006121780002

BEGELEIDERSINFORMATIE

COMMUNICATIE / NEDERLANDS

Taalcoach Het aanleren van een juiste manier van communiceren is de verantwoordelijkheid van het hele team dat daarbij wordt ondersteund door de taalcoach. In het kader van de Drieslag taal ontwikkelt hij/zij door middel van workhops het taalbewustzijn van de collega’s en traint hen in het omgaan met het communicatieschema en het beoordelen van de communicatieproducten volgens het referentiekader Samen met de projectbegeleider vervult de taalcoach een spilfunctie in een team. Studenten ontwikkelen immers hun communicatievaardigheden door contact met hun omgeving: technisch manager, de klant, de leveranciers en collega’s. In de schoolomgeving gaat het om de communicatie met medestudenten in het projec- toverleg e.d., de projectbegeleider (technisch manager), praktijkbegeleider en alle medewerkers in de schoolomgeving. Referentiekader taal Vanaf 2010 moet een student Middenkader Engineering aan het einde van zijn opleiding de verschillende domeinen (mondelinge taalvaardigheid, leesvaardgheid en schrijfvaardigheid) op niveau 3F van het Referentiekader Taal beheersen. Door het werken met de projectwijzers ontwikkelt een student zich op al deze domeinen. Via de bestelsite zijn downloads beschikbaar waarin wordt aangegeven hoe de stappen van het communicatieschema zijn gekoppeld aan het referentieniveau Taal. Leerlijn Bij alle communicatieproducten worden de stappen a t/m f van het communica- tieschema doorlopen (bijlage 2: Communicatieschema). Het is de bedoeling dat u in deze projectwijzer uitleg geeft over alle stappen. Ook is het verstandig om aandacht te besteden aan het effect van ruis (stap f) op de communicatie. stap a: afstemming op doel, thema en hoofdvraag Een student leert om het thema en doel van een product in overeenstemming te brengen met het doel van de opdracht. Hij kan doel, thema en hoofdvraag bepalen uit bijvoorbeeld de gelezen teksten. Ook wordt deze stap toegepast op teksten die de student produceert. Bij deze stap wordt ook aandacht besteed aan de doelen van een product: informeren, overtuigen, instrueren enz. stap b: afstemming op publiek De student leert om het product wat woord- en taalgebruik betreft, af te stemmen op het publiek. Hiertoe bepaalt hij eerst wie het publiek is. Hij krijgt dus inzicht voor wie de tekst bedoeld is of met wie een gesprek gevoerd wordt. Ook is belangrijk dat de informatie die gegeven wordt (schriftelijk of mondeling) aansluit bij de kennis, ervaring en interesse van het publiek.

21

DE ‘CAP MOUNTING DEVICE’

Made with