CZW20120054

Geef per opdracht aan: • Wat ga je doen?

• Waar, in welke context? • Wie zijn erbij betrokken? • Wanneer? • Welke hulpmiddelen?

Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht A . • Welke activiteit gaan jullie doen en wanneer?

• Wie en wat hebben jullie hierbij nodig? • Waar gaan jullie deze activiteit doen? • Wanneer gaan jullie de activiteit doen? • Hoe zorg je voor je eigen aandeel? • Welke afspraken maak je hierover in de groep?

Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht B . • Wat heb je nodig om een samenwerkingscontact op te stellen? • Wanneer hebben jullie de groepsregels en het samenwerkingscontract klaar? Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht C . • Wanneer maak je afspraken om het werkplan te maken? • Wat moet er in het werkplan komen?

• Wie kan je helpen bij het maken van een werkplan? • Hoe kom je tot een evenredige verdeling van taken?

Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht D . • Wie houdt het logboek bij? • Wie maakt de agenda’s en de notulen? • Wat moet er in de notulen staan? • Wanneer moeten de notulen klaar zijn?

Vragen die je kunnen helpen om je planning te maken van opdracht E . • Welke leerervaringen heb je gehad?

• Welke rol heb je hierin gehad? • Wat is de STARRT-methode?

Als jij en je begeleider tevreden zijn over de planning, dan ga je naar de volgende stap.

49

KOMPAS

Made with