CZW20120182

Om de breedte van je verdieping te garanderen kies je cliëntenmet verschillende middencomplexe zorgproblemen. Bijvoorbeeld een cliënt met psychiatrische problematiek of met verslavingsproblematiek, met het accent in de zorg op:

• integratie in demaatschappij • praktische begeleiding thuis • begeleiding bij dagactiviteiten • het behoud en herstel van identiteit • het behoud en herstel van de regie op het eigen leven • het risico op (verdere) verwaarlozing • toepassing van dwang- en drangmaatregelen • een crisissituatie.

Verzamel achtergrondgegevens van iedere cliënt. schrijf deze uit in vijf casussen. Betrek hierin: • het levensverhaal of de voorgeschiedenis • gegevens over de gezondheidsproblematiek en de wijze waarop dit zich bij iedere cliënt manifesteert, de oorzaken van de gezondheidsproblematiek, de gevolgen voor het lichamelijke en psychosociale functioneren • onderzoeken, behandelingen/medicatie • de juridische status van de cliënt inclusief de consequenties daarvan voor de cliënt zelf, mantelzorger, naasten en zorgverleners • andere relevante wetgeving (bijvoorbeeld dwang en drang) en demanier waarop aan deze wetgeving uitvoering gegeven wordt • een samenvatting van de geboden zorg. C. Begeleidingsplannen van vijf cliënten Op basis van de in opdracht B . verzamelde gegevens geef je verbeterpunten aan. Bespreek de verbeterpuntenmet de persoonlijk begeleider van de cliënt. Breng voorstellen voor het aanpassen van het begeleidingsplan in, in eenMDO of een ander relevant coördinerend overleg. Op basis van gegevens uit het overleg stel je het begeleidingsplan bij. Onderbouw de wijzigingenmet duidelijke argumenten. Je legt in overlegmet de persoonlijk begeleider het begeleidingsplan voor aan de cliënt en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger en de betrokken zorgverleners. stel het begeleidingsplan zo nodig bij op basis van de feedback. Vraag aan de betrokkenen bij de zorg instemming enmedewerking voor de uitvoering.

9

VERDIEPEN IN DE BRaNCHE: GEEsTELIJKE GEZONDHEIDsZORG

Made with