Herman Blom en Siep van der Werf - Migranten in de Nederlandse samenleving

1.6  Push- en pullfactoren, migratiemotieven

cument, het registratiepasje voor asielzoekers die nog geen verblijfsvergunning hebben. Behalve zijn nationaliteit – de Algerijnse – en zijn aankomstdatum in Nederland – 6 september 2016 – klopt er niks van de gegevens. Er staat dat hij in 1993 is geboren in Aleppo, Syrië (allebei niet waar). Om de verwarring compleet te maken heeft hij nog een nom de plume opgegeven: Salan Mahoud. De guitig lachende Boulahia lijkt er plezier in te hebben de instanties een beetje te laten spartelen. (…) Hij laat de laatste ontwikkeling in zijn dossier zien, een in het Ara bisch opgestelde brief van het Ministerie van Justitie. Hij moet terug naar Zwit serland, staat er, want daar heeft hij zich als eerste geregistreerd. Boulahia heeft hoger beroep aangetekend tegen het besluit; de zaak dient een dezer dagen. ‘Ik weet wel dat ik weg moet, maar ik kan het ze toch op zijn minst een beetje moei lijk maken?’ (Khader & Stoffelen, 2016). ■■ De postkoloniale migratie wordt ook bepaald door een ruime(re) toeganke lijkheid in de jaren voor de ‘onafhankelijkheid’ van nieuwe staten. Zo ver trok op de valreep van de onafhankelijkheid in 1975 bijna 10 procent van de Surinamers naar Nederland. Zij vonden hun plek in de toen juist gebouwde wijk Bijlmermeer in Amsterdam-Zuidoost. Een dergelijke trek is ook te ver wachten in het kader van de ‘laatste kans’ voor een eventuele onafhankelijk heid van Curaçao en Aruba. In figuur 1.9 zijn de verschillende migratiemotieven in de periode 1995-2014 terug te zien voor niet in Nederland geboren immigranten.

Turkije/Marokko/ Suriname/Antillen

1995-1999

2000-2004

2005-2009

2010-2014

Nieuwe EU

1995-1999

2000-2004

2005-2009

2010-2014

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

100

%

Arbeid

Asiel

Gezin

Studie

Overig

Figuur 1.9 Immigratie naar motief en geboortelandgroep in vier perioden (Ooijevaar & Bloemendal, 2016, p. 31)

41