Henk Smeijsters - Handboek creatieve therapie

Nederlandse Vereniging voor Psychomotorische Therapie (NVPMT) vindt regelmatig overlegplaatsenook ikben indegelegenheidmet vertegenwoordigers vandepsycho motorische therapie voortdurend vangedachten tewisselen.

Wat isnieuw inde tweededruk?

Omdathetdenken rond ‘werkwijzen’ zichde laatste jarenontwikkeldheeft,heb ikhier extraaandacht aanbesteed.Opdeeersteplaatsdoormijneigen indeling te vergelijken metde indelingdiedoorhetTrimbos-instituut (2000)werdgebruikt. Intussenzijnvele andere termen inomloop. Inde tweededrukprobeer ik termenals theorie,beroepspro fiel,werkwijze, product,module, interventie,werkvorm, technieknader tedefiniëren. Zo’ndefinitie is telkensweer eenheikele zaak omdat niet iedereenhet daarmee eens zal zijn. Ik ben echter vanmening dat, ter bevordering van een goede communicatie, het nodig is deze termen af te bakenen. Gebeurt dat niet, dan ligt spraakverwarring telkensopde loer.Natuurlijk iselkedefinitievoorlopig,maarhetbegin isgemaakt.De definities zijn afgestemd op de definities die zijn opgenomen in het LandelijkOplei dingsprofiel enpublicaties vandeNVCT. Inhoofdstuk5krijgt het ontwikkelingsprofiel vanAbrahammeer aandacht. Bij de af zonderlijke therapieën inhoofdstuk8heb ikopsommigeplekkenenkeleaanvullingen gemaakt. Zo krijgt bij dramatherapie Emunahmeer aandacht en heb ik tuintherapie toegevoegd. Aanvullingen zijn ook gemaakt in hoofdstuk 11, het hoofdstuk over het analoge-procesmodel indeafzonderlijkecreatieve therapieën. Een belangrijk deel van de aanvullingen betreft actuele ontwikkelingen met betrek king tot ‘vaktherapie’, CBO-richtlijnen, kenniscentrum, lectoraten en kenniskringen, nascholing,differentiatie,BIG-registratie,domeinafbakening,hetherregistratietraject vandeSRCT, enzovoort. Bij een aantal vandeze zakenben ikde afgelopen jarennauw betrokken geweest. Ik ben vanmening dat deze zaken voor de creatieve therapie de deur geopendhebbennaar verdereprofessionaliseringen (praktijkgerichte) verweten schappelijking. Ikhebde indruk dat de creatieve therapie nu, na erkend te zijn als vijfde cluster inde GGZ, dekansgebodenwordt zichopbasis vaneen stevige ‘bodyof knowledge’ verder te profileren. Het handboekmaakt deel uit van dit proces, maar het is belangrijk dat vanuit dekenniskringen, in samenwerkingmet deNVCT ende creatief therapeuten in hetwerkveld, stevigonderzoekplaatsvindt, dat uitmondt innog veelmeer publicaties die latenzienwat creatieve therapiekan.De ‘tacitknowledge’ iser,maarzijmoetgeëx pliciteerdengeanalyseerdennaarderden toe transparant gemaaktworden.

dr.HenkSmeijsters Zomer2003

Made with FlippingBook - Online catalogs