00661960007

5.2

UITVOEREN VAN DE OPDRACHT

De taak bestaat uit het stellen van diagnose bij een storing aan een personenauto en het verrichten van de daaruit voorkomende reparatie. De storing kan betrekking hebben op mechanisch of elektronisch gebied. Voor het stellen van de diagnose kan gebruik worden gemaakt van universele of (merk)meetapparatuur/testapparatuur. Voor de reparatie kunnen werkplaatsinformatiesystemen geraadpleegd worden. BEGELEIDING Voor het stellen van een juiste diagnose zijn alle gangbare testers en uitleesapparatuur toegestaan. Bij het gebruik van uitleesapparatuur die het defecte component of slecht functionerende subsysteem aangeeft, moet de student een tweede check uitvoeren. Dit kan door het component door of op te meten. Storingen in elektrische of elektronische systemen kunnen met bijvoorbeeld een scoopmeter getest worden. In ieder geval moet de oorzaak van de storing achterhaald worden. Het raadplegen van derden (experts) kan in sommige gevallen nodig zijn. Dit moet op het beoordelingsformulier bij ‘Opmerkingen’ worden vermeld. Opdracht • Je ontvangt een opdracht om een diagnose uit te voeren. Bekijk de opdracht en overleg eventueel met collega’s of je leidinggevende wat samen gedaan moet worden. • Maak een planning om dit in binnen de opdracht uit te voeren en koppel dit terug naar receptie, leidinggevende en je beoordelaar. • Verzamel alle relevante informatie, apparatuur, gereedschappen en hulpmiddelen, die nodig zijn om een diagnose te stellen. • Stel een diagnose en volg daarbij de voorschriften/procedures van de fabrikant of het bedrijf en stel een reparatie advies op. • Controleer of je diagnose goed is uitgevoerd en ruim je werkplek op.

26 KWALIFICEREND DOSSIER

Made with