling. Je stimuleert de zelfredzaamheid, zodat leerlingen op het gebied van de zorg zich (verder) ontwikkelen en zo zelfstandig mogelijk functioneren. 3.4 Evalueert en rapporteert ervaringen en bevindingen (BP 3.1, verantwoordingsverslag 2 fase 3, Proeve fase 3) Componenten: luisteren, zichzelf kennen en laten zien, interesse tonen Eindgedrag: Je zorgt voor een constructieve bijdrage tijdens overlegvormen door: –– te luisteren naar de inbreng van anderen –– te reflecteren en te verwoorden wat het effect van jouw gedrag is op leerlingen/collega’s.

Kennis. Je kent

Vaardigheden. Je kunt

Houding. Je bent

• • doelgroep (leefwereld en interesses) • • het groepsklimaat • • de ontwikkelingspsychologie • • je zelfbeeld • • je eigen mogelijkheden, kwaliteiten en beperkingen • • het beroepsbeeld: taken en rollen van de onderwijsassistent • • de theorie over het opbouwen van een vertrouwensrelatie

• • luisteren • • een vertrouwensrelatie met leerlingen opbouwen en onderhouden • • verschillende soorten vragen stellen • • gedrag van leerlingen spiegelen • • je handelen afstemmen op verschillende sociaal-culturele, religieuze en spirituele achtergronden van de leerlingen • • je eigen gevoelens, meningen, gedachten tonen en bespreekbaar maken

• • open • • geduldig • • geïnteresseerd • • vriendelijk • • meelevend • • inlevend • • transparant • • betrouwbaar • • betrokken

• • ...................

9

COMPETENTIEWIJZER

Made with